Schriftelijke vragen : Het bericht ‘En toen was er geen hoogleraar Friese taal en cultuur meer, tegen de afspraken in’
Vragen van de leden Peters (CDA) en De Hoop (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «En toen was er geen hoogleraar Friese taal en cultuur meer, tegen de afspraken in» (ingezonden 26 januari 2023).
Vraag 1
Hoe kijkt u naar de sollicitatieprocedure van de Rijksuniversiteit Groningen, die
uiteindelijk niet resulteerde in een hoogleraar Friese taal en cultuur, maar in een
universitair docent?1
Vraag 2
Wat is uw gedachte bij de observatie van DINGtiid, het onafhankelijke adviesorgaan
voor de Friese Taal, dat er geen eerlijke procedure is gevolgd, omdat niet duidelijk
was dat het om de werving van een universitair docent ging én dat er wel genoeg geschikte
kandidaten zouden zijn om de functie van hoogleraar Fries te vervullen, zij hadden
alleen moeten worden benaderd?
Vraag 3
Wanneer bent u voornemens om met een wetsvoorstel te komen, waarin wetenschappelijk
onderwijs in het Frysk wordt verankerd?
Vraag 4
Vindt u dat Fries als onderdeel van de bredere internationale opleiding in voldoende
mate recht doet aan de positie van het Fries als tweede Rijkstaal?
Vraag 5
Hoe wilt u in de tussentijd ervoor zorgen dat alvast wordt gehandeld naar de geest
van de aangenomen motie-De Hoop/Van der Molen over het wettelijk verankeren van wetenschappelijk
onderwijs in het Frysk2, waardoor het wetenschappelijk onderwijs in het Frysk ook de komende tijd aangeboden
kan blijven worden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Habtamu de Hoop, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.