Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Alkaya over het nieuws dat er een vijfdaagse staking plaatsvindt in het openbaar vervoer
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het nieuws dat er een vijfdaagse staking plaatsvindt in het openbaar vervoer (ingezonden 10 februari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 17 februari
2023).
Vraag 1
Hoe kijkt u naar het nieuws dat werknemers in het streekvervoer en het multimodaal
vervoer opnieuw massaal het werk hebben neergelegd voor betere arbeidsvoorwaarden,
meer waardering en een lagere werkdruk?1, 2
Antwoord 1
Ik vind het vervelend dat een arbeidsconflict tussen de werkgever en (de vertegenwoordiging
van) werknemers uitmondt in staking. Zeker voor de reizigers die zijn aangewezen op
het ov en hier vervolgens hinder van ondervinden. Ik hecht er daarnaast waarde aan
om te benadrukken dat werknemers het (wettelijke) recht hebben om deel te nemen aan
een staking. Uiteraard hoop ik dat er snel goede afspraken worden gemaakt en dat daarmee
toekomstige stakingen van de baan zijn.
Vraag 2
Deelt u de mening dat OV-medewerkers van cruciaal belang zijn om een Nederland op
een duurzame en veilige manier bereikbaar te houden?
Antwoord 2
Ik deel uw mening dat de inzet die het OV-personeel pleegt van cruciaal belang is
voor goed openbaar vervoer en daarmee om Nederland op een duurzame en veilige manier
bereikbaar te houden.
Vraag 3
Kunt u zich vinden in de stelling dat minimaal koopkrachtbehoud nodig is om voldoende
instroom van nieuwe werknemers te garanderen en om de grote personeelstekorten in
de OV-sector terug te dringen?
Antwoord 3
Binnen dit arbeidsconflict tussen werkgevers en (de vertegenwoordiging van) werknemers
past mij terughoudendheid. Het is daarom niet mijn rol om te benoemen wat nodig is
om voldoende instroom van werknemers te garanderen. Deze taak is belegd bij de werkgevers,
waarbij de concessieverlener uiteindelijk toeziet op de kwaliteit van het OV-aanbod.
Voor het streekvervoer zijn dat de decentrale overheden.
Vraag 4
Wat onderneemt u als bewindspersoon om het beroep van buschauffeur, conducteur of
machinist aantrekkelijker te maken en de werkdruk te verlagen?
Antwoord 4
Het organiseren van goede arbeidsvoorwaarden is de primaire verantwoordelijkheid van
de vervoerders. Ik heb geen rol bij het personeelsbeleid van vervoerders rond de aantrekkelijkheid
van de beroepen buschauffeur, conducteur of machinist of in het kader van de werkdruk.
Wel vind ik het belangrijk dat er binnen de sector aandacht is voor dit onderwerp.
Op 16 februari besprak ik in een bestuurlijke conferentie een aantal actuele ontwikkelingen
en uitdagingen in de OV-sector. Het tekort aan personeel binnen de OV-sector is één
van de aandachtspunten. Verder voeren het Ministerie van Financiën als aandeelhouder
en ik als concessieverlener van het hoofdrailnet gesprekken met de NS over de aanhoudende
personeelstekorten en informeer uw Kamer regelmatig over de door NS genomen maatregelen.
Vraag 5
Klopt de bewering van de Vereniging Werkgevers Openbaar Vervoer dat er bij de werkgevers
in het streekvervoer geen geld is voor een loonsverhoging?3
Antwoord 5
Ik heb geen zicht op de inkomsten en uitgaven bij vervoersbedrijven; dit is onderdeel
van hun bedrijfsvoering waarover zij verantwoording afleggen aan hun aandeelhouders.
Vraag 6
Heeft u zicht op de financiële situatie van de werkgevers in het streekvervoer? Zo
nee, bent u bereid om gegevens hierover op te vragen?
Antwoord 6
Zoals toegelicht in het antwoord op vraag vijf heb ik geen zicht op de financiële
situatie van de werkgevers in het streekvervoer. Binnen dit arbeidsconflict tussen
werkgevers en (de vertegenwoordiging van) werknemers past mij terughoudendheid. Het
organiseren van goede arbeidsvoorwaarden binnen de beschikbare financiële ruimte is
de primaire verantwoordelijkheid van de vervoerders en hun aandeelhouders. Het past
ook niet bij mijn rol om informatie over de bedrijfsvoering op te vragen bij de vervoerders.
Vraag 7
Zou u bereid zijn om commerciële vervoerders in de OV-sector te verbieden winsten
te laten uitkeren aan aandeelhouders? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Nee, daartoe ben ik niet bereid en ook niet bevoegd. Het verbieden van een redelijk
rendement zou in strijd zijn met de regionale afspraken in concessies. Binnen ov-concessies
worden, binnen de kaders van de Wet Personenvervoer 2000, afspraken gemaakt tussen
de concessie verlenende overheid en de vervoerder over de kans op een redelijk rendement.
Hierbij wordt nauwkeurig gekeken wat de risicoverdeling is en welk rendement daarbij
passend wordt geacht. Deze vorm van gedeeltelijke marktwerking in ons ov-systeem wordt
als succesvol en gunstig voor de reiziger ervaren. Zo blijkt ook uit onderzoek dat
ik uw Kamer heb doen toekomen4. Door middel van concurrentie worden vervoerders geprikkeld tot klantgerichtheid
en een op vraag afgestemd aanbod.
Vraag 8
Kunt u binnen of buiten uw begroting extra financiële middelen beschikbaar stellen
om de voortdurende problemen in de OV-sector aan te pakken?
Antwoord 8
Ik heb voor dit jaar extra steun geboden aan de ov-sector door middel van het transitievangnet.
Deze steun loopt op tot maximaal € 150 miljoen.
Vraag 9
Voelt u sympathie voor de suggestie van FNV-bestuurder Van der Gaag die voorstelt
om een bemiddelaar aan te wijzen om de onderhandelingen vlot te trekken? Zo ja, bent
u bereid om hier als bewindspersoon het voortouw in te nemen?5
Antwoord 9
Binnen dit arbeidsconflict tussen werkgevers en (de vertegenwoordiging van) werknemers
past mij terughoudendheid. De rol van bemiddelaar past binnen de arbeidsverhoudingen
in Nederland niet bij een bewindspersoon.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.