Schriftelijke vragen : Het lokaliseren van Joodse gemeenschappen over de hele wereld door Iran om daar moordaanslagen op te kunnen plegen
Vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Eppink (JA21) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over het lokaliseren van Joodse gemeenschappen over de hele wereld door Iran om daar moordaanslagen op te kunnen plegen (ingezonden 24 februari 2023).
Vraag 1
Kent u het bericht «Iran «mapping» locations of Jewish diaspora for «hit squads to
target» in event of attack by Israel»?1
Vraag 2
Kunt u, indien nodig na overleg met Israël en/of andere bondgenoten, bevestigen of
Iran inderdaad voornemens zou zijn om Joodse gemeenschappen en organisaties buiten
Israël in kaart te brengen, met het doel (moord)aanslagen te plegen wanneer het regime
daar een rechtvaardiging voor ziet?
Vraag 3
Klopt het dat deze dreiging ook concreet geldt voor Joden dan wel Joodse en/of pro-Israëlische
organisaties in Nederland, zoals het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI)
en Christenen voor Israël?2 Zo ja, bent u bereid de Iraanse ambassadeur hierover te ontbieden en hem om opheldering
te vragen?
Vraag 4
Zijn er voorts aanwijzingen dat het Iraanse regime andere acties van bedreigende en
ondermijnende aard uitvoert, of daartoe in staat is, zoals vergeldingsacties, hybride
oorlogvoering en cyberaanvallen; en zo ja, zijn er aanwijzingen dat de Iraanse ambassade
in Nederland hierbij een kwalijke rol kan spelen? Zo ja, bent u bereid de Iraanse
ambassadeur ook hierover om opheldering te vragen?
Vraag 5
Welke maatregelen neemt de Nederlandse regering om de veiligheid van Joden en organisaties
in Nederland te waarborgen, en zijn deze veiligheidsmaatregelen voldoende om de dreiging
daadwerkelijk het hoofd te bieden?
Vraag 6
Staat u hierover in nauw contact met de Joodse gemeenschap?
Vraag 7
Bent u bereid waar nodig preventief te handelen om wraakacties zoals gericht tegen
de steekpartij op de schrijver Salman Rushdie te voorkomen; zo ja, met welke nationale
maatregelen en met welke diplomatieke middelen kan Nederland in internationaal en
Europees verband dit soort wraakacties voorkomen?3
Vraag 8
Zijn de genomen veiligheidsmaatregelen voldoende om de dreiging het hoofd te bieden,
wanneer deze zich daadwerkelijk zou voordoen en Iran moordcommando’s zou afsturen
op Joodse gemeenschappen in Nederland?
Vraag 9
Bent u, mede in het licht van deze dreiging, bereid de Iraanse Revolutionaire Garde
alsnog op de Nederlandse terreurlijst te plaatsen; en zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Bent u tevens bereid in EU-verband te blijven pleiten voor het plaatsen van de Iraanse
Revolutionaire Garde op de EU-lijst van terroristische organisaties?
Vraag 11
Ziet u een reële dreiging dat Iran op termijn nucleaire wapens kan ontwikkelen?4
Vraag 12
Bent u het er mee eens dat de ontwikkeling van Iran als nieuwe kernmacht een ontwrichtende
werking zou hebben voor de stabiliteit en veiligheid in het Midden-Oosten?
Vraag 13
Op welke wijze wordt in NAVO- en Europees verband op dit scenario voorbereid?
Vraag 14
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden, voorafgaand aan het commissiedebat op
16 maart over de Raad Buitenlandse Zaken?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
D.J. Eppink, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.