Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de berichtgeving over energiearmoede en schimmel in woningen
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de berichtgeving over energiearmoede en schimmel in woningen (ingezonden 1 februari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede
namens de Minister voor Klimaat en Energie (ontvangen 23 februari 2023).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Honderdduizenden huishoudens zetten kachel lager:
huizen vol schimmel het gevolg»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de energiearmoede inmiddels zo hard oploopt en dusdanig ernstig
is, dat mensen niet langer onder gezonde omstandigheden in hun eigen woning kunnen
wonen?
Antwoord 2
De cijfers uit de CBS/TNO-energiearmoedemonitor en de aanvullende analyse van TNO
zijn zorgelijk. Huishoudens in Nederland hebben veel last van de gestegen energierekening.
Dit geldt in het bijzonder voor mensen in slecht geïsoleerde huurwoningen. Daarom
heeft het kabinet een prijsplafond ingevoerd naast het brede koopkrachtpakket voor
2023. Op 7 februari jl. is ook het Tijdelijk Noodfonds Energie gelanceerd, waar het
kabinet een subsidie voor heeft verstrekt. Dit noodfonds betaalt een deel van de energierekening
voor huishoudens die een te groot deel van hun inkomen kwijt zijn aan de energierekening.
Deze maatregelen dringen het aantal huishoudens met energiearmoede terug.
Momenteel worden verschillende denkrichtingen verkend over het te voeren beleid rondom
de hoge energieprijzen voor de komende jaren. Mede naar aanleiding van de Motie Van
der Lee/Kathmann heeft het kabinet de Kamer geïnformeerd2 welke maatregelen het kabinet verkent om huishoudens die kwetsbaar zijn voor de gevolgen
van hoge energieprijzen de komende jaren gericht te ondersteunen tijdens de afbouw
van de generieke maatregelen. Daarbij ligt de focus op huishoudens die kwetsbaar zijn
voor de hoge energieprijzen.
Vraag 3
Weet u hoeveel mensen in Nederland op dit moment te kampen hebben met energie-armoede,
waardoor zij hun huizen niet meer adequaat kunnen verwarmen? Als u de actuele situatie
niet inzichtelijk heeft, bent u dan voornemens om deze in kaart te brengen?
Antwoord 3
De Minister voor Klimaat en Energie heeft uw Kamer op 27 januari 2023 geïnformeerd
over de Monitor Energiearmoede in Nederland (Kamerstuk 29 023, nr. 390). We spreken van energiearmoede als een huishouden te maken heeft met een laag inkomen
in combinatie met een te hoge energierekening en/of een woning van (zeer) slechte
energetische kwaliteit. In de eerste Monitor Energiearmoede geeft het CBS informatie
over 2019 en 2020; de cijfers van 2020 zijn de meest actuele cijfers. Hieruit volgt
dat 6,4% van het totaal aantal huishoudens (ongeveer 512.000 huishoudens) te maken
heeft met energiearmoede in dat jaar.
Om een beeld te krijgen bij de ontwikkeling van energiearmoede na 2020 heeft TNO een
actuele inschatting van het niveau van energiearmoede eind 2022 op zowel nationaal
als lokaal niveau opgesteld. Deze analyse is gebaseerd op inschattingen en aannames
op basis van cijfers van het CBS die zijn vastgesteld voor 2020 voor individuele huishoudens,
en sluit qua methode en definities aan op de Monitor Energiearmoede. Voor de energieprijs,
compensatiemaatregelen en energiebesparing die ten grondslag liggen aan de inschatting
van energiearmoede voor 2022 zijn aannames gedaan. Uit het TNO-rapport blijkt dat,
als gevolg van de hoge energieprijzen, het aandeel energiearme huishoudens tussen
2020 en 2022 naar schatting is gestegen van 6,4% naar 7,4%. Het totaal aantal huishoudens
dat in 2022 kampt met energiearmoede wordt geschat op 602.000 (7,4% van het totaal
aantal huishoudens). Dit TNO-rapport is onderdeel van het meerjarige TNO-kennisprogramma
energiearmoede, waarover uw Kamer eerder is geïnformeerd (Kamerstuk 29 023, nr. 354).
Vraag 4
Weet u hoeveel woningen in Nederland inmiddels onderhevig zijn aan de gevolgen van
ontoereikende verwarming en in welke verschillende vormen deze schade zich manifesteert,
naast schimmelvorming?
Antwoord 4
Het kabinet heeft geen overzicht van het aantal huizen in Nederland dat gevolgen ondervindt
van ontoereikende verwarming. Voor vocht- en schimmelproblematiek heeft de Minister
voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een brede aanpak met alle betrokken
partijen ingezet. Deze aanpak lijkt effect te hebben, getuige dat uit het WoON 2021
blijkt dat het aandeel corporatiehuurders dat last heeft van vocht en/of schimmel
is afgenomen van 28% in 2018 tot 24% in 2021. Dat aantal blijft desalniettemin te
hoog, vandaar dat in de Nationale prestatieafspraken, die in juni 2022 zijn ondertekend
met Aedes, Woonbond en de VNG, ook aandacht is voor onderhoud en woningkwaliteit.
In de Nationale prestatieafspraken is afgesproken dat corporaties ervoor zorgen dat
er vanaf 2026 geen woningen meer zijn met een slechte staat van onderhoud (categorie
5 of3 en dat corporaties tot en met 2030 jaarlijks € 200 miljoen extra investeren in woningverbetering,
met een focus op een versnelde aanpak van vocht en schimmel, loden leidingen, asbest
en brandveiligheid.
Vraag 5
Wat kunnen de gevolgen zijn van schimmelvorming in een woning voor de gezondheid van
de bewoners, zowel op de korte, als op de lange termijn?
Antwoord 5
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) concludeerde in 2009 in de Air Quality Guidelines
over vocht en schimmels in binnenmilieu, dat er voldoende epidemiologisch bewijs is
voor een hoger risico op luchtwegklachten, luchtweginfecties en verergering van astma
bij mensen die wonen in huizen met schimmels en vocht. Er is enig bewijs voor een
verhoogd risico op allergische rhinitis en astma. Ook is er klinisch bewijs dat blootstelling
aan schimmels en andere vocht gerelateerde microbiële agentia (bacteriën) een verhoogd
risico geeft op zeldzame aandoeningen zoals hypersensitieve pneumonitis, allergische
alveolitis, chronische rhinosinusitis en sinusitis op basis van een schimmelallergie.
Resultaten van toxicologisch onderzoek duiden op het optreden van diverse toxische
en ontstekingsreacties na blootstelling aan micro-organismen, evenals hun sporen,
stofwisselingsproducten en -componenten, afkomstig van vochtige woonmilieus. Alhoewel
allergische personen extra gevoelig zijn voor biologische en chemische agentia in
vochtige woonmilieus, zijn ook gezondheidseffecten gevonden in niet-allergische populaties.
Door toename van de prevalentie van astma en allergieën is ook het aantal individuen
toegenomen dat gevoelig is voor vochtige woonmilieus.
Naast gevolgen voor de fysieke gezondheid kunnen schimmelvorming (en geassocieerde
problemen zoals vocht en kou in huis) ook gevolgen hebben voor de mentale gezondheid.
Er zijn associaties gevonden tussen wonen in een koud en vochtig huis en uiteenlopende
gevolgen voor de mentale gezondheid waaronder een toename in depressieve gevoelens
en piekeren, bezorgdheid over de fysieke gezondheid en chronisch thermisch discomfort.
Onderzoek laat zien dat problemen in huis (vocht, kou, schimmel) vooral tot negatieve
mentale gezondheidsgevolgen kunnen leiden als men daarnaast zorgen heeft over de betaalbaarheid
van energiekosten. Het wordt verondersteld dat wonen in een koud en vochtig huis een
bron is van cumulatieve stress, waarbij er een opeenstapeling is van meerdere bronnen
voor stress (o.a. effecten op de fysieke gezondheid; financiële zorgen), die samen
de kwetsbaarheid voor negatieve mentale gezondheidseffecten vergroten.
De GGD’en bieden via de website www.ggdleefomgeving.nl informatie over de gezondheidsrisico’s van schimmel en over het voorkomen en verwijderen
van schimmel.
Vraag 6
Wat zijn specifiek de gevolgen voor kinderen en ouderen die moeten leven in een huis
met schimmelvorming? Leidt het wonen in een huis met schimmelvorming bijvoorbeeld
tot co-morbiditeiten en/of vroegtijdig overlijden bij ouderen die al lijden aan bepaalde
aandoeningen en/of kunnen kinderen hierdoor bijvoorbeeld astma en/of ontwikkelingsproblemen
krijgen?
Antwoord 6
Als risicogroepen voor gezondheidseffecten van schimmels onderscheiden we mensen die
door specifieke woningkenmerken kans lopen op een verhoogde blootstelling en mensen
die vanwege lichamelijke omstandigheden gevoeliger zijn. Verhoogde blootstelling aan
vocht en schimmels in woningen kan optreden bij gebrekkige woonomstandigheden door
bouwtechnische gebreken of achterstallig onderhoud en door bewonersgedrag zoals onvoldoende
(mogelijkheid tot) ventileren en stoken of een te hoge bezettingsgraad van de woning.
Bij zowel allergische als niet-allergische personen kunnen vochtige woonomstandigheden
en schimmelgroei leiden tot gezondheidseffecten. Reden hiervoor is dat naast allergische
mechanismen ook niet-allergische mechanismen vermoedelijk een rol spelen. Bij allergische
personen treden effecten echter vaker op en kunnen de effecten ernstiger zijn. Om
deze redenen worden allergische personen aangemerkt als behorend tot een risicogroep.
Kinderen en ouderen kunnen tot de risicogroepen behoren, maar dit is niet noodzakelijk
zo.
Vraag 7
Wat zijn de gevolgen voor de (druk op de) zorg van het toenemende aantal mensen in
Nederland dat onder ongezonde omstandigheden moet wonen in een huis dat ontoereikend
wordt verwarmd? Welke ziekten/aandoeningen kunnen hierdoor worden aangewakkerd/verergerd
en hoeveel meer huisartsenbezoeken en ziekenhuisopnames en medische behandelingen
zijn hiervan het gevolg?
Antwoord 7
De gezondheidsklachten die kunnen worden verwacht als gevolg van vocht en schimmel
zijn beschreven in het antwoord op vraag 5. Het kabinet heeft geen exacte gegevens
over de zorgkosten die hiermee samenhangen. TNO heeft op 27 januari 2023 wel een verkennende
studie gepubliceerd met de titel Gezondheidskosten en energiearmoede. Een empirische analyse voor Nederland.Uit hun econometrische analyse blijkt dat zorgkosten van huishoudens hoger zijn naarmate
de energiekwaliteit van hun huis slechter is. TNO beschrijft dat de analyse aantoont
dat de extra zorgkosten voor huishoudens met een laag inkomen gemiddeld 5 procentpunt
hoger zijn in woningen met een slecht energielabel (F&G) dan in woningen met een goed
energielabel (A&B). Bij kinderen tot 18 jaar uit energiearme huishoudens (d.w.z. een
laag inkomen en een slecht energielabel) waar de verwarming uit of te laag staat (onderconsumptie
van energie) is dat effect nog groter. Zij hebben 11 procentpunt hogere totale zorgkosten,
met name ziekenhuiskosten, dan kinderen uit huishoudens met een laag inkomen in een
woning met een goed energielabel. Binnen de groep energiearme huishoudens zijn de
ziekenhuiskosten van kinderen in een woning waar de verwarming uit of te laag staat
gemiddeld 17% hoger dan van jongeren in vergelijkbare woningen waar de verwarming
wel aan staat.
Het onderzoek is een econometrische analyse gebaseerd op het combineren van geanonimiseerde
CBS-microdata voor 5,8 miljoen huishoudens. Een dergelijke «big data» analyse heeft
voordelen omdat het inzicht geeft in effecten die alleen voorkomen bij relatief kleine
groepen – zoals kinderen in huishoudens met een laag inkomen in de energetisch slechtste
woningen met onderconsumptie van energie. Een belangrijk nadeel van deze methode is
echter dat de onderliggende mechanismen van de aangetoonde effecten niet goed in beeld
komen – de analyse geeft bijvoorbeeld geen inzicht in welke klachten de extra zorgkosten
onder kinderen uit energiearme huishoudens veroorzaken.
Vragen over vocht en schimmel in huis vormen ook een belangrijk deel van de milieu
gerelateerde vragen waar mensen contact over opnemen met de GGD.
Vraag 8
Wat betekent de energie-armoede en de daardoor veroorzaakte schade aan woningen voor
de Nederlandse woningmarkt? Hoeveel huizen zullen op termijn onbewoonbaar worden en/of
ingrijpend moeten worden gesaneerd? Wat zullen hiervan de kosten zijn en wat betekent
dit voor de toch al grote krapte op de woningmarkt?
Antwoord 8
Het kabinet kan hier geen inschatting van maken.
Vraag 9
Wat betekent de schade aan woningen als gevolg van ontoereikende verwarming voor het
milieu? Wat doet overmatige schimmel bijvoorbeeld met de lucht, bodem en drinkwaterkwaliteit
en welke schade treedt er nog meer op die potentieel nadelig kan zijn voor de leefomgeving?
Antwoord 9
Onderzoek naar de effecten van huisschimmel op de gezondheid richten zich op het binnenmilieu,
met name de lucht die mensen inademen in huis. Er is, voor zover bij ons bekend, weinig
tot geen onderzoek gedaan naar de gevolgen van huisschimmel voor de buitenlucht, bodem
of drinkwater. Het kabinet heeft geen reden om aan te nemen dat er grote effecten
zijn.
Vraag 10
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat mensen die het zich financieel niet kunnen
veroorloven om hun huis op te knappen en/of te verduurzamen niet onder ongezonde omstandigheden
hoeven te wonen? Waar kunnen deze mensen terecht voor hulp?
Antwoord 10
Het kabinet heeft zowel vorig jaar als dit jaar fors ingegrepen om de gevolgen van
de hoge prijzen te dempen: vorig jaar de energietoeslag, belastingverlaging en 190
euro in november en december, een energiearmoede aanpak met o.a. energiecoaches en
-fixers en energiebesparende maatregelen, campagnes en een o%-lening voor laagste
inkomens bij warmtefonds voor verduurzaming. Dit jaar het koopkrachtpakket, het prijsplafond
en de start van het Nationaal isolatieprogramma, gericht op de slechtst geïsoleerde
woningen met focus op kwetsbare huishoudens.
Een structurele oplossing is huishoudens helpen met verduurzamen, om zo de energierekening
structureel omlaag te brengen.
Het kabinet heeft de verhuurdersheffing woningcorporaties afgeschaft: 3 mrd o.a. voor
verduurzaming en afspraken gemaakt over verduurzamen woningen.
Voor particuliere huur zijn de subsidies verruimd.
Verhuurders mogen slecht geïsoleerde huizen met label F en G vanaf 2030 niet meer
verhuren en vanaf 2024 gaat het aangepaste puntenstelsel zorgen voor extra prikkels
om te verduurzamen: extra punten voor groene labels en aftrekpunten voor de slechtste
labels.
Drempels wegnemen voor verduurzamen huurhuizen (instemming voor verduurzamen).
Met lokale aanpak isolatie kunnen gemeenten slecht geïsoleerde woningen verduurzamen
en het warmtefonds heeft een lening met 0% rente voor de laagste inkomens.
Het kabinet is bezig met een versnellingspakket verduurzaming gebouwde omgeving. De
Minister voor VRO zal u in het voorjaar daarover meer informatie sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.