Schriftelijke vragen : Het nieuws dat vijftienhonderd bushaltes zijn verdwenen in de afgelopen vijf jaar
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het nieuws dat vijftienhonderd bushaltes zijn verdwenen in de afgelopen vijf jaar (ingezonden 28 februari 2023).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het nieuws dat het aantal bushaltes in Nederland in de afgelopen
vijf jaar met zeven procent is afgenomen?1
Vraag 2
Hoe verklaart u de verschillen tussen de provincies als het gaat om de afname van
het aantal haltes?
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat het aanbod van openbaar vervoer te veel wordt afgestemd op
rendement van lijndiensten en dat er ten principale meer uitgegaan zou moeten worden
van het maatschappelijk belang van mobiliteit?
Vraag 4
Herkent u het beeld dat wordt geschetst in de uitzending van onderzoeksplatform Pointer
over de toenemende verschraling van het openbaar vervoer in landelijk gebied?2
Vraag 5
Bent u bereid om te onderzoeken wat de reden is dat vervoersbedrijven hebben gekozen
voor het schrappen van opstaplocaties?
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat het openbaar vervoer buiten de grootstedelijke gebieden dringend
een inhaalslag nodig heeft?
Vraag 7
Zo ja, kunt u binnen het kabinet pleiten voor een andere verdeling van de aangekondigde
middelen van 7,5 miljard voor het openbaar vervoer die in de huidige plannen voor
twee derde voor de randstad zijn voorzien?
Vraag 8
Wat gaat u ondernemen om uitvoering te geven aan de motie Alkaya en De Hoop?3
Vraag 9
Heeft u contact met de decentrale overheden over het afnemende aanbod van openbaar
vervoer in het landelijk gebied en in woonlocaties aan de randen van grotere steden?
Vraag 10
Bent u nog steeds van mening dat marktwerking in het openbaar vervoer gunstig is voor
de reiziger terwijl buskaartjes in tien jaar tijd veertig procent duurder zijn geworden
en het aanbod aan buslijnen aantoonbaar is verschraald?4, 5
Vraag 11
Bent u bereid om te beschouwen of het openbaar aanbesteden van streekvervoer kan worden
vervangen door opdrachtverstrekkende provincies de mogelijkheid te geven om eigen
vervoersbedrijven op te richten?
Vraag 12
Ziet u samenhang tussen de afname van het aantal bushaltes en de conclusies van het
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat vorig jaar constateerde dat voorzieningen
als banen, gezondheidszorg en onderwijs aanzienlijk minder goed bereikbaar zijn voor
mensen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer, vooral als ze wonen in landelijk
gebied of aan de randen van stedelijke gebieden?6
Vraag 13
Deelt u de opvatting dat een fijnmazig en laagdrempelig aanbod van openbaar vervoer
noodzakelijk is om de bereikbaarheid van voorzieningen en werk voor iedereen in Nederland
te garanderen?
Vraag 14
Bent u het eens met de opvatting dat openbaar vervoer bij uitstek een instrument is
om files en drukte op wegen en de bijbehorende milieuschade te voorkomen?
Vraag 15
Wat zijn de maatschappelijke kosten die jaarlijks worden veroorzaakt door de uitstoot
van personenauto’s, reistijdverlies door filevorming, verkeersongevallen en aan automobiliteit
gekoppelde klimaatmaatregelen?
Vraag 16
Is u bekend dat in 27 procent van de Nederlandse huishoudens geen motorvoertuig aanwezig
is?7
Vraag 17
Bent u bereid om wettelijke minimumnormen in te stellen die voor alle inwoners van
Nederland een bushalte op loopafstand met vaste ritfrequenties op alle reisdagen afdwingen?
Vraag 18
Bent u bereid een norm te stellen met betrekking tot de bereikbaarheid van noodzakelijke
voorzieningen, zoals zorg en onderwijs, met het openbaar vervoer binnen een bepaalde
tijdsduur?
Vraag 19
Wat kunt u ondernemen om het streekvervoer betaalbaarder te maken teneinde verder
reizigersverlies te voorkomen?
Indieners
-
Gericht aan
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.