Schriftelijke vragen : Het nieuws dat er een vijfdaagse staking plaatsvindt in het openbaar vervoer
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het nieuws dat er een vijfdaagse staking plaatsvindt in het openbaar vervoer (ingezonden 10 februari 2023).
Vraag 1
Hoe kijkt u naar het nieuws dat werknemers in het streekvervoer en het multimodaal
vervoer opnieuw massaal het werk hebben neergelegd voor betere arbeidsvoorwaarden,
meer waardering en een lagere werkdruk?1, 2
Vraag 2
Deelt u de mening dat OV-medewerkers van cruciaal belang zijn om een Nederland op
een duurzame en veilige manier bereikbaar te houden?
Vraag 3
Kunt u zich vinden in de stelling dat minimaal koopkrachtbehoud nodig is om voldoende
instroom van nieuwe werknemers te garanderen en om de grote personeelstekorten in
de OV-sector terug te dringen?
Vraag 4
Wat onderneemt u als bewindspersoon om het beroep van buschauffeur, conducteur of
machinist aantrekkelijker te maken en de werkdruk te verlagen?
Vraag 5
Klopt de bewering van de Vereniging Werkgevers Openbaar Vervoer dat er bij de werkgevers
in het streekvervoer geen geld is voor een loonsverhoging?3
Vraag 6
Heeft u zicht op de financiële situatie van de werkgevers in het streekvervoer? Zo
nee, bent u bereid om gegevens hierover op te vragen?
Vraag 7
Zou u bereid zijn om commerciële vervoerders in de OV-sector te verbieden winsten
te laten uitkeren aan aandeelhouders? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Kunt u binnen of buiten uw begroting extra financiële middelen beschikbaar stellen
om de voortdurende problemen in de OV-sector aan te pakken?
Vraag 9
Voelt u sympathie voor de suggestie van FNV-bestuurder Van der Gaag die voorstelt
om een bemiddelaar aan te wijzen om de onderhandelingen vlot te trekken? Zo ja, bent
u bereid om hier als bewindspersoon het voortouw in te nemen?4
Indieners
-
Gericht aan
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.