Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Werner over het bericht 'Boekenprogramma 'Brommer op zee' mocht toch doorgaan, maar dat hoorden de makers te laat'
Vragen van het lid Werner (CDA) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Media over het bericht «Boekenprogramma «Brommer op zee» mocht toch doorgaan, maar dat hoorden de makers te laat» (ingezonden 22 december 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 24 januari
2023).
Vraag 1
Keek u ook wel eens naar het tv-programma «Brommer op zee»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het bericht «Boekenprogramma «Brommer op zee» mocht toch doorgaan,
maar dat hoorden de makers te laat»?1
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3 en 4
Kunt u zich vinden in de suggestie die in het artikel wordt gedaan, namelijk dat de
Nederlandse Publieke Omroep invloed uitoefent op de inhoud van programma’s? Kunt u
specifiek ingaan op de genoemde voorbeelden «de NPO wilde én lange, inhoudelijke interviews
met schrijvers, én gesprekken met lezers van de boekenclub» en «...zegt toenmalig
netcoördinator van NPO2 Gijs van Beuzekom dat er meer interactie met de lezers moet
komen»? Mag dit volgens de Mediawet?
Wat is in deze casus uw reflectie op de verhoudingen tussen de NPO en de omroepverenigingen?
Antwoord 3 en 4
Volgens de wettelijke taakopdracht van de publieke omroep moet de programmering gericht
zijn op en een relevant bereik hebben onder zowel een breed en algemeen publiek, als
bevolkings- en leeftijdsgroepen van verschillende omvang en samenstelling (artikel
2.1 Mediawet 2008). Het is aan de NPO en de omroepen om daar samen invulling aan te
geven en de juiste afwegingen te maken. Dat vereist een goed samenspel tussen de NPO
vanuit zijn wettelijke taak als coördinerend en sturend orgaan en de omroepen die
de concrete vorm en inhoud van de programma’s bepalen. De NPO en de omroepen maken
vooraf afspraken over inhoudelijke, financiële en bereiksdoelstellingen van programma’s
(artikel 2.55 Mediawet 2008). De NPO toetst of programma’s voldoen aan die afspraken
en aan de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen voor het media-aanbod en het
publieksbereik, vervat in het concessiebeleidsplan, de prestatieovereenkomst, de profielen
van de aanbodkanalen, het coördinatiereglement en de begroting (artikelen 2.52 en
2.54 Mediawet 2008). Programma’s worden dus tegen die achtergrond voortdurend beoordeeld,
geëvalueerd en aangepast of geschrapt. Zo ook in dit geval. Die dynamiek en vernieuwing
is in het belang van de kijkers en luisteraars omdat zo de programmering actueel en
aansprekend gehouden kan worden. Het is onvermijdelijk dat in het genoemde samenspel
de inhoud van programma’s wordt betrokken voor zover dat strikt nodig is om tot goede
programmering te komen. Bij de verzorging van eenmaal gecoördineerde programma’s gaan
omroepen over vorm en inhoud. De NPO en de omroepen opereren onafhankelijk van de
overheid. Het is niet aan mij om een oordeel te geven over de afwegingen die in het
genoemde samenspel ten aanzien van programma’s, in dit geval «Brommer op zee», gemaakt
worden.
Vraag 5
Wat voor soort contracten hadden medewerkers van het programma «Brommer op zee»?
Antwoord 5
De VPRO deelde mij hierover het volgende mee. Drie medewerkers zijn in vaste dienst
bij de VPRO. Van zes medewerkers liep het contract af per 31 december 2022. Voor twee
van hen is ander passend werk gevonden binnen de VPRO. Voor vier van hen geldt dat
hun contract niet verlengd kon worden. De presentatoren zijn freelancers.
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat op 13 december 2022 de NPO meldde dat er vanaf 5 februari 2023
tóch ruimte is voor negen nieuwe afleveringen van «Brommer op zee», maar omdat meerdere
redacteuren al nieuw werk hebben en ook de agenda's van presentatoren Wilfried de
Jong en Ruth Joos inmiddels vol zitten, die afleveringen er niet komen?
Antwoord 6
Goede samenwerking vereist goede communicatie. Ik kan niet reconstrueren hoe in dit
geval de communicatie tussen de NPO en de VPRO is gelopen. Ik heb begrepen van de
NPO en de VPRO dat er verder overleg is over een vervolg van een boekenprogramma.
Vraag 7
Hoe zouden volgens u omroepverenigingen moeten werken aan meer vaste contracten voor
medewerkers?
Antwoord 7
Ik heb in het debat over de mediabegroting op 28 november 2022 gezegd dat ik hierover
stevige gesprekken ga voeren met de NPO en de omroepen om te kijken hoe en waar afspraken
hierover vastgelegd kunnen worden.
Vraag 8
Bent u bereid om, zoals besproken tijdens het wetgevingsoverleg Media van 28 november
jl., dit voorbeeld mee te nemen in het gesprek met de NPO om te onderzoeken of papier
en praktijk inderdaad niet hetzelfde zijn, en bij de uitwerking van de gewijzigde
motie van de leden Werner en Sjoerdsma over het succes van NPO-programma's niet afmeten
aan kijkcijfers en marktaandelen3?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.