Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 21 februari 2023
2023D06224 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij een aantal fracties de behoefte
om aan de Minister van Buitenlandse Zaken enkele vragen en opmerkingen voor te leggen
met betrekking tot de geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken d.d. 21 februari 2023
(Kamerstuk 21 501-02, nr. 2608) en het verslag van de Raad Algemene Zaken d.d. 6 februari 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2607).
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,
Bromet
De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken,
Poulino
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Raad Algemene Zaken van 21 februari 2023. De leden hebben een aantal
aanvullende vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Raad Algemene Zaken van de Minister van Buitenlandse Zaken. Zij hebben nog een aantal
vragen over de brede inzet van het kabinet in de Europese Unie (EU).
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
Raad Algemene Zaken en hebben hier nog enkele vragen/opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
Raad Algemene Zaken en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van
de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 21 februari 2023 en de inzet
van het Koninkrijk der Nederlanden. De leden hebben over de agenda en de daarbij behorende
kabinetsinzet nog enkele vragen.
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van de Raad Algemene
Zaken van 6 februari 2023 en de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van
21 februari 2023 en hebben daar nog enkele vragen over.
Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken d.d. 21 februari 2023
Voorbereiding Europese Raad van 23–24 maart
Economie / concurrentievermogen
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Raad Algemene Zaken d.d. 21 februari verder
voort zal borduren op eerdere discussies over het Green Deal Industrial Plan van de
Europese Commissie. Bij de Europese Raad van 9 en 10 februari jl. is er een akkoord
bereikt over het steunen van het Green Deal Industrial Plan. De precieze uitwerking
hiervan wordt aan de Europese Commissie overgelaten. Hoe verwacht de Minister dat
een verdere uitwerking van het Green Deal Industrial Plan zal verlopen? Op welke termijn
is een definitief plan te verwachten? De leden vragen of het vóór de uiteindelijke
uitwerking van het Green Deal Industrial Plan nog mogelijk is commentaar te leveren.
Voornoemde leden lezen dat het kabinet van mening is dat ter financiering van de versterking
van het Europees concurrentievermogen, bestaande financiële instrumentaria optimaal
benut moeten worden. Aan welke bestaande instrumentaria wordt gedacht? Hoe kan de
Minister voorkomen dat het toekennen van bestaande financiële instrumentaria indirect
zal leiden tot het uitkeren van geblokkeerde fondsen aan Hongarije en Polen? In de
geannoteerde agenda geeft de Minister aan dat hij een voorstander is van het versnellen
van steunprocedures en gerichte verruiming van steunkaders, maar terughoudend wat
betreft een bredere versoepeling. De leden ondersteunen de positie van het kabinet,
ook zij achten het van groot belang dat een gelijk speelveld op de Europese markt
gewaarborgd blijft.
De aan het woord zijnde leden vinden het wel belangrijk om de tijdelijkheid van de
versoepeling van staatssteunregels te waarborgen. Deelt de Minister deze mening? Hoe
zal hij zich hiervoor inzetten? Waar nodig zal gericht beleid noodzakelijk zijn om
strategische sectoren te verduurzamen en te versterken. De leden zijn benieuwd of
de Minister al duidelijk heeft gedefinieerd welke (Nederlandse) sectoren strategisch
zijn. Is de Minister voornemens hier een overzicht van te maken? Zijn er vanuit de
EU richtlijnen bekend gemaakt welke sectoren strategisch zijn? Hebben Nederlandse
sectoren op eigen initiatief reeds het kabinet hierover benaderd? Zo niet, kan het
kabinet Nederlandse sectoren hierover benaderen om zo een duidelijk beeld te creëren?
Is er al een strategie opgezet om bij de Europese Commissie op te komen voor de Nederlandse
strategische sectoren en de toevoeging hiervan aan het Green Deal Industrial Plan,
zo vragen de leden.
De leden van de D66-fractie vragen hoe staat het met de implementatie van de Europese
Green Deal? Verwacht de Minister dat alle wetsvoorstellen uit de Green Deal voor het
einde van de regeerperiode van deze Commissie behandeld zullen zijn? Zo nee, op welke
prioriteiten uit de Green Deal zal de Nederlandse regering inzetten? Tot wanneer mag/kan
de Commissie wetsvoorstellen doen, zodat zij nog op tijd door het Europees Parlement
en de Raad behandeld kunnen worden? De leden vragen welke initiatieven de Minister
heeft ondernomen of gesteund om de strategische autonomie van Europa te bevorderen.
Hoe heeft hij op veiligheidsgebied meer samenwerking gezocht met lidstaten? Kan de
Minister een lijst delen met de Kamer van initiatieven gericht op het vergroten van
de strategische autonomie waar hij aan heeft bijgedragen, zo vragen de leden.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Raad Algemene Zaken naar verwachting verder
zal spreken over het Green Deal Industrial Plan. De leden zijn erg benieuwd hoe de
verschillende lidstaten hierin staan. Zij vragen of de Minister kan aangeven welke
ontwikkelingen hierop nog lopen en hoe hier het speelveld er nu uit ziet. Zijn er
nieuwe ontwikkelingen sinds de afgelopen Europese top, zo vragen zij.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat het
kabinet wil inzetten op het versterken van het lange termijn concurrentievermogen
van de Europese Unie, dat begint bij een sterk economisch fundament, zoals een sterke
en eerlijke interne markt, het waarborgen van een gelijk speelveld, een open economie
en internationale samenwerking, een dynamische en wendbare beroepsbevolking en EU-lidstaten
met gezonde overheidsfinanciën. Deze leden zijn echter benieuwd hoe de Minister specifiek
aankijkt tegen het versterken van de kapitaalmarktunie. Welke mogelijkheden ziet de
Minister hier en welke maatregelen is hij van plan om in deze context voor te stellen
tijdens de besprekingen, zo vragen de leden.
Daarnaast willen voornoemde leden graag terugkomen op één van de onderdelen van het
Green Deal Industrial Plan, namelijk de voorstellen die gaan over het opnemen van
duurzaamheidseisen voor aanbestedingen. Aangezien dit om zo´n 14 procent van de totale
economie gaat, zou er hier een grote stap in de richting van een meer groene economie
gezet kunnen worden. Uiteraard moeten deze afspraken in lijn zijn met de WTO-regels,
en voldoende ruimte laten voor innovatie. Is de Minister het ermee eens dat juist
om binnen Europa een gelijk speelveld te creëren, het belangrijk is om aan deze duurzaamheidseisen
een verplichting te koppelen, zo vragen de leden.
De leden van de Volt-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat de Minister stelt
dat het versterken van het lange termijn concurrentievermogen van de Europese Unie
bij «een sterk economisch fundament, zoals een sterke en eerlijke interne markt, het
waarborgen van een gelijk speelveld, een open economie en internationale samenwerking,
een dynamische en wendbare beroepsbevolking en EU-lidstaten met gezonde overheidsfinanciën»
begint. Hoe rijmt de Minister de stelling over het belang van een sterke en eerlijke
interne markt voor het lange termijn concurrentievermogen van de Europese Unie met
het standpunt van het kabinet voor tijdelijke gerichte staatssteunversoepelingen?
De premier gaf vorige week tijdens het debat over de Europese top aan dat Nederland
met het herstelfonds eenmalig een uitzondering heeft gemaakt voor het sluizen van
geld van lidstaten die het zelf kunnen financieren naar lidstaten die dat niet kunnen;
in ruil voor hervormingen. Het idee hierachter, volgens de premier, was dat landen
het de volgende keer dan zelf kunnen financieren. Gaat de Minister er, net als de
premier, vanuit dat de lidstaten die niet zelf het herstel van corona konden financieren
nu al de hervormingen hebben doorgevoerd, daar de financiële vruchten van plukken
en dus in gelijke mate in staat zijn om staatssteun te verlenen aan hun nationale
bedrijven als Nederland en Duitsland? Is de Minister het ermee eens dat de Nederlandse
economie gebaat is bij een sterke Europese economie? Dat het verdelen van een Europees
fonds dus niet gezien moet worden als hulp aan een lidstaat dat het anders niet kan
betalen, maar eerder als een investering in het gezamenlijke sterke economische fundament
dat het lange termijn concurrentievermogen van de Europese Unie versterkt, zo vragen
de leden.
Voornoemde leden lezen verder dat het kabinet inzet op 1) het versnellen van de energietransitie;
2) het versterken van het investeringsklimaat van de EU; en 3) een ambitieuze groene
handelsagenda. Welke situaties voorziet de Minister waarin de eerste twee punten kunnen
conflicteren? Welke afwegingen worden er dan gemaakt, vragen de leden.
De aan het woord zijnde leden lezen in het verslag van de vorige Raad Algemene Zaken
dat verschillende lidstaten de noodzaak van een behoefteanalyse hebben benoemd voordat
gesproken kan worden over een soevereiniteitsfonds. In de geannoteerde agenda wordt
het woord «probleemanalyse» genoemd. Wat verstaat de Minister precies onder deze behoefteanalyse
of probleemanalyse? Betekent dit dat de Europese Commissie eindelijk in kaart gaat
brengen wat de cruciale productieprocessen zijn die we in Europa willen behouden voor
de groene en digitale transitie? Welke tijdlijn verwacht de Minister bij deze probleemanalyse?
Doelt de Minister op een schatting van de kosten om een beter beeld te krijgen of
bestaande fondsen toereikend zijn? De leden zijn van mening dat er voor een gedegen
oplossing eerst een duidelijke inventarisatie nodig is van de cruciale productieprocessen
die we in Europa willen behouden voor de groene en digitale transitie. Deelt de Minister
deze mening, zo vragen zij.
Europees semester
De leden van de Volt-fractie lezen in de Kamerbrief over Kabinetsreactie herfstpakket
Europese Commissie van 19 december jl. dat de Europese Commissie in de Annual Sustainable
Growth Survey lidstaten oproept om in 2023 de steun om de gevolgen van de hoge energieprijzen
te verzachten beter te richten op kwetsbare huishoudens en bedrijven. De leden lezen
ook dat de Commissie zich zorgen maakt om het gebrek aan prikkels om energie te besparen.
Het kabinet onderschrijft het belang van gerichte en tijdelijke maatregelen voor kwetsbare
huishoudens en bedrijven in het kader van de energiecrisis. Maar wat gaat de Minister
dan specifiek anders doen in 2023, zo vragen de leden.
Migratie
De leden van de VVD-fractie lezen dat het de inzet is van de Minister om het thema
migratie hoog op de Europese agenda te houden. Hoe ziet het krachtenveld in de Europese
Unie er sinds de afgelopen Europese Raad rond het thema migratie uit? Kan de Minister
zich actief blijven inzetten om de Europese Commissie ertoe aan te zetten juiste investeringen
te doen voor het bewaken van onze Europese buitengrenzen, zo vragen de leden.
De leden van de CDA-fractie zouden graag zien dat er meer grip op migratie komt. Op
dit moment is het nog onzeker of dit onderwerp geagendeerd wordt voor de volgende
Europese Raad. Deze leden vragen of de Minister bereid is dit onderwerp in de Raad
Algemene Zaken te agenderen en voor de Europese top om het gesprek over migratie open
te houden binnen Europa.
Rusland / Oekraïne
De leden van de VVD-fractie hechten veel belang aan onverminderde steun voor Oekraïne.
Ze zijn verheugd dat recentelijk is besloten om moderne tanks te leveren en zijn ervan
overtuigd dat blijvende wapensteun essentieel is voor de Oekraïense oorlogsinspanning.
Deze leden zijn dan ook tevreden over de lijn van het kabinet om zich in te blijven
zetten voor zoveel mogelijk militaire, financiële en humanitaire steun. De leden maken
zich zorgen over berichten dat de Russen erin slagen sancties succesvol te omzeilen.
Het kabinet geeft aan zich te blijven inzetten voor maatregelen tegen sanctieomzeilingen.
Is het de Minister duidelijk op welke manier sancties worden omzeild? Wordt dit gefaciliteerd
door derde landen? Is er de mogelijkheid om tegen deze facilitators van sanctieomzeiling
op te treden, zo vragen de leden.
De leden van de CDA-fractie merken op dat het inmiddels bijna een jaar geleden is
dat de Oekraïne oorlog is begonnen. De leden zien berichten dat Duitsland zelf munitie
gaat produceren om te kunnen leveren aan Oekraïne omdat dit schaars begint te worden.
Zij vragen zich af of er in Europees verband op de Raad Algemene Zaken nog verder
gesproken wordt over de noden van Oekraïne om een aanstaande aanval van Rusland af
te slaan. Kan de Minister reflecteren wat wij binnen de Europese Unie nog kunnen verwachten
uit solidariteit met Oekraïne op korte termijn, zo vragen de leden.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat het
kabinet zich blijft inzetten voor het verhogen van de druk op Rusland om zijn agressie
te beëindigen. Kan de Minister een laatste stand van zaken geven als het gaat om de
juridische mogelijkheid tot het confisqueren van Russische tegoeden in Europa? Op
welke momenten in de toekomst zal daarover gesproken worden door de Europese Commissie
of de Europese Raad, en als dit nog niet gepland staat is de Minister dan bereid om
dit zelf te agenderen, zo vragen de leden.
Verder zijn de aan het woord zijnde leden benieuwd welke maatregelen Nederland binnen
de Europese Unie zal voorstellen als het gaat om het tegengaan van sanctieomzeiling
via derde landen, zoals bijvoorbeeld in het geval van de Nederlandse chips die via
Chinese bedrijven in Russische wapens terecht kwamen. Wat is de concrete inzet van
de Minister hier, aangezien dat in de geannoteerde agenda niet verder wordt uitgewerkt,
zo vragen de leden.
Voornoemde leden zijn benieuwd dat als het gaat over de toetreding van Oekraïne tot
de Europese Unie, de Minister de mening deelt dat juist nu de hoop op een Europese
toekomst voor Oekraïne van essentieel belang is. Ook zijn de leden benieuwd welke
landen in dit opzicht nu het meest terughoudend zijn als het gaat om de voortgang
van het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne van de Europese Unie, en of de Minister
bereid is om in gesprek te gaan met deze landen om het belang van een helder en hoopvol
tijdspad aan te kaarten.
De leden van de Volt-fractie prijzen de inzet van het kabinet voor zoveel mogelijk
militaire, financiële en humanitaire steun aan Oekraïne. Het is een kwestie van een
lange adem, maar we mogen de strijd voor de onafhankelijkheid van Oekraïne niet opgeven.
De leden vragen de Minister om ook oog te hebben voor de precaire situatie van Moldavië.
Russische raketten die vanaf de Zwarte Zee zijn gelanceerd om doelen in West-Oekraïne
te raken, vliegen ook vaak over het noordoostelijke deel van Moldavië. Bovendien kan
de separatistische regio Transnistrië door Rusland gebruikt worden als een verzamelplaats
voor Russische operaties tegen Oekraïne of Moldavië. Op 10 februari nam premier Natalia
Gavrilița ontslag, daarbij verwijzende naar een gebrek aan publieke steun voor haar
regering bij haar inspanningen om hoofd te bieden aan de gevolgen van de oorlog in
Oekraïne en de niet aflatende inspanningen van Rusland om haar land te destabiliseren.
Twee dagen later zei president Maia Sandu dat Rusland een staatsgreep aan het plannen
was, «om de legitieme macht van Chisinau te vervangen door een onwettige». Moldavië
heeft om luchtverdedigingssystemen gevraagd. Is de Minister het ermee eens dat urgentie
om Moldavië bij te staan tegen de agressie van het Russische regime zeer hoog is?
Nu is er nog een democratisch verkozen regering aan de macht en kan de Europese Unie
die regering nog bijstaan. Wat betekent het volgens de Minister voor de veiligheid
van Roemenië als er in Moldavië een pro-Russische regering voor in de plaats is komt?
Wat zouden de gevolgen zijn voor de strijd van Oekraïne tegen Rusland? Zijn er toezeggingen
gedaan door lidstaten om Moldavië te voorzien van luchtverdedigingssystemen? Welke
andere maatregelen worden er genomen om Moldavië te beschermen? Hoe groot schat de
Minister de kans in dat het Russische regime er in slaagt om een coup d»état in Moldavië
te orkestreren en welke acties onderneemt de Europese Unie om dit te voorkomen? Welke
mogelijke scenario’s ziet de Minister nog meer ontvouwen in Moldavië en op welke manier
is de Minister van plan daarop te reageren? Is de Minister bereid zijn Europese collega’s
op te roepen nu voor Moldavië in actie te komen, zo vragen de leden
Overig
Poolse Rechtsstaat
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van berichtgeving over een Poolse
hervormingswet waarmee wordt beoogd de rechterlijke macht te hervormen conform aanbeveling
van de Europese Commissie. Deze wet wordt op dit moment geblokkeerd door de Poolse
president. Deze leden zijn benieuwd hoe de Minister de Poolse hervormingswet beoordeelt.
Zijn de voorgestelde hervormingen structureel? Staat de Minister bij aanname van deze
wet welwillend ten opzichte van. uitkering van een deel van de geblokkeerde RRF-fondsen
aan Polen? Kan hij steun uitspreken aan de Europese Commissie om voet bij stuk te
houden als de hervormingen niet voldoende zijn, zo vragen de leden.
De leden van de D66-fractie hebben vragen over het rechtsstaatmechanisme. Hoe succesvol
acht de Minister het rechtsstaatmechanisme tot nu toe? Wat is er door de Minister
ondernomen om het effectief te laten uitwerken? Kan hij het Europese krachtenveld
schetsen op dit thema? Op dit moment zijn zowel aan Polen en Hongarije de Recovery
and Resilience Facility -fondsen vrijgeven onder voorbehoud van een aantal mijlpalen.
Polen heeft op dit moment een wetsvoorstel in behandeling waarmee zij verwachten die
mijlpalen te halen. Het wetsvoorstel is nu naar het Poolse hof gestuurd voor een bindend
oordeel. Is de verwachting dat het voorstel een positief oordeel krijgt van het Hof
en bekrachtigd zal worden door de Poolse premier, aangezien het Hof effectief door
de conservatief-nationalistische partij Prawo i Pprawiediiwosc (PiS) gecontroleerd
wordt? Voor zover bekend bij de Minister, is de Europese Commissie voornemens het
RRF vrij te geven als de genoemde Poolse wet door Duda bekrachtigd wordt? Zo ja, deelt
de Minister de inzet van de Europese Commissie? De leden hebben ook vernomen dat door
de Poolse senaat een verzoek is gedaan bij de Venetië Commissie om een oordeel te
vellen over de Poolse wet. Is de Minister bereid zich ervoor in te zetten dat het
vrijgeven van het RRF uitgesteld zal worden tot de Venetië Commissie het wetsvoorstel
op zijn waarde heeft kunnen beoordelen, en het oordeel mee te wegen in de beslissing
om wel of niet het RRF-geld vrij te geven, zo vragen de leden.
Hongaarse LGBTIQ+-wet
De leden van de VVD-fractie maken zich ernstige zorgen over de leden van de LGBTIQ+
gemeenschap in Hongarije. Op 22 juli heeft de Europese Commissie besloten Hongarije
voor het Hof van Justitie van de Europese Unie te dagen vanwege een Hongaarse anti-LGBTIQ+
wet, welke discrimineert op grond van seksuele geaardheid en genderidentiteit. Gepaard
met deze wet is er een toename aan LGBTIQ+ fobische handeling en een steeds vijandiger
publiek debat. Vanwege het proces bij het Hof van Justitie van de Europese Unie hebben
EU-lidstaten tot 27 maart 2023 om zich bij de Europese Commissie aan te sluiten door
«written observations» over de zaak aan te maken. Voornoemde leden achten het van
groot belang dat de rechten van de LGBTIQ+ gemeenschap in Hongarije wordt beschermd.
Deelt de Minister deze positie? Overweegt hij de zogenoemde «written observations»
aan te maken? Welke verdere stappen kunnen gezet worden om de Hongaarse regering onder
druk te zetten LGBTIQ+ rechten te respecteren en te beschermen, zo vragen de leden.
De leden van de D66-fractie zien dat België de Europese Commissie zal ondersteunen
in de procedure voor het Europees Hof van Justitie tegen de schending van LHBTI+-rechten
door Hongarije, en hebben hier een aantal vragen over. De leden vragen zich af of
de Minister voornemend is om als Nederland zich ook te voegen bij het ondersteunen
van deze procedure. LHBTI+-rechten staan in Hongarije onder toenemende druk. Het schenden
van LHBTI+-rechten en daarmee van mensenrechten staat haaks op de vrije rechtsorde
binnen de Europese Unie en raakt daarmee de kern die ons als Europese lidstaten verbindt.
Het is daarom van groot belang dat naast de Europese Commissie ook lidstaten proactief
reageren op deze zorgelijke schending van mensenrechten door een lidstaat. Hoe gaat
de Minister dit aanpakken? Gaat hij ook steun uitspreken voor de procedure voor het
Europees Hof van Justitie tegen Hongarije? De leden zien dat drie ngo’s een oproep
hebben gedaan aan Europese lidstaten om schriftelijke observaties over de zaak in
te dienen bij het Europees Hof van Justitie. Heeft de Minister al gehoor gegeven aan
deze oproep? Zo nee, is hij van plan om schriftelijke observaties in te dienen bij
het Europees Hof van Justitie, zo vragen de leden.
Voortgang EU-beleid
De leden van de D66-fractie vragen zich af welke Europese belastingen al volledig
zijn geïmplementeerd: digitale dienstenbelasting, vliegtaks, CO2-grensheffing en minimumtarief voor winstbelasting? Deze middelen worden op nationaal
niveau geïncasseerd, hoeveel daarvan vloeit door naar de Europese kas? Kan de Minister
het Europese krachtenveld geven per belastinginitiatief? In een eerder debat heeft
het kabinet aangegeven dat het nog niet altijd wil lukken de invoerrechten die Nederland
aan de EU moet afstaan te verhalen op importeurs, in welk aandeel van de gevallen
is dat zo, en wat is de budgettaire grootte van deze stroom per jaar, zo vragen de
leden.
Voornoemde leden merken vooralsnog weinig voortgang op de wens om het vetorecht in
de Europese Unie af te schaffen, terwijl de twee grootste lidstaten zich met ons hierover
uit hebben gesproken. Hoe heeft de Minister zich tot nu toe ingezet om het afschaffen
van het vetorecht te bewerkstelligen? Met welke landen heeft hij contact onderhouden
en welke lidstaten heeft hij aan onze zijde kunnen scharen? Met welke collegaministers
heeft hij diplomatiek contact gehad om dit te bewerkstelligen? Kan hij een lijst van
gesprekken die hij heeft gevoerd aan de Kamer verschaffen? Wat waren de uitkomsten
van deze gesprekken, zo vragen de leden.
De aan het woord zijnde leden vragen zich ook af in welke fase de voorgenomen oprichting
van een Europese veiligheidsraad zich bevindt. Hoe ziet het Europese krachtenveld
over dit voorstel er op dit moment uit? Welke concrete voorstellen zijn er vanuit
de zijde van de Minister gedaan? Met welke landen onderhoudt hij contact over het
oprichten van de Europese Veiligheidsraad? Met wie heeft de Minister gesprekken gevoerd?
Brengt hij dit onderwerp ook op in uw contacten met uw Britse evenknie? Hoe staat
het Verenigd Koninkrijk tegenover dit initiatief, zo vragen de leden.
De leden vragen zich hiernaast af hoe het ervoor staat met de voorgenomen vergroting
van de transparantie en zichtbaarheid van het EU-besluitvormingsproces. Hoe heeft
de Minister zich ingespannen om EU-besluitvorming transparanter en zichtbaarder te
maken? De leden zien dat Europarlementsleden individuele Eurocommissarissen nog niet
kunnen controleren. Zie bijvoorbeeld de discussie die recent ontstond over de rol
van de Hongaarse Eurocommissaris. Wat heeft de Minister tot nu toe gedaan om dit te
veranderen? Met welke collega’s heeft hij contact over dit onderwerp?
De leden van de SP-fractie lezen dat in antwoorden op vragen van de leden de regering
aangeeft dat sponsoring door bedrijven van EU-functionarissen «in beginsel niet ongewenst
is». Het zou zelfs faciliteren in de logistiek. Hoe kan de Minister zo naïef zijn
over deze praktijken? Waarom staat hij niet vierkant achter het feit dat overheden
volstrekt onafhankelijk moeten zijn? Hoe voorkomt de Minister belangenverstrengeling
als bedrijven EU-voorzitters mogen sponsoren, zo vragen de leden.
Aardbevingen Turkije/Syrië
De leden van de CDA-fractie leven erg mee met de mensen die getroffen zijn door de
aardbeving in Turkije en Syrië. De leden zijn dan ook van mening dat waar mogelijk
wij als Nederland bij moeten dragen aan de wederopbouw in deze landen en dat de toegang
voor humanitaire hulpverleners niet geblokkeerd mag worden. Zij vragen de Minister
of dit onderwerp nog geagendeerd gaat worden voor de Raad Algemene Zaken en hier besproken
gaat worden. Wordt er al nagedacht over een Europese samenwerking om hulp te bieden?
De leden van de Volt-fractie hebben gezien dat de Wereldgezondheidsorganisatie de
aardbevingen in Turkije en Syrië de ergste Europese natuurramp in 100 jaar noemt.
De Verenigde Naties stellen dat de internationale gemeenschap Syrië in de steek heeft
gelaten. Het Rode Kruis heeft gevraagd om de sancties op olie voor Syrië op te heffen
zodat ambulances weer benzine kunnen krijgen om slachtoffers te helpen. De Verenigde
Staten hebben voor de komende zes maanden de sancties op financiële transacties opgeheven
zodat mensen geld kunnen sturen naar familieleden, vrienden en hulporganisaties. Hoe
beziet de Minister deze gerichte versoepeling van sancties in het licht van deze ramp?
Is de Minister bereid om bij zijn Europese collega’s te pleiten voor het gericht tijdelijk
opheffen van de sancties op Syrië; met name voor: financiële transacties, olie en
diesel en bouwmaterieel? Waarbij de Europese Unie alle sancties tegen personen, denk
aan overheidsfunctionarissen, handlangers, terroristen, overeind kan houden. Om zo
te zorgen dat de slachtoffers van de ramp beter geholpen kunnen worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken -
Mede ondertekenaar
J.T. Poulino, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.