Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de oprichting en werkzaamheden van het LIMC
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Defensie over de oprichting en werkzaamheden van het LIMC (ingezonden 6 februari 2023).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 23 februari 2023).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de eerder door het lid Van Haga gestelde schriftelijke vragen
aan de Minister van Justitie en Veiligheid inzake de invloed van de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) bij het coronabeleid en de betrokkenheid
van het Land Information Manoeuvre Centre (LIMC) daarbij en de beantwoording daarvan?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hebt u kennisgenomen van de vragen die tijdens het plenaire debat op 1 februari 2023
over het eerste deelrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) over de aanpak
van de coronacrisis heeft gesteld met betrekking tot het LIMC?
Antwoord 2
Ja, de mondelinge vragen van het lid Van Haga van 1 februari jl. over de oprichtingsdatum
van het LIMC zijn betrokken bij de beantwoording van de vragen 3 en 4 hieronder.
Vraag 3 en 4
Kunt u verklaren waarom door het kabinet wordt verklaard dat het LIMC in maart 2020
werd opgericht, terwijl uit Wob-verzoeken blijkt dat het LIMC al op 3 december 2019
«symbolisch» werd opgericht?2
Wat houdt een «symbolische» oprichting in en waarom werd er dus al voor de coronacrisis
in Nederland begon een orgaan in het leven geroepen dat zich bezig ging houden met
informatiegestuurd optreden (IGO) en grootschalige burgersurveillance? Wat was de
aanleiding voor het oprichten van dit orgaan?
Antwoord 3 en 4
Het LIMC is niet op 3 december 2019 opgericht, maar op 23 maart 2020, na het uitbreken
van de coronacrisis. Op 3 december 2019 zijn bij de Koninklijke Landmacht wel twee
andere eenheden opgericht, namelijk 108 Technical Exploitation Intelligence-compagnie
en 109 Open Sources Intelligence-compagnie. Dit staat ook beschreven in het eindrapport
over het LIMC van de onafhankelijke commissie Brouwer dat ik met een beleidsreactie
mede namens de Staatssecretaris van Defensie op 13 januari 2023 aan de Kamer heb aangeboden
(Kamerstuk 32 761, nr. 258). 108 en 109 compagnie zijn op 3 december 2019 «symbolisch» opgericht vooruitlopend
op de formele oprichting van beide eenheden op 1 februari 2020.
Vraag 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15
Wie heeft of hebben het initiatief genomen voor het oprichten van het LIMC en vanuit
welke bevoegdheid is dat gebeurd? Wie binnen uw ministerie en/of het kabinet waren
hier destijds van op de hoogte? Welke bewindspersonen waren op welk moment überhaupt
op de hoogte van het bestaan van het LIMC?
Hoe lang is de oprichting van het LIMC in voorbereiding geweest, wie waren daarbij
betrokken en vanuit welke behoefte/intentie is dit ontstaan? Waarom zijn de Tweede
Kamer en de Nederlandse bevolking hierover destijds niet (breed) geïnformeerd en is
hierover geen parlementair debat gevoerd?
Kunt u aangeven wat het LIMC precies heeft gedaan tijdens de coronacrisis? Welke personen
en informatie werden precies gemonitord, op basis waarvan? Wat is er met deze informatie
gebeurd, waar is deze voor ingezet/gebruikt, hoe zijn de data verwerkt en/of opgeslagen
en wat gaat er in de toekomst (mogelijk) mee gebeuren? Kunt u dit gespecificeerd en
tot in detail uiteenzetten?
Waarom zijn personen, onder andere binnen uw ministerie en andere overheidsdepartementen,
die kritiek hadden op de werkwijze van het LIMC en het bestaansrecht van dit orgaan,
terzijde geschoven en zijn heel veel mensen binnen de overheid überhaupt niet geïnformeerd
over de activiteiten van het LIMC? Waarom is nooit transparant naar de Nederlandse
bevolking en de Tweede Kamer gecommuniceerd over het bestaan van dit orgaan en de
activiteiten die werden uitgevoerd?
Zijn er verslagen/notulen van overleggen van/over het LIMC? Zo ja, kunt u deze aan
de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom is er geen verslaglegging over de oprichting,
de werkzaamheden van en de verantwoordelijken voor het LIMC?
Waarom geeft het kabinet aan dat er geen samenwerking bestond tussen het LIMC en verschillende
overheidsorganen zoals de politie, het OM en de NCTV, terwijl uit Wob-verzoeken en
uit het rapport van de commissie Brouwer blijkt dat deze samenwerking er wel degelijk
was? Kunt u uiteenzetten welke samenwerkingen er zijn geweest, waartoe deze dienden
en waarin deze samenwerkingen hebben geresulteerd?3
Op basis van welke bevoegdheid speelde het LIMC gevoelige informatie over burgers
door aan derden, zoals onder meer de politie, de brandweer en het Landelijk Coördinatiecentrum
Patiënten Spreiding, zoals blijkt uit het onderzoek van de commissie Brouwer? Met
welk doel werd deze informatie verspreid, welke personen ontvingen deze informatie
en wat is daarmee gedaan?
Welke personen binnen uw ministerie waren op de hoogte van de activiteiten van het
LIMC en de problematiek omtrent het ontbreken en het vinden van een wettelijke basis
voor de activiteiten van dit orgaan? Op welk moment zijn deze personen hiervan op
de hoogte gebracht en welke acties zijn er op dat moment door hen ondernomen?
Als er buiten het medeweten en de instemming van (een deel van) (de top van) uw ministerie
is gehandeld door het LIMC, kunt u dan verklaren hoe het mogelijk is dat een (een
deel van) de krijgsmacht op eigen kracht en daarmee onrechtmatig dusdanig maatschappelijk
ingrijpende operaties in gang zet?
Waarom zijn de activiteiten van het LIMC pas stopgezet nadat via de media naar buiten
kwam dat het LIMC op onrechtmatige basis burgersurveillance uitvoerde zonder wettelijke
grondslag, terwijl dat binnen de overheid al vanaf het allereerste begin bekend was?
Waarom is door uw departement niet eerder aan de bel getrokken? Waarom is expliciet
en bewust buiten de wet gehandeld om burgers actief te kunnen monitoren?
Klopt het dat binnen uw ministerie al jarenlang gepoogd wordt om werk te maken van
IGO, maar dat dit vooralsnog niet goed van de grond is gekomen? Is in de coronacrisis
een kans gezien om deze werkwijze binnen de krijgsmacht uit te rollen?
Antwoord 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15
Voor de beantwoording van de vragen 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15 verwijs
ik u naar het gestelde hierover in het onafhankelijke onderzoek naar het LIMC door
de Commissie Brouwer en naar de beleidsreactie daarop, waar in het antwoord op vraag
3 en 4 naar wordt verwezen.
Vraag 16
Kunt u uitleggen waarom de Nederlandse burger door uw ministerie en/of de overheid
en/of het kabinet kennelijk als een «dreiging» wordt gezien die beteugeld moet worden?
Welke dreiging vormt het volk dan precies, op basis van welke overwegingen?
Antwoord 16
De Nederlandse burger wordt door het kabinet niet als een dreiging gezien.
Vraag 17
Wat kunnen wij in de toekomst verwachten van IGO door uw ministerie? Bent u voornemens
om deze methode verder te implementeren? Zo ja, met welk doel? In welke situaties
zal uw departement hiervan gebruikmaken en hoe gaat u ervoor zorgen dat er een wettelijke
basis komt op grond waarvan dergelijke surveillance-activiteiten kunnen worden gelegitimeerd?
Hoe zullen de rechten, vrijheden en de privacy van burgers worden gewaarborgd?
Antwoord 17
In de Defensienota-2022 is informatiegestuurd werken en optreden nader toegelicht
in actielijn 6 (Kamerstuk 36 124, nr. 1). Zoals toegezegd in de beleidsreactie op het rapport Brouwer ontvangt de Tweede
Kamer in de eerste helft van dit jaar de beleidsvisie-IGO. De Staatssecretaris van
Defensie heeft tijdens het commissiedebat van 26 januari jl. over het eindrapport
over het LIMC van de Commissie Brouwer het voornemen uitgesproken dat de beleidsvisie-IGO
vergezeld zal gaan van een voorstel over hoe het kabinet wil omgaan met het advies
van Brouwer om in het kader van IGO persoonsgegevens te kunnen verwerken.
Vraag 18
Bestaat het LIMC op dit moment nog? Zo ja, wie maken er deel van uit en welke (passieve)
activiteiten onderneemt dit orgaan momenteel? Is uw ministerie daar op enige manier
bij betrokken? Zo ja, op welke manier en wie zijn dit? Is er van deze activiteiten
verslaglegging? Zo ja, kunt deze aan de Tweede Kamer doen toekomen? Bent u bereid
periodiek verslag te doen van de activiteiten van het LIMC?
Antwoord 18
Het LIMC is op 30 maart 2022 opgeheven zoals in het rapport Brouwer staat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.