Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tjeerd de Groot over het bericht 'Meerderheid boeren wil sloten dempen'
Vragen van het lid Tjeerd de Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Meerderheid boeren wil sloten dempen» (ingezonden 3 februari 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 22 februari
            2023).
         
Vraag 1
            
Bent u op de hoogte van het bericht «Meerderheid boeren wil sloten dempen»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Op welke wijze houdt de overheid overzicht van de bestaande sloten?
Antwoord 2
            
De overheid houdt zicht op bestaande sloten en waterlopen via de Basisregistratie
               Grootschalige Topografie (BGT). De verantwoordelijkheid voor het bijhouden van deze
               informatie ligt bij de bronhouders van de BGT. De bronhouders die verantwoordelijk
               zijn voor een overzicht van sloten in de BGT zijn voornamelijk de waterschappen, gemeenten,
               provincies en voor een klein percentage het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
               Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Rijksdienst voor Ondernemend
               Nederland (RVO) zijn in overleg met de BGT-bronhouders om te kijken hoe met een gezamenlijke
               aanpak de actuele situatie van sloten in de BGT kan worden verbeterd. Dit in verband
               met het ook goed kunnen intekenen van de bufferstroken door RVO.
            
Vraag 3
            
Is het dempen van sloten vergunningplichtig?
Antwoord 3
            
Wie een sloot wil dempen, heeft toestemming nodig van het waterschap. Elk waterschap
               heeft hiervoor regels. Over het algemeen geldt de voorwaarde dat de hoeveelheid oppervlaktewater
               behouden moet blijven. De waterschappen benadrukken dat een sloot niet zomaar gedempt
               mag worden.2 Sloten zijn onderdeel van een watersysteem en ze hebben daarin vaak meerdere functies.
               Denk aan de aanvoer, opslag en afvoer van water. Ook dragen ze bij aan de waterkwaliteit
               en ecologie.
            
In geval van droge sloten hebben de meeste waterschappen hier geen regelgeving voor.
               Ik ben hierover in gesprek met de waterschappen om hier aandacht voor te vragen.
            
Het is dan ook van belang dat landbouwers altijd eerst in overleg treden met het desbetreffende
               waterschap om toestemming te vragen voor het dempen van een sloot, omdat een demping
               wel een verandering in de waterhuishouding tot gevolg heeft. De individuele waterschappen
               verstrekken veel informatie omtrent de betreffende regelgeving op hun websites.
            
Vraag 4
            
Bijna twee op de drie van de stemmers in de poll zegt sloten te willen dempen, erkent
               u dat het dempen van sloten negatieve gevolgen kan hebben voor de biodiversiteit?
            
Antwoord 4
            
Ja. Sloten vervullen een belangrijke functie voor de biodiversiteit, omdat zij een
               grote bijdrage kunnen leveren aan de natte dooradering van het landschap. In dat kader
               is het dempen van sloten niet wenselijk en in veel gevallen ook niet mogelijk. Zie
               hiervoor mijn antwoord op vraag 3. Via ecologisch slootbeheer en randenbeheer kan
               de biodiversiteit nog verder gestimuleerd worden, zeker in die gebieden waar de waterkwaliteit
               onder druk staat en de biodiversiteit in de knel komt.
            
Vraag 5
            
Erkent u dat sloten bijdragen aan een robuuster landbouwsysteem, bijvoorbeeld door
               weerbaarder te zijn tegen klimaateffecten, zoals zware regenval?
            
Antwoord 5
            
Ja. Sloten vervullen inderdaad een belangrijke rol in het weerbaarder maken tegen
               weersextremen. In geval van piekbuien kunnen zowel de bodem van percelen als de sloten
               tussen percelen als wateropvang fungeren. Sloten en greppels dragen in dat geval bij
               aan het goed beheer van landbouwpercelen, omdat deze voorkomen dat grote plassen op
               het land blijven staan.
            
Met het oog op de droogte in recente jaren is onderzocht dat het dempen van enkele
               sloten in de hoge zandgronden bij zou kunnen dragen aan de bestrijding van droogte.
               Dit heeft een positief effect op het aanwezige grondwater in de regio wat weer positieve
               gevolgen kan hebben voor zowel de landbouw als de aanwezige natuur rondom percelen.
            
De bijdrage van sloten aan het landbouwsysteem zal dus verschillen per gebied.
Vraag 6
            
Klopt het dat middels deze handelingen de natuur- en stikstofdoelen in het geding
               worden gebracht?
            
Antwoord 6
            
Zoals aangegeven in vraag 3 mag een sloot niet zomaar gedempt worden en moet dit altijd
               gebeuren in overleg met de waterschappen.
            
De natuurdoelen zijn gebaat bij randenbeheer en ecologisch slootbeheer.
In het voorkomende geval een sloot toch gedempt wordt, zal dit geen eenduidige betekenis
               hebben voor de stikstofdepositie. Enerzijds zal door het dempen van een sloot de mestplaatsingsruimte
               toenemen en als gevolg daarvan ook de stikstofdepositie. Anderzijds kan een dergelijke
               actie tot gevolg hebben dat de oppervlakte van het perceel en daarmee de breedte van
               de bufferstrook (4% staffel) toeneemt wat een afname van de mestplaatsingsruimte en
               stikstofdepositie veroorzaakt. Ook in het geval van het graven van een vervangend
               oppervlaktewater kan de mestplaatsingsruimte en de stikstofdepositie door deze actie
               afnemen.
            
Vraag 7
            
Welke maatregelen zal u nemen om ervoor te zorgen dat de doelen behaald worden en
               dat de aanwezigheid van deze essentiële waterwegen zal worden geborgd?
            
Antwoord 7
            
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 3. De aanwezigheid van sloten en andersoortige
               waterlopen is geborgd in de regelgeving van de verschillende waterschappen. Zij houden
               toezicht op de aanwezigheid van watergangen. In het geval iemand iets wil veranderen
               aan deze watergangen (bijvoorbeeld het dempen van sloten) is er toestemming nodig.
            
In het huidige Nationaal Strategisch Plan heb ik extra middelen beschikbaar gesteld
               voor uitbreiding van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) van € 120 miljoen
               per jaar. Dit kan, afhankelijk van de pakketten die de provincie aanbiedt, besteed
               worden aan pakketten voor ecologisch slootbeheer. Daarnaast past ecologisch slootbeheer
               als maatregel bij verschillende doelen in het Nationaal Plan Landelijk Gebied (NPLG),
               zoals de doelen ten aanzien van waterkwaliteit en natuur. Provincies kunnen ecologisch
               slootbeheer opnemen in de gebiedsprogramma’s.
            
Vraag 8
            
Bent u bereid om met waterschappen en provincies een moratorium op het dempen van
               sloten af te spreken?
            
Antwoord 8
            
De waterschappen zijn zelfstandige bestuursorganen die verantwoordelijkheid dragen
               voor het slootbeheer. Zoals aangegeven in vraag 3 moet er toestemming gevraagd worden
               aan een waterschap voor het dempen van een sloot. Ik ben wel hierover in contact met
               de waterschappen om extra aandacht te vragen. Op 7 februari jl. is hierover vanuit
               de Unie van Waterschappen een persbericht verschenen,3 waarin nogmaals is benadrukt dat sloten niet zomaar gedempt mogen worden en dat hiervoor
               altijd overleg nodig is met het desbetreffende waterschap. Dit waterschap kan dan
               beslissen of een verzoek tot demping gehonoreerd wordt.
            
Vraag 9
            
Kunt u deze vragen uiterlijk volgende week beantwoord hebben om te voorkomen dat er
               stappen worden gezet die potentieel teruggedraaid moeten worden?
            
Antwoord 9
            
Helaas is dit niet gelukt, maar gezien het antwoord op vraag 3 en vraag 8 zijn er
               geen stappen die teruggedraaid hoeven te worden.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.