Amendement : Amendement Van der Graaf en Chris Simons over een uitkomstdrempel
36 160 Voorstel van wet van het lid Leijten houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum
Nr. 12
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER GRAAF EN CHRIS SIMONS
Ontvangen 8 februari 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel II, onderdeel B, wordt het voorgestelde artikel 89d als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een bij de wet te bepalen representatief en haalbaar deel
omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen» vervangen door
«ten minste gelijk is aan een meerderheid van het aantal bij de meest recente verkiezingen
van de leden van de Tweede Kamer uitgebrachte geldige stemmen».
2. In het tweede lid wordt «het in het eerste lid bedoelde deel omvat van hen die gerechtigd
waren aan het referendum deel te nemen» vervangen door «ten minste gelijk is aan een
meerderheid van het aantal bij de meest recente verkiezingen van de leden van de Tweede
Kamer uitgebrachte geldige stemmen».
3. Het derde lid vervalt.
II
In artikel II, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 128a, tweede lid, «een
bij wet te bepalen representatief en haalbaar deel omvat van hen die gerechtigd waren
aan het referendum deel te nemen» vervangen door «ten minste gelijk is aan een meerderheid
van het aantal bij de meest recente verkiezingen van de leden van de provinciale staten
onderscheidenlijk de gemeenteraad uitgebrachte geldige stemmen».
III
In artikel II, onderdeel D, wordt in het voorgestelde artikel 133a, tweede lid, «een
bij wet te bepalen representatief en haalbaar deel omvat van hen die gerechtigd waren
aan het referendum deel te nemen» vervangen door «ten minste gelijk is aan een meerderheid
van het aantal bij de meest recente verkiezingen van de leden van het algemeen bestuur
van dat waterschap uitgebrachte geldige stemmen».
Toelichting
Met dit amendement wordt een uitkomstdrempel van de meerderheid (de helft +1) van
het aantal bij de meest recent gehouden Tweede Kamerverkiezingen uitgebrachte stemmen,
in de Grondwet vastgelegd. Uitgangspunt van de indiener is dat het bindend correctief
bindend referendum als een aanvulling op de representatieve democratie functioneert.
Het corrigeren van een parlementaire meerderheidsbeslissing is alleen te aanvaarden
als een substantieel deel van de kiesgerechtigde bevolking zich erover uitspreekt.
Het instrument zal niet lichtvaardig moeten worden ingezet, toepassing ervan behoort
een uitzondering te zijn Het referendum moet immers geen inbreuk maken op het representatieve
stelsel, maar de kiezers de mogelijkheid geven aan de noodrem te trekken als dit stelsel
in hun ogen niet goed functioneert. Het bestaan van, en de hoogte van een uitkomstdrempel
is hierbij randvoorwaardelijk. Daarom achten indieners het wenselijk dat de hoogte
van deze drempel in de Grondwet is opgenomen. Voor de invulling van deze drempel,
hechten indieners aan de advisering van de Raad van State. Deze stelt het volgende:
gegeven het uitgangspunt dat het bindend correctief referendum een aanvulling is op
representatieve democratie is het corrigeren van een parlementaire meerderheidsbeslissing
alleen te aanvaarden als een substantieel deel van de burgers die mogen stemmen zich
tegen die beslissing uitspreekt. De Raad van State vindt hierbij een meerderheid die
overeenkomt met de helft van de gemiddelde opkomst bij Tweede Kamerverkiezingen, passend.
Indieners volgen de Raad van State in deze redenering maar kiezen voor een andere
invullingswijze om tot dit aantal te komen. Om ook in de toekomst aan de systematiek
van de helft van de verkiezingsopkomst te voldoen, stellen indieners voor een meerderheid
(de helft + 1) van het aantal kiezers dat bij de meest recente Tweede Kamerverkiezingen
zijn stem heeft uitgebracht, als uitkomstdrempel te hanteren. Dit doet ook bij verschuivingen
in opkomstcijfers, recht aan het uitgangspunt dat de Raad van State schetst. Dit amendement
regelt voorts dat voor decentrale referenda een gelijksoortige uitkomstdrempel in
de Grondwet wordt verankerd, die bestaat uit een meerderheid van het aantal geldige
uitgebrachte stemmen, die ten minste gelijk is aan een meerderheid (de helft +1) van
het aantal stemmen bij de meest recente verkiezingen van de leden van de provinciale
staten onderscheidenlijk de gemeenteraad of het algemeen bestuur van het waterschap.
Ook op het niveau van de gemeente, provincie en waterschappen achten indieners het
namelijk van fundamenteel belang dat het referendum geen inbreuk maakt op het representatieve
stelsel, maar functioneert als een aanvulling daarop. Op grond van artikel 132a van
de Grondwet zijn de hier voorgestelde wijzigingen ook van toepassing op de Caribische
openbare lichamen. Mocht een bindend correctief referendum tegelijkertijd plaatsvinden
met de verkiezingen op datzelfde niveau (landelijk of decentraal), dan wordt voor
bepaling van de uitkomstdrempel gekeken naar de laatste verkiezingen die voorafgaand
aan het referendum hebben plaatsgevonden.
Van der Graaf Chris Simons
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
C. (Chris) Simons, Tweede Kamerlid