Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Geurts over het bericht 'Deskundige wil extra controles van oude tunnels na problemen in Friesland'
Vragen van het lid Geurts (CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Deskundige wil extra controles van oude tunnels na problemen in Friesland» (ingezonden 18 januari 2023).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 7 februari
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van de NOS «Deskundige wil extra controles van oude tunnels na problemen in Friesland»1 en zou u op de belangrijkste bevindingen in dit nieuwsbericht willen reageren?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dat bericht. Rijkswaterstaat doet voortdurend onderzoek en monitort
in het hele land alle tunnels, waaronder de tunnels die met de afzinkmethode zijn
aangelegd. Daarbij worden de bewegingen van de tunnelelementen gemeten. Bij inspecties
wordt vooral ingezet op het monitoren van de bekende faalmechanismen. Tot voor kort
was er, bij de verdiepte toeritten aan weerszijden van de tunnel, geen bekend faalmechanisme
en was er dus geen aanleiding om de toeritten naar de tunnels te monitoren.
In 2010 heeft er een calamiteit plaatsgevonden in de Vlaketunnel, waarbij eveneens
het wegdek omhoog kwam. De oorzaak lag in de zoute grondwateromstandigheden en de
hierdoor ontstane versnelde corrosie aan de trekankers. Gelet op de unieke omstandigheden
bij de Vlaketunnel was er geen aanleiding om andere tunnels te onderzoeken.
Daarbij is in 2018, in het kader van de voorbereiding op de vervanging en renovatie
opgave, onderzoek verricht naar de Heinenoordtunnel. Deze tunnel heeft een enigszins
vergelijkbare constructie als de Prinses Margriettunnel. Er zijn destijds op 22 ankers
trekproeven uitgevoerd. De ankers voldeden aan de gestelde normen. Ook dit onderzoek,
bij eenzelfde soort tunnel, gaf dus geen aanleiding om op het punt van de trekankers
een significante faalkans of onderliggend faalmechanisme te vermoeden.
Desondanks vond de calamiteit in de Prinses Margriettunnel juist plaats bij één van
de toeritten, waar dus geen bestaand faalmechanisme bekend was en waar dus ook niet
op werd gemonitord.
Om te kunnen concluderen wat de oorzaak was van deze calamiteit, is het noodzakelijk
om nader onderzoek te doen. Pas daarna kunnen er mogelijk conclusies getrokken worden
over het faalmechanisme bij de Prinses Margriettunnel alsook bij andere objecten.
Dit onderzoek vindt nu plaats.
Op basis van dit onderzoek zal bepaald worden welke maatregelen er bij de Prinses
Margriettunnel (en eventueel andere objecten) genomen zullen worden. Hierbij is het
verstandig om ons te realiseren dat het testen van ankers een intensief werk is, waarbij
de tunnels enkele dagen/ week afgesloten zullen moeten worden. Dit kan veel overlast
met zich meebrengen. Om deze reden is het verstandig om eerst de conclusies van het
onderzoek bij de Prinses Margriettunnel af te wachten.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat de genoemde tunnels met de oude constructie zo snel mogelijk
geïnspecteerd zouden moeten worden? Zou u willen voorzien in een tijdpad waaruit duidelijk
wordt wanneer deze tunnels uiterlijk zijn geïnspecteerd?
Antwoord 2
Rijkswaterstaat heeft een inspectieprogramma waar gestructureerd wordt gekeken naar
de mogelijk faalmechanismen van objecten. Het doel hiervan is in eerste instantie
om te voorkomen dat er onveilige situaties ontstaan (veilig stellen) en om daar waar
nodig en mogelijk preventief te handelen om te voorkomen dat acuut ingrijpen nodig
is. Tot op heden is er geen aanleiding geweest om dit ook voor tunneltoeritten te
doen. Omdat de calamiteit bij de Prinses Margriettunnel juist wel in één van de tunneltoeritten
heeft plaatsgevonden, wordt momenteel onderzoek gedaan naar het faalmechanisme dat
er voor heeft gezorgd dat Rijkswaterstaat de A7 heeft moeten afsluiten. Zodra hier
meer bekend over is, kan Rijkswaterstaat bepalen of en hoe tunneltoeritten gemonitord
kunnen worden.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat de omschreven wijze van inspectie waarbij er door de tunnel
wordt gelopen om te kijken of er drempels zijn ontstaan die kunnen wijzen op loslatende
delen, niet afdoende is, in het bijzonder bij de genoemde tunnels? Zo ja, welke acties
koppelt u aan die opvatting?
Antwoord 3
Tot op heden is er geen aanleiding geweest om tunnels op een andere manier te inspecteren.
Enige jaren geleden is onderzoek uitgevoerd bij een soortgelijke tunnel waarbij geen
faalmechanisme werd geconstateerd. Wel gaat Rijkswaterstaat verkennen of bijvoorbeeld
via sensoren een eerdere voorwaarschuwing kan worden gegeven. Deze signaalsystemen
worden ook gebruikt bij andere objecten zoals de Haringvlietbrug en de IJsselbruggen.
Hiervoor is het nodig dat de oorzaak van de schade bij de Prinses Margriettunnel bekend
is.
Vraag 4
Zou u in kaart willen brengen in welke gevallen de beschreven uitgebreide manier van
inspectie, het blootleggen van de ankers en het verwijderen van het wegdek en het
beton, noodzakelijk is?
Antwoord 4
Of de uitgebreide manier van inspectie moet plaatsvinden, is afhankelijk van de oorzaak
van het faalmechanisme bij de Prinses Margriettunnel. Dat onderzoek loopt nu. Het
onderzoek bij de Heinenoordtunnel uit 2018, bestaande uit trekproeven op ankers, is
uitgevoerd in het kader van de voorbereiding op de vervanging en renovatie opgave.
De ankers voldeden aan de gestelde normen.
Vraag 5
Zou u inzichtelijk willen maken in hoeverre en op welke plekken de genoemde mogelijke
tussenoplossing, het plaatsen van sensoren die de bewegingen van de tunnel en de tunneltoeritten
monitoren, effectief zou zou kunnen zijn?
Antwoord 5
Ook hiervoor geldt dat, om te beoordelen of het plaatsen van sensoren effectief is,
het nodig is dat het onderzoeksrapport wordt afgerond waaruit blijkt wat de oorzaak
van de faalmechanismen is. Zo kan Rijkswaterstaat de aandacht richten op die objecten
die hiervoor in eerste instantie in aanmerking komen.
Vraag 6
Zou u ook andere mogelijke tussenoplossingen op een rij willen zetten?
Antwoord 6
Naast het mogelijk plaatsen van sensoren die de bewegingen van de tunnel en de tunneltoeritten
monitoren, ziet Rijkswaterstaat op dit moment geen andere tussenoplossingen. Pas als
de oorzaak bekend is, kunnen andere oplossingen in beeld komen. Ook dan pas is het
mogelijk om een structurele oplossing in beeld te brengen.
Vraag 7
Zou u in het licht van het genoemde nieuwsbericht opnieuw willen ingaan op de recent
door de fractie van het CDA ingediende vragen over deze problematiek?2
Antwoord 7
Het lid Van der Molen (CDA) heeft op 22 december jl. vragen ingediend naar aanleiding
van het bericht «Bruggen, viaducten en nu een aquaduct dicht: dat kan geen toeval
zijn, denken transporteurs». De vragen hadden betrekking op de ontstane overlast voor
de weggebruikers en de omgeving en de inspanningen van Rijkswaterstaat om de A7 zo
snel mogelijk (deels) open te kunnen stellen. Daarbij is benadrukt dat het vooralsnog
om een incident gaat en dat het belangrijk is om eerst het onderzoek naar de oorzaak
van de schade af te wachten voordat definitief herstel kan plaatsvinden en te bepalen
welke vervolgstappen met betrekking tot het monitoren en inspecteren van dit type
tunnels nodig zijn.
Vraag 8
Wat zijn de gevolgen voor de infrastructuur nu het kabinet op diverse plekken inzet
op verhogen van grondwaterstanden in Nederland?
Antwoord 8
Voor elk besluit tot peilwijziging worden eerst de mogelijke gevolgen in en om het
betreffende gebied in beeld gebracht, waaronder de effecten op de fundering van infrastructuur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.