Schriftelijke vragen : De derogatieregeling
Vragen van Tjeerd de Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de derogatieregeling (ingezonden 3 maart 2023).
Vraag 1
            
Hoe staat het met de uitwerking van de in de derogatieregeling genoemde voorwaarde
               van een handhavingsstrategie om fraude te voorkomen?
            
Vraag 2
            
In uw beantwoording over het dempen van sloten werd aangegeven dat de Waterschappen
               verantwoordelijkheid dragen voor de handhaving; valt dit binnen de handhavingsstrategie?
               1
Vraag 3
            
Volgens de Europese Commissie kan de overgangsperiode tot 2026 leiden tot toegenomen
               fraude, hoe anticipeert u daarop?
            
Vraag 4
            
Worden de gevolgen in kaart gebracht van de verlate implementatie van de bufferstroken
               en het dempen van sloten?
            
Vraag 5
            
Klopt het dat de invoering van de bufferstroken op 1 maart, zoals beschreven op de
               website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), in strijd is met de maatregel
               in de derogatie waarin voorgeschreven wordt dat Nederland vanaf 1 januari bufferstroken
               moet hanteren?
            
Vraag 6
            
Klopt het dat er tussen 16 februari en 1 maart mest is uitgereden op grasland wat
               vanaf 1 maart voorgeschreven bufferstroken zijn?
            
Vraag 7
            
Heeft de verlate invoering van de bufferstrookregels, en de daarmee legale mest-uitrij-periode,
               de facto gezorgd voor een overgangsjaar wat niet in lijn is met de derogatie?
            
Vraag 8
            
Hoe heeft de Europese Commissie gereageerd op de huidige aanpak met betrekking tot
               de bufferstroken en behoudt Nederland de derogatie tot 2026?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
T.C. (Tjeerd) de Groot, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.