Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over het bericht 'Adviescommissie stapt op omdat minister ongeschikte notarissen benoemt'
Vragen van het lid Mutluer (PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Adviescommissie stapt op omdat Minister ongeschikte notarissen benoemt» (ingezonden 9 december 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 20 januari 2023). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1191.
Vraag 1
Kent u het bericht «Adviescommissie stapt op omdat Minister ongeschikte notarissen
benoemt»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u uitleggen hoe het proces van benoeming van kandidaat-notarissen verloopt en
wat uw rol en die van de adviescommissie daarbij is?
Antwoord 2
Artikel 8 van de Wet op het notarisambt regelt het proces van benoeming van notarissen.
In de praktijk komt het er op neer dat een kandidaat- of toegevoegd notaris bij de
Commissie van deskundigen notariaat een ondernemingsplan indient. Deze commissie toetst
het plan op een aantal punten en voorziet elk punt van een risico-indicatie. Van belang
is of de onderneming binnen drie jaar winstgevend zal kunnen zijn.
Vervolgens dient de betrokkene bij de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB)
een verzoek tot benoeming in met opgave van de gemeente waarin betrokkene voornemens
is zich als notaris te vestigen. Met dit verzoek moeten de benodigde bewijsmaterialen
worden meegestuurd, waaronder het ondernemingsplan. De KNB stuurt het verzoek vervolgens
naar mij door met een afschrift aan het Bureau Financieel Toezicht (BFT) en de Commissie
Toegang Notariaat (CTN).
Het BFT toetst of er feiten of omstandigheden bekend zijn die benoeming in de weg
kunnen staan vanuit de rol als integraal toezichthouder op het notariaat. De KNB toetst
of er feiten of omstandigheden bekend zijn die benoeming in de weg kunnen staan vanuit
de rol als beroepsorganisatie. Nadat de KNB en het BFT hebben laten weten of er sprake
is van zodanige bezwaren, volgt een onderhoud met de CTN; deze controleert de documenten
en registers en toetst in een onderhoud de persoonlijke geschiktheid van de kandidaat.
Aan deze toetsing ligt een assessment ten grondslag. De toets ziet vooral op integriteit
(poortwachtersfunctie) en persoonlijke geschiktheid als ondernemer om het ambt van
notaris te kunnen uitoefenen. De CTN motiveert het advies.
Bij verzoeken tot aanwijzing als toegevoegd notaris (artikel 30b-d Wna) is geen ondernemingsplan
nodig, maar verloopt de procedure verder overeenkomstig artikel 8 Wna.
Vraag 3
Was u eerder op de hoogte van een verschil van mening met de adviescommissie? Zo ja,
bent u daarover met de commissie in gesprek gegaan? En wat was de uitkomst daarvan?
Zo nee, werd u overvallen door het opstappen van de commissie?
Antwoord 3
Ja, ik ben op de hoogte gesteld van het verschil van inzicht zoals is ontstaan met
de commissie. De commissie berichtte het ministerie op 3 oktober 2022 haar taken te
zullen neergeleggen. Het ministerie is hierover in overleg getreden met de commissie
om te bezien of bezwaren van de commissie konden worden weggenomen. Na dit overleg
heeft de commissie op 4 november 2022 besloten bij haar standpunt te blijven en op
te stappen. Ik heb de commissie daartoe ontslag verleend. Inmiddels is na intensief
overleg per 1 december 2022 een nieuwe tijdelijke commissie benoemd om zodoende gezamenlijk
zorg te dragen voor continuïteit in het benoemingsproces en samen de schouders eronder
te zetten om het stelsel robuuster te maken.
Vraag 4 en 5
In hoeveel gevallen gedurende het afgelopen jaar heeft u ondanks negatieve adviezen
van de commissie toch een kandidaat-notaris benoemd? Op welke gronden?
Klopt het in het bericht gestelde dat u van negatieve adviezen van de commissie bent
afgeweken vanwege het feit «dat afgewezen notarissen in bezwaar en beroep kunnen en
dat het ministerie niet zit te wachten op dergelijke procedures bij de bestuursrechter»?
Zo ja, deelt u de mening dat bij het benoemen van een kandidaat-notaris enkel gekeken
dient te worden naar diens kwaliteit en integriteit?
Antwoord 4 en 5
In 2022 zijn er door het CTN in totaal 78 adviezen gegeven, waarvan 4 negatieve adviezen.
In 2022 ben ik in drie gevallen afgeweken van een negatief advies van de CTN. Het
eerste negatieve advies waarvan ik ben afgeweken dateerde uit 2017 en daarover zijn
diverse procedures gevoerd. Het tweede advies dateerde uit 2021 en het derde betreft
één van de vier negatieve adviezen van het CTN uit 2022.
In alle drie de gevallen ben ik – na het inlassen van een zienswijzefase met het oog
op de vereiste zorgvuldigheid en wettelijke verplichting en in een geval een bezwaarfase
– tot de conclusie gekomen dat benoeming verantwoord zou zijn, mede door voorzieningen
die betrokkenen hadden getroffen. De onderbouwing van de adviezen was een geschilpunt
waarover met de commissie is gesproken, maar ook over zaken als bejegening van de
kandidaten door de commissie. Het afwijken van de adviezen is naar de commissie uitgebreid
gemotiveerd.
Een afkeer om te procederen speelde hierbij geen enkele rol; wel streef ik ernaar
om, door het bereiken van een oplossing, waar mogelijk onnodige en voor partijen belastende
procedures te voorkomen.
Overigens heeft de bezwaarcommissie in eerdere procedures de bezwaren van (toegevoegd)
notarissen gegrond geacht vanwege motiveringsgebreken, waardoor betrokkene alsnog
werden benoemd. Mede in het licht hiervan onderneem ik, in samenspraak met de CTN
en de KNB, actie om aan de term «persoonlijke geschiktheid» (artikel 8 Wna) een nadere
invulling te geven, in samenspraak met de commissie en de KNB.
Vraag 6
Kunt u uitsluiten dat er kandidaat-notarissen zijn benoemd waarbij de commissie negatief
adviseerde vanwege vraagtekens bij de integriteit van de notaris?
Antwoord 6
Ik ga niet in op individuele zaken. In zijn algemeenheid geldt dat integriteitsschendingen
door (kandidaat-)notarissen nooit zijn uit te sluiten. Er wordt echter getracht dit
zoveel mogelijk te voorkomen, hiervoor dient mede de uitgebreide selectieprocedure
alvorens een kandidaat-notaris wordt benoemd. Wanneer er door mij wordt afgeweken
van het advies van de CTN gebeurt dit enkel indien ik voldoende overtuigd ben geraakt
dat de kanttekeningen van de CTN door de verzoeker in voldoende mate zijn ondervangen
of weggenomen.
Indien er een integriteitsschending plaatsvindt, dient dit zo snel als mogelijk te
worden gesignaleerd en daartegen worden opgetreden. Het BFT houdt dienaangaande op
grond van de Wna toezicht op onder andere de kwaliteit en integriteit van notarissen,
toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen. Het notariële tuchtrecht vervult voorts
een belangrijke rol om bij klachten over schending van de Wna en/of overige beroeps-
en gedragsregels door de notaris tuchtmaatregelen op te leggen, met als zwaarste middel
het ontzetten uit het notarisambt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.