Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over de mogelijke gevolgen van de boycots op olie uit Rusland
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Infrastructuur en Waterstaat over de mogelijke gevolgen van de boycots voor olie uit Rusland (ingezonden 16 december 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Ministers van Economische
Zaken en Klimaat en van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 1 februari 2023).
Vraag 1
Is het Landelijk Crisisplan Olie inmiddels afgerond? (Kamerstuk 36 045 nr. 125) Wat is de stand van zaken?
Antwoord 1
Door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is met betrokken departementen
een gedragen concept-Landelijk Crisisplan Olie (LCP-O) opgesteld. Formele goedkeuring
en vaststelling zal op korte termijn plaatsvinden, waarna het met uw Kamer gedeeld
zal worden. De totstandkoming van en besluitvorming over een crisisplan duurt normaal
gesproken ongeveer een jaar, maar is vanwege de actuele situatie versneld.
Vraag 2
Wordt het landelijk operationeel distributieplan in geval van dieselschaarste afgerond
vóór het ingaan van het importverbod voor aardolieproducten uit Rusland? Wat is de
stand van zaken?
Antwoord 2
Oplevering van het concept distributieplan staat op korte termijn gepland, voorafgaand
aan het moment van ingaan van het importverbod voor aardolieproducten uit Rusland.
Dit betreft een gedragen concept, dat tot stand komt in samenwerking met de belanghebbende
departementen, veiligheidsregio’s en relevante sectoren. Hoewel het distributieplan
daarna nog een regulier formeel besluitvormingstraject zal doorlopen, zal het bij
de start van de sancties op olieproducten van 5 februari 2023 inzetbaar zijn. Het
distributieplan diesel is een bijlage van het LCP-O.
Vraag 3
Welke scenario’s worden in het landelijk crisisplan opgenomen?
Antwoord 3
Het concept-LCP-O, net als het crisisplan gas, werkt met escalatiefases, om per fase
in een crisis de gewenste/passende maatregelen te kunnen nemen. De escalatiefases
zijn: 1. Alerteringsfase, 2. Vroegtijdige waarschuwing, 3. Alarmfase en 4. Noodsituatie.
Conform de landelijke crisisplan-systematiek, wordt in het concept-LCP-O een scenario
van een oplopend dieseltekort doorlopen. Het gezamenlijk doorleven van het crisisplan
dient om goed inzicht te krijgen van het mogelijke verloop van een «reasonable worst
case scenario» en de potentiële maatschappelijke impact van een tekort aan ruwe olie
en/of een olieproduct. Het scenario betreft het type crisis, de duur van het tekort,
de gebieden die worden geraakt, het internationale speelveld, de voornaamste gebruikers,
seizoens-/weerinvloeden en overige aandachtspunten.
Vraag 4
Heeft u zelf een impactanalyse uitgevoerd naar de supply chain risico’s en bredere
maatschappelijke effecten die kunnen optreden als gevolg van het zesde sanctiepakket,
potentiële marktbeschermingsmaatregelen op Europees niveau, hoge dieselprijzen en
potentiële olie- en dieseltekorten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Mogelijke supply-chain risico’s waarbij de continuïteit van vitale infrastructuur
wordt geraakt en brede maatschappelijke effecten optreden vallen onder de verantwoordelijkheid
van de NCTV. De NCTV coördineert de monitoring van deze effecten. De effecten in de
olieketen zijn in kaart gebracht door CIEP in opdracht van VEMOBIN en VOTOP (zie ook
het antwoord op vraag 6). Aanvullend staat EZK in nauw contact met alle partijen uit
de keten.
De oliemarkt is een internationale markt, waarbij effecten mede grensoverschrijdend
optreden. Nederland heeft dan ook vanaf het zesde sanctiepakket in EU- en IEA-verband
aangedrongen op een EU-brede impactanalyse. De Europese Commissie werkt momenteel
aan deze impactanalyse en aanbevelingen voor lidstaten.
Vraag 5
Heeft u kennisgenomen van de analyse van het Clingendael International Energy Programme?1
Antwoord 5
Ja, ik heb kennis genomen van dit rapport.
Vraag 6
Hoe waardeert u deze analyse en conclusies?
Antwoord 6
Ik heb veel waardering voor de studie van CIEP, die is uitgevoerd in opdracht van
VEMOBIN en VOTOP. De boodschappen uit het rapport sluiten aan bij analyse en de inzet
van de Nederlandse overheid zoals in de Kamerbrief over de oliesancties van 17 november
2022 uiteengezet en opgenomen in het concept-LCP-O. De studie biedt een goed inzicht
in het effect dat de crises op het gebied van energie (gas, hoge prijzen, olie) op
elkaar kunnen hebben, en waarschuwt voor verkokering bij de aanpak van de crises op
energiegebied. Ook wordt door CIEP opgemerkt dat het effect van de sancties en de
kans dat Nederland in een crisis kan komen sterk afhankelijk is van wereldwijde economische
ontwikkelingen. CIEP wijst tevens op het belang van grensoverschrijdende en EU-samenwerking,
omdat ontwikkelingen in de buurlanden direct effect zullen hebben op de beschikbaarheid
van ruwe olie en olieproducten in Nederland. Nederland zet zich hier zowel in EU-verband
als in bilaterale contacten voor in.
Vraag 7
Bent u voornemens op korte termijn tenminste een (aanvullende) impactanalyse uit te
laten voeren naar de potentiële gevolgen voor de verschillende sectoren, zoals de
logistiek, en de bredere maatschappelijke effecten hiervan, voor zover dat nog niet
gebeurd is?
Antwoord 7
Met het doorleven van het crisisplan zullen de potentiële gevolgen voor de verschillende
sectoren inzichtelijk worden. Hierbij wordt inzicht verkregen in het effect van dieseltekort
en de mogelijke maatregelen voor met name de logistieke sector en de maatschappelijke
impact.
Vraag 8
Zijn de maatregelen die worden opgenomen in het Landelijk Crisisplan Olie gericht
op het voorkomen dan wel beheersen van de negatieve (potentieel ontwrichtende) maatschappelijke
effecten en de verschillende scenario’s daarbij? Zo ja, hoe?
Antwoord 8
In het crisisplan is een inventarisatie gedaan door betrokken departementen en sectoren
van mogelijke maatregelen om een crisis op het gebied van olie en/of olieproducten
het hoofd te bieden. Deze bestaan uit vraagbeperkende en aanbodverruimende maatregelen.
De maatregelen kunnen afhankelijk van de crisissituatie ingezet worden. In het crisisplan
is hiervoor de adviesgroep maatregelen opgenomen die verantwoordelijk is voor de uitwerking
van mogelijke maatregelen in een crisis. Maatregelen worden niet automatisch bij de
verschillende escalatiefases uitgevoerd. Het is van belang om de brede context van
de crisis te bezien. Betreffende maatregelen zijn erop gericht maatschappelijke impact
en onrust (zoveel als mogelijk) te voorkomen.
Vraag 9
Heeft u in dit verband prioritaire sectoren aangewezen? Zo ja, welke? Zo nee, gaat
u dat op korte termijn doen?
Antwoord 9
Afhankelijk van de geldende crisissituatie worden door de adviesgroep prioritaire
gebruikers de prioritaire gebruikers aangewezen. Het is van belang om de brede context
van de crisis te bezien. Prioritaire gebruikers zullen in verschillende crises en
verschillende crisisfases verschillen. Het vaststellen van de prioritaire gebruikers
is erop gericht de vitale processen in Nederland zoveel als mogelijk doorgang te laten
vinden. Het afweegkader dat hierbij gevolgd wordt zijn hulp- en veiligheidsdiensten,
toe- en aanlevering van voedselvoorziening en gezondheid, en reparatie- en onderhoudsdiensten
van vitale infrastructuur.
Het doorleven van het scenario zal echter inzicht geven in de meest waarschijnlijke
prioritaire gebruikers en deze zullen als zodanig opgenomen worden in het crisisplan.
Vraag 10
Kunt u aangeven welke maatregelen u gaat treffen voor deze prioritaire sectoren in
de verschillende scenario’s?
Antwoord 10
Voor het antwoord op vraag 10 verwijs ik u naar het antwoord op vraag 8.
Vraag 11
Op welke wijze wordt de logistieke sector hierin meegenomen?
Antwoord 11
In voorbereiding op het concept-LCP-O hebben een aantal werksessies plaatsgevonden
met de betrokken sectoren, zo ook de logistieke sector. Tevens zijn interviews afgenomen
met vertegenwoordigers uit deze sectoren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.