Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over myocarditis
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over myocarditis (ingezonden 27 januari 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 februari
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de volgende zin in uw beantwoording van eerdere Kamervragen van
het lid Van Houwelingen: «De consensus in de beschikbare wetenschappelijke literatuur,
waar de onderzoekers in het genoemde artikel ook naar verwijzen, is dat de kans op
myocarditis aanzienlijk hoger is bij een infectie met SARS-CoV-2 dan na een vaccinatie.»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het correct dat wat betreft deze «consensus» wordt verwezen naar noot 24 van het
genoemde artikel, waarin wordt gewezen op een ingezonden brief uit 2020 van twee paginas
met als titel: «COVID-19 associated viral myocarditis: does it exist?»?
Antwoord 2
Nee. In mijn beantwoording op schriftelijke vragen van het lid Van Houwelingen (FvD)
van 19 december jl. heb ik gewezen op het bestaan van wetenschappelijke consensus
over het feit dat de kans op myocarditis aanzienlijk hoger is bij een infectie met
SARS-CoV-2 dan na een COVID-vaccinatie. Ik heb daarbij aangegeven dat dit wordt beaamd
in het artikel naar aanleiding waarvan het lid Van Houwelingen (FvD) zijn schriftelijke
vragen van 19 december jl. heeft gesteld. De conclusie dat de kans op myocarditis
aanzienlijk hoger is na infectie met SARS-CoV2 dan na een vaccinatie is niet gebaseerd
op één bron, maar op vele wetenschappelijke studies naar dit onderwerp. Ik ben hier
onder meer op ingegaan in mijn antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Van
Haga (Groep Van Haga) van 6 juli jl.2, 25 augustus jl.3 en 8 september jl.4 De beschikbare wetenschappelijke literatuur over de geringe kans op myocarditis na
COVID- vaccinatie en over het risico op myocarditis na een infectie wordt meegewogen
in de advisering van de Gezondheidsraad en het OMT-Vaccinaties (OMT-V).5, 6, 7, 8, 9, 10
Vraag 3
Hoe verhoudt «de consensus in de beschikbare wetenschappelijke literatuur» waar u
naar verwijst zich tot een in 2022 gepubliceerd artikel gebaseerd op onderzoek bij
in totaal bijna 800.000 (ongevaccineerde) Israëliërs op basis waarvan het volgende
wordt geconcludeerd: «Post COVID-19 infection was not associated with either myocarditis
(aHR 1.08; 95% CI 0.45 to 2.56) or pericarditis (aHR 0.53; 95% CI 0.25 to 1.13). We
did not observe an increased incidence of neither pericarditis nor myocarditis in
adult patients recovering from COVID-19 infection.»?11
Antwoord 3
Zie mijn antwoord op vraag 2. De Israëlische studie waar in de vraagstelling naar
wordt verwezen vergelijkt het risico op myocarditis tussen mensen die COVID-19 hebben
doorgemaakt en personen die nog geen COVID-19 hebben doorgemaakt. Dit staat los van
de consensus dat de kans op myocarditis kleiner is na een vaccinatie dan na een infectie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.