Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuik over het bericht ‘Aboutaleb: ‘Jonge drugsuithaler is meer gebaat bij gedwongen opvang in gesloten instelling dan met een taakstraf’’
Vragen van het lid Kuik (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Aboutaleb: «Jonge drugsuithaler is meer gebaat bij gedwongen opvang in gesloten instelling dan met een taakstraf»» (ingezonden 23 januari 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) en van Minister Weerwind
(Rechtsbescherming) (ontvangen 21 februari 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2022–2023, nr. 1516.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Aboutaleb: «Jonge drugsuithaler is meer gebaat bij
gedwongen opvang in gesloten instelling dan met een taakstraf»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u een reactie geven op de uitspraak van burgemeester Aboutaleb van Rotterdam
dat minderjarigen een meer passende straf zouden moeten krijgen als ze met drugs worden
betrapt dan het opgelegd krijgen van een taakstraf, omdat dit zou leiden tot een grote
kans op recidive?
Antwoord 2
Wij zijn het met burgemeester Aboutaleb eens dat het van groot belang is dat minderjarigen
die betrapt worden met drugs, een passende straf moeten krijgen om recidive te voorkomen.
Het uitgangspunt is dat minderjarige uithalers via het jeugdstrafrecht worden berecht.
In alle gevallen brengt de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) een advies uit over
de persoon van de verdachte. Daarvoor wordt onder andere een risicotaxatie opgesteld,
waarin een inschatting wordt gemaakt van de kans op herhaling en wordt geadviseerd
welke straf een positieve gedragsbeïnvloeding kan hebben om de kans op herhaling te
verkleinen. Binnen het jeugdstrafrecht bestaan verschillende mogelijkheden voor het
opleggen van een passende straf. Dat kan jeugddetentie zijn, maar ook een taakstraf
behoort tot de mogelijkheden of een combinatie van een (deels) voorwaardelijke sanctie
met voorwaarden als jeugdreclasseringsbegeleiding of een locatieverbod. Uit een meta-analyse
onderzoek blijkt overigens dat de recidive bij jeugdigen die een taakstraf opgelegd
hebben gekregen lager is dan bij een vrijheidsbenemende staf.2 Het is aan de rechter om in individuele gevallen een goede afweging te maken. Daarbij
wordt rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en is
altijd sprake van maatwerk. Naast het strafadvies kan de RvdK bijvoorbeeld ook opvoedingsondersteuning
of gezinstherapie adviseren. Voorts biedt het adolescentenstrafrecht in uitzonderlijke
gevallen de mogelijkheid om 16- en 17-jarigen volgens het volwassenenstrafrecht te
berechten.
Vraag 3
Bent u het met de stelling eens dat naast taakstraffen ook straffen als onderwijs
achter gesloten deuren of opvoedingsondersteuning voor de ouders van deze minderjarigen
effectief kunnen zijn om minderjarige drugsuithalers uit de criminaliteit te halen
en te houden? Zijn hier onderzoeken naar gedaan?
Antwoord 3
Er zijn diverse mogelijkheden om jeugdigen, als onderdeel van een straf, onderwijs
te laten volgen. In een justitiële jeugdinrichting zijn jeugdigen verplicht om het
dagprogramma te volgen dat bestaat uit het volgen van onderwijs, hetzij andere activiteiten
in het kader van de pedagogische vorming (bijvoorbeeld arbeid). In een kleinschalige
voorziening justitiële jeugd kunnen jeugdigen buiten de inrichting onderwijs volgen.
Daarnaast kan de rechter het volgen van onderwijs afdwingen door middel van een gedrag
beïnvloedende maatregel, waarbij het volgen van onderwijs wordt opgelegd, of op grond
van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke veroordeling (door het verplicht
stellen van het hebben van een zinvolle dagbesteding). Tot slot zijn er diverse leerstraffen
die de rechter op kan leggen gericht op het trainen van vaardigheden van jeugdigen,
bijvoorbeeld het omgaan met boosheid of sociale vaardigheden.
Wij zien de noodzaak om ouders te betrekken bij het voorkomen van strafbaar gedrag
van hun kinderen. Er is eerder een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden hiertoe,
waarbij is gekeken naar zowel civielrechtelijke als strafrechtelijke maatregelen,
en waarin ook een beschouwing is opgenomen van de juridische mogelijkheden in Groot-Brittannië.
Hierover is uw Kamer in 2021 geïnformeerd. In Groot-Brittannië zijn met het aanbieden
van opvoedondersteuning aan ouders relatief goede ervaringen opgedaan, waarbij opvoedondersteuning
in een vrijwillig kader de voorkeur heeft en in de praktijk betere resultaten boekt
dan opvoedondersteuning in gedwongen kader. Opvoedondersteuning in vrijwillig kader
is sinds kort in Nederland beschikbaar in de vorm van het Halt-traject «Ouders aan
zet».
Vraag 4
Welke maatregelen worden op dit moment concreet genomen om te voorkomen dat jongeren
de criminaliteit worden ingezogen?
Antwoord 4
Om te voorkomen dat jongeren en jongvolwassenen de (georganiseerde en ondermijnende)
criminaliteit worden ingezogen, zetten wij – samen met de gemeenten, departementen
en andere partners – fors in op Preventie met gezag.
Dat doen we enerzijds door jongeren structuur en perspectief te bieden, zodat het
aantrekkelijker is om op het rechte pad te blijven of om hun crimineel leven achter
zich te laten. Anderzijds grijpen we ook in als jongeren dreigen af te glijden, stellen
we grenzen aan risico- en crimineel gedrag en corrigeren we wanneer die grens wordt
overschreden.
Hiervoor is vanaf 2025 structureel 143 miljoen beschikbaar. De middelen worden gericht
ingezet, in wijken waar de problematiek het hevigst is. De aanpak bestaat uit drie
pijlers: een domeinoverstijgende en gebiedsgerichte preventieve aanpak jeugdcriminaliteit;
een aanvullende flexibele aanpak met inzet van kansrijke en effectieve interventies
in aanvullende gebieden en gemeenten; versterking van de jeugdstrafrechtketen.
Met de gebiedsgerichte aanpak zetten wij in op 20 gebieden waar de problematiek het
grootst is, waaronder in Rotterdam-Zuid. De aanpakken van de 20 gebieden zijn aangepast
op de lokale situaties. Zoals de burgemeester zelf aangeeft in het interview bieden
we deze jongeren enerzijds een positief en aantrekkelijk toekomstperspectief, door
te investeren in bijvoorbeeld jongerenwerk, de inzet van gemeentelijke toezichthouders
(Jeugd BOA’s) die samenwerken met de wijkagent, begeleiding naar opleiding of werk
en in te zetten op bewezen effectieve gedragsinterventies.
Anderzijds versterken we de justitiële functie in de wijk. Dit doen we door te investeren
in meer zichtbaar formeel gezag, juist in die kwetsbare wijken. Voorbeelden hiervan
zijn extra politiecapaciteit en wijkrechtspraak. Op deze manier kan het formeel gezag
beter aansluiten bij de lokale behoeften en wordt de uitoefening van de justitiële
functie juist in deze wijken effectiever en zichtbaarder, bijvoorbeeld doordat de
reclassering beter samenwerkt met school, gemeente en de directe omgeving van de jongere.
Zo wordt crimineel gedrag ook effectief bestraft.
Daarnaast is Preventie met gezag een lerende aanpak, waarin we continu reflecteren
op wat werkt en niet werkt en waarbij er nadrukkelijk wordt gekeken naar de praktijk,
wetenschappelijke kennis en ontwikkelingen.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat sinds 1 januari 2022 tientallen minderjarigen zijn aangehouden
die verdacht worden van het bezit van drugs in de haven van Rotterdam?
Antwoord 5
Uit de cijfers van de Zeehavenpolitie blijkt er in 2022 in totaal 14 minderjarige
verdachten zijn aangehouden voor overtreding van het nieuwe artikel 138aa, wet versterking
strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit, dat wil zeggen voor het onbevoegd
aanwezig zijn op havens en luchthavens. Eén van deze 14 verdachten was op het moment
van aanhouding in het bezit van drugs.
Vraag 6
a. Hoeveel daders die in de afgelopen vijf jaar strafrechtelijk zijn vervolgd voor het
bezit van drugs, waren minderjarig? Is hierbij sprake van een stijgende trend?
b. Wat zijn de recidivecijfers van de afgelopen vijf jaar van minderjarige daders die
gestraft zijn wegens het bezit van drugs?
Antwoord 6
In de afgelopen vijf jaar zijn er in heel Nederland 874 minderjarige verdachten vervolgd
voor het in bezit hebben van soft- of harddrugs. Onder dit cijfer valt een grote diversiteit
aan gevallen, van dealers met kleine hoeveelheden softdrugs in bezit tot en met grotere
hoeveelheden harddrugs. Het ging om in totaal 1.065 zaken. Er lijkt sprake van een
(zeer) licht stijgende trend.
Afgelopen vijf jaar waren er in totaal 105 minderjarige verdachten die recidiveerden,
dit staat gelijk aan 12% van het totaal.
Vraag 7
Bent u bereid te onderzoeken of aan minderjarige drugsuithalers naast taakstraffen
ook andere, meer passende, straffen opgelegd kunnen worden wanneer zij worden betrapt
met drugs in hun bezit?
Antwoord 7
Wij zetten alles op alles om te voorkomen dat jonge jongens grote criminele worden.
Hiervoor zetten wij enerzijds in op preventie en anderzijds op het stellen van duidelijke
grenzen. Zo kunnen we voorkomen dat jongeren de criminaliteit in gaan (zoals uithalers)
of hier juist nog verder in doorgroeien. Zoals toegelicht in het antwoord op vraag
2, bestaan er onder de huidige wet- en regelgeving genoeg mogelijkheden om effectief
op te treden tegen minderjarige criminelen, onder wie jonge drugsuithalers. Wij zien
dan ook nu geen aanleiding om dit nader te onderzoeken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.