Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Peter de Groot over het bericht ‘Veluws vakantiepark wil woonwijk worden, maar dat mag niet: ‘Onbegrijpelijk’’
Vragen van het lid Peter de Groot (VVD) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Veluws vakantiepark wil woonwijk worden, maar dat mag niet: «Onbegrijpelijk»» (ingezonden 16 december 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
27 januari 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1314.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Veluws vakantiepark wil woonwijk worden, maar dat mag
niet: «Onbegrijpelijk»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Hoe beoordeelt u de situatie van het vakantiepark, zoals genoemd in het artikel, die
al jarenlang wil transformeren naar een woonwijk, mede omdat er geen recreatieve functies
zijn, maar de gemeente dit niet toestaat?
Deelt u de mening dat er een duidelijk onderscheid is tussen recreatieparken die nooit
toeristisch zijn geweest of niet meer zijn, en dus ook niet de daarbij behorende voorzieningen
hebben, en recreatieparken die wel een toeristische doel hebben? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat dit park precies het voorbeeld is zoals beschreven in de motie-De
Groot (Kamerstuk 32 847, nr. 942) met betrekking tot kansrijke transformatie naar een woonwijk? Kunt u het uiteenzetten
waarom u het er wel of niet mee eens bent?
Antwoord 2, 3 en 4
Bij de afweging om een park al dan niet te transformeren naar een woonbestemming,
is de (potentiële) economische vitaliteit van een park een belangrijke factor. Wanneer
er geen recreatief toekomstperspectief meer is, pleit dit voor het veranderen van
functie. Tegelijkertijd zijn er nog tal van andere factoren die een rol spelen in
de afweging van gemeenten, zoals ook beschreven is in het kwaliteits- en afwegingskader
«wonen in recreatiewoningen», dat vanuit het Ministerie van BZK is ontwikkeld om gemeenten
te ondersteunen in een afweging rondom transformatievraagstukken.2
Vanuit de landelijke overheid is er onvoldoende zicht op alle relevante factoren,
die ter plekke een rol kunnen spelen. Het is daarom aan de gemeente om een afweging
te maken hoe om te gaan met de wens van de eigenaar-bewoners van park Maheki. De gemeente
Putten is van mening dat het park Maheki, binnen het cluster van recreatieparken waarin
het zich bevindt, een toeristisch toekomstperspectief heeft en gaat daarom niet over
tot transformatie naar Wonen.
Vraag 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15
Hoe staat het in zijn algemeenheid met de uitvoering van de genoemde motie?
Hoe bent u op dit moment de regie aan het vormgeven om gemeenten die zelf niets zien
in transformaties alsnog te bewegen om akkoord te gaan met de transformatie, wanneer
de bewoners van de recreatieparken zelf het initiatief hebben genomen om aan alle
eisen te voldoen en collectief de wens hebben om te transformeren naar een woonwijk?
Kunt u toelichten hoe het staat met de uitvoering van de motie-De Groot (Kamerstuk
32 847, nr. 942) over landelijke regie nemen in een zorgvuldige transformatie van specifieke recreatieparken
naar woonwijken?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het inventariseren welke recreatieparken
in aanmerking zouden komen voor transformatie?
Wordt er bij de inventarisatie ook gekeken naar hoeveel recreatieparken zich hebben
verenigd in een Vereniging van Eigenaren (VvE)?
Zou het voor de inventarisatie niet beter zijn wanneer een VvE, die met een meerderheid
van stemmen heeft besloten dat hun recreatiepark graag een woonpark wil worden, zich
direct kunnen aanmelden bij het aanjaagteam van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties?
Hoe kan als gevolg van vraag 12 sneller worden beoordeeld door het aanjaagteam of
deze aanmelding van de VvE voldoet aan het afwegingskader voor transformatie naar
wonen? Waarom wel of waarom niet?
Wanneer kan de Kamer een de aanpak verwachten om het transformeren van de recreatieparken
naar woonwijken in goede banen te leiden?
Wanneer gaat u starten met de uitvoering van het begeleiden van transformaties? Kunt
u een tijdlijn schetsen?
Antwoord 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15
Ik geef opvolging aan uw motie door middel van een inventarisatie naar het transformatiepotentieel
van vakantieparken. Om het goede gesprek met gemeenten en provincies te kunnen voeren,
is eerst meer zicht nodig op de aard en omvang van het transformatiepotentieel. Ik
heb aan provincies gevraagd deze inventarisatie uit te voeren. Zoals toegezegd in
het WGO van 14 november 2022, kom ik eind Q1 daar bij u op terug. Dit doe ik in samenhang
met de toezegging aan uw Kamer om een vervolg op de actie-agenda vakantieparken vorm
te geven.
Daarnaast vinden er regelmatig gesprekken plaats met gemeenten en provincies over
transformatie van recreatieparken. Ook ondersteun ik gemeenten in het transformeren
van vakantieparken door de inzet van het expert- en aanjaagteam «transformatie van
vakantieparken».
Er wordt nu niet in kaart gebracht hoeveel parken zich hebben verenigd in een VvE.
Daarbij betekent het bestaan van de wens tot transformatie naar Wonen van een VvE
niet noodzakelijkerwijs dat een park daadwerkelijk geschikt is om te transformeren
naar Wonen. Het is aan gemeenten, binnen provinciale kaders, om deze afweging te maken.
Daarom heb ik provincies gevraagd de inventarisatie uit te voeren. Een VvE kan zich
uiteraard wel tot gemeente en provincie wenden om de wens tot transformatie kenbaar
te maken.
Het aanjaagteam is niet betrokken bij deze inventarisatie en het maken van de afweging
om al dan niet te transformeren; zij gaat aan de slag, daar waar al het besluit is
genomen om een park te transformeren. Het aanjaagteam versnelt de transformatie door
gemeenten te ondersteunen met expertise bij het oplossen van knelpunten rondom bijvoorbeeld
eigendomssituaties, participatie en omgevingsfactoren.
Vraag 7 en 8
Wat is uw aanpak om juist willekeur bij gemeenten rondom kansrijke transformatie naar
wonen tegen te gaan?
Hoe beoordeelt u gelet op de voorgaande vraag de conclusie van het rapport van Berenschot
«Effecten wijziging Bor permanente bewoning recreatiewoningen» waarin staat dat gemeenten
veelal niet bereid zijn om over te gaan tot het mogelijk maken van permanente bewoning?
Antwoord 7 en 8
In het kader van de Actie-agenda Vakantieparken 2021–22 heb ik een kwaliteits- en
afwegingskader gepubliceerd, dat gemeenten helpt om zoveel mogelijk relevante factoren
mee te nemen in de afweging over het transformeren naar Wonen. Het kwaliteits- en
afwegingskader helpt gemeenten om een complete afweging te maken. De weging van de
verschillende factoren blijft aan gemeenten. Het is aan hen om een afweging te maken
welke factoren en belangen prevaleren in de lokale context.
Vraag 16
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 16
De ruime overlap tussen een aantal vragen geeft mij reden om de beantwoording op een
aantal punten te bundelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.