Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over buitensporig geweld op de Westelijke Jordaanoever
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over buitensporig geweld op de Westelijke Jordaanoever (ingezonden 27 januari 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 27 februari 2023).
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het bericht: «negen doden bij Israëlische inval op Westelijke
Jordaanoever»?1
Antwoord 1
Het hoge aantal slachtoffers als gevolg van de operatie in Jenin baart het kabinet
zorgen. Het kabinet verwacht van Israël dat ieder geweldsgebruik proportioneel is
en roept alle betrokkenen op tot de-escalatie.
Vraag 2, 3, 4 en 5
Is het juist dat er deze maand al zeker 29 Palestijnen zijn omgekomen door geweld
van het Israëlische leger?
Is het juist dat er vorig jaar zeker 150 Palestijnen en 20 Israëliërs zijn omgekomen
door gewelddadigheden?
Klopt het dat ambulances zijn tegengehouden om Palestijnse gewonden te helpen?
Is het juist dat vrouwen en kinderen in het ziekenhuis in Jenin met traangas zijn
aangevallen?
Antwoord 2, 3, 4 en 5
Het kabinet is bekend met de berichtgeving in de media hierover. Deels is deze informatie
door de VN bevestigd. Nederland beschikt echter niet over eigenstandige informatie
hieromtrent.
Vraag 6
Deelt u de mening dat dit buitensporige geweld van het Israëlische leger onacceptabel
is? Op welke manier brengt u dat over?
Antwoord 6
Israël heeft, net als andere landen, het recht om zich te beschermen tegen terroristische
dreiging. Tegelijkertijd moet dit optreden altijd proportioneel zijn en in lijn met
internationaal recht. Nederland roept Israël regelmatig bilateraal op tot de-escalatie
bij het gebruik van geweld in de bezette Palestijnse gebieden. Ook heeft Nederland
er bij het Israëlische leger op aangedrongen humanitaire toegang aan hulpverleners
te verlenen.
Vraag 7
Gaat u nu eindelijk opties in kaart brengen om maatregelen te nemen, conform de aangenomen
motie Karabulut uit 2020 (Kamerstuk 32 735, nr. 301, aangenomen op 30 juni 2020)?2
Antwoord 7
Nederland en de EU veroordelen het Israëlische nederzettingenbeleid en dringen er
consequent bij Israël op aan af te zien van verdere uitbreidingen van de nederzettingen.
De ontwikkelingen op de grond worden nauwgezet gevolgd, en het kabinet aarzelt niet
om zich duidelijk daarover uit te spreken als daar aanleiding toe is. In EU-verband
worden gesprekken gevoerd over de nieuwe beleidsvoornemens van Israël en hoe hier
als EU mee om te gaan. Nederland heeft in die gesprekken aangegeven zich zorgen te
maken over het voornemen tot actief nederzettingenbeleid en het ontwikkelen van een
annexatieraamwerk.
Vraag 8
Wat is uw mening over de resultaten van de opiniepeiling waaruit blijkt dat nog slechts
een klein percentage van de Israëliërs en Palestijnen een voorkeur geeft aan een tweestatenoplossing
en een groter deel van de Israëliërs een ondemocratische staat met ongelijke rechten
voor verschillende bevolkingsgroepen prefereert boven de tweestatenoplossing?3
Antwoord 8
Voor Nederland, de EU en andere partners blijft de twee-statenoplossing leidend. Het
kabinet acht deze oplossing in het belang van zowel Israël als de Palestijnen. Tegelijkertijd
constateert het kabinet dat partijen nu niet klaar zijn voor onderhandelingen over
een twee-statenoplossing. De inzet blijft echter om beide partijen nader tot elkaar
te brengen en naast elkaar in vrede en veiligheid te laten bestaan.
Vraag 9
Gelooft u – in het licht van de gebeurtenissen in Jenin en de uitkomsten van deze
opiniepeiling – dat het gevoerde Nederlands beleid in dit asymmetrisch conflict heeft
bijgedragen aan het bereiken van een duurzame vrede? Kan de Minister dit toelichten?
Antwoord 9
Het Nederlandse beleid is gericht op een duurzame vrede op basis van de twee-statenoplossing.
Hiertoe is het van belang dat beide partijen de verantwoordelijkheid nemen zich hiervoor
in te zetten en met elkaar in gesprek te blijven. Mede dankzij onze langjarige en
brede bilaterale relatie met beide partijen zijn we in de gelegenheid hen te wijzen
op deze verantwoordelijkheden. Nederland spreekt zich tegenover partijen uit over
acties die de twee-statenoplossing in de weg staan.
Vraag 10
Is intensivering van de vriendschappelijke banden met dit Israëlisch kabinet nog steeds
staand beleid van de Nederlandse regering? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 10
Nederland en Israël hebben reeds jaren een goede en intensieve relatie, gestoeld op
gedeelde waarden. De goede relaties die Nederland met Israël heeft, biedt ruimte aan
het kabinet om ook zorgpunten te delen wanneer dat nodig is.
Vraag 11
Bent u bereid te stoppen met de handel in producten afkomstig uit illegale nederzettingen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Het kabinet spant zich in voor versterking van de economische betrekkingen met Israël
binnen de grenzen van 1967, in lijn met relevante moties van uw Kamer. Het kabinet
is tegen een boycot van Israël.
Vraag 12
Hoe gaat u de Israëlische regering onder druk zetten om zich te houden aan het Internationaal
recht?
Antwoord 12
Nederland blijft de Israëlische regering consistent wijzen op haar internationaalrechtelijke
verplichtingen. Dit is ook gebeurd tijdens de eerste contacten op hoog niveau met
de nieuwe Israëlische regering.
Vraag 13
Deelt u de mening dat de tijd van krachteloze veroordelingen ten aanzien van het Israëlische
regime voorbij is en dat het tijd wordt voor daden? Bijvoorbeeld door het opschorten
van het associatieverdrag met Israël?
Antwoord 13
De brede bilaterale relatie die Nederland met Israël heeft, biedt ruimte om de Israëlische
regering aan te spreken wanneer dat nodig is. Het kabinet is voorstander van het associatieverdrag
met Israël en ziet geen aanleiding om dit op te schorten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.