Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vestering over ecoducten
Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof en van Infrastructuur en Waterstaat over ecoducten (ingezonden 30 november 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof), mede namens de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 21 februari 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1024.
Vraag 1
Klopt het dat Nationaal Park De Hoge Veluwe het ecoduct bij Oud Reemst met een hek
dat diep in de grond is ingegraven heeft afgesloten, afgezet met prikkeldraad en voorzien
van fijnmazig gaas en camera’s, waardoor dieren onmogelijk de oversteek kunnen maken?
Zo ja, wat dacht u toen u hier van hoorde?
Antwoord 1
Dat klopt. Ecoducten zijn belangrijke verbindingspunten voor de Nederlandse natuur,
en zouden wat mij betreft alleen afgesloten mogen worden wanneer er dwingende redenen
zijn om dit te doen.
Vraag 2
Deelt u de mening dat ecoducten als voornaamste functie hebben bestaande natuur beter
te verbinden en het natuurlijk trekgedrag van dieren te bevorderen en faciliteren
op een voor die dieren veilige wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, die mening deel ik. Daarnaast dragen ecoducten en andere faunavoorzieningen bij
aan het vergroten van het leefgebied van soorten en het robuuster maken van onze natuur.
Ze zorgen ervoor dat soortgenoten in gescheiden gebieden veilig met elkaar in verbinding
kunnen staan, wat zorgt voor gezonde en duurzame populaties met meer genetische variëteit.
Vraag 3
Kunt u aangeven of er nog meer ecoducten en/of faunapassages met een hek zijn afgesloten?
Zo ja, hoeveel en waar?
Antwoord 3
Vanwege de decentralisatie van het natuurbeleid in 2011 kan ik niet een overzicht
geven voor het hele land van hoeveel en welke ecoducten en/of faunapassages zijn afgesloten.
De provincie Gelderland laat weten dat de ecoducten en faunapassages aan de randen
van de leefgebieden voor het wild zwijn op de Veluwe zijn afgesloten met een wildzwijnkerend
hek (circa 1 meter hoog). De hekken rondom park de Hoge Veluwe zijn destijds geplaatst
om eventuele verspreiding van Afrikaanse varkenspest te voorkomen. De hekken op de
overige delen van de Veluwe zijn eerder al geplaatst om het leefgebied van de zwijnen
te begrenzen. Verder heeft park de Hoge Veluwe in 2019 de provincie Gelderland laten
weten het noodzakelijk te achten om de rasters bij ecoducten op te hogen om zowel
de overmatige inloop van edelherten als de vestiging van de wolf te voorkomen. Het
gaat dus in ieder geval om twee ecoducten en meerdere overige faunapassages.
Vraag 4, 8 en 9
Kunt u aangeven hoe de uitwisseling van dieren wordt gewaarborgd? Zo nee, wat gaat
u ondernemen om het trekgedrag van (beschermde) dieren te waarborgen?
Klopt het dat het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de ecoductplannen,
bedoeld om de knelpunten als gevolg van Rijksinfrastructuur die bestaande natuurgebieden
doorsnijdt op te lossen, niet heeft afgerond?
Kunt u een overzicht geven van alle in het oorspronkelijke Meerjarenplan Ontsnippering
(MJPO) geplande ecoducten en/of faunapassages, waarbij wordt verduidelijkt wie deze
ecoducten zou gaan realiseren? Kunt u hierbij ook aangeven welke ecoducten alsnog
in de planning staan en welke knelpunten na deze bouw nog overblijven in het land?
Antwoord 4, 8 en 9
De verantwoordelijkheid voor de bescherming en uitwisseling van wilde dieren ligt
bij de provincies. Zij hebben hiervoor de beleidsmatige en financiële instrumenten.
In 2004 is de rijksoverheid samen met de provincies het Meerjarenprogramma Ontsnippering
(MJPO) gestart, waarbij 208 ecologische knelpunten zijn geïdentificeerd.1 Door de decentralisatie van het natuurbeleid en het als gevolg daarvan wegvallen
van de financiering door het Rijk is een deel van de oorspronkelijk geplande maatregelen
vervallen. Het oorspronkelijke aantal van 208 op te lossen knelpunten is daarom in
2015 bijgesteld naar 176 op te lossen knelpunten.
Toen het MJPO in 2018 afgerond werd waren 126 knelpunten geheel opgelost en 40 knelpunten
gedeeltelijk. Een deel van de maatregelen was gekoppeld aan grotere infrastructuurprojecten,
waardoor deze pas later doorgevoerd konden worden. Momenteel resteren er nog 12 knelpunten
uit het MJPO, waarvoor soms meerdere maatregelen nodig zijn.
Voor Rijkswaterstaat staat alleen nog ecoduct Notterveld in de planning (knelpunt
OV16, N35). De realisatie hiervan ligt momenteel stil vanwege de onzekerheden rondom
stikstof. Door ProRail zijn alle ecoducten gerealiseerd. Verder resteren er voor Rijkswaterstaat
nog 29 andere maatregelen (waaronder kleinere faunapassages) welke veelal in samenhang
met andere werkzaamheden worden uitgevoerd. De laatste werkzaamheden zijn gepland
in 2024/2025, maar enige vertraging wordt verwacht vanwege de onzekerheden rondom
stikstof. Voor meer informatie verwijs ik u naar de eindrapportage van het MJPO «Natuur
verbonden».2
Het MJPO betrof een inhaalslag, waarmee de belangrijkste knelpunten tussen bestaande
infrastructuur en natuur zijn opgelost. Ten aanzien van nieuw aan te leggen infrastructuur
is het uitgangspunt dat ontsnipperende maatregelen al bij het ontwerp van de infrastructuur
worden meegenomen, zoals vastgelegd in de Wet natuurbescherming.
Vraag 5
Deelt u de mening dat met gemiddeld 8 miljoen euro gemeenschapsgeld aangelegde ecoducten
niet zouden mogen worden gesloten, waardoor hun functie onder druk komt te staan?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Vanwege het grote ecologische belang van het verbinden van natuurgebieden ben ik van
mening dat deze alleen onder zwaarwegende omstandigheden afgesloten zouden mogen worden.
Mocht het toch noodzakelijk zijn om een ecoduct af te sluiten zou de situatie nauwlettend
in de gaten gehouden moeten worden en de eerde gemaakte keuze regelmatig opnieuw beoordeeld
moeten worden.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoeveel het Rijk heeft bijgedragen aan het ecoduct bij Oud Reemst?
Antwoord 6
Er is geen rijksgeld gemoeid met de aanleg van dit ecoduct. Het ecoduct is betaald
met provinciale middelen.
Vraag 7
Bent u bereid om met de provincie Gelderland en Nationaal Park De Hoge Veluwe in gesprek
te gaan om ervoor te zorgen dat het ecoduct bij Oud Reemst niet voor niets is aangelegd
en het hek wordt verwijderd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?
Antwoord 7
Omdat het een ecoduct is dat met provinciaal geld is betaald en gelet op de beleidsmatige
verantwoordelijkheid van provincies voor het natuurbeleid, is het in de eerste plaats
aan de provincie Gelderland om een gesprek te voeren over het ecoduct bij Oud Reemst.
Wel ben ik bereid om met de provincie Gelderland in gesprek te gaan over het belang
van ecoducten als verbindingspunten voor de Nederlandse natuur.
Vraag 10
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot het plaatsen van een
ecoduct over de A1, om de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe te verbinden?
Antwoord 10
Deze informatie kan ik u niet verschaffen omdat dit valt onder de bevoegdheid van
de provincies Gelderland en Utrecht.
Vraag 11
Kunt u aangeven hoe het staat met het oorspronkelijke plan om de Oostvaardersplassen
te verbinden met de Veluwe, het Gelderse Rivierengebied en het Duitse achterland?
Wat vindt u van het idee om samen met Duitsland te kijken naar het aansluiten van
het Duitse Biotopverbund op het Nederlandse NatuurNetwerk? Bent u bereid om dit bij
Duitsland aan te kaarten?
Antwoord 11
De verbinding waar in deze vraag op wordt gedoeld was een van de robuuste verbindingen
in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Na de decentralisatie van het
natuurbeleid en de herijking van de EHS, is het aan provincies om in het kader van
het gedecentraliseerde natuurbeleid al dan niet in gezamenlijkheid te besluiten welke
ecologische verbindingen zij willen realiseren. Zij kunnen hiervoor onder andere de
middelen uit het Natuurpact (2013) aanwenden.
Vraag 12
Bent u bereid om beleid op het gebied van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor
het oplossen van ecologische knelpunten opnieuw te in te stellen, aangezien dit dringend
nodig is om de effecten van klimaat- en biodiversiteitscrises te temperen? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, per wanneer?
Antwoord 12
De uitvoering van de resterende opgave van het Natuurnetwerk Nederland is een verantwoordelijkheid
van provincies. Zij hebben hiervoor de beleidsmatige en financiële instrumenten in
handen, zoals overeengekomen met de provincies in het Natuurpact in 2013 (Kamerstuk
33 576, nr. 6). Het Natuurnetwerk Nederland moet volgens de afspraken in Natuurpact in 2027 afgerond
zijn. Het wegnemen van belemmeringen tussen natuurgebieden en bestaande infrastructuur
is belangrijk voor een goed functionerend ecologisch netwerk. Ik zal met provincies
in gesprek gaan en hen vragen om een inventarisatie te maken van wat er door hen gedaan
is op het gebied van het verbinden van natuurgebieden en het opheffen van ecologische
knelpunten. Vervolgens zou gekeken kunnen worden welke opgave er nog ligt en wat daar
voor nodig is. Hierover ga ik graag met de provincies in gesprek.
Vraag 13
Heeft u een overzicht van de top tien van wegen waarop de meeste aanrijdingen met
wilde zoogdieren, zoals de otter, plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Ik beschik niet over gegevens waarmee een dergelijke top tien van aanrijdingen is
op te stellen. Specifiek voor de otter is er wel een top tien te geven aan de hand
van het jaarlijkse rapport over de otterpopulatie, waaronder het aantal verkeersslachtoffers
en verkeersknelpunten. Dit rapport is te vinden op de website van Wageningen Environmental
Research3.
Vraag 14
Kunt u aangeven hoe u invulling geeft aan uw eindverantwoordelijkheid voor de staat
van de natuur, wanneer u geen overzicht heeft van ecologische knel- en gevaarpunten?
Bent u bereid om dit overzicht jaarlijks toe te voegen aan de voortgangsrapportage
Natuur? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
In hoofdstuk 4.3 van de Achtste Voortgangsrapportage Natuur4 rapporteren Rijk en provincies over de realisatie van de knelpunten uit het Meerjarenprogramma
Ontsnippering. Dit overzicht zal ook in de volgende voortgangsrapportage opgenomen
worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.