Schriftelijke vragen : De nadelige positie waarin vaders zich bevinden na een scheiding
Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de nadelige positie waarin vaders zich bevinden na een scheiding (ingezonden 24 februari 2023).
Vraag 1
Kent u het onderzoek waaruit naar voren komt dat «vaders na een vechtscheiding slechter
af lijken te zijn dan moeders»?1
Vraag 2
Wat vindt u van de verklaring van de onderzoekers dat dit zou kunnen komen doordat
het scheidingsproces in een vrijwel totaal vrouwelijke professionele omgeving plaatsvindt,
en het Nederlandse systeem er nog steeds impliciet vanuit gaat dat de moeder de meest
natuurlijke verzorger is?
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze verklaring sterk overeenkomt met de bevindingen van het
expertteam dat twee jaar geleden in opdracht van uw ministerie onderzoek deed naar
ouderverstoting en problemen met de omgangsregeling, en concludeerde dat vaders op
achterstand staan in de hulpverlening en in de rechtspraak door het traditionele beeld
van ouderschap?
Vraag 4
Welke conclusies trekt u hieruit en welke maatregelen zijn of worden er genomen om
dit traditionele beeld bij de hulpverlening weg te nemen en ook de vader te zien als
een geschikte verzorger van kinderen?
Vraag 5
Onderschrijft u het advies van het expertteam om harder op te treden tegen ouders
die na een scheiding kinderen weghouden bij de andere ouder? Zo ja, welke maatregelen
gaat u nemen om dit te bewerkstelligen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.