Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sjoerdsma, Van Nispen, Van der Lee, Ceder, Teunissen, Piri, Kuzu en Agnes Mulder over het bericht dat de overdracht van Singh aan Nederland gebaseerd is op politieke onwil
Vragen van de leden Sjoerdsma (D66), Van Nispen (SP), Van der Lee (GroenLinks), Ceder (ChristenUnie), Teunissen (PvdD), Piri (PvdA), Kuzu (DENK) en Agnes Mulder (CDA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Rechtsbescherming over het bericht dat de overdracht van Singh aan Nederland gebaseerd is op politieke onwil (ingezonden 30 januari 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken (ontvangen 24 februari 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023,
nr. 1636.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht: «Nederlander Jaitsen Singh (78) die al 39 jaar in de
Verenigde Staten vastzit, komt niet vroegtijdig vrij»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe oordeelt u over dit bericht?
Antwoord 2
Het kabinet blijft zich inspannen om de heer Singh op humanitaire gronden vanwege
zijn hoge leeftijd en fragiele gezondheid naar Nederland te brengen, mits hij geen
gevaar voor de samenleving vormt. Bij de antwoorden op onderstaande vragen wordt hier
een toelichting op gegeven.
Wat de consulaire bijstand betreft, klopt het dat het Ministerie van Buitenlandse
zaken in het verleden (tot 2015) niet altijd aan de volledige bezoeknorm heeft kunnen
voldoen. Dit heeft het ministerie erkend in de klachtbehandeling door de Nationale
ombudsman. Voor een uitgebreide toelichting hierop wordt verwezen naar Aanhangsel
Handelingen vergaderjaar 2017–2018, nr. 449. De Nationale ombudsman ziet echter geen reden om hieraan consequenties te verbinden,
omdat de heer Singh sinds 2015 wel conform de bezoeknorm wordt bezocht.
Het artikel raakt daarnaast aan diverse andere aspecten waarover wij niet kunnen oordelen,
zoals de rechtsgang in de Verenigde Staten.
Vraag 3
Deelt u de teleurstelling over het feit dat de heer Singh na 39 jaar vastzitten in
de Verenigde Staten nog steeds niet vrijkomt?
Antwoord 3
Op donderdag 26 januari 2023 heeft de Parole Hearing plaatsgevonden van de heer Singh, waarbij de Parole Board het parole-verzoek heeft afgewezen voor drie jaar. Wij kunnen ons voorstellen dat
de heer Singh en zijn familie teleurgesteld zijn over het oordeel van de Parole Board.
Wij zetten ons in om de heer Singh op humanitaire gronden naar Nederland terug te
brengen. De afwegingen waarom de Parole Board tot dit oordeel is gekomen zijn (nog)
niet bekend. De transcripten van (de niet openbare) zitting zijn pas circa 45 dagen
na de zitting beschikbaar en opvraagbaar bij de Parole Board.
Vraag 4
Bent u van mening dat de Nederlandse regering er alles aan gedaan heeft om de heer
Singh naar Nederland te krijgen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waar blijkt dat uit?
Antwoord 4
Uw Kamer heeft op 23 juni 2020 de motie van het lid Van Nispen c.s. inzake de heer
Singh aangenomen.2 In deze motie wordt de regering verzocht zich maximaal in te spannen om de heer Singh
op korte termijn naar Nederland over te laten brengen, verzoeken tot overbrenging
te honoreren en hiertoe zo nodig de procedure tot overdracht van de tenuitvoerlegging
van het strafvonnis te starten.
Bij brief van 21 september 2020 is uw Kamer geïnformeerd over de wijze waarop uitvoering
wordt gegeven aan deze motie. Een Wots-procedure is niet de geëigende weg aangezien
de zaak van betrokkene niet voldoet aan de criteria van het Beleidskader voor een
Wots-procedure.3 In ieder geval staat vast dat betrokkene onvoldoende binding met Nederland heeft.
Dit heeft de rechter in kort geding vastgesteld. De Wots-procedure is een penitentiair
instrument, geen humanitair instrument. Daarnaast is vastgesteld dat er geen sprake
is van bijzondere omstandigheden die tot afwijking van het beleid zouden moeten leiden.4
Gezien het feit dat de Wots geen optie is, is gekeken naar andere mogelijkheden om
betrokkene naar Nederland te halen. De weg die wegens humanitaire redenen daarvoor
gebruikt kan worden is een gratieprocedure, mits er geen gevaar is voor de maatschappij.
Samen met de advocaat van betrokkene en zijn zus is hierover gesproken. Betrokkene
is meerdere malen gesteund bij een door hem ingediend gratieverzoek. Wat daarvoor
allemaal is gedaan, is weergegeven in de brief aan uw Kamer van 18 mei 2021.5 Daarnaast is door de Minister voor Rechtsbescherming (namens het Kabinet) voorafgaand
aan elke parole hearing een nieuwe steunbetuiging aan de Parole Board gestuurd. Uw Kamer is daarover op verschillende
momenten geïnformeerd.6
Vraag 5
Op wat voor manieren kan een gedetineerde binding hebben met Nederland, gaat dit enkel
over woonplaats of kan binding ook op andere manieren worden aangetoond?
Antwoord 5
Wat de binding betreft, moet er sprake zijn van een wezenlijke relatie met Nederland.
Het Nederlanderschap alleen is daarvoor niet voldoende. Bij het bepalen of er sprake
is van binding wordt onder meer gekeken naar waar en hoe lang betrokkene feitelijk
woonachtig was (duur van inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP)) en onder
meer waar hij heeft gewerkt.7
Wanneer betrokkene zijn banden met Nederland heeft verbroken door bijvoorbeeld zijn
hoofdverblijf naar een ander land te verplaatsen en meer dan vijf jaar buiten Nederland
woont, en onvoldoende is gebleken dat degene tot doel had zijn hoofdverblijf in Nederland
later weer op te pakken, komt hij niet in aanmerking voor overbrenging. In een dergelijk
geval is het resocialisatiebelang immers niet met een overbrenging gediend. De rechter
heeft geoordeeld dat het beleid omtrent strafoverdracht bestendig en correct wordt
uitgevoerd.8
Vraag 6
Bent u het eens dat er sprake is van een gewijzigde situatie nu bekend is dat de zus
van de heer Singh bereid is hem op te vangen in Nederland?
Antwoord 6
Nee. Jurisprudentie bevestigt dat de enkele wens van een gedetineerde om zich na detentie
wederom in Nederland te vestigen irrelevant is bij de beoordeling van aanwezigheid
van binding. Die wens is niet bepalend voor het resocialisatiebelang.9 De wens om naar Nederland terug te keren wordt in de rechtspraak slechts relevant
geoordeeld als er aanwijzingen bestaan dat betrokkene vóór zijn buitenlandse detentie
de mogelijkheid openhield om naar Nederland terug te keren. Daarvan kan sprake zijn
als betrokkene kan wijzen op getroffen voorbereidingen voor die terugkeer.10 In onderhavig geval is dat onvoldoende aangetoond en wordt daardoor niet aannemelijk
geacht.
Vraag 7
Bent u, gezien de unieke aard van deze zaak waarin alle mogelijkheden zijn afgelopen
en gezien de humanitaire situatie van de gevangene bereid zo snel mogelijk een manier
te vinden een geldige WOTS-procedure op te starten om de strafoverdracht tussen Nederland
en de Verenigde Staten te initiëren en de heer Singh over te brengen naar Nederland
(conform motie van het lid Van Nispen c.s. (kamerstuk 35 470 VI, nr. 11))?
Antwoord 7
Het doel van de overbrenging van gevonniste personen is de kans op resocialisatie
van de veroordeelde te vergroten en het risico van recidive te verkleinen doordat
de tenuitvoerlegging van een straf in het land gebeurt waar de veroordeelde onderdaan
is en/of woont en geworteld is.
Zoals aangegeven in het antwoord onder 4 is een Wots-procedure niet de geëigende weg
omdat de zaak van betrokkene niet voldoet aan de daaraan gestelde criteria. Dit is
bevestigd in een rechterlijke uitspraak. De weg die wegens humanitaire redenen daarvoor
gebruikt kan worden is een gratieprocedure, mits er geen gevaar is voor de maatschappij.
Vraag 8
Bent u bereid deze vragen afzonderlijk en met spoed te beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.