Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het bericht ‘Missende rookmelders en enige vluchtroutes vol spullen: veiligheid ver te zoeken in oude portiekflats’
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Missende rookmelders en enige vluchtroutes vol spullen: veiligheid ver te zoeken in oude portiekflats» (ingezonden 23 november 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
24 januari 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 922.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Missende rookmelders en enige vluchtroutes vol spullen:
veiligheid ver te zoeken in oude portiekflats»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van dit bericht?
Antwoord 2
Over de inhoud van dit bericht heeft u hieronder diverse vragen gesteld. Met de beantwoording
van deze vragen reageer ik op dit bericht.
Vraag 3
Wat vindt u van de uitspraak: «Ik ben mij kapot geschrokken toen de brandweer mij
vertelde dat mijn dochter en ik niet meer hadden geleefd als wij wél naar beneden
waren gegaan.»?
Antwoord 3
Ik vind de brandveiligheid van woningen belangrijk. Ik begrijp dat deze mevrouw is
geschrokken.
Vraag 4
Deelt u de mening dat dit fatale gevolgen zou kunnen hebben?
Antwoord 4
Ja. Als de enige vluchtroute naar beneden vol rook staat, is het inderdaad veiliger
om in de woning of op het balkon te wachten op de inzet van de brandweer.
Vraag 5
Wat vindt u van de uitspraak: «De angst van Wendy voor nóg een brand is zeker gegrond.
De brandveiligheid in oude portiekflats laat namelijk vaak te wensen over. «Portiekflats
hebben maar één vluchtroute en daarnaast hoeven de oudere gebouwen niet aan de nieuwste
brandveiligheidseisen te voldoen», aldus brandveiligheidsexpert Ynso Suurenbroek.»?
Antwoord 5
Er gelden in het Bouwbesluit brandveiligheidseisen voor portiekflats. Bij portiekflats
is sprake van een enkele vluchtroute. Van belang bij een enkele vluchtroute is dat
deze gedurende een bepaalde tijd gevrijwaard is van brand en rook zodat bewoners kunnen
vluchten. Het Bouwbesluit stelt daartoe specifieke eisen aan een enkele vluchtroute.
De eisen hiervoor zijn in Bouwbesluit voor nieuwe portiekflats inderdaad hoger dan
voor bestaande portiekflats. Dit lagere niveau is afgestemd op het veiligheidsniveau
waarmee deze bestaande portiekflats in het verleden rechtmatig zijn gebouwd.
Vraag 6
Waarom neemt u deze ernstige klachten van huurders onvoldoende serieus?
Antwoord 6
Ik neem klachten van huurders serieus, maar het is uiteindelijk aan de verhuurder
om iets te doen. Onderhoud en de kwaliteit van sociale huurwoningen komen daartoe
nadrukkelijk aan bod in de Nationale prestatieafspraken die in juni 2022 zijn ondertekend
door IPO, Aedes, Woonbond en de VNG. Dit heeft ook betrekking op brandveiligheid.
Vraag 7
Hoeveel klachten moeten er nog geuit worden en hoeveel slachtoffers moeten er vallen
voordat u ingrijpt?
Antwoord 7
Ik heb al actie genomen om de brandveiligheid te verbeteren ik verwijs hiervoor naar
mijn antwoord op vraag 6 en op vraag 9.
Vraag 8
Deelt u de mening dat deze bewoners in een onveilige flat wonen? Kunt u uw antwoord
nader toelichten?
Antwoord 8
Deze flat moet ten minste voldoen aan de brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit
2012 voor bestaande bouw. De corporatie als eigenaar is hiervoor verantwoordelijk.
De gemeente Amersfoort is bevoegd gezag. Ik heb navraag gedaan bij de corporatie en
de gemeente. Het college van B&W heeft op 10 november 2022 de gemeenteraad geïnformeerd
over haar acties als bevoegd gezag bij de flats van de Alliantie op Vreeland2. Hieruit blijkt dat flats op hoofdlijnen voldoen aan de brandveiligheidseisen. Een
adviesbureau ondersteunt de Alliantie om de restpunten op te lossen. Daarnaast overweegt
de Alliantie om een aantal aanvullende maatregelen te nemen die de brandveiligheid
verder ten goede komen. De gemeente houdt «een vinger aan de pols» ten aanzien van
de verbeteringen en werkzaamheden door de Alliantie aan de Vreeland-flats.
Vraag 9
Bent u het met deze brandveiligheidsexpert eens dat de brandveiligheid in oude portiekflats
vaak te wensen overlaat? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 9
Ik ben het eens dat bij bestaande woongebouwen (waaronder portiekflats) meer aandacht
moet zijn voor de brandveiligheid. Dat dit nodig is, is gebleken uit het rapport van
de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de Flatbrand Arnhem en het onderzoek dat het
Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) in opdracht van mij heeft uitgevoerd
bij 32 woongebouwen. Ik heb uw Kamer op 11 februari 2022 geïnformeerd over mijn reactie
aan de Onderzoeksraad daaromtrent. Ter verbetering van de brandveiligheid van woongebouwen
in de gebruiksfase heb ik aansluitend acties in gang gezet. Ik verwijs daarbij ook
naar mijn brief van 12 april 2022 (Kamerstuk 28 325, nr. 237). Ik heb het NIPV opdracht gegeven voor het begeleiden van gebouweigenaren om de
brandveiligheid van woongebouwen (waaronder portiekflats) in de gebruiksfase te verbeteren
Vraag 10
Waarom hoeven oudere gebouwen niet aan de nieuwste brandveiligheidseisen te voldoen?
Antwoord 10
De brandveiligheidseisen voor nieuwbouw zijn in de loop der jaren steeds verder aangescherpt.
Bij nieuw te bouwen gebouwen kunnen de maatregelen hiervoor eenvoudig worden gerealiseerd
bij de bouw. Bij bestaande bouw is dit achteraf niet altijd goed mogelijk of kostbaar.
Verder is bestaande bouw in het verleden rechtmatig tot stand gekomen uitgaande van
de toen geldende eisen. De bouwregelgeving gaat daarom uit van het beginsel van verworven
rechten wat inhoudt dat bestaande bouwwerken zoveel mogelijk worden ontzien, wanneer
eisen worden aangescherpt of nieuwe eisen worden geïntroduceerd. Wel geeft de bouwregelgeving
de mogelijkheid aan gemeenten (bevoegd gezag) om bij afzonderlijke gebouwen hogere
eisen op te leggen tot en met het nieuwbouwniveau als de noodzaak hiervoor door de
gemeente wordt gemotiveerd (maatwerk). De hiervoor beschreven opzet van de bouwregelgeving
geldt al sinds het eerste landelijke Bouwbesluit in 1992 en daarvoor was sprake van
een vergelijkbare aanpak in de gemeentelijke bouwverordeningen.
Hoewel in beginsel de eisen voor bestaande bouw dus niet worden aangepast, kan hiervan
worden afgeweken als een aanpassing proportioneel en uitvoerbaar is. Hiervan is gebruik
gemaakt bij de invoering van de wettelijke verplichting voor rookmelders bij bestaande
woningen die geldt per 1 juli 2022. Verder heb ik een wijziging van het Besluit Bouwwerken
Leefomgeving (Bbl) met een aanscherping van de gebruikseisen voor vluchtroutes in
woongebouwen eind 2022 in publieke internetconsultatie gebracht. Deze eisen gaan zowel
gelden voor nieuwbouw als bestaande bouw. Ik verwacht deze Bbl-wijziging begin april
2023 aan Uw Kamer te kunnen sturen ter voorhang.
Vraag 11
Neemt u niet een risico om deze gebouwen niet aan de nieuwste brandveiligheidseisen
te laten voldoen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 11
Ik ben mij bewust van brandveiligheidsrisico’s bij bestaande woongebouwen (waaronder
portiekflats). Om deze risico’s te verkleinen heb ik daarom diverse acties genomen
zoals beschreven in de antwoorden op de vragen 6, 9 en 10.
Vraag 12
Wat vindt u van de volgende uitspraak: «Je moet dan denken aan een open verbinding
tussen de bergingen en het trappenhuis (en eventueel ook een open verbinding tussen
de zolders en het trappenhuis), onvoldoende brandwerende deuren en geen drangers.»?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 12
Bij oudere portiekflats kan er inderdaad sprake zijn dat er geen brandwerende scheiding
is tussen de bergingen (kelder/zolder) en het trappenhuis. Bij de bouw van deze flats
was dit niet verplicht. Het Bouwbesluit 2012 staat dit ook toe bij bestaande woongebouwen
zolang de omvang van deze berging niet meer is dan 100m2. Zie verder mijn antwoord
op vraag 13.
Vraag 13
Hoe gaat u erop toezien dat oudere portiekflats alsnog voldoende brandwerende deuren
en drangers, open verbinding tussen de bergingen en het trappenhuis (en eventueel
ook een open verbinding tussen de zolders en het trappenhuis) krijgen?
Antwoord 13
Bij oudere portiekflats moeten de woningtoegangsdeuren al brandwerend zijn uitgaande
van de eisen die het Bouwbesluit 2012 stelt voor bestaande bouw. Het is primair aan
de gebouweigenaren om te zorgen dat hieraan wordt voldaan en het is aan de gemeente
(bevoegd gezag) hierop toe te zien. Met de in antwoord 9 genoemde opdracht aan het
NIPV wordt door mij onder andere beoogd dat gebouweigenaren er zorg voor dragen dat
hun woongebouwen ten minste voldoen aan de Bouwbesluiteisen voor bestaande bouw.
Het toepassen van deurdrangers is in het Bouwbesluit 2012 niet verplicht voor bestaande
woongebouwen, maar wel voor nieuwbouw en daar waar verbouw plaatsvindt. Wel kan zoals
gemeld in het antwoord op vraag 10 de gemeente (bevoegd gezag) bij een specifiek woongebouw
deze nieuwbouweisen opleggen. Voorgaande geldt ook voor de brandwerende scheiding
tussen bergingen en het trappenhuis.
Vraag 14
Wat vindt u van de volgende uitspraak: «Maar dat is niet alles. «De woningen zitten
tevens vaak vol kieren, gaten en openingen en ook zijn er meestal niet brandbestendige
bouwmaterialen als hout en kunststof isolatiematerialen gebruikt. Heel gevaarlijk
allemaal, want hierdoor kan de portiek, oftewel de enige vluchtroute, in zeer korte
tijd vol rook komen te staan. Rook die door kieren en gaten ook nog eens makkelijk
de woningen in kan komen. En vergeet dan vooral niet: je hebt niet veel giftige rook
nodig om bewusteloos te raken, of erger.»»?
Antwoord 14
Als woningen vol kieren, gaten en openingen zitten, wordt aannemelijk niet voldaan
aan de brand- en rookwerendheidseisen die het Bouwbesluit 2012 stelt aan oude portiekflats.
Ook worden in het Bouwbesluit eisen gesteld aan de brandklasse van toegepaste bouwmaterialen.
Het is primair aan de gebouweigenaren om te zorgen dat hieraan wordt voldaan en het
is aan de gemeente (bevoegd gezag) hierop toe te zien. Met de in antwoord 9 genoemde
opdracht aan het NIPV wordt door mij onder andere beoogd dat gebouweigenaren er zorg
voor dragen dat hun woongebouwen ten minste voldoet aan de Bouwbesluiteisen voor bestaande
bouw.
Vraag 15
Hoe gaat u de veiligheid van woningen in oudere portiekflats, die vol met kieren,
gaten en openingen en niet brandbestendige bouwmaterialen als hout en kunststof isolatiematerialen
zitten, garanderen?
Antwoord 15
Ik verwijs hierbij naar mijn antwoorden op de vragen 13 en 14.
Vraag 16
Wat vindt u van de volgende uitspraak: «Maar als de brandveiligheid in oude portiekflats
zo te wensen overlaat, zijn andere dingen op het gebied van brandveiligheid dan wel
goed in orde? Denk onder andere aan rookmelders in woningen, die per 1 juli dit jaar
verplicht zijn. Nee, leert een rondgang die het AD deed in Amersfoort.»?
Antwoord 16
De wettelijke verplichting voor rookmelders in woningen per 1 juli is gecombineerd
met een door mij gefinancierde publiekscampagne door het NIPV, Brandweer Nederland
en de Brandwondenstichting. Doel van deze campagne was naleving te bereiken. In het
verlengde van deze campagne laat ik begin 2023 een landelijk onderzoek uitvoeren naar
het percentage woningen met rookmelders. Ik wacht de resultaten hiervan af.
Vraag 17
Bent u ook zo geschrokken van deze uitspraak?
Antwoord 17
Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord op vraag 16.
Vraag 18
Wat vindt u van de uitspraak: «In een portiekflat aan de Kapelweg is de situatie namelijk
niet anders. Lang niet iedereen heeft rookmelders in huis, vluchtroutes liggen vol
met spullen van bewoners en verschillende woningen zijn in zo’n slechte staat, dat
het een wonder is dat er nog geen brand is uitgebroken.»?
Antwoord 18
Dat de vluchtroutes vol spullen liggen van bewoners is niet de bedoeling. De vluchtroute
moet juist vrij worden gehouden van (brandbare) spullen. Om dit in de praktijk beter
te bewerkstelligen, is de in mijn antwoord op vraag 10 genoemde aanscherping van de
gebruikseisen voor vluchtroutes bedoeld. De in antwoord 9 genoemde opdracht aan het
NIPV beoogt onder andere dat gebouweigenaren zorg dragen dat bewoners de vluchtroutes
daadwerkelijk vrij houden van spullen. In mijn antwoord op de vragen 13 en 14 ben
ik al ingegaan op het feit dat woningen ten minste moeten voldoen aan de Bouwbesluiteisen
voor bestaande bouw. En voor de rookmelders verwijs ik naar mijn antwoord op vraag
16.
Vraag 19
Wanneer gaat u de bestaande woningvoorraad controleren op het bestaan van rookmelders?
Antwoord 19
Zoals in mijn antwoord op vraag 16 gemeld, laat ik begin 2023 een landelijk onderzoek
uitvoeren naar het percentage woningen met rookmelders.
Vraag 20
Hoeveel portiekflats hebben maar één vluchtroute? Met andere woorden, hoe groot is
dit probleem? Indien u niet over deze informatie beschikt, bent u dan bereid om hier
onderzoek naar te verrichten?
Antwoord 20
Bij portiekflats is in het algemeen altijd sprake van één vluchtroute. Op basis van
het WoON2021-onderzoek is de schatting dat er circa 2,5 miljoen woningen zijn in een
woongebouw. Daarvan hebben er circa 45% een voordeur in een gedeeld portiek. Dit komt
dan neer op 1,125 miljoen woningen in een woongebouw met een portiek.
Vraag 21
Wat vindt u van de uitspraak: «Dominique Bosman (26), huurder van een zolderkamer
in het complex, maakt zich daar zorgen over. Hij slaapt onder een onafgewerkt dak
dat enkel is bespoten met purschuim. «Ik heb de verhuurder, een particulier, weleens
aangesproken op gebreken in de woning, maar hij doet niks. En de staat van de woning
is echt heel slecht. Verder hebben wij ook geen rookmelders in huis, terwijl het wel
wettelijk verplicht is. Ik heb er nu uiteindelijk maar zelf een in mijn eigen kamer
opgehangen. Dat is in ieder geval iets.»»?
Antwoord 21
In het Bouwbesluit worden eisen gesteld aan de brandklasse van toegepaste bouwmaterialen.
Als hier niet aan wordt voldaan en de verhuurder wil hieraan niets doen, dan kan de
verhuurder een verzoek tot handhaving doen bij de gemeente (bevoegd gezag). Dit geldt
ook voor het niet hebben van een rookmelder of zaken die niet voldoen aan het Bouwbesluit.
De gemeente Amersfoort geeft aan geen melding te hebben ontvangen.
Vraag 22
Vindt u dat bewoners zoals Dominique Bosman terecht moeten kunnen bij landelijke of
lokale huurdersondersteuning, zodat deze ernstige klachten opgepakt worden? Kunt u
uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 22
Ja. Huurders kunnen bij klachten terecht bij diverse organisaties. Met de Wet op het
overleg huurders verhuurder (WOHV) is de positie geregeld van huurdersorganisaties
en bewonersorganisaties bij corporaties en bij private verhuurders met meer dan 25
woongelegenheden. De WOHV regelt dat de verhuurder deze organisaties moet betrekken
bij onder meer het onderhouds- en renovatiebeleid. Een huurder kan daardoor terecht
bij zijn huurder- of bewonersorganisatie. Deze kan zich vervolgens wenden tot de verhuurder.
Regionaal kunnen huurders zich ook wenden tot het Juridisch Loket en in verschillende
gemeenten ook tot zogenoemde Huurteams. Ook wil ik de Woonbond noemen als organisatie
die beschikbaar is voor huurders en voor huurderorganisaties. Om de positie van de
huurder op de woningmarkt te versterken, verstrek ik aan de Woonbond een structurele
subsidie. Tenslotte kunnen huurders bij klachten over de verhuurder, een handhavingsverzoek
indienen bij de gemeente als bevoegd gezag.
Vraag 23 en 24
Wat vindt u van de uitspraak: «Suurenbroek schrikt als hij het verhaal van Dominique
hoort. «Levensgevaarlijk. Een klein beetje hitte is maar nodig om dit hele dak in
lichterlaaie te zetten en de rook die ervan af komt is dan ook nog eens direct hartstikke
giftig.» Voor de oud-brandweerofficier is het meer dan duidelijk: «Het gaat echt niet
goed met de brandveiligheid in oude portiekflats. Er is duidelijk werk aan de winkel.»»?
Bent u het met deze oud-brandweerofficier eens dat het niet goed gaat met de brandveiligheid
in oude portiekflats en dat er duidelijk werk aan de winkel is? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 23 en 24
Ik verwijs hierbij naar mijn antwoorden op vraag 9 en 11. Ik ben ik het eens dat bij
bestaande woongebouwen (waaronder portiekflats) meer aandacht moet zijn voor de brandveiligheid
en heb daartoe diverse actie genomen.
Vraag 25
Bent u het eens met de volgende oplossingen: «Een mogelijke oplossing om de brandveiligheid
van oude portiekflats bouwtechnisch te verhogen, zou een luik bovenaan het trappengat
in de portiek zijn, dat wordt geactiveerd door middel van rookdetectie. Rook kan dan
op de bovenste verdieping ontsnappen en zal zich niet meer zo snel ophopen in de portiekflat.
«Ik zie hier wel heil in. Het voordeel is dat de vluchtroute zo langer veilig blijft
en bewoners langer de tijd hebben om te ontsnappen. Een goede brandwerende deur tussen
de bergingen en het trappenhuis en een snelle brandbestrijding helpen daar ook bij»,
aldus de expert.»? Zo ja, per wanneer kunnen deze oplossingen geïmplementeerd worden?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 25
Naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad over de Flatbrand Arnhem (zie
mijn antwoord op vraag 9) heb ik het NIPV ook opdracht gegeven voor een herijking
van de enkele vluchtroute in woongebouwen, waaronder portiekflats. Dit heeft betrekking
op nieuwbouw. Ook voor nieuwbouw is een enkele vluchtroute namelijk toegestaan in
het Bouwbesluit (straks het Bbl). Het NIPV zal in haar onderzoek mogelijke aanpassingen
van de bouwregelgeving beschouwen in relatie tot de veilige toepassing van de enkele
vluchtroute. Daarbij zal ook gekeken naar het rookvrij houden van deze vluchtroute.
Oplossing daarvoor is het genoemde luik en rookdetectie. Het rapport van NIPV verwacht
ik juli 2023. Aan de hand van dit rapport kan ik dan de eventuele aanpassing van de
bouwregelgeving nader bezien voor de enkele vluchtroute bij nieuwe portiekflats. Voor
bestaande bouw ligt aanpassing van de bouwregelgeving niet in de rede, maar is er
de mogelijkheid van maatwerk door de gemeente, zoals beschreven in mijn antwoord op
de vragen 10 en 13.
Vraag 26 en 27
Wat vindt u van de volgende uitspraak: «Suurenbroek: «Oude portiekflats blijven altijd
brandgevaarlijke objecten. Maar niks doen en blijven wachten tot het fout gaat, is
natuurlijk ook geen optie.»»?
Bent u het met hem eens dat oude portiekflats bij niets doen altijd brandgevaarlijke
objecten blijven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u hiertegen doen?
Antwoord 26 en 27
Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord op vraag 23 en 24.
Vraag 28
Wat vindt u van de volgende uitspraak: «We zijn heel blij met de aandacht voor brandveiligheid
in portiekflats, maar het is nog veel beter om brandveiligheid in zijn algemeenheid
op de kaart te zetten. Mensen moeten zich namelijk veel bewuster worden van wat ze
moeten doen bij brand. Dat redt levens.»?
Antwoord 28
Ik ben het eens met deze uitspraak. Zie verder ook mijn antwoord op vraag 29
Vraag 29
Wordt naar uw mening brandveiligheid in zijn algemeenheid door verhuurders voldoende
op de kaart gezet? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 29
Hierbij is naar mijn mening verbetering mogelijk. De in antwoord 9 genoemde opdracht
aan het NIPV beoogt dat gebouweigenaren (waar onder verhuurders) dit ook meer op de
kaart zetten. De opdracht omhelst ook de communicatie met de bewoners over brandveiligheid
en wat te doen bij brand.
Vraag 30
Hoe verhoogt u het bewustzijn van mensen voor wat ze moeten doen bij brand?
Antwoord 30
Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord op vraag 29
Vraag 31
Begrijpt u nu dat deze en andere honderdduizenden bewoners in een kwaliteitscrisis
(brandveiligheid, tocht, vocht, schimmel, onderhoudsklachten en gebreken) zitten en
dat zij zeer ontevreden zijn met uw eerder antwoord over deze kwaliteitscrisis, namelijk
dat u vindt dat er geen kwaliteitscrisis is? Zo ja, komt u met een meerjarig kwaliteitsprogramma
om deze kwaliteitscrisis op te lossen? Zo nee, waarom begrijpt u dat niet?
Antwoord 31
Er zijn meer dan 2 miljoen sociale huurwoningen in Nederland, waarvan het overgrote
deel van goede kwaliteit. Bij een deel van de woningvoorraad is renovatie en verbetering
nodig. Daar zetten we ook op in. Voor vocht- en schimmelproblematiek heb ik een brede
aanpak met alle betrokken partijen ingezet. Deze aanpak lijkt effect te hebben, getuige
dat uit het WoON 2021 blijkt dat het aandeel corporatiehuurders dat last heeft van
vocht en/of schimmel is afgenomen van 28% in 2018 tot 24%. Dat aantal blijft desalniettemin
te hoog, vandaar dat ik in de Nationale prestatieafspraken die in juni zijn ondertekend
met Aedes, Woonbond en de VNG ook aandacht heb voor onderhoud en woningkwaliteit.
In de Nationale prestatieafspraken is afgesproken dat corporaties ervoor zorgen dat
er vanaf 2026 geen woningen meer zijn met een slechte staat van onderhoud (categorie
5 of 6) en dat corporaties tot en met 2030 jaarlijks €200 miljoen extra investeren
in woningverbetering, met een focus op een versnelde aanpak van vocht en schimmel,
loden leidingen, asbest en brandveiligheid.
Vraag 32
Klopt het dat de verhuurder, woningcorporatie De Alliantie, al maanden geen werk maakt
van de brandveiligheid? Indien deze informatie bij u niet bekend is, bent u dan bereid
om hier ook navraag bij de bewonerscommissie te doen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 32
Nee. Ik verwijs daarbij naar mijn antwoord op vraag 8.
Vraag 33
Zijn de klachten van deze bewoners met betrekking tot schimmel, vocht en tocht al
opgelost? Indien deze informatie bij u niet bekend is, bent u dan bereid om hier ook
navraag bij de bewonerscommissie te doen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 33
Voor klachten over de staat van de woning kunnen huurders terecht bij hun verhuurder.
De Alliantie heeft mij laten weten de huurders persoonlijk benaderd te hebben om navraag
te doen over reparatiemeldingen. Vervolgens zijn alle bewoners die een melding hebben
gedaan gebeld om te vragen hoe zij de afwikkeling hebben ervaren. In de informatiebrieven
naar de bewoners heeft de Alliantie nogmaals aangegeven dat als er reparatieverzoeken
zijn, bewoners dit bij de Alliantie (al dan niet opnieuw) kunnen melden, zodat de
Alliantie dit kan oppakken en oplossen. Er staat een beperkt aantal meldingen open,
deze worden allen opgepakt door de Alliantie.
Vraag 34
Is er nu wel of geen asbest gevonden? Zo ja, zijn de asbestprotocollen op de juiste
manier doorlopen en zijn de bewoners hierover tijdig en goed geïnformeerd? Indien
deze informatie bij u niet bekend is, bent u dan bereid om hier ook navraag bij de
bewonerscommissie te doen? Kunt u uw antwoord nader toelichten? Zo nee, heeft u dit
ook bij de bewonerscommissie nagevraagd?
Antwoord 34
Het college van B&W van Amersfoort heeft op 10 november 2022 de gemeenteraad geïnformeerd
over de flats van Alliantie op Vreeland3. Hieruit blijken geen afwijkingen ten aanzien van de asbestregelgeving.
Vraag 35
Deelt u de mening dat dit wederom het zoveelste bewijs is dat er snel een landelijke
Apk-keuring moet komen voor gebouwen om slachtoffers te voorkomen? Kunt u uw antwoord
nader toelichten?
Antwoord 35
Nee, deze mening deel ik niet. Ik ben geen voorstander van een wettelijke periodieke
beoordeling van gebouwen. Dit zou een enorme operatie zijn en een behoorlijke last
voor gebouweigenaren. Het zou ook leiden tot keuringen van gebouwen waar helemaal
geen veiligheids- of gezondheidsproblemen zijn.
Vraag 36
Durft u nog steeds de veiligheid van deze mensen te garanderen?
Antwoord 36
Het is aan gebouweigenaren te zorgen dat hun gebouwen veilig zijn. Het is aan de gemeente
om als bevoegd gezag hierop toezicht te houden. In relatie tot de Vreeland-flats verwijs
ik naar de informatie van de gemeente Amersfoort4 van 10 november 2022 waaruit blijkt dat hier lokaal invulling aan wordt gegeven.
Vraag 37
Waarom wilt u niet met een landelijk kwaliteitsprogramma komen om de bestaande woningvoorraad
naar een veilig en acceptabel niveau te brengen?
Antwoord 37
Zie mijn antwoord op vraag 31
Vraag 38
Bent u bekend met geluidsoverlast tijdens de verbouwing? Zo ja, begrijpt u dat huurders
daarover klagen omdat zij bijvoorbeeld niet vanuit huis kunnen werken bij geluidsoverlast?
Zo nee, bent u bereid om hiernaar te informeren bij zowel de woningcorporatie als
de opgerichte bewonerscommissie? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 38
De Alliantie heeft mij laten weten dat dit speelt bij de verbouwing van de balkons.
Geluidsoverlast bij deze verbouwing is vervelend, maar onvermijdelijk bij deze werkzaamheden.
Het is een noodzakelijk kwaad om de problemen met de balkons op kunnen te lossen.
Vraag 39
Hebben deze bewoners recht op een andere tijdelijke woning tijdens de verbouwing?
Kunt u uw antwoord nader toelichten? Zo ja, hebben ze dan ook recht op een tegemoetkoming
in de verhuis- en inrichtingskosten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 39
Een verhuurder is wettelijk verplicht om de huurder het genot te verschaffen, dat
redelijkerwijs mag worden verwacht, van een goed onderhouden woning. Indien er onverhoopt
sprake is van een gebrek, houdt deze verplichting in de eerste plaats in dat een verhuurder
maatregelen neemt om de inbreuk op het woongenot zo veel mogelijk te beperken. Daar
waar een verhuurder dat niet doet, kan dat op grond van het Burgerlijk Wetboek leiden
tot onder meer een lagere huurprijs en een verplichting tot schadevergoeding. Welke
maatregelen een verhuurder moet nemen om de gevolgen van een gebrek te beperken en
of en zo ja tot hoeveel schadevergoeding dat moet leiden, is afhankelijk van de specifieke
omstandigheden.
Of een verhuurder bij een verbouwing, die noodzakelijk is in het geval van gebreken,
verplicht is een tijdelijk vervangende woning aan te bieden in combinatie met een
verhuis- en onkostenvergoeding, is ook afhankelijk van de specifieke omstandigheden.
In die gevallen waar hierover geschil ontstaat tussen een huurder en verhuurder, kan
de huurder zich tot de rechter wenden. De rechter kan dan een oordeel geven gezien
de specifieke omstandigheden.
Vraag 40
Hebben deze bewoners recht op een ongeriefsvergoeding? Zo ja, hoe hoog? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 40
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 39 is een verplichting tot schadevergoeding
afhankelijk van de specifieke omstandigheden. Bij een geschil daarover met zijn verhuurder
kan de huurder naar de rechter.
Vraag 41
Waarom zijn er geen landelijke regels voor verbouwingen (c.q. renovaties en woningverbeteringen)
zoals u dat ook gaat doen bij sloop gevolgd door nieuwbouw in een nieuw landelijk
Sociaal Statuut?
Antwoord 41
Anders dan de vraag stelt, zijn er landelijke algemene regels voor verbouwingen in
verband met dringende werkzaamheden en renovaties. Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord
op vraag 39. De huurder kan zich tot de rechter wenden indien hij meent dat de verhuurder
in strijd handelt met deze regels.
Vraag 42
Vindt u dat er landelijke regels bij verbouwingen (c.q. renovaties en woningverbeteringen)
moeten komen ter bescherming van huurders? Zo ja, wanneer komt u met aanvullende wet-
en regelgeving? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 42
Nee, de huidige wet- en regelgeving volstaat.
Vraag 43
Deelt u de mening dat huurders bij verbouwingen (c.q. renovaties en woningverbeteringen)
standaard ondersteuning moeten krijgen om de belangen van huurders te behartigen om
zo een iets gelijkwaardigere positie te creëren aangezien verhuurders veel meer kennis
in huis hebben en kunnen halen dan huurders? Zo ja, hoe gaat u daar zorg voor dragen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 43
Nee, de huidige vorm van ondersteuning volstaat.
Vraag 44
Vindt u dat woningcorporatie De Alliantie zich als een goed verhuurder gedraagt?
Antwoord 44
Ik heb geen aanleiding om te veronderstellen dat de Alliantie zich niet als een goed
verhuurder gedraagt.
Vraag 45, 46, 47 en 48
Heeft de gemeente Amersfoort handhavend opgetreden? Zo ja, wanneer en wat zijn de
uitkomsten? Zo nee, deelt u de mening dat de gemeente handhavend moet optreden tegen
woningcorporatie De Alliantie? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Vindt u dat er een onafhankelijk onderzoek moet komen naar de (brand)veiligheid van
deze portiekflats van woningcorporatie De Alliantie? Zo ja, per wanneer kunnen we
de resultaten van dit onderzoek verwacht? Zo nee, waarom niet?
Hoe kan het dat de gemeente Amersfoort niet ingegrepen heeft terwijl experts aangeven
dat deze portiekflats niet veilig zijn?
Hoe kan het dat uit het technisch onderzoek dat De Alliantie zelf heeft laten uitvoeren
niet is gebleken dat deze portiekflats brandgevaarlijk zijn?
Antwoord 45, 46, 47 en 48
Uit de informatie van de gemeente Amersfoort5 van 10 november 2022 blijkt dat zij als bevoegd gezag bij de Vreeland-flats acties
heeft ondernomen.
Vraag 49
Vindt u nog steeds dat woningcorporatie De Alliantie deze huurders serieus neemt?
Zo nee, wat gaat u eraan dat deze huurders eindelijk serieus genomen worden? Zo ja,
bent u bereid om niet alleen bij De Alliantie informatie in te winnen maar ook bij
de bewonerscommissie?
Antwoord 49
Ik heb geen aanleiding te veronderstellen dat de Alliantie deze huurders niet serieus
neemt.
Vraag 50
Deelt u de mening dat de problemen dermate groot en ernstig zijn dat woningcorporatie
De Alliantie voorlopig geen huur mag rekenen totdat alle problemen verholpen zijn?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 50
Ik kan hierover geen uitspraak doen. Een huurder kan zich bij ernstige gebreken tot
de Huurcommissie wenden om een huurverlaging af te dwingen naar 20%, 30% of 40% van
de huurprijs. De omvang van de huurverlaging is afhankelijk van de ernst van de gebreken.
Indien de huurder van oordeel is dat er een huurverlaging van 100% moet plaatsvinden,
moet hij zich tot de rechter wenden.
Vraag 51
Vindt u na deze berichtgeving nog steeds dat De Alliantie de veiligheid van deze bewoners
qua prioriteit op nummer één gezet heeft? Zo nee, wat gaat u hiertegen doen? Zo ja,
bent u bereid om niet alleen bij De Alliantie informatie in te winnen maar ook bij
de bewonerscommissie?
Antwoord 51
In de antwoorden op eerdere vragen heb ik aangegeven dat de Alliantie actie neemt
en de gemeente daarop toeziet.
Vraag 52
Vindt u na deze berichtgeving het nog steeds niet nodig, net als het antwoord op mijn
eerder gestelde vragen over hetzelfde onderwerp (zie vraag 9 ingezonden op 2 mei 2022),
dat deze bewoners ondersteuning moeten krijgen van bijvoorbeeld een bouwkundige en/of
een jurist of een meldpunt dat gespecialiseerd is in bijvoorbeeld bewoners bijstaan
die een gang naar de Huurcommissie of rechter kunnen maken?
Antwoord 52
Nee, er zijn voldoende kanalen waar bewoners terecht kunnen. Daarnaast is de gemeente
betrokken en heeft zij invulling gegeven aan haar rol als bevoegd gezag. Ik heb er
vertrouwen in dat dit lokaal goed wordt opgepakt, zoals uit mijn antwoorden op de
vragen 8 en 33 blijkt.
Vraag 53
Kunnen we, gezien de vele vragen die de SP-fractie gesteld heeft over vele verschillende
horrorflats, vaststellen dat uw verwijzing voor al deze problemen naar de gemeenten
en afzonderlijke woningcorporaties niet helpt aangezien er weinig voorbeelden zijn
waarin gemeenten handhavend optreden en woningcorporaties deze problemen al decennia
laten voortborduren? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 53
Dat kan ik niet constateren op basis van het aantal vragen gesteld door uw fractie.
Ik kan me onmogelijk bezighouden met de individuele kwaliteit van alle corporatiewoningen.
We hebben in Nederland een stelsel ingericht waarbij de bevoegdheden en verantwoordelijkheden
bij verschillende instanties zijn belegd.
Vraag 54
Kunnen we vaststellen dat er sprake is van één en/of meerdere levensgevaarlijke situatie(s)
en dat ingrijpen van de Autoriteit Woningcorporaties (AW) niet alleen gewenst maar
zelfs dringend is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer gaat de AW ingrijpen?
Antwoord 54
Ik ben niet in de positie om vast te stellen of hier sprake is van een levensgevaarlijke
situatie. Woningcorporaties verhuren ruim 2 mln. woningen en er zijn geen signalen
dat er structureel problemen zijn die ingrijpen van de Aw rechtvaardigen. De Aw kan
een aanwijzing geven in het belang van de volkshuisvesting als dit wel het geval is.
Elke individuele situatie waarin problemen ontstaan is vervelend. Wanneer een individuele
huurder klachten heeft over zijn of haar woning, kan de huurder hiervoor naar de Huurcommissie
stappen. Tevens hebben gemeenten de taak om te handhaven op de kwaliteit van woningen
als dat nodig is.
Vraag 55
Heeft de AW inmiddels één of meerdere gesprekken met de Raad van Bestuur en/of de
Raad van Commissarissen van De Alliantie gevoerd? Zo ja, wat is hieruit gekomen? Zo
nee, gaat u de AW vragen om een gesprek met deze raden te voeren? Kunt u uw antwoord
nader toelichten?
Antwoord 55
Dat is mij niet bekend, de Aw is onafhankelijk toezichthouder op naleving van de Woningwet.
De Aw communiceert in haar openbare oordeelsbrieven over individuele corporaties.
Vraag 56
Waarom vindt u dat er bij woningcorporaties geen sprake is van een structureel probleem
als het bijvoorbeeld gaat om vocht- en schimmelproblematiek, gebreken en achterstallig
onderhoud terwijl het Woononderzoek 2021 uitwijst dat het hier gaat om honderdduizenden
huishoudens die te maken hebben met vocht en schimmel (en waardoor huurders te maken
kunnen krijgen met aantasting van hun gezondheid als gevolg van deze ongezonde woningen)?
Antwoord 56
De in uw vraag genoemde problematiek behoeft en krijgt structureel aandacht. Bij bepaalde
typen oudere woningen, is de problematiek hardnekkig. Het vraagt om een gezamenlijke
aanpak van alle betrokken partijen. Zie mijn antwoord op vraag 31 voor een overzicht
van deze aanpak.
Vraag 57
Deelt u de mening dat gemeenten en verhuurders als eerste moeten beginnen met de aanpak
van deze horrorflats (waar de SP u meerdere keren over heeft bevraagd) en andere horrorflats
die nog niet in het vizier zijn? Zo ja, hoe gaat u daar voor zorgen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 57
Ik ben van mening dat de meeste aandacht moet uitgaan naar de woningen die er het
slechtst aan toe zijn. Daarom heb ik in de Nationale prestatieafspraken met de corporaties
afgesproken dat er vanaf 2026 geen woningen meer zijn met een slechte staat van onderhoud
(categorie 5 en 6), tenzij er voor deze woningen concrete sloopplannen zijn. Met de
Nationale prestatieafspraken is geborgd dat er hiertoe extra inzet en budget beschikbaar
is.
Vraag 58
Hoe lang duurt het nog voordat de problemen in alle horrorflats in Nederland opgelost
zijn?
Antwoord 58
In reactie op deze vraag verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 57.
Vraag 59
Welke afspraken heeft u gemaakt over onderhoud en het uitbannen van de vocht- en schimmelproblematiek?
Antwoord 59
Voor vocht- en schimmelproblematiek heb ik een brede aanpak met alle betrokken partijen
ingezet. In de Nationale prestatieafspraken die in juni zijn ondertekend met Aedes,
Woonbond en de VNG is ook aandacht voor onderhoud en woningkwaliteit. Er is afgesproken
dat corporaties ervoor zorgen dat er vanaf 2026 geen woningen meer zijn met een slechte
staat van onderhoud (categorie 5 of 6) en dat corporaties tot en met 2030 jaarlijks
€200 miljoen extra investeren in woningverbetering, met een focus op een versnelde
aanpak van vocht en schimmel, loden leidingen, asbest en brandveiligheid.
Vraag 60
Hoeveel corporatiewoningen en hoeveel particuliere woningen verkeren in matige tot
zeer slechte conditie?
Antwoord 60
Ik heb hier geen gegevens over.
Vraag 61
Hoeveel corporatiewoningen en hoeveel particuliere woningen hebben loden leidingen?
Antwoord 61
Voor loden leidingen werk ik aan een verbod op loden leidingen bij huurwoningen zoals
ik uw Kamer heb geïnformeerd op 4 februari 2022 (Kamerstuk 27 625, nr. 567). Eind 2022 is de publieke internetconsultatie van de betreffende wijziging van het
Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl) gestart. Ik verwacht deze Bbl-wijziging vervolgens
begin april 2023 aan uw Kamer te kunnen sturen ter voorhang. In het kader van de internetconsultatie
is door Sira Consulting in beeld gebracht dat er naar verwachting nog 20.000 tot 40.000
huurwoningen zijn met loden leidingen.
Vraag 62
Kunt u garanderen dat de gemaakte afspraken met Aedes met betrekking tot het extra
investeren van €100 mln. per jaar in de komende vijf jaar (in zeer grote mate) zal
leiden tot een einde aan de vocht- en schimmelproblematiek, achterstallig onderhoud,
(brand)onveiligheid en loden leidingen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 62
Ik kan niet garanderen dat er een einde komt aan alle problemen, wel dat er een grote
inzet gepleegd wordt en dat dit zowel mijn aandacht als die van de corporaties heeft.
Vraag 63
Waarom bent u bij uw verwijzing naar de Huurcommissie als het om de vocht- en schimmelproblematiek
gaat niet bang voor een run op de Huurcommissie, maar bij het instellen van enkel glas en/of slechte energielabels
als wettelijk gebrek bent u wel bang voor een run op de Huurcommissie?
Antwoord 63
Ernstige vochtproblemen en ernstige schimmel zijn gebreken waarvoor de huurder zich
op grond van de bestaande regelgeving kan wenden tot de Huurcommissie. De organisatie
van de Huurcommissie is er dan ook op ingericht, dat huurders van deze mogelijkheid
gebruik maken. Slechte energielabels of enkel glas zijn op grond van de bestaande
regelgeving geen gebrek. De Huurcommissie is er hierdoor niet op ingericht dat huurders
zich hiervoor tot de Huurcommissie kunnen wenden. De mogelijkheid dat huurders zich
hiervoor wel tot de Huurcommissie kunnen wenden vergt dan ook in elk geval een toets
op de uitvoeringsgevolgen daarvan voor de Huurcommissie.
Vraag 64
Kunt u iedere vraag afzonderlijk beantwoord en gelieve niet te clusteren?
Antwoord 64
Ik heb de vragen zoveel mogelijk afzonderlijk beantwoord. Ik bewonder de gedrevenheid
en betrokkenheid van u en uw fractie. En toch, wellicht mag ik u dan vragen zich in
het vervolg te bezinnen alvorens 64 vragen te stellen, en daarbij de befaamde uitspraak
«in der Beschränkung zeigt sich erst der Meister» van Johann Wolfgang von Goethe ter
harte te nemen. Iedere set schriftelijke vragen van uw hand die ik in het afgelopen
jaar heb mogen beantwoorden bevat namelijk vele tientallen vragen. We kunnen onze
ambtelijke capaciteit maar een keer inzetten en ik zou die capaciteit graag eerlijk
willen verdelen over de verschillende onderwerpen die om onze aandacht vragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.