Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koekkoek, Kröger, Sylvana Simons en Akerboom over ongedocumenteerde mensen in Nederland
Vragen van de leden Koekkoek (Volt), Kröger (Groenlinks), Sylvana Simons (Bij1) en Akerboom (PvdD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over ongedocumenteerden mensen in Nederland (ingezonden 1 december 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 30 januari
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1124.
Vraag 1
Kunt u reflecteren op het artikel «Ook zonder papieren verdien je in dit land een
menswaardig bestaan»?1
Antwoord 1
Het artikel beschrijft de knelpunten die onrechtmatig verblijvende vreemdelingen ervaren
in Nederland. De auteurs stellen dat de onrechtmatig verblijvende vreemdelingen niet
aan de juiste documenten kunnen komen om terug te keren naar het land van herkomst
en geen toegang hebben tot voorzieningen in Nederland.
Een belangrijk uitgangspunt van het Nederlandse migratiebeleid is de vertrekplicht
om Nederland te verlaten die op iedere onrechtmatig verblijvende vreemdeling rust.
Het is de ervaring dat, indien een vreemdeling zich wendt tot de consulaire vertegenwoordiging
van het land van herkomst, de noodzakelijke reisdocumenten in bijna alle gevallen
verstrekt kunnen worden. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), maar bijvoorbeeld
ook de International Organization for Migration (IOM), kunnen vreemdelingen bijstaan
bij de terugkeerprocedure.
Vreemdelingen zonder recht op verblijf in Nederland of rijksopvang kunnen momenteel
via de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (hierna: LVV) werken aan een bestendige
oplossing voor hun situatie.
Vraag 2
Hoeveel ongedocumenteerden verblijven er op dit moment in Nederland? Hoeveel van deze
mensen vallen buiten alle huidige procedures en kunnen niet terugkeren naar het land
van herkomst? Om wat voor soort groepen mensen gaat dit (bijvoorbeeld minderjarigen
die normaliter schoolplicht zouden hebben of ouderen)?
Antwoord 2
Uit de schatting van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC)
uit 2020 blijkt dat het aantal onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen
voor de periode 2017–2018 tussen de 23.000 en 58.000 personen lag.2 Het aantal onrechtmatig verblijvende vreemdelingen is sinds 2002 afgenomen. Er zijn
verschillende oorzaken voor deze afname, zoals de intensivering van het vreemdelingentoezicht,
maar ook de invoering van de Koppelingswet, waardoor onrechtmatig verblijvende vreemdelingen
van 18 jaar of ouder zijn uitgesloten van diverse voorzieningen waarmee het hen wordt
bemoeilijkt om zich te handhaven in Nederland.
Het WODC heeft ook de samenstelling van de groep onrechtmatig verblijvende vreemdelingen
onderzocht en concludeert daarbij dat het lijkt dat de groep relatief veroudert. Deze
verschuiving wijst er mogelijk op dat de populatie zich nog maar beperkt aanvult en
vernieuwt.
Vraag 3, 4 en 5
Bent u bekend met de volgende initiatieven en wilt u ook een reflectie geven op deze
initiatieven:
– het Duitse Duldung Model3;
– het Ierse «Regularisation Programme»4;
– initiatieven in New York, New Haven, Zürich5, Parijs, Madrid en Barcelona6 om ongedocumenteerden een stadspas te verlenen?
Welke lessen bent u bereid over te nemen? En indien u niet bereid bent deze lessen
over te nemen, waarom niet?
Bent u bereid te onderzoeken of en hoe deze initiatieven in Nederland geïmplementeerd
zouden kunnen worden teneinde meer mogelijkheden te creëren voor ongedocumenteerden?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4 en 5
In aansluiting op de beantwoording van deze vragen wijs ik op de motie die uw Kamer
op voordracht van het lid Ceder heeft aangenomen om specifiek te kijken naar het Duitse
beleid voor ongedocumenteerden.7 Met de beantwoording van deze vragen kom ik ook tegemoet aan deze motie.
In Duitsland wordt een «Duldung status» toegekend als een persoon Duitsland moet verlaten,
maar (tijdelijk) niet kan vertrekken. Indien deze status is toegekend wordt het verblijf
gedoogd en heeft een vreemdeling recht op enkele voorzieningen. Recent is bepaald
dat vreemdelingen in Duitsland die op 31 oktober 2022, vijf jaar in Duitsland verbleven
met een Duldung status een tijdelijk verblijfsrecht van 18 maanden krijgen. Binnen
deze periode van 18 maanden krijgen vreemdelingen de kans om te voldoen aan de voorwaarden
voor een verblijfsrecht in Duitsland, door bijvoorbeeld middels (vast) werk voldoende
eigen middelen van bestaan te krijgen. Het Ierse «Regularisation Programme» heeft
een vergelijkbare opzet. Hierbij wordt eenmalig, voor aanvragen gedaan in het eerste
half jaar van 2023, een tijdelijke verblijfsvergunning verleend aan vreemdelingen
die een langere tijd onrechtmatig in Ierland verblijven.8
Zoals hierboven aangegeven bij de beantwoording op vragen 1 en 2 is een belangrijk
uitgangspunt van het Nederlandse migratiebeleid dat een onrechtmatig verblijvende
vreemdeling Nederland dient te verlaten. Door onder andere de invoering van de Koppelingswet
en daarmee de inperking van de toegang op sociale voorzieningen is het aantal onrechtmatig
verblijvende vreemdelingen in Nederland afgenomen. Derhalve ben ik, in tegenstelling
tot de in vraag 3 genoemde initiatieven, terughoudend in het faciliteren van aanvullende
voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een stadspas en aanvullende voorzieningen, voor
onrechtmatig verblijvende vreemdelingen in het algemeen.
Tegelijkertijd kan reeds binnen het huidige beleid opvang geboden worden aan specifieke
groepen onrechtmatig verblijvende vreemdelingen. Onrechtmatig verblijvende (alleenstaande)
minderjarige vreemdelingen hebben bijvoorbeeld recht op opvang en onderwijs. Indien
onrechtmatig verblijvende minderjarige vreemdelingen hier te lande zijn met hun gezin
behouden de gezinsleden ook het recht op opvang.
Daarnaast kunnen vreemdelingen zoals bij vraag 1 beschreven via de LVV werken aan
een bestendige oplossing voor hun situatie. Hierbij krijgen ze maatschappelijke en
juridische begeleiding en wordt er tijdelijk opvang geboden. In het coalitieakkoord
is afgesproken om de LVV uit te breiden naar een landelijk dekkend netwerk.
Voorts zijn er in Nederland enkele verblijfsrechtelijke regelingen voor specifieke
groepen (kwetsbare) vreemdelingen. In dit verband kan bijvoorbeeld een verblijfsvergunning
worden verleend voor vreemdelingen die buiten hun schuld niet terug kunnen keren.
Daarnaast kan bijvoorbeeld een verblijfsvergunning voor medische behandeling worden
verleend. Dit kan als de vreemdeling na één jaar verblijf op grond van uitstel van
vertrek op basis van artikel 64 Vw, nog steeds medische behandeling nodig heeft. Het
Bureau Medische advisering van de Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft dan geconstateerd
dat er een medische noodsituatie zou ontstaan bij vertrek naar het land van herkomst,
omdat daar de medisch noodzakelijke zorg niet beschikbaar is.
Vraag 6
Bent u bereid met betrokken organisaties samen te werken om ervoor te zorgen dat ongedocumenteerden
toegang tot stadsvoorzieningen op het gebied van veiligheid, welzijn, onderwijs en
openbaar vervoer krijgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Binnen de LVV wordt door lokale partners nauw samengewerkt om waar nodig bepaalde
voorzieningen te realiseren voor deze doelgroep. Hiermee wordt bijgedragen aan de
aanpak van veiligheids- en welzijnsvraagstukken van de vreemdelingen en binnen de
lokale gemeenschap. Het generiek realiseren van verdere voorzieningen op het gebied
van onderwijs (voor meerderjarigen) en openbaar vervoer staat haaks op het beleid
van de Koppelingswet zoals hierboven beschreven en vind ik niet wenselijk.
Vraag 7
Bent u bereid te onderzoeken wat de opties zijn voor oudere ongedocumenteerden, 55+
en langer dan 15 jaar in Nederland, zodat zij een prettige oude dag kunnen hebben?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Voor oudere onrechtmatig verblijvende vreemdelingen geldt geen specifiek beleid en
ik ben niet voornemens om aanvullende voorzieningen te creëren voor deze groep. Deze
groep kan, indien zij voldoen aan de gestelde toelatingscriteria, wel binnen de LVV
werken aan een bestendige oplossing voor hun situatie. Daarnaast heeft deze groep,
zoals alle onrechtmatig verblijvende vreemdelingen, recht op medisch noodzakelijke
zorg.
Vraag 8
Bent u bereid, samen met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, te onderzoeken
welke mogelijkheden er zijn om in samenwerking met onderwijsinstellingen, maatschappelijke
organisaties en de Kinderombudsman een nationaal onderwijsconvenant te creëren met
als doel de groep Dreamers in Nederland perspectief te bieden op een opleiding en
een baan in ons land. Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Op dit moment zien zowel de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als ikzelf
helaas geen ruimte om de mogelijkheden voor een dergelijk convenant te onderzoeken.
Een meerderjarige onrechtmatig verblijvende vreemdeling kan zijn of haar opleiding
voortzetten aan de instelling waar hij of zij tijdens zijn rechtmatig verblijf volgens
de geldende regels was ingeschreven. Een instelling mag een dergelijke meerderjarige
volgens huidige wet- en regelgeving echter niet als nieuwe student inschrijven. Deze
studenten hebben geen recht op onderwijs, omdat zij onrechtmatig in Nederland verblijven
en de focus op terugkeer ligt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.