Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over de komst van een grote militaire kazerne in Zeewolde
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Staatssecretaris van Defensie over de komst van een grote militaire kazerne in Zeewolde (ingezonden 6 januari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Maat (Defensie) (ontvangen 27 januari 2023).
Vraag 1
Kunt u exact aangeven in welke fase de besluitvorming over de komst van een grote
militaire kazerne naar Zeewolde zich bevindt en welke stappen nog genomen moeten worden
vooraleer er sprake is van een definitief besluit?
Antwoord 1
Defensie heeft het onderzoek naar en de besluitvorming over de realisatie van een
nieuwe kazerne onderverdeeld in fases, zoals omschreven in de Kamerbrief «Strategisch
Vastgoedplan 2022» van 2 december jl. (Kamerstuk 36 124, nr. 12). Met de Kamerbrief «Contouren Strategisch Vastgoedplan 2022» van 13 mei jl. (Kamerstuk
34 919, nr. 91) heb ik het bestuurlijk voornemen geuit voor een nieuwe kazerne in het midden van
het land. Met dit bestuurlijk voornemen (fase 2), die volgt op de ambtelijke verkenningsfase,
gaat Defensie in gesprek met de provincie Flevoland en de provincie Gelderland en
de betreffende gemeenten over de inpasbaarheid van de kazerne om zo mogelijk tot een
gezamenlijk bestuurlijk voornemen te komen. Het kabinet streeft ernaar om medio 2023
tot een definitieve locatiekeuze voor de kazerne te komen en de benodigde planologische
procedure op te starten.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de uitspraken van de commissaris van de Koning (CdK) van Flevoland
in zijn nieuwjaarstoespraak over deze kazerne, waarin hij onder andere spreekt over
7.000 arbeidsplaatsen en 1.300 opleidingsplaatsen?
Antwoord 2
Ik heb geen behoefte om te reageren op uitspraken van de commissaris van de Koning.
Vraag 3, 4 en 6
Kloppen deze cijfers? Zo nee of indien nog niet bekend, waarom vermeldt de CdK deze
dan publiekelijk en wat is uw reactie daarop?
Indien deze cijfers kloppen, hoe bent u tot de conclusie gekomen dat u de taken en
rollen van deze 7.000 arbeidsplaatsen en 1.300 opleidingsplaatsen het beste op één
locatie zou kunnen concentreren, in plaats van een verspreiding over meerdere regio’s,
ook gelet op de sociale gevolgen voor (gezinnen van) defensiepersoneel en de mogelijke
gevolgen voor rekrutering?
Kunt u helder en concreet uiteenzetten welke afwegingen ten grondslag hebben gelegen
aan de voorgenomen vestiging van de kazerne in Zeewolde, door u eerder als «ideale
locatie» aangemerkt? Kunt u hierin onderscheid maken tussen afwegingen die bedoeld
zijn om ons defensieapparaat te versterken, afwegingen m.b.t. inzet en verdere ontwikkeling
van ons defensiepersoneel, en afwegingen die geen of weinig relatie hebben met defensietaken?
Kunt u daarnaast ook aangeven hoe alternatieve locaties scoorden op deze afwegingen?
Antwoord 3, 4 en 6
Defensie heeft haar onderzoek naar het verbeteren van de huisvesting uitgevoerd aan
de hand van de criteria zoals in de Kamerbrief Strategisch Vastgoedplan 2022 van 2 december
jl. is toegelicht. Het Strategisch Vastgoedplan 2022 heeft daarbij een vierledige
doelstelling: ondersteuning van de operationele gereedstelling, werving en behoud
van personeel, verduurzaming en het herstellen van de financiële balans. De bouw van
de nieuwe kazerne is een strategische stap met het oog op de krijgsmacht van de toekomst
in een samenleving waar de ruimte schaars is.
Op de nieuwe kazerne worden ondersteunende eenheden gehuisvest uit meerdere Defensieonderdelen,
welke dat zijn en om hoeveel arbeidsplaatsen dat precies gaat is op dit moment nog
niet concreet te zeggen. Deze ondersteunende eenheden, die een belangrijke schakel
vormen in de operationele gereedheid, zijn nu nog verspreid gehuisvest over diverse
locaties. Het maken van een realistische inschatting over aantallen vanuit bestaande
eenheden en nieuwe functies is onderdeel van de verdere uitwerking.
Concentratie op één nieuwe locatie leidt operationeel tot synergie tussen verschillende
soorten ondersteunende eenheden. Door daarbij opleidingen en operationele eenheden
bij elkaar te brengen worden nieuwe militairen opgeleid in de omgeving waar ze later
gaan werken, wat naar verwachting een gunstige invloed heeft op werving en behoud.
Dit maakt het mogelijk voor medewerkers om een loopbaan bij Defensie op te bouwen
zonder veel verplaatsingen met vaak bijbehorende verhuizingen. Daarnaast zijn duurzaamheidsdoelstellingen
waar Defensie aan moet voldoen naar verwachting eenvoudiger op een nieuwe locatie
te realiseren en leidt de beoogde schaalgrootte tot een hogere financiële doelmatigheid.
Defensie heeft een verkenning gedaan waarbij meerdere locaties in en buiten Flevoland
zijn beoordeeld. Op basis van het onderzoek is er een selectie gemaakt van vier mogelijke
locaties, drie locaties in Flevoland en een locatie in Gelderland. Daaruit is de locatie
brug bij Nijkerk in de gemeente Zeewolde als voorlopige voorkeurslocatie van het kabinet
naar voren gekomen. Deze locatie voldoet aan de eisen van Defensie en heeft naar verwachting
relatief beperkte negatieve effecten op de omgeving. Daarnaast draagt een nieuwe kazerne
op de voorkeurslocatie in Flevoland, waar Defensie nu nog geen kazerne heeft, bij
aan de gewenste spreiding van onze aanwezigheid over het land. De impact op het huidige
personeel lijkt beperkt doordat een kazerne in Flevoland relatief dicht bij de mogelijk
bestaande locaties met ondersteunende eenheden ligt. Een nieuwe kazerne in het midden
van het land ligt dichterbij de Randstad en daarmee dichterbij potentieel personeel.
De locatie van de nieuwe kazerne is nog niet definitief.
Vraag 5
Wat is de meest realistische huidige schatting voor wat betreft het aantal banen en
opleidingsplaatsen? Om hoeveel reeds bestaande banen gaat dit? Welke concrete werkgelegenheid
zou deze nieuwe kazerne Flevoland opleveren en om hoeveel banen gaat dat?
Antwoord 5
Het betreft grotendeels het verplaatsen van bestaande eenheden en geplande uitbreidingen
in het kader van de Defensienota 2022, waarbij de impact op de werkgelegenheid voor
de regio nog niet bekend is. Het maken van een realistische inschatting over aantallen
vanuit bestaande eenheden en nieuwe functies is onderdeel van de verdere uitwerking.
Vraag 7
Kunt u aangeven in hoeverre het lobbywerk waarover de CdK van Flevoland spreekt hierin
een rol heeft gespeeld? Indien het geen rol heeft gespeeld, wat is dan uw reactie
op het feit dat de CdK nadrukkelijk suggereert dat dit wel het geval is? Indien het
wel een rol heeft gespeeld, houdt dat dan in dat de voorgenomen keuze op meer is gebaseerd
dan louter op inhoudelijke afwegingen?
Antwoord 7
In aanloop naar de kamerbrief «Strategisch Vastgoedplan 2022» van 2 december jl. is
op enkele momenten zowel ambtelijk als bestuurlijk contact gezocht met de provincie
om hen te informeren over het lopende proces. De afweging om te komen tot de voorlopige
voorkeurslocatie is gebaseerd op de onder vraag 4 en 6 genoemde overwegingen. Ik heb
geen behoefte om te reageren op uitspraken van de commissaris van de Koning.
Vraag 8
Kunt u een meest recente stand van zaken geven met betrekking tot de beoogde vorm
van financiering van de kazerne? Kunt u daarbij tevens aangeven welke lering is getrokken
uit de eerdere moeizame publiek-private samenwerkingsconstructies op dit vlak?
Antwoord 8
De vorm van financiering maakt op dit moment nog geen onderdeel uit van het proces.
Conform de gebruikelijke systematiek wordt in de voorbereiding van grote (her)huisvestings-
en infrastructurele projecten een «publiek-private comparator» uitgevoerd, waarmee
wordt beoordeeld op welke manier het project het beste kan worden aanbesteed: niet-geïntegreerd
(met afzonderlijke aanbestedingen voor het ontwerp, de bouw en de facilitaire ondersteuning)
of geïntegreerd (waarbij één partner wordt gezocht voor het ontwerp, de bouw, het
onderhoud en/of de facilitaire ondersteuning van de kazerne). Daarnaast onderzoekt
Defensie op dit moment hoe het vastgoed ondergebracht kan worden in een rijkshuisvestingsstelsel
bij het Rijksvastgoedbedrijf. Alle aspecten die betrekking hebben op de vorm van financiering
worden in de besluitvorming meegewogen, maar zijn nu nog niet aan de orde.
Vraag 9
Wat is uw reactie op het feit dat de burgemeester van Zeewolde aangeeft verrast te
zijn door de woorden van de CdK en dat een grote kazerne «nooit de ambitie» van de
gemeente is geweest? Wat zegt dit volgens u over het mandaat waarmee de CdK op pad
is gegaan?
Antwoord 9
Ik heb geen behoefte om hierop te reageren.
Vraag 10
Kunt u zich voorstellen dat agrariërs met bedrijven op de beoogde locatie zich overvallen
voelen door dit proces, dat door de woorden van de CdK in een stroomversnelling geraakt
lijkt te zijn?
Antwoord 10
Ik realiseer mij dat de inhoud van de boodschap en de potentiële gevolgen op het leven
van de betrokken agrariërs hard aan kan komen. Om die reden hebben we de betrokkenen
in december persoonlijk en direct geïnformeerd en hebben we hen in een informatiebijeenkomst
meegenomen in de wensen van Defensie en het verdere (bestuurlijk) proces. Ook blijven
we de komende periode met de betrokkenen in gesprek. Er is echter geen sprake van
een stroomversnelling van het proces om zo mogelijk te komen tot een gezamenlijk bestuurlijk
voornemen.
Vraag 11
Deelt u de zorgen over het verdwijnen van boerenbedrijven en zeer vruchtbare landbouwgrond?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Ik kan mij voorstellen dat de ondernemers zorgen hebben over de toekomst van hun bedrijf.
Defensie en het Rijksvastgoedbedrijf gaan met betrokken agrariërs verder in gesprek
om hen perspectief te bieden zoals ik in mijn Kamerbrief van 2 december jl. heb aangegeven.
Tegelijkertijd staat Defensie voor een uitdagende opgave en kijken we waar we die
opgave in Nederland kunnen invullen. Daarbij biedt Flevoland kansen en hebben we –
indachtig de ruimtelijke puzzel die ook Flevoland te leggen heeft – deze stap gezet
en een voorlopige voorkeurslocatie van het Kabinet aangewezen. De locatie van de nieuwe
kazerne is nog niet definitief en de inpassing wordt meegenomen in de bredere puzzel
van het NOVEX-gebiedsproces, waarin we samen met de provincies en gemeenten de afwegingen
bij elkaar kunnen brengen.
Vraag 12 en 13
Deelt u de vaststelling dat zich in Flevoland geschiktere locaties voor een dergelijke
kazerne bevinden, bijvoorbeeld in de Noordoostpolder waar de vestiging niet ten koste
zou gaan van landbouwgrond en bovendien goed zouden passen bij de ontwikkeling van
het openbaar vervoer (snellere verbinding Hanzelijn en mogelijke komst van de Lelylijn)?
Kunt u een overzicht geven van alle mogelijke locaties in Flevoland die in dit proces
de revue zijn gepasseerd en in overweging zijn genomen en daarbij uiteenzetten waarom
die locaties minder geschikt zouden zijn dan de beoogde locatie ten oosten van Zeewolde?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12 en 13
Defensie heeft een verkenning gedaan waarbij meerdere locaties in en buiten Flevoland
zijn beoordeeld. Op basis van het onderzoek is er een selectie gemaakt van vier mogelijke
locaties, drie locaties in Flevoland en een locatie in Gelderland. Daaruit is de locatie
brug bij Nijkerk in de gemeente Zeewolde als voorlopige voorkeurslocatie van het kabinet
naar voren gekomen. De locatie van de nieuwe kazerne is nog niet definitief. Samen
met de provincies en gemeenten wordt opnieuw naar de vier mogelijke locaties gekeken.
Het delen van de mogelijke locaties in Flevoland komt het proces op dit moment niet
ten goede omdat de gesprekken met de provincies en gemeenten gevoerd worden. Daarnaast
kan ik in dit stadium niet uitsluiten dat op basis van de resultaten van die gesprekken
en verdieping van de verkenningen uiteindelijk een andere afweging wordt gemaakt.
Zodra er een definitieve locatiekeuze is wordt u daarover geïnformeerd.
Vraag 14
Kunt u aangeven op welke wijze en wanneer u de Kamer heeft geïnformeerd over de grote
meningsverschillen in dit dossier, los van het «Projectenoverzicht uitwerking Strategisch
Vastgoedplan najaar 2022» dat u op 2 december vorig jaar met de Kamer deelde en waarin
u onder andere niet ingaat op het standpunt van de gemeente Zeewolde?
Antwoord 14
Ik heb uw Kamer over het proces en de resultaten daarvan tot nu toe achtereenvolgens
geïnformeerd met de Kamerbrief Contouren Strategisch Vastgoedplan 2022 van 13 mei
jl. (Kamerstuk 34 919, nr. 91) en de Kamerbrief Strategisch Vastgoedplan 2022 van 2 december jl. Ook over het vervolg
zal ik uw Kamer blijven informeren. De komende periode zet Defensie de constructieve
gesprekken die met provincies en gemeenten zijn gevoerd voort.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.