Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Peter de Groot over het bericht ‘Stijging erfpacht wekt wrevel: 'Waarom geen plafond, net als bij huren?'
Vragen van het lid Peter de Groot (VVD) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Stijging erfpacht wekt wrevel: «Waarom geen plafond, net als bij huren?»» (ingezonden 16 december 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
            14 februari 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1215.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Stijging erfpacht wekt wrevel: «Waarom geen plafond,
               net als bij huren?»» van AT5?1
Antwoord 1
            
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat een dusdanige exorbitante stijging van de erfpacht niet door
               de beugel kan, gelet op de stijgende inflatie en hoge energiekosten?
            
Antwoord 2
            
De inflatie was het afgelopen jaar ongekend hoog, het college van de gemeente Amsterdam
               kiest er voor deze inflatie door te berekenen in de canonbetaling van de erfpachters.
               Erfpachters zijn met de gemeente een overeenkomst aangegaan waarbij de erfpacht met
               de inflatie gecorrigeerd wordt, in zoverre wordt voldaan aan het met beider instemming
               overeengekomen contract.
            
Het college staat op basis van de afgesloten erfpachtovereenkomsten in zijn recht.
               Ik zie in het land tal van gemeenten die de hoge inflatie niet in gemeentelijke tarieven,
               zoals leges, doorberekenen. Voor erfpacht had evengoed, eenzijdig door het college
               kunnen worden besloten deze canonstijging voor particuliere woonbestemmingen te matigen.
            
Vraag 3
            
Deelt u de mening dat deze kostenstijging voor huiseigenaren om de begroting van de
               gemeente Amsterdam rond te krijgen ronduit oneerlijk is?
            
Antwoord 3
            
Ik ga er niet vanuit dat de doelstelling van het college hier het rondkrijgen van
               de begroting van de gemeente Amsterdam is. Zie verder ook mijn antwoord op vraag 2.
            
Vraag 4
            
Heeft u mogelijkheden om deze exorbitante stijging van de erfpacht tegen te gaan?
               Bent u voornemens in te grijpen in deze exorbitante stijging van de erfpacht?
            
Antwoord 4
            
Voor wat betreft erfpacht heb ik, in tegenstelling tot bij huurovereenkomsten, geen
               wettelijke basis waarop ik een ingreep in de inflatiecorrectie in de overeengekomen
               erfpachtcanon kan baseren. De ruimte om hier eenzijdig een voor de erfpachter gunstige
               correctie op aan te brengen, ligt bij het college van burgemeester en wethouders.
               Weliswaar is erfpacht een collegebevoegdheid, maar dat sluit niet uit dat het college
               vanuit de gemeenteraad op het gevoerde beleid kan worden aangesproken.
            
Vraag 5
            
Verwacht u dat meer gemeentes dusdanige stijgingen door gaan voeren en wat gaat u
               eraan doen om dit te voorkomen?
            
Antwoord 5
            
Ik zie in het land tal van gemeenten die de hoge inflatie niet in gemeentelijke tarieven,
               zoals leges, doorberekenen. Er is vanwege de veelvoud aan de bij uitgegeven erfpachtrechten
               geldende algemene bepalingen geen goede inschatting te maken van hoeveel gemeenten
               deze inflatie gaan doorrekenen. In tegenstelling tot bij huurovereenkomsten, heb ik
               geen wettelijke basis waarop ik een ingreep in de overeengekomen erfpachtcanon kan
               baseren.
            
Vraag 6
            
Welke mogelijkheden heeft u om te sturen op meer regulering van het gehele erfpachtstelsel,
               mede gelet op het feit dat u regie neemt en wel ingrijpt in alle andere huursegmenten?
            
Antwoord 6
            
Erfpacht is een privaatrechtelijk instrument, beschreven in het Burgerlijk Wetboek
               (Boek 5, Titel 7). Een gemeentebestuur kan het inzetten als onderdeel van haar grondbeleid.
               Erfpacht is een beperkt recht dat een eigenaar kan vestigen om een ander het gebruik
               van de eigendom te geven. In het geval dat de gemeente haar eigendom in erfpacht uitgeeft,
               stelt dit haar in staat nadere, privaatrechtelijke, voorwaarden te stellen aan het
               gebruik van de grond. Dat doet zij door een (periodieke) vergoeding te vragen voor
               het gebruik.
            
Vraag 7
            
Deelt u de mening dat, gezien de extreme omstandigheden, de stijging van het erfpachtcanon
               niet meer gekoppeld zou moeten zijn aan inflatie, maar aan de stijging van de lonen?
            
Antwoord 7
            
Deze mening deel ik niet. In deze casuïstiek zou een canonstijging gebaseerd op de
               gemiddelde stijging van lonen gunstiger zijn geweest voor de erfpachter. Een andere
               grondslag zou in andere situaties voor de erfpachter ongunstige uitkomsten kunnen
               bieden. De toekomstige stijging van lonen is immers, evengoed als de toekomstige inflatie,
               ongewis.
            
Vraag 8
            
Wat betekent deze situatie voor de mensen van het zelfbouwproject in Oost als zij
               de stijging niet kunnen betalen, gelet op het feit dat ze de eerste vijf jaar niet
               mogen verkopen en dus geen kant op kunnen?
            
Antwoord 8
            
Wat dit betekent voor mensen in het zelfbouwproject verschilt sterk per huishouden.
               Zo wisselt de canon voor woningen door de stad heen sterk, afhankelijk van de locatie
               en type woning. Als deze huishoudens een canon van € 5.200 per jaar betalen, betekent
               de indexering een toename van 8,6%, zijnde ca. € 450. Voor de erfpachtcanon geldt
               dat hij in de regel fiscaal aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting. De bovengenoemde
               canonstijging wordt daarmee dus gedempt. Het gaat om een brutonettoverschil van ongeveer
               1/3e van de canonstijging.
            
De geschetste situatie kan, zeker met oog op de prijsstijgingen die huishoudens ook
               ervaren op de andere kosten van wonen en levensonderhoud, resulteren in een moeilijke
               situatie voor de bewoners. Ik vertrouw er echter op dat de gemeente deze keuze ook
               met oog op de bewoners weloverwogen heeft gemaakt. De bewoners zijn echter zelf met
               de gemeente een overeenkomst aangegaan waarbij de erfpacht met de inflatie gecorrigeerd
               wordt, en daar kan ik niet op ingrijpen.
            
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam verwacht in antwoord op vragen
               uit de gemeenteraad echter dat er nagenoeg geen erfpachter-bewoners in financiële
               problemen komen door de canonstijging2. Erfpachters die hun canon niet kunnen betalen kunnen bij de gemeente Amsterdam een
               betalingsregeling aanvragen voor de canon.
            
Op de zelfbouwwoningen in Oost zit een verkoopbeding, om speculatie te voorkomen.
               Mochten de zelfbouwers om financiële redenen onder dit verbod uit willen komen dan
               biedt de gemeente daar mogelijkheden voor. Het is dus niet zo dat de erfpachter-bewoners
               geen kant op kunnen.
            
Vraag 9
            
Kunt u reflecteren op het feit dat de gemeente ervoor heeft gezorgd dat een negatieve
               inflatie – deflatie – niet resulteert in een lagere erfpacht?
            
Antwoord 9
            
Dat negatieve inflatie niet resulteert in een lagere canon is het resultaat van privaatrechtelijke
               afspraken tussen een erfpachter en erfverpachter. Hoe de inflatie wordt doorberekend
               in de canon is derhalve niet door de gemeente opgelegd, maar door de erfpachter en
               erfverpachter overeengekomen. Uiteraard kan de gemeenteraad ook hierover het college
               aanspreken.
            
Naast een belangrijke rol voor de gemeenteraad, vind ik het ook uitermate belangrijk
               dat beide partijen bij een dergelijke privaatrechtelijke overeenkomst goed op de hoogte
               zijn van de inhoud van hun recht. Het gaat dan om de overeengekomen rekenmethodes,
               de mogelijkheden om op te komen tegen wijzigingen, hoe betalingsachterstanden te voorkomen
               en welke rechterlijke procedures worden gevolgd indien erfpachtgeschillen niet in
               der minne met de eigenaar (gemeente) opgelost worden.
            
Ik wijs er nog op dat naar aanleiding van de moties (moties Geurts en Grinwis3) die tijdens de behandeling van de Initiatiefnota van het lid Koerhuis over erfpacht
               zijn aangenomen, een onderzoek naar erfpachtvoorwaarden heb laten uitvoeren. De resultaten
               van dit onderzoek zijn op dinsdag 7 februari met uw Kamer gedeeld4. In vervolg daarop, en mede op basis van deze moties, zal ik ook een handreiking
               over gemeentelijke erfpacht opstellen.
            
Deze handreiking zal gemeenten ondersteunen bij het opstellen van moderne erfpachtvoorwaarden
               en zo bijdragen aan de verbetering van de positie van erfpachter. Het gaat daarbij
               vooral om «best practices» die, mede op basis van het onderzoek dat u binnenkort zult
               ontvangen, naar voren zijn gekomen. De wijze waarop met onder meer inflatie, canonbetalingen
               en afkoop kan worden omgegaan zal hiervan mede onderdeel worden.
            
Vraag 10
            
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden en kunt u deze vragen op korte termijn
               beantwoorden zodat excessen tijdig kunnen worden tegengegaan?
            
Antwoord 10
            
Ja, dat kan ik. Ik heb er echter voor gekozen het antwoord op vragen 2 en 3 te bundelen
               in mijn antwoord op vraag 2.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.