Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over het bericht 'Vorig jaar 3,4 miljoen euro uitgekeerd aan dwangsommen' op de website van de IND
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Vorig jaar 3,4 miljoen euro uitgekeerd aan dwangsommen» op de website van de IND (ingezonden 15 februari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 8 maart
2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Vorig jaar 3,4 miljoen euro uitgekeerd aan
dwangsommen» op de website van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u per jaar een overzicht geven van de bedragen die sinds 2017 zijn uitgekeerd
aan dwangsommen als gevolg van het feit dat de IND niet tijdig tot een beslissing
is gekomen? Kunt u daarbij onderscheid maken tussen rechterlijke en bestuurlijke dwangsommen?
Antwoord 2
Toelichting: BNTB: beroep niet tijdig beslissen, IGS: ingebrekestelling.
De genoemde bedragen betreffen de cumulatieve bedragen voor de werksoorten asiel,
nareis én regulier.
Vraag 3
Kunt u per jaar een overzicht geven van het aantal asielzoekers dat sinds 2017 dwangsommen
heeft ontvangen?
Antwoord 3
Dat kan niet gegeven worden, omdat de IND met een zaaksysteem werkt. Een asielzoeker
kan meerdere lopende procedures hebben. En een dwangsom-uitspraak kan zaken van meerdere
asielzoekers betreffen. Zoiets uit elkaar halen zou een handmatige check op iedere
zaak vereisen. Gelet op de hoeveelheid zaken is dit een vrijwel onmogelijke opgave.
Vraag 4
Kunt u per jaar een overzicht geven van de omvang van de bedragen die sinds 2017 zijn
betaald aan dwangsommen in vreemdelingenzaken?
Antwoord 4
Vraag 5
Welke verklaring heeft u voor het feit dat het aantal ingebrekestellingen bijna vervijfvoudigd
is in 2022? Welke consequenties heeft dit?
Antwoord 5
Net als vorig jaar publiceerde de IND het aantal ingebrekestellingen in zijn jaarcijfers.
In 2022 waren dat er 19.830. De ingebrekestellingen hebben betrekking op asiel, nareis
en reguliere verblijfsaanvragen (bijvoorbeeld voor gezin, werk of studie). Het merendeel
gaat over asielaanvragen. De toename ten opzichte van 2021 komt vooral doordat meer
asielaanvragen over de beslistermijn heen gingen en de «Tijdelijke wet opschorting
dwangsommen IND» vanaf maart 2022 door verschillende zittingsplaatsen van rechtbank
Den Haag en in de loop van 2022 ook door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State (hierna: de Afdeling) deels onverbindend is verklaard. Daarna was een sterkere
stijging te zien.
Een toename in het aantal ingebrekestellingen heeft niet per se direct effect op het
uitbetalen van dwangsommen.
Dat komt omdat de IND alsnog binnen de voorgeschreven termijn beslist of bijvoorbeeld
doordat een deel van de ingebrekestellingen te vroeg is ingediend.
Vraag 6
Kunt u per maand aangeven hoeveel ingebrekestellingen in 2022 zijn ingediend bij de
IND?
Antwoord 6
Maanden
Aantal ingediende ingebrekestellingen
Januari
935
Februari
1.071
Maart
1.609
April
1.641
Mei
2.221
Juni
1.679
Juli
1.542
Augustus
1.605
September
1.805
Oktober
2.011
November
1.980
December
1.733
Totaal
19.832
Van de 19.832 ingediende ingebrekestellingen zijn inmiddels 12.579 afgesloten. 7.253
zaken staan nog open.
Vraag 7
Wat is de reden dat het bedrag aan dwangsomverplichtingen voor 2022 niet in de IND-jaarcijfers
is opgenomen, zoals in voorgaande jaren wel het geval was?
Antwoord 7
De IND rapporteert normaal gesproken pas in het jaarverslag over de dwangsomverplichtingen,
zoals ook in de voorgaande jaren het geval was. Ten aanzien van 2022 is daarmee niet
anders gehandeld.
Ten tijde van het uitkomen van de jaarcijfers, is de financiële verantwoording namelijk
nog niet gereed, waardoor het in de regel niet mogelijk is om de dwangsomverplichtingen
al bij de jaarcijfers te rapporteren. Het jaarverslag wordt intern en extern beschikbaar
gesteld zodra de financiële verantwoording rond is. De IND volgt hierin het normale
ritme dat gebruikelijk is binnen de rijksoverheid.
Vraag 8
Kunt u aangeven voor welk bedrag aan dwangsomverplichtingen er in 2023 al sprake is?
Antwoord 8
De genoemde bedragen betreffen de cumulatieve bedragen voor de werksoorten asiel,
nareis én regulier.
Vraag 9
Wat zijn op dit moment de maximale kosten bij een ingebrekestelling per zaak?
Antwoord 9
Het indienen van een (geldige) ingebrekestelling (IGS) is een vereiste voor zowel
de bestuurlijke als de rechterlijke dwangsom. Op basis van de «Tijdelijke wet opschorting
dwangsommen IND» was het in asielzaken echter niet mogelijk om bestuurlijke en rechterlijke
dwangsommen te verbeuren.
Op 30 november 2022 heeft de Afdeling geoordeeld dat het afschaffen van de bestuurlijke
dwangsom in asielzaken niet in strijd is met het Europese beginsel van effectieve
rechtsbescherming en het zogenoemde gelijkwaardigheidsbeginsel. Dit betekent dat de
«Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND» t.a.v. bestuurlijke dwangsommen in asielzaken
in stand is gebleven. De IND keert dus geen bestuurlijke dwangsommen uit in asielzaken.
Voorgenoemde wet is echter niet van toepassing in nareis- en reguliere zaken. In die
gevallen kan een ingebrekestelling (bij een bestuurlijke dwangsom) per zaak maximaal
€ 1.442,– bedragen.
Voor wat betreft de rechterlijke dwangsom heeft de Afdeling echter geoordeeld dat
het afschaffen van de rechterlijke dwangsom in asielzaken in strijd is met het beginsel
van effectieve rechtsbescherming. Dit heeft tot gevolg dat bestuursrechters (weer)
de mogelijkheid hebben om een rechterlijke dwangsom op te leggen als de IND niet binnen
de door de rechtbank vastgestelde termijn een besluit heeft genomen op een asielaanvraag.
Voor de hoogte van de rechterlijke dwangsom wordt verwezen naar het antwoord op vraag
10.
Vraag 10
Klopt het dat de totale dwangsomverplichting in sommige gevallen kan oplopen tot tienduizenden
euro’s per asielzoeker?
Antwoord 10
Dit kan zich in bepaalde gevallen voordoen bij rechterlijke dwangsommen. In dit kader
wordt allereerst verwezen naar de website www.rechtspraak.nl waarin de gehanteerde beleidsregel van de rechtbanken is gepubliceerd. De rechtbanken
leggen de IND bij bntb’s die betrekking hebben op asielprocedures nu in de regel een
termijn van acht weken op om een gehoor te plannen en daarna een termijn van acht
weken om een besluit te nemen (8+8 wekenmodel).
Aan de overschrijding van deze termijn wordt meestal een dwangsom verbonden van € 100,–
per dag met een maximum van € 7.500,–. In bijzondere gevallen wordt een kortere nadere
beslistermijn dan wel een hogere dwangsom opgelegd (van bijv. € 500,– per dag met
een maximum van € 37.500).
Wanneer na een eerdere bntb-uitspraak nog steeds niet is beslist op de aanvraag, kan
de vreemdeling een opvolgend bntb indienen bij de rechtbank. Wanneer deze is ingediend
nadat de maximale dwangsom is volgelopen, zal de dwangsom bij een gelijk aantal dagen
worden verdubbeld (dus maximaal € 15.000,– i.p.v. € 7.500,–). Het aantal keer dat
een vreemdeling een opvolgend bntb kan indienen is – zolang niet is beslist op de
aanvraag – niet aan een maximum verbonden. Het komt echter zelden voor dat er opvolgende
Bntb’s worden ingediend.
Vraag 11
Hoe hoog is de werkvoorraad van de IND op dit moment? Wat is de wachttijd voor asielzoekers
op dit moment?
Antwoord 11
De werkvoorraad per 1 februari 2023 is als volgt:
Voor wat betreft de huidige wachttijd voor asielzoekers op dit moment wordt verwezen
naar de website van de IND: https://ind.nl/nl/asiel-laatste-ontwikkelingen#gemiddelde-wachttijden-a…;
Dit zijn cijfers zoals ze er nu uitzien. In eerdere kamerbrieven is aangegeven hoe
de prognoses zich ontwikkelen. De verwachting is dus dat de voorraden gaan oplopen
en de wachttijden gaan toenemen.
Vraag 12
Hoeveel asielaanvragen worden naar verwachting in dit jaar niet binnen de wettelijke
termijn afgedaan?
Antwoord 12
Zie het antwoord op vraag 14.
Vraag 13
Welk bedrag aan dwangsomverplichtingen verwacht u voor de jaren 2023 en 2024?
Antwoord 13
Zie het antwoord op vraag 14.
Vraag 14
Kunt u inzicht geven in de verschillende scenario’s waarmee de IND rekening houdt
op basis van de uitspraak van de Raad van State eind vorig jaar dat de rechterlijke
dwangsom niet mag worden afgeschaft? Hoeveel dwangsommen zullen naar verwachting alsnog
bij de rechter worden afgedwongen op basis van deze uitspraak?
Antwoord 14
De IND rekent op basis van de uitspraak van de Afdeling voor verschillende scenario´s
door hoeveel bntb’s ingediend kunnen worden. Dit betreft een ingewikkelde opgave,
omdat het van vele factoren afhankelijk is. Hierbij kan bijv. gedacht worden aan het
aantal ingediende aanvragen, de ontwikkeling van de voorraden bij de IND, de inzetbare
FTE, de wisselende prioriteitsstelling, de aantallen ingediende bntb’s, de ontwikkelingen
in beleid en jurisprudentie en de snelheid waarmee rechtbanken bntb-procedures kunnen
afdoen.
Op dit moment kunnen daarom nog geen exacte aantallen worden genoemd.
Voor 2023 en 2024 wordt rekening gehouden met enkele tientallen miljoenen euro’s,
voor deze periode. De uiteindelijke uitkomst, is zoals gezegd van zoveel factoren
afhankelijk dat het finale bedrag van deze prognose sterk kan afwijken. Zonder aanvullende
maatregelen loopt dit in 2025 substantieel verder op.
Er is namelijk sprake van een (asiel) instroomniveau dat de (huidige) verwerkingscapaciteit
van de IND structureel overstijgt. Daardoor zijn oplopende werkvoorraden en langere
doorlooptijden – hoe ongewenst ook – het onvermijdelijke gevolg.
Vraag 15
Wanneer blijkt dat de verlenging van de beslistermijnen met negen maanden uiteindelijk
geen stand houdt bij de rechter en de beslistermijn teruggaat naar zes maanden, welk
bedrag aan dwangsommen moet dan alsnog over het jaar 2022 worden uitgekeerd? Wat zou
dit betekenen voor de bedragen in 2023 en 2024?
Antwoord 15
Voor zover de Afdeling in hoger beroep zal oordelen dat de verlengingsmaatregel (WBV
2022/22) niet rechtsgeldig is, heeft dat vrijwel direct effect op het moment waarop
dwangsommen verschuldigd gaan worden. Immers, het aandeel zaken buiten de beslistermijn
voor de jaren 2023 en 2024 zal in dat geval groter zijn. De precieze omvang hiervan
is thans niet te geven omdat een en ander afhangt van o.a. de inhoud en het moment
van de uitspraak.
Vraag 16
Deelt u de mening dat een dergelijke dwangsomregeling een aanzuigende werking en het
risico op misbruik met zich meebrengt, aangezien andere EU-lidstaten een dergelijke
regeling niet kennen zoals aangegeven door voormalig Staatssecretaris Broekers-Knol
in 2020?
Antwoord 16
Er zijn geen signalen dat de dwangsomregeling een aanzuigende werking heeft op asielzoekers.
Vraag 17
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat miljoenen euro’s belastinggeld worden
uitgegeven aan dwangsommen voor asielzoekers? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen
hebt u ondernomen om dit tegen te gaan?
Antwoord 17
Ik zie het verbeuren van dwangsommen niet als passend middel om het nemen van een
tijdige beslissing door de IND te waarborgen. Dit is ook de reden dat ik bij uw Kamer
het wetsvoorstel herziening regels niet tijdig beslissen in vreemdelingenzaken heb
ingediend. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 18.
Vraag 18
Waarom heeft de Kamer sinds de uitspraken van 6 juli 2022 en 30 november 2022 van
de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nooit meer iets vernomen van
uw voornemens ten aanzien van de Wet herziening regels niet tijdig beslissen in vreemdelingenzaken,
terwijl het aantal ingebrekestellingen zich opstapelde?
Antwoord 18
Het wetsvoorstel herziening regels niet tijdig beslissen in vreemdelingenzaken beoogt
de dwangsommenregeling af te schaffen, maar moet naar aanleiding van deze uitspraken
van de Afdeling worden aangepast. Het wetsvoorstel bevat namelijk een rapportageplicht
aan de Staten-Generaal als alternatief voor dwangsommen. De Afdeling heeft in de uitspraken
van 6 juli en 30 november jl. echter geoordeeld dat een rapportageplicht geen doeltreffend
rechtsmiddel is ter vervanging van de rechterlijke dwangsom die de bestuursrechter
kan opleggen bij niet tijdig beslissen. Ook heeft de Afdeling geoordeeld dat het afschaffen
van de rechterlijke dwangsom zonder alternatief dwangmiddel onvoldoende is om effectieve
rechtsbescherming te bieden. Er wordt nu gekeken of er alternatieven mogelijk zijn
en zo ja, welke. Dat is ingewikkeld en kost tijd. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk
over de uitkomst informeren.
Vraag 19
Wat zijn uw voornemens ten aanzien van de Wet herziening regels niet tijdig beslissen
in vreemdelingenzaken?
Antwoord 19
Het wetsvoorstel moet in ieder geval worden aangepast op het punt van de rapportageplicht
aan de Staten-Generaal als alternatief voor de dwangsommen. Zoals aangegeven wordt
bezien of en zo ja, welke alternatieven mogelijk zijn. Ik informeer uw Kamer daar
zo spoedig mogelijk over.
Vraag 20
Bent u bereid verdergaand in te grijpen om deze dwangsommenregeling aan banden te
leggen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wilt u dit gaan doen?
Antwoord 20
De regering heeft op vergaande wijze geprobeerd in te grijpen door de dwangsommenregeling
wettelijk af te schaffen. De uitspraken van de Afdeling maken duidelijk dat onverkorte
afschaffing van de rechterlijke dwangsom zonder alternatief dwangmiddel echter niet
mogelijk is. Er wordt nu bezien of er alternatieven mogelijk zijn en zo ja, welke.
Ik informeer de Kamer daar zo spoedig mogelijk over.
Vraag 21
Bent u voornemens aanvullende maatregelen te nemen om de doorlooptijden bij de IND
terug te dringen, nu de asielaanvragen zich opstapelen? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
welke?
Antwoord 21
De IND doet er alles aan om de doorstroom te bevorderen en de oplopende voorraden
te beperken. Ik ben hierover intensief met de IND in gesprek. Hierbij wordt ook gekeken
naar mogelijke aanvullende maatregelen. Uiteraard informeer ik uw Kamer hier tijdig
en nauwgezet over.
Vraag 22
Kunt u deze vragen op de zo kortst mogelijke termijn, liefst voor het commissiedebat
Vreemdelingen- en asielbeleid van 21 februari, beantwoorden?
Antwoord 22
Het is helaas niet gelukt de antwoorden voorafgaand aan het commissiedebat toe te
sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.