Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Molen, Boswijk en Inge van Dijk over het bericht 'Ook Lelystad Airport omstreden stikstofmarkt op: vliegveld is op zoek naar boeren voor opkoop'
Vragen van de leden Van der Molen, Boswijk en Inge van Dijk (allen CDA) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat, voor Natuur en Stikstof, en van Financiën over het bericht «Ook Lelystad Airport omstreden stikstofmarkt op: vliegveld is op zoek naar boeren voor opkoop» (ingezonden 7 december 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Ministers
voor Natuur en Stikstof en van Financiën (ontvangen 31 januari 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022-2023, nr. 1224.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Ook Lelystad Airport omstreden stikstofmarkt op: vliegveld is op zoek naar boeren
voor opkoop»1 en de uitkomsten van de aangehaalde verzoeken in het kader van de Wet open overheid
(Woo), en zou u willen reflecteren op de conclusies en bevindingen van zowel het nieuwsartikel,
als de genoemde Woo-verzoeken?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het nieuwsartikel. In de antwoorden op de vragen 4, 5 en 6 wordt
inhoudelijk gereageerd op enkele onderdelen uit het nieuwsbericht.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het opkopen van boerderijen en agrarische gronden of een
zogenaamde «boerderijenjacht» door ministeries, uitvoeringsorganisaties en organisaties
die in eigendom zijn van de Staat of andere aan de overheid gelieerde organisaties
buitengewoon onwenselijk is, zeker aangezien en zolang er nog geen recht is gedaan
aan het lot van agrarische PAS-melders?
Antwoord 2
Het handelen van de luchthaven is in lijn met het uitgangspunt van het stikstofbeleid
dat initiatiefnemers zelf verantwoordelijk zijn om stikstofuitstoot te mitigeren.
Dit uitgangspunt heeft het kabinet sinds de PAS-uitspraak ook uitgedragen. Ik deel
derhalve niet de opvatting dat er sprake is van een «boerderijenjacht». Lelystad Airport
heeft overigens aangegeven uitsluitend rechten te hebben opgekocht bij bedrijven die
zich uit eigen beweging hebben gemeld.
Dit laat onverlet dat het van groot belang is om ruimte te creëren voor het legaliseren
van de PAS-melders. Eén van de instrumenten van het kabinet daartoe betreft het op
korte termijn komen tot een eenmalige vrijwillige regeling voor ondernemers die piekbelaster
zijn. Hiermee wordt op korte termijn een forse reductie van de stikstofneerslag gerealiseerd
waardoor de natuur kan herstellen, PAS-melders gelegaliseerd worden én ruimte ontstaat
voor nieuwe economische ontwikkelingen.
Ook zet het kabinet met bevoegd gezagen in op het met voorrang sturen op de gebruiksmogelijkheden
van emissieruimte en zet het kabinet in op het registreren van alle vrijkomende en
vrijvallende ruimte om zo steviger regie te voeren op het uitgeven van deze ruimte
aan prioritaire projecten.
Vraag 3
In hoeverre is er op het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voldoende gevoel
voor de maatschappelijke ontwikkelingen rondom de discussie over stikstof, de pijn
en angst bij veel boerengezinnen, de noodzaak van een luisterend oor en een aanpak
die perspectief biedt, gezien het genoemde nieuwsbericht en de publicaties als gevolg
van de Woo?
Antwoord 3
Maatschappelijke ontwikkelingen en discussies vormen een essentieel uitganspunt voor
het maken van beleid bij ieder ministerie. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
hecht aan zorgvuldige besluitvorming waarbij de omgeving en belanghebbenden worden
betrokken. Het ministerie doet dit door onder andere inspraakprocedures, internetconsultaties
en het organiseren van informatiebijeenkomsten, waarbij medewerkers van het ministerie
in gesprek gaan met belanghebbenden om zo direct de zorgen van hen rond het voorgenomen
beleid te vernemen.
Vraag 4
Indien het genoemde gevoel er volgens u wel is, waarom was het Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit dan genoodzaakt het volgende te schrijven aan het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat: «Agrarische partijen zullen waarschijnlijk aangeven
dat nu werkelijkheid wordt waar ze bang voor waren: fouten door luchthavens worden
door de overheid genegeerd. Fouten bij boeren worden genadeloos afgestraft.»2?
Antwoord 4
De betreffende passage is opgenomen in het onderdeel «perceptie en beeldvorming» in
een nota over de PAS-melding van Lelystad Airport aan de Ministers voor Natuur en
Stikstof en van Infrastructuur en Waterstaat. In de passage wordt verwezen naar mogelijke
beeldvorming bij agrarische ondernemers als de melding van Lelystad Airport zou worden
gelegaliseerd via het legalisatieprogramma van PAS-melders. Dit is niet (meer) het
geval.
Vraag 5
Indien het genoemde gevoel er volgens u wel zou zijn, waarom moest het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat,
nadat dit laatste ministerie beweerde dat de stikstofberekeningen volgens de «destijds
best beschikbare inzichten» waren gedaan, er dan op wijzen dat er verschillende wetenschappelijke
rapporten beschikbaar waren die duidelijk maakten dat de berekeningen anders hadden
moeten worden uitgevoerd?
Antwoord 5
Voor de beantwoording van deze vraag is het uitgangspunt dat in de vraag gedoeld wordt
op de gehanteerde warmte-inhoud in de stikstofdepositieberekeningen.
Hierover geeft de Commissie m.e.r op pagina 9 in haar rapport «evaluatie stikstofberekeningen
Lelystad Airport»3 aan dat er geen dwingend voorschrift is voor de te hanteren warmte-inhoud van emissies
door vliegverkeer. Het was aan de initiatiefnemer om een onderbouwde keuze te maken.
Op 9 maart 2020 is in het antwoord4 op vraag 13 van het lid Kröger (GroenLinks) de onderbouwing opgenomen hoe gekomen
is tot een warmte-inhoud van 43 MW. In antwoord op de vragen 23 t/m 27 van het lid
Van Raan (PvdD)5 is op 2 november 2021 de betekenis van het RIVM-rapport uit 2004 toegelicht.
Vraag 6
Zou u willen reflecteren op de vraag in hoeverre de suggestie zoals blijkens het genoemde
nieuwsbericht op het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is gedaan om de landsadvocaat
in te schakelen om een conflict tussen twee ministeries op te lossen, in lijn is met
genoemd gevoel en het rapport van Remkes, in het bijzonder de hartstochtelijke oproep
polarisatie te vermijden en te zoeken naar verbinding?
Antwoord 6
In het kader van de ambtelijke voorbereiding van besluiten wordt in een enkel geval
een beroep gedaan op de landsadvocaat. Bijvoorbeeld daar waar de bijzondere expertise
van de landsadvocaat gewenst is. De adviezen van de landsadvocaat zijn bedoeld voor
intern beraad.
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat ook Lelystad Airport en uw ministerie zich per direct zouden
moeten conformeren aan, en dat de stikstofruimte voor Lelystad Airport ook valt onder,
de aangenomen motie-Grinwis c.s.6 over het regelen en ordentelijk en transparant registreren en beschikbaar stellen
van stikstofruimte via een stikstofbank?
Antwoord 7
In de Kamerbrief van 25 november jl. heeft het kabinet stappen aangekondigd ten behoeve
van regie op extern salderen. Zo zet het kabinet in op het registreren van alle vrijkomende
en vrijvallende ruimte en het aanscherpen van de interbestuurlijke afspraken over
extern salderen. Het kabinet wil het daarnaast mogelijk maken om met voorrang te sturen
op de gebruiksmogelijkheden van emissieruimte en de wettelijke mogelijkheden verkennen
om een voorkeursrecht te kunnen leggen op grond met een agrarische functie.
De aankondiging van dit nieuwe beleid laat onverlet dat het op dit moment voor toestemmingverlening
in het kader van de Wet natuurbescherming noodzakelijk is om mitigerende maatregelen
te treffen wanneer significant negatieve effecten niet kunnen worden uitgesloten.
Er is nu geen stikstofbank waaruit een initiatiefnemer kan putten. Private ondernemingen
zijn vrij om met elkaar transacties aan te gaan.
Het handelen van Lelystad Airport is in lijn met het uitgangspunt van het stikstofbeleid
dat initiatiefnemers zelf verantwoordelijk zijn om stikstofuitstoot te mitigeren.
Dit uitgangspunt heeft de Minister voor Natuur en Stikstof als bevoegd gezag ook richting
Lelystad Airport uitgedragen.
Vraag 8
Deelt u de opvatting dat het positief beantwoorden van de voorgaande vraag betekent
dat uw ministeries alles wat in hun macht ligt zouden moeten doen om te voorkomen
dat Lelystad Airport of andere vliegvelden in Nederland stikstofruimte opkopen, zolang
er nog geen recht is gedaan aan het lot van agrarische PAS-melders? Zo ja, welke acties
gaan de ministeries op welk moment uitvoeren?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 7 en vraag 2.
Vraag 9
Zou u als Minister van Financiën willen reflecteren op de verantwoordelijkheid die
u heeft met betrekking tot voorgaande vragen in het licht van het feit dat Lelystad
Airport onderdeel is van de Schiphol Group, en Schiphol een staatsdeelneming is, in
beheer van het Ministerie van Financiën?
Antwoord 9
Zoals ook toegelicht bij antwoord 2 en antwoord 7 zet het kabinet zich in om ruimte
te creëren voor het legaliseren van de PAS-melders en op meer regie bij extern salderen.
De aankondiging van dit nieuwe beleid laat onverlet dat het op dit moment in het kader
van de Wet natuurbescherming is toegestaan om mitigerende maatregelen te nemen door
extern te salderen.
Als aandeelhouder staat de Staat op afstand. Het is aan het bestuur van Schiphol om
zorg te dragen voor operationele aangelegenheden. Het voldoen aan wet- en regelgeving
en het aanvragen van een natuurvergunning zijn dergelijke operationele aangelegenheden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Mede namens
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.