Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de sterk toegenomen militaire uitgaven in de Europese Unie sinds de oorlog in Oekraïne en de hoge winsten voor de wapenindustrie
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de sterk toegenomen militaire uitgaven in de Europese Unie sinds de oorlog in Oekraïne en de hoge winsten voor de wapenindustrie (ingezonden 12 december 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Ministers van
Defensie, van Economische Zaken en Klimaat en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
en de Staatssecretaris van Defensie (ontvangen 8 februari 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1318.
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het rapport van Stop Wapenhandel «Smoke Screen» waarin staat
dat de oorlog in Oekraïne als argument wordt gebruikt om een wapenwedloop te beginnen?1
Antwoord 1
De Russische invasie van Oekraïne veroorzaakt onnoemelijk leed in Oekraïne en schendt
de Oekraïense soevereiniteit en onafhankelijkheid. Daarnaast is met deze invasie een
grootschalige oorlog terug op het Europese continent. Dit heeft een grote impact op
de Nederlandse en Europese veiligheid alsook op de internationale rechtsorde. Het
kabinet blijft Oekraïne daarom onverminderd steunen in het verdedigen van zijn grondgebied
voor zolang dat nodig is – voor Oekraïne en voor onze eigen vrijheid, veiligheid en
welvaart.
In bredere zin heeft de Russische inval het belang van meer zelfredzaamheid op het
gebied van defensie onderstreept. Tegelijkertijd speelt de verslechtering van de mondiale
veiligheidssituatie al langer. Verschuivende machtsverhoudingen in de wereld, hybride
dreigingen en cyber, de impact van klimaatverandering, de toenemende instabiliteit
aan de randen van Europa, maar ook directe dreigingen tegen vitale infrastructuur
vormen een steeds grotere bedreiging voor onze (veiligheids)belangen. In de huidige
verslechterde geopolitieke verhoudingen is daarom een sterk en modern defensieapparaat
noodzakelijk voor geloofwaardige afschrikking en verdediging. Dit besef heeft in tal
van landen al tot substantiële (extra) verhogingen van defensiebudgetten geleid en
zorgt binnen de EU en NAVO voor momentum om de bestaande tekortkomingen (meer) gezamenlijk
aan te pakken.
Vraag 2
Klopt het dat sinds het begin van de oorlog in Oekraïne de uitgaven van de EU-lidstaten
aan Defensie met maar liefst 200 miljard euro zijn gestegen, meer dan de totale uitgaven
van alle landen bij elkaar in 2020?
Antwoord 2
In de gezamenlijke mededeling van de Commissie en Hoge Vertegenwoordiger over de lacunes
op defensie-investeringen van 18 mei jl.2 wordt de inschatting gemaakt dat de door de lidstaten aangekondigde intensiveringen
van de nationale defensiebudgetten in de komende jaren optellen tot 200 miljard euro.
Volgens dezelfde analyse gaven de EU-lidstaten in 2020 gezamenlijk 200 miljard euro
uit.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de gezamenlijke defensie-uitgaven van EU-lidstaten voorafgaand
aan deze intensivering al 17 keer hoger waren dan de uitgaven van Rusland, en dit
verschil dus alleen maar groter zal worden?
Antwoord 3
In het rapport van Stop Wapenhandel «Smoke Screen»3 wordt gebruik gemaakt van de data van SIPRI. De hoogte van de investeringen van
NAVO-bondgenoten wordt bevestigd in de publicatie van de NAVO over defensie-investeringen.4
Uit deze data kan worden opgemaakt dat de NAVO-bondgenoten – niet de EU-lidstaten
– voorafgaand aan de intensivering gezamenlijk 17 keer meer besteedden aan defensie
dan Rusland. Dat is dus inclusief de relatief hoge defensie-uitgaven van de VS en
het VK. Of het verschil in defensiebudgetten van de NAVO-bondgenoten en Rusland door
de recente stijging groter wordt is afhankelijk van de verdere stijging van het defensiebudget
van Rusland. De huidige instabiele wereldorde vraagt ook in algemene zin om een defensieapparaat
dat klaar is voor de uitdagingen van deze tijd.
Vraag 4
Bent u het eens met de onderzoekers dat het vooral de wapenindustrie is die profiteert
van deze enorme toename aan militaire uitgaven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee. Investeringen in defensie zijn noodzakelijk om onze vrijheid, veiligheid en welvaart
nu en in de toekomst te kunnen beschermen. Dat is dus primair een nationaal belang
en een Europees en trans-Atlantisch belang. Met de stijgende defensiebudgetten blijft
het mogelijk steun te leveren aan Oekraïne, onze voorraden aan te vullen en toe te
werken naar een toekomstbestendige krijgsmacht. Zoals uiteen gezet in de Kamerbrief
«Defensie Industrie Strategie in een nieuwe geopolitieke context» van 2 november jl.
(Kamerstuk 31 125, nr. 123) heeft de oorlog in Oekraïne de Europese tekortkomingen ten aanzien van het militair-industrieel
voortzettingsvermogen blootgelegd. Er is een toegenomen mondiale vraag naar militair
materieel bij een beperkt groeiende productiecapaciteit en schaarste aan grondstoffen.
Het is daarom cruciaal dat door middel van groeiende investeringen de Europese defensie-industrie
wordt versterkt, inclusief de toeleveringsketen, en de productiecapaciteit wordt opgeschaald.
Vraag 5
Wat is wat u betreft de toegevoegde waarde van publieke uitgaven aan Research en Development
in defensie, terwijl de wapenindustrie dit ook zelf kan financieren?
Antwoord 5
Veiligheid is een publiek goed waar een overheid in dient te voorzien. Defensie is
een noodzakelijk instrument voor veiligheid. Om de uitdagingen van vandaag en morgen
het hoofd te bieden is een sterk en modern defensieapparaat van vitaal belang. Om
dat te realiseren is een robuuste, hoogtechnologische en innovatieve defensie-industrie
nodig met goede toegang tot financiële middelen, privaat én publiek. De defensiemarkt
is een atypische markt met nationale overheden die optreden als de enige kopers. De
aanbieders van defensieproducten en -diensten zijn volledig afhankelijk van investeringsbeslissingen
van nationale overheden. Omdat de uiteindelijke vraag naar een eindproduct aan het
begin van de ontwikkelfase zeer onzeker is, is het voor de industrie risicovol om
zelf grootschalige onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten te financieren. Publieke
investeringen worden daarbij in Nederland vooral ingezet voor de lange termijn ontwikkeling
van systemen en technologieën die voorzien in kernbehoeften van Defensie in o.a. het
maritieme domein, en op het vlak van radartechnologie, cyber en autonome systemen.
Vraag 6
Deelt u de zorg van de onderzoekers dat het Europese en nationale wapenexportbeleid
versoepeld gaat worden? Kunt u bevestigen dat dit niet het geval is?
Antwoord 6
Voor (wapen) leveranties aan Oekraïne geldt dat deze zorgvuldig aan de Europese criteria
voor wapenexportcontrole worden getoetst. Het kabinet acht de leveranties van militaire
goederen aan Oekraïne volledig conform het Europees Gemeenschappelijk standpunt inzake
Wapenexport. Dit standpunt laat nadrukkelijk ruimte voor het bijdragen aan de capaciteit
tot zelfverdediging van andere staten.
De oorlog in Oekraïne heeft de noodzaak tot meer gezamenlijke capaciteitsontwikkeling
in Europees verband nogmaals duidelijk gemaakt. Dat vraagt echter om een gelijk speelveld
en verdere samenwerking op exportcontrole is hierin een belangrijk element. Het kabinet
onderzoekt mogelijkheden om op dit punt tot betere samenwerking te komen en om aan
te sluiten bij de groeiende consensus over wederzijdse erkenning van vergunningen.
Vraag 7 en 8
Is het juist dat de wapenindustrie op de lijst wil komen van sociaal verantwoorde
actoren op de Europese taxonomie lijst, terwijl dit zeer ongepast zou zijn?
Deelt u de zorg van de onderzoekers dat het uiterst ongewenst zou zijn dat banken,
pensioenfondsen en andere vermogensbeheerders meer in kernwapenbedrijven gaan investeren?
Gaat u dergelijke investeringen actief tegenhouden?
Antwoord 7 en 8
De Europese sociale taxonomielijst waarnaar de vraag verwijst is nog in ontwikkeling.
Momenteel ligt er een adviesrapport van het Sustainable Finance Platform, met denkrichtingen voor het invullen van een sociale taxonomie. Of en wanneer een
Commissievoorstel voor een sociale taxonomie gepubliceerd zal worden is op dit moment
nog niet duidelijk.
Zoals hierboven uiteengezet is zeker in de huidige verslechterde geopolitieke context
een sterk en modern defensieapparaat essentieel. Investeringen in Defensie en de defensie-industrie
zijn van cruciaal belang voor vrede en veiligheid, welke randvoorwaardelijk zijn voor
de bescherming van onze democratische en sociale waarden en normen. Toegang tot publieke
en private financiering voor de defensie-industrie is daarom noodzakelijk, ook voor
bedrijven die betrokken zijn bij de ontwikkeling, productie of onderhoud van nucleaire
wapens. Het kabinet acht het van belang dat de defensie-industrie niet bij voorbaat
wordt uitgesloten van een eventuele te ontwikkelen EU taxonomie lijst.
Investeringsbeslissingen zijn aan bedrijven en vermogensbeheerders zelf. Wel verwacht
het kabinet van individuele bedrijven, waaronder de defensie-industrie en banken,
en pensioenfondsen en andere vermogensbeheerders, dat zij handelen in lijn met de
OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Dit houdt in dat bedrijven de
risico’s voor mens en milieu in hun waardeketen in kaart moeten brengen en deze risico’s
moeten aanpakken en voorkomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.