Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Ginneken over het artikel 'Achternaam minderjarige wijzigen'
Vragen van het lid Van Ginneken (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het artikel «Achternaam minderjarige wijzigen» (ingezonden 9 januari 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 20 februari 2023). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1388.
Vraag 1
Is de beslisboom op deze pagina in lijn met de huidige wetgeving?1
Antwoord 1
Ja, deze is in lijn met de huidige wetgeving.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat het niet mogelijk is om de achternaam van minderjarige pleegkinderen
te wijzigen naar de naam van één van de biologische ouders als deze ouder in de voorgaande
jaren niet direct betrokken is geweest bij de opvoeding?
Zo ja, wat is hier voor de reden?
Antwoord 2 en 3
Het kan zijn dat een verzoek om geslachtsnaamswijziging wordt afgewezen in het geval
een ouder niet in de jaren voorafgaand aan het verzoek om naamswijziging direct bij
de verzorging en opvoeding betrokken is geweest. Een belangrijke voorwaarde voor geslachtsnaamswijziging
van minderjarigen is de termijn van verzorging van het kind door de aanvrager. Voor
kinderen onder de twaalf jaar is deze verzorgingstermijn vijf jaar. Voor kinderen
boven de twaalf jaar is deze verzorgingstermijn drie jaar. Deze verzorgingstermijn
is bedoeld om de bestendigheid van de verzorgingssituatie te toetsen. Deze termijn
moet onafgebroken zijn en direct voorafgaan aan de aanvraag. Indien dus niet aan die
verzorgingstermijn is voldaan omdat de ouder waarvan wordt verzocht om de geslachtsnaam
te krijgen niet betrokken is geweest kan dat een reden zijn om het wijzigingsverzoek
af te wijzen.
Uitgangspunt is dat een kind bij zijn of haar geboorte de geslachtsnaam krijgt van
(een van) de juridische ouder(s)2. In de meeste gevallen is de juridische ouder ook de biologische ouder, maar het
kan voorkomen dat een minderjarig kind niet de naam van de biologische ouder heeft
als die niet ook tevens de juridische ouder is. Bijvoorbeeld als de juridische band
tussen het kind en de ouder(s) op een later moment tot stand komt door erkenning.
Het kind kan dan door middel van naamskeuze bij de erkenning de naam van de erkennende
ouder krijgen. De naamgeving en naamswijziging mag niet ten koste gaan van het kind.
Aangezien het kind mede aan zijn naam zijn identiteit ontleent, dient zeer terughoudend
te worden omgegaan met naamswijziging van kinderen (zie art. 8 IVRK). Dit terughoudende
beleid is terug te vinden in het Besluit geslachtsnaamswijziging (hierna: Besluit).
Zo kan de naam van een minderjarige alleen onder bepaalde voorwaarden worden gewijzigd3.
Vraag 4
Zijn er situaties denkbaar waarin het wenselijk zou kunnen zijn om de achternaam van
één of meerdere pleegkind(eren) te wijzigen naar de achternaam van één van de biologische
ouders, bijvoorbeeld om hiermee eenheid van naam tussen broertjes en zusjes tot stand
te brengen in de situatie waarin niet alle kinderen door de vader zijn erkend en dus
niet dezelfde achternaam hebben?
Antwoord 4
Het beleid is om terughoudend om te gaan met het wijzigen van de geslachtsnaam van
minderjarigen. Eenheid van naam in het gezin kan één van de onderdelen zijn van de
belangenafweging waar rekening mee gehouden wordt bij de beoordeling of een geslachtsnaamswijziging
kan worden toegewezen. Het dragen van dezelfde geslachtsnaam van kinderen die behoren
tot één gezin wordt in de praktijk door het kind zelf als belangrijk ervaren.
Niet voorzien is in een mogelijkheid tot naamswijziging om eenheid van naam tussen
biologische broertjes en zusjes die niet in gezinsverband leven, tot stand te brengen.
Echter, bij een dergelijk naamswijzigingsverzoek wordt wel rekening gehouden met het
effect van een andere geslachtsnaam ten opzichte van de geslachtsnamen van de andere
kinderen in het gezin. Indien alsnog een juridische band tot stand komt tussen de
biologische ouder en het betreffende kind kan op dat moment dan ook om een naamswijziging
verzocht worden om eenheid van naam tussen broertjes en zusjes te bewerkstelligen,
mits voldaan is aan de voorwaarden.
Vraag 5
Klopt het dat het in de huidige regelgeving wel mogelijk is een kind de naam van de
pleegouders te geven zonder toestemming van de biologische vader, maar zonder toestemming
van biologische vader het niet mogelijk is dit kind de naam van de biologische moeder
te geven?
Antwoord 5
Nee, dat onderscheid valt niet op die manier te maken onder de huidige wetgeving.
Om te bepalen wanneer de biologische vader om toestemming gevraagd moet worden, is
enkel van belang of deze vader ook het gezag heeft over het kind. In principe maakt
het hierbij niet uit welke partij de naamswijziging van het kind aanvraagt. Slechts
ouders die belast zijn met het ouderlijke gezag worden om toestemming gevraagd bij
naamswijziging van minderjarigen.
Heeft de biologische/juridische vader geen gezag, dan wordt hij in de procedure als
belanghebbende aangemerkt en op de hoogte gebracht van de aanvraag, waarbij hem de
mogelijkheid wordt geboden om een zienswijze in te dienen. Er wordt hem dan niet om
toestemming gevraagd. Afhankelijk van de wettelijke vereisten en het belang van het
kind wordt beoordeeld of en in hoeverre aan zijn zienswijze gewicht zal worden toegekend.
Hier wordt geen onderscheid gemaakt naar de geslachtsnaam die wordt verzocht.
Bij het indienen van een aanvraag om geslachtsnaamswijziging van een minderjarig kind
geldt dat alleen de wettelijke vertegenwoordiger een dergelijke aanvraag kan indienen.
Degene die het gezag over het kind heeft is de wettelijke vertegenwoordiger van het
kind. Als de biologische/juridische vader gezag heeft over het kind, dan is zijn toestemming/ondertekening
van de aanvraag tot geslachtsnaamswijziging wel vereist.
Vraag 6
Bent u het eens met de stelling dat er situaties denkbaar zijn waarin het wenselijk
is dat de kinderen de naam van de biologische ouder dragen in plaats van die van de
pleegouder, zeker wanneer die ouder een rol speelt in het leven van de kinderen?
Antwoord 6
In beginsel krijgen kinderen de geslachtsnaam van hun juridische ouder(s). Met wijziging
van die geslachtsnaam wordt terughoudend omgegaan. Of het wenselijk is dat kinderen
de naam van de biologische ouder dragen, in plaats van die van de juridische (pleeg)ouder,
wanneer de biologische ouder een rol speelt in het leven van het kind is afhankelijk
van de omstandigheden van het geval. Als dat in het belang van de minderjarige wordt
geacht, kan een verzoek om naamswijziging worden gedaan. Bij de behandeling van dat
verzoek staat het belang van het minderjarige kind centraal en wordt aansluiting gezocht
bij de situatie die het beste past bij het kind.
Vraag 7 en 8
Klopt het dat de huidige procedure voor naamswijziging geen hardheidsclausule bevat
waarmee dit mogelijk gemaakt zou kunnen worden en dat hiervoor dus een wetswijziging
nodig zou zijn?
Wat zouden de gevolgen van een dergelijke wijziging zijn voor de betrokkenen, te weten
de biologische ouders, de kinderen en de pleegouders?
Antwoord 7 en 8
Mijns inziens is een wetswijziging voor de situatie zoals beschreven in vraag 5 niet
nodig, aangezien er in het huidige Besluit geen inherent element van ongelijkheid
bestaat tussen partijen die een aanvraag tot naamswijziging voor een kind doen. De
bepalende factor in de vraag of de biologische vader toestemming moet geven voor een
naamswijziging van zijn kind, ligt besloten in het gegeven of hij wel of niet het
gezag over het kind heeft.
In het Besluit zijn de gronden voor geslachtsnaamswijziging van minderjarige kinderen
specifiek opgenomen in artikel 3 en 3a. In gevallen waarin niet aan deze artikelen
van het Besluit kan worden voldaan, kan een beroep op artikel 7 van het Besluit worden
gedaan. Bij een beroep op artikel 7 van het Besluit moet worden onderbouwd dat het
niet wijzigingen van de geslachtsnaam (van de minderjarige) de lichamelijke of geestelijke
gezondheid ernstig zou schaden. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het
geval en van het belang van de minderjarige wordt door Justis bezien of het verzoek
om geslachtsnaamswijziging met een beroep op artikel 7 van het Besluit kan worden
toegewezen. Artikel 7 van het Besluit kan daarmee worden aangemerkt als een hardheidsclausule,
waarbij het echter wel noodzakelijk is om aan te tonen dat er sprake is van schade
aan de lichamelijk of geestelijke gezondheid indien geen naamswijziging wordt toegepast.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.