Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over conflicten tussen woningeigenaren en aannemers
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over conflicten tussen woningeigenaren en aannemers (ingezonden 25 januari 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
20 februari 2023).
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het nieuwsbericht «Overgeleverd aan een aannemer: aantal
conflicten stijgt fors»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het zorgelijk is dat het aantal geschillen tussen aannemers
en woningeigenaren zo fors is gestegen?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de conclusies van Nieuwsuur dat de stijging voor een groot deel te wijten is aan gestegen bouwkosten en tekorten
aan aannemers?
Antwoord 3
Ook ik hoor signalen, onder meer via navraag bij Bouwgarant, dat kosten vaak een reden
zijn voor geschillen.2 Navraag bij Bouwgarant leert dat bij hen (nog) geen sprake is van een significante
toename van het aantal klachten. Bouwgarant merkt overigens op dat bij de voorbeelden
in Nieuwsuur veeleer sprake is van fraude, en niet van geschillen over uitgevoerde
bouwwerkzaamheden van aannemers, iets wat Nieuwsuur ook zelf aangeeft. Dit maakt de
stijging van klachten die rechtsbijstandsverzekeraars volgens Nieuwsuur constateren
natuurlijk niet minder zorgelijk, maar laat ook zien dat het verstandig is om je bij
de keuze van aannemer vooraf goed te laten informeren. Bijvoorbeeld of een aannemer
is aangesloten bij een brancheorganisatie of waarborginstelling, wat in algemene zin
meer zekerheid biedt.
Vraag 4
In het artikel wordt er gesproken over «gemene psychologische spelletjes» die inwerken
op de angst van huiseigenaren om de aannemer weg te jagen; klopt dit volgens u?
Antwoord 4
Ik heb hierover geen informatie.
Vraag 5
Welke mogelijkheden hebben opdrachtgevers om op te treden tegen onredelijke kostenverhogingen?
Zijn zij voldoende beschermd?
Antwoord 5
Een aannemer is gehouden aan de contractueel overeengekomen werkzaamheden en prijs.
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 3 is het verstandig van tevoren goed te
onderzoeken of de partij waarmee men in zee gaat betrouwbaar is. Ook is het belangrijk
goede afspraken te maken over de planning, en wat te doen bij vertraging of verstoring,
en deze op papier te zetten. Zo staat een woningeigenaar sterker op het moment dat
er een conflict ontstaat. Vereniging Eigen Huis heeft hiervoor ook een aantal tips
op een rijtje gezet.3
Het instituut voor Bouwrecht heeft daarnaast ook een leidraad Vertraging en Verstoring
opgesteld.4 Ook is het verstandig een rechtsbijstandsverzekering af te sluiten voor het geval
men toch in een conflict belandt met een aannemer.
Vraag 6
Bent u bereid actie te ondernemen om opdrachtgevers beter te beschermen? Wat kunt
u doen om de positie van woningeigenaren tegenover aannemers te versterken?
Antwoord 6
In de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (verder: Wkb), die ik met de Omgevingswet
per 1 januari 2024 in werking wil laten treden, zijn al maatregelen opgenomen om opdrachtgevers
beter te beschermen. Ten eerste moeten aannemers in hun offertes aangeven of en op
welke wijze ze verzekerd zijn tegen bouwfouten en insolventie. Een opdrachtgever kan
hiermee vooraf beslissen of hij hiermee akkoord gaat of aanvullende zekerheid wil.
Ten tweede scherpt de Wkb de aansprakelijkheid van de aannemer na oplevering aan.
Nu is een aannemer nog gevrijwaard van aansprakelijkheid voor gebreken die een opdrachtgever
bij oplevering had kunnen of moeten zien. Na invoering van de Wkb is de aannemer aansprakelijk
voor alle gebreken tenzij deze hem niet zijn toe te rekenen. Een aannemer mag deze
aansprakelijkheid bij particuliere opdrachtgevers niet contractueel beperken.
De wijzigingen van het Burgerlijk wetboek in de Wkb betekenen een belangrijke verbetering
van de positie van de opdrachtgever ten opzichte van de aannemer. Vanaf inwerkingtreding
zal ik de effecten monitoren en na drie jaar evalueren. Vooruitlopend daarop acht
ik verdere maatregelen niet noodzakelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.