Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kröger en Piri over het bericht ‘Asieldeal wéér onder vuur van rechter: uitspraak hekelt nu ook ander onderdeel van het akkoord’ en de uitspraak van rechtbank Den Haag
Vragen van de leden Kröger (GroenLinks) en Piri (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Asieldeal wéér onder vuur van rechter: uitspraak hekelt nu ook ander onderdeel van het akkoord» en de uitspraak van rechtbank Den Haag (Zaaknummer: NL22.21969) (ingezonden 31 januari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 17 februari
            2023).
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Asieldeal wéér onder vuur van rechter: uitspraak hekelt nu ook
               ander onderdeel van het akkoord»1? En kent u uitspraak van rechtbank Den Haag over de verlenging van de beslistermijn2?
            
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kunt u reflecteren op de vraag hoe het kan dat de verhoogde instroom van Oekraïners,
               Afghanen en de opname van Dublinclaimanten niet kan worden opgevangen door de verhoogde
               besliscapaciteit bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst terwijl de personeelscapaciteit
               van de Immigratie- Naturalisatiedienst ongeveer 75% hoger is ten opzichte van 2017?
            
Antwoord 2
            
De IND heeft in 2022 te maken gehad met aanzienlijk hogere instroom dan aanvankelijk
               was voorspeld. Deze hoge instroom kwam onder andere door het vervallen van de coronareisbeperkingen,
               de machtsovername door de Taliban in Afghanistan, het instromen van ex-Dublinzaken
               in de nationale procedure (juiste vanwege reisbeperkingen naar andere EU-landen),
               maar ook de instroom van nareizigers. Verder is de instroom uit onder meer Syrië,
               Turkije en Jemen onverminderd hoog geweest en nam ook het aantal alleenstaande minderjarige
               vreemdelingen (hierna AMV) dat naar Nederland kwam verder toe. In 2022 zijn in totaal
               35.535 asielaanvragen ingediend, een toename van 40% ten opzichte van het jaar daarvoor.
               Deze aantallen zijn exclusief ontheemden uit Oekraïne. Hoewel de aanvragen van deze
               groep niet worden meegeteld bij het aantal asielaanvragen in 2022, heeft dit wel effect
               op de organisatie van de IND.
            
In 2022 is de prognoses van de instroom meerdere malen omhoog bijgesteld. Het aantrekken
               en volledig opleiden van nieuwe medewerkers kost ongeveer een jaar. Het aannemen van
               nieuwe medewerkers leidt dan ook niet meteen tot een hogere productie. Daarnaast is
               de beoordeling van asielaanvragen de afgelopen jaren complexer en bewerkelijker geworden,
               waardoor er meer medewerkers nodig zijn om hetzelfde aantal zaken af te doen. Het
               is voor de IND niet mogelijk de instroom bij te houden met als resultaat dat asielzoekers
               soms lang moeten wachten op een gehoor of een beslissing van de IND. De IND probeert
               met de beschikbare capaciteit de wachttijd zo kort mogelijk te houden maar realiteit
               is dat dit met de verwachte instroom voor dit jaar een bijzonder lastige opgave gaat
               worden.
            
Vraag 3
            
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst nieuwe asielaanvragen
               binnen de termijn van zes maanden kan behandelen?
            
Antwoord 3
            
Ook voor dit jaar is de verwachting dat de asielinstroom hoger is dan de behandelcapaciteit
               van de IND. De IND is naar verwachting in staat om met de capaciteit die beschikbaar
               is in 2023 op een vergelijkbaar aantal zaken als in 2022 een beslissing te nemen.
            
In mijn brief van 3 februari 2023 heb ik uw Kamer bericht dat ik de beslistermijn
               van zaken die instromen na 1 januari 2023 tot 1 januari 2024 zal verlengen met 9 maanden.
               Eerder heb ik dit al gedaan voor zaken die vóór 1 januari 2023 zijn ingestroomd.
            
Vraag 4
            
Kunt u verklaren waarom het aantal openstaande asielaanvragen bij de Immigratie- en
               Naturalisatiedienst blijft oplopen, en momenteel hoger is dan tijdens de start van
               de speciale taskforce begin 2020, terwijl de personeelscapaciteit van de Immigratie-
               Naturalisatiedienst sinds 2019 is toegenomen met 1.000 fte?
            
Antwoord 4
            
De instroom van asielzoekers is dermate hoog dat met de huidige werkwijze en het geldende
               beleid de IND niet in staat is tijdig op alle asielaanvragen te beslissen.
            
De IND kan echter niet onbeperkt de besliscapaciteit blijven uitbreiden en loopt hiermee
               tegen tal van beperkingen aan wat betreft personeel.
            
Het absorptievermogen van de IND is in die zin beperkt aangezien nieuwe medewerkers
               in het asielproces opgeleid moeten worden door ervaren medewerkers en het opleidingstraject
               (zoals reeds in het antwoord op vraag 2 genoemd) ongeveer een jaar in beslag neemt.
            
Daarnaast neemt de IND ook nieuw personeel aan voor andere werksoorten dan asiel.
               De groei in personeel komt dan ook niet enkel en alleen ten goede aan de afhandeling
               van asielaanvragen.
            
Vraag 5
            
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de grote achterstand van de te behandelen asielaanvragen
               bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst wordt opgelost?
            
Antwoord 5
            
Er zijn in de afgelopen periode diverse maatregelen genomen die zien op een verhoging
               van de productiecapaciteit van de IND. Dit gaat bijvoorbeeld om forse investeringen
               d.m.v. werving van nieuwe medewerkers, professionalisering van de strategische en
               operationele sturing, het efficiënter inrichten van het asielproces door bijv. doelgroepgerichte
               benadering van asielaanvragen (kansrijk-kansarm), schriftelijk horen en de inzet van
               specialistische externe bureaus. Ook kijkt de IND constant naar slimme manieren om
               te werken en een slimme inzet van het beschikbare personeel.
            
Deze maatregelen zorgen er echter niet voor dat ingelopen wordt op de voorraad. De
               IND heeft geen invloed op de omvang van de instroom van asielzoekers en heeft daarnaast
               te maken met een toenemende complexiteit bij de behandeling van asielaanvragen en
               een rechtspraak die steeds hogere eisen stelt aan de besluitvorming.
            
Ik ben continu met de IND in gesprek over de benodigde maatregelen om de voorraden
               weg te werken. Dit zal bovendien ook onderdeel uit maken van de brede heroriëntatie
               op het asiel- en opvangstelsel waarbij gekeken wordt naar beleid, de uitvoering van
               dat beleid en het asiel en opvangstelsel.
            
Vraag 6
            
Kunt u verklaren hoe er opnieuw grote achterstanden zijn ontstaan bij de Immigratie-
               en Naturalisatiedienst nadat de werkzaamheden van de speciale taskforce in 2021 zijn
               afgerond?
            
Antwoord 6
            
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
            
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de besliscapaciteit van de Immigratie- en Naturalisatiedienst
               voldoende is om het aantal asielaanvragen bij te houden?
            
Antwoord 7
            
Het is vrijwel onmogelijk om de IND organisatie zo in te richten dat ook in jaren
               waar Nederland te maken heeft met een zeer hoge instroom, de IND voldoende capaciteit
               heeft om het aantal asielaanvragen bij te houden. Het is niet mogelijk personeel eenvoudig
               en op korte termijn op te schalen.
            
Het beslissen op een asielaanvraag is echt mensenwerk en is – mede door de complexiteit
               van beleid en jurisprudentie – iets dat tijd kost. Ik ben met de IND in gesprek over
               de mogelijkheden om flexibeler te werken, in het bijzonder bij een hoge instroom.
               Dit vergt mogelijk aanpassingen in de werkprocessen van de IND, maar mogelijk ook
               in het geldende beleid.
            
Vraag 8
            
Welke impact heeft de uitspraak van rechtbank Den Haag over de verlenging van de beslistermijn
               (Zaaknummer: NL22.21969) op het wetsvoorstel herziening regels niet tijdig beslissen
               in vreemdelingenzaken (Kamerstuk 35 749, nr. 2)?
            
Antwoord 8
            
In genoemde uitspraak van 6 januari jl. heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats
               Amsterdam geoordeeld dat de maatregel, om de wettelijke beslistermijn van zes maanden
               voor asielaanvragen categoriaal te verlengen met maximaal 9 maanden, niet rechtsgeldig
               is genomen, omdat er geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 42, vierde
               lid, onder b, Vw. Het wetsvoorstel heeft geen betrekking op dit onderdeel en wordt
               derhalve niet geraakt door deze uitspraak.
            
Ik merk overigens op dat de zittingsplaatsen Arnhem en Den Bosch hebben geoordeeld
               dat voornoemde maatregel wel rechtsgeldig is.3 Vanwege het belang van deze maatregel voor de beslispraktijk van de IND is besloten
               om tegen de uitspraak van zittingsplaats Amsterdam hoger beroep in te stellen. Ondertussen
               wordt de toepassing van de maatregel voortgezet.
            
Vraag 9
            
Kunt u een inschatting geven van het financiële risico van dwangsommen voor de Immigratie-
               en Naturalisatiedienst in 2023, uitgaande van de uitspraak van rechtbank Den Haag
               (Zaaknummer: NL22.21969) waaruit blijkt dat de generieke verlenging van de beslistermijn
               (WBV 2022/22) niet rechtsgeldig is?
            
Antwoord 9
            
Zie ook het antwoord op vraag 8, waarin ik heb aangegeven dat niet alle zittingsplaatsen
               van de rechtbank Den Haag negatief oordelen over de generieke verlenging en dat ik
               hoger beroep heb ingesteld tegen bedoelde uitspraak van de zittingsplaats Amsterdam.
            
De IND berekent op dit moment de financiële risico’s van dwangsommen zowel in het
               scenario dat de IND de beslistermijn kan verlengen als in het scenario dat het verlengen
               van de beslistermijn niet rechtsgeldig is. Duidelijk zal zijn dat in het laatste scenario
               het risico op dwangsommen aanzienlijk hoger zal zijn. Op korte termijn zal ik uw Kamer
               hierover nader informeren.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
