Schriftelijke vragen : De plaatsing van organisaties op terreurlijsten
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de plaatsing van organisaties op terreurlijsten (ingezonden 6 februari 2023).
Vraag 1
Kunnen organisaties alleen op grond van rechterlijke uitspraken op de lijst van terreurorganisaties
geplaatst worden, of kunnen regeringen daar ook toe besluiten?
Vraag 2
Is de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) destijds op de terreurlijst gekomen als gevolg
van een uitspraak van een rechtbank of als gevolg van een beslissing van andere overheden?1
Vraag 3
Kan uit de berichtgeving in het eerste in noot 1 aangehaalde artikel opgemaakt worden
dat de PKK op de lijst van terroristische organisaties kan blijven staan, ondanks
het feit dat het besluit om dat te doen juridisch onvoldoende onderbouwd is? Zo niet,
wat is volgens u de betekenis van de aangehaalde uitspraken van het Europese Hof van
Justitie?
Vraag 4
Als de PKK op de terreurlijst kan blijven staan, ondanks uitspraken van het Europese
Hof van Justitie dat hier juridisch onvoldoende basis voor is, hoe heeft EU Hoge Vertegenwoordiger
Borell dan kunnen zeggen dat de Iraanse Republikeinse Garde niet zonder een uitspraak
van een Europese rechter op de terreurlijst geplaatst kan worden?2
Vraag 5
Bent u bereid dit bij de Hoge Vertegenwoordiger aan te kaarten en opnieuw in de Raad
aan te dringen op plaatsing van de Iraanse Republikeinse Garde op de terreurlijst?
Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
Don Ceder, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.