Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koerhuis en Heerema over het bericht dat de N9 te smal, te saai en te gevaarlijk is
Vragen van de leden Koerhuis en Rudmer Heerema (beiden VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat de N9 te smal, te saai en te gevaarlijk is (ingezonden 12 december 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 27 januari
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1269.
Vraag 1
Kent u het bericht «Rijkswaterstaat wil verbetering N9: «Weg is te smal, te saai en
te gevaarlijk»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 2
Het is bekend dat de N9 een lange smalle weg is met diverse verkeersveiligheidsrisico’s.
De ongevallen die plaats vonden op de N9 zijn ook bekend. Vanuit de € 200 miljoen
die dit kabinet beschikbaar heeft gesteld voor verkeersveiligheid Rijks-N-wegen worden
daarom middelen beschikbaar gesteld om de verkeersveiligheid op de N9 te verbeteren.
Het onderzoek dat wordt aangehaald in het bericht betreft een verkeersveiligheidsonderzoek
dat in opdracht van het Rijk en de regio is uitgevoerd, naar aanleiding van een motie
van de Tweede Kamer2. Diverse maatregelen die uit het onderzoek naar voren kwamen, zullen als onderdeel
van de eerste tranche van de middelen uit het Coalitieakkoord voor de verkeersveiligheid
van de Rijks-N-wegen worden uitgevoerd. Zo zal een fietstunnel inclusief turborotonde
worden aangelegd bij de kruising N9/Kogendijk. Daarnaast wordt een bushalte en een
risicovol fietspad direct langs de N9 ter hoogte van de Hogenweg verwijderd. Ook zullen
diverse risicovolle beginpunten en obstakels in de berm worden aangepakt.
Vraag 3
Hoe hoog scoort de N9 in de Integrale Mobiliteitsanalyse (IMA)?
Antwoord 3
In de Integrale Mobiliteitsanalyse (IMA) zijn er verschillende perspectieven van waaruit
de verkeersveiligheid van een weg is bekeken. Op basis van het gemonetariseerd slachtofferongevalsrisico,
de maatschappelijke kosten van de slachtofferongevallen per miljard voertuigkilometer,
staat de weg wat betreft de verkeersveiligheid op plek 10 in de IMA. Wanneer wordt
gekeken naar het ongevallenrisicocijfer (aantal slachtofferongevallen per miljard
voertuigkilometer) staat de N9 tussen Alkmaar en Den Helder op plek 8 in de IMA. Voor
een verdere toelichting op de variabelen en scores van de N9 zie het antwoord op vraag
6.
Vraag 4
Wat is de stand van zaken van de door u aangekondigde maatregelen voor de N9, zoals
het aanleggen van een fietstunnel in combinatie met een turborotonde bij de kruising
N9/Kogendijk?
Antwoord 4
De maatregelen op de N9, zoals het fysiek verwijderen van een bushalte, een risicovol
fietspad, risicovolle beginpunten of obstakels in de berm, zullen door Rijkswaterstaat
worden uitgevoerd met het geplande groot onderhoud in 2024. Op dit moment vindt er
afstemming plaats met de regio. Over de turborotonde en fietstunnel ter hoogte van
de Kogendijk is Rijkswaterstaat in gesprek met de provincie Noord-Holland en de gemeente
Alkmaar en Bergen om te komen tot realisatie.
Vraag 5
In hoeverre verbeteren de door u aangekondigde maatregelen voor de N9 de verkeersveiligheid?
Antwoord 5
Met de geplande maatregelen op de N9 wordt op delen van de N9 de verkeersveiligheid
verbeterd. Daarmee zal het risico op ongevallen lokaal verminderen. De verkeersveiligheidseffecten
van de maatregelen zijn in het verkeersveiligheidsonderzoek N93 bepaald aan de hand van een risicobeoordeling. Op delen verbetert de verkeersveiligheid
en daalt de risicoklasse. De maatregelen verkleinen het risico, maar het risico op
ongevallen blijft bestaan. Op de N9 spelen ook andere risico’s, zoals het gebrek aan
een rijbaanscheiding (waar op dit moment geen middelen voor zijn). Daarnaast blijft
er sprake van relatief hoge verkeersintensiteiten waardoor er kans is op kop-staartbotsingen.
De verkeersveiligheid op de N9 (en op andere Rijks-N-wegen) blijft de komende jaren
gemonitord, bijvoorbeeld via de IMA en Veilig over Rijkswegen.
Vraag 6
Hoe hoog zijn de variabelen voor de N9 in de IMA op basis waarvan u bepaalt of de
weg wel of niet een probleem voor de doorstroming of de verkeersveiligheid vormt?
Antwoord 6
In de Integrale Mobilteitsanalyse 2021 (IMA)4 is de (potentiële) bereikbaarheid van bestemmingen in beeld gebracht aan de hand
van de verbetering of verslechtering van de potentiële bereikbaarheid van activiteiten
(bijvoorbeeld arbeidsplaatsen). Daarnaast is de reissnelheid in beeld gebracht aan
de hand van restcapaciteit, economische voertuigverliesuren en reistijdverlies. De
IMA-2021 laat voor de N9 in 2040 in het WLO scenario laag en hoog geen grote knelpunten
zien voor bereikbaarheid.
In de IMA-2021 zijn per traject de verwachte slachtofferongevallen en de daarmee samenhangende
maatschappelijke kosten geschetst. Dit is gedaan op basis van ongevalscijfers en gegevens
over wegkenmerken die bepalend zijn voor de verkeersveiligheid. Voor de slachtofferongevallen
is zowel het slachtofferongevalsrisico (aantal slachtofferongevallen per miljard voertuigkilometer)
als de slachtofferongevallendichtheid (aantal slachtofferongevallen per 10 kilometer
weglengte) geschetst. De N9 tussen Alkmaar en Den Helder staat op plek 8 in de IMA
op basis van hoogste slachtofferongevalsrisico, maar scoort relatief laag op de slachtoffer-ongevalsdichtheid
en staat daarmee niet in de top-15 van de IMA.
In de IMA worden de maatschappelijke kosten geschetst door middel van het gemonetariseerd
slachtofferongevalsrisico (miljoen euro per miljard voertuigkilometers) en de kosten
van verkeersonveiligheid per 10 kilometer weglengte.5 De N9 tussen Alkmaar en Den Helder staat op de 10eplek voor wat betreft het gemonetariseerd slachtofferongevalsrisico (>5 mln).
De N9 staat niet in de top-15 hoogste kosten van de verkeersonveiligheid per 10 kilometer
weglengte.
Vraag 7 en 8
Op basis waarvan heeft u bepaald om sommige delen van de N9 verkeersveiliger te maken
en niet de hele N9?
Op basis waarvan zou u kunnen bepalen om de hele N9 verkeersveiliger te maken?
Antwoord 7 en 8
In juni 2022 bent u geïnformeerd over de besteding van de € 200 mln. voor verkeersveiligheid
Rijks-N-wegen6. De opgaven zijn groter dan het beschikbare budget en daarom is gewerkt met een prioritering.
De prioritering heeft geleid tot een aanpak in twee tranches. Door de aanpak in tranches
is het mogelijk om maatregelen van beperktere omvang op korte termijn tot uitvoering
te brengen en tegelijkertijd te starten met de voorbereiding van een grootschalige
aanpak. Voor tranche 1 is geprioriteerd op een snelle uitvoerbaarheid, zodat op korte
termijn stappen gezet kunnen worden. De maatregelen aan de N9 zijn onderdeel van deze
eerste tranche.
De tweede tranche betreft een grootschalige en integrale aanpak. Daarbij is geprioriteerd
op basis van objectieve verkeersveiligheidscriteria en is gekeken naar de geraamde
kosten en de kosteneffectiviteit van een fysieke rijbaanscheiding. Zo is gekeken naar
de maatschappelijke kosten-baten verhouding van de maatregel fysieke rijbaanscheiding
voor de verschillende trajecten. Uit deze prioritering volgt dat andere trajecten
een hogere prioriteit kennen dan de N9. Dit in combinatie met het beschikbare budget
maakt dat er besloten is om niet over te gaan tot het aanbrengen van een fysieke rijbaanscheiding
op de N9.
Uit de IMA en recent uitgevoerde onderzoeken, waaronder het onderzoek naar de verkeersveiligheid
N9, N99 en N250 en het onderzoek van Arcadis7 naar fysieke rijbaanscheiding, blijkt dat verdere maatregelen zoals een rijbaanscheiding
genomen zouden kunnen worden om de resterende risico’s weg te nemen en de verkeersveiligheid
van de N9 verder te verbeteren. Op dit moment is er echter geen budget beschikbaar
om te komen tot deze grootschalige aanpak van de verkeersveiligheid op de N9 aangezien
de beschibare € 200 miljoen in het coalitieakkoord (mede) bestemd is voor andere wegvakken
met hoge prioriteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.