Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de antwoorden op vragen commissie over herstart verkoopproces Intravacc B.V. (Kamerstuk 34951-8)
34 951 Oprichting Intravacc B.V.
Nr. 9
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 20 januari 2023
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over
de brief van 31 oktober 2022 inzake antwoorden op vragen van de commissie over herstart
verkoopproces Intravacc B.V. (Kamerstuk 34 951, nr. 8)
De vragen en opmerkingen zijn op 1 december 2022 aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 19 januari 2023 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Smals
Adjunct-griffier van de commissie, Bakker
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA- en ChristenUnie-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
5
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
6
II.
Reactie van de Minister
6
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de beantwoording van vragen van
de commissie omtrent het verkoopproces Intravacc. B.V. Deze leden hebben hierbij nog
enkele vragen. Zij zijn blij te lezen dat de Minister met gerichte programma’s de
samenwerking tussen onderzoeksinstellingen en in de industrie bevordert. Kan de Minister
een nadere toelichting geven op deze gerichte programma’s? Ook zijn deze leden benieuwd
op welke manier de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen gestimuleerd
wordt in het kader van de deelname aan Important Project of Common European Interest (IPCEI Health). Kan de Minister voorbeelden geven van deelnemende bedrijven en onderzoeksinstellingen?
Genoemde leden lezen dat de door Intravacc B.V. verkregen opdracht voor de ontwikkeling
van een COVID-19-vaccin eind 2021 is beëindigd. Zij zijn benieuwd wat nu gebeurt met
de door Intravacc B.V. ontvangen financiële middelen voor deze ontwikkeling. Worden
deze middelen nu ingezet voor het onderzoek naar de werking van het Outer Membrane Vesicles (OMV)-platform? Wanneer worden de eerste resultaten van dit onderzoek verwacht?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie danken de Minister voor de beantwoording en hebben deze
met interesse gelezen. Deze leden hebben op dit moment geen resterende vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA- en ChristenUnie-fractie
De leden van de CDA- en ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de antwoorden
van de Minister op de eerder gestelde vragen over de herstart van het verkoopproces
van Intravacc B.V. Deze leden hebben hier enkele vragen bij. De Minister schrijft
in zijn beantwoording dat zijn strategie voor de beschikbaarheid van vaccins zich
richt zich op het systeem als geheel en niet op één bedrijf in het bijzonder, of specifieke
vaccins of technologieën. Genoemde leden vragen in dit verband of de Minister nu alleen
inzet op leveringszekerheid of ook op het zelfvoorzienend zijn binnen Nederland en
de EU. Als ook op zelfvoorzienendheid wordt ingezet, hoe wordt dit dan bereikt binnen
de door de Minister geschetste strategie?
De Minister geeft aan dat er nu een vijfjarenprogramma loopt van het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport en dat de verwachting voor dit jaar en komende jaren
is dat Intravacc B.V. meer commerciële opdrachten gaat aantrekken. Daarnaast wordt
gesproken over een opdracht van de Amerikaanse National Institute of Allergy and Infectious Diseases voor verdere ontwikkeling van een gonorroevaccin. Intravacc B.V. heeft ook een contract
gesloten met de Coalition for Epidemic Preparedness and Response (CEPI) voor een verdere ontwikkeling van het COVID-19-kandidaat-vaccin. De leden van
de CDA- en ChristenUnie-fractie vragen voor welk percentage Intravacc B.V. afhankelijk
is van het vijfjarenprogramma van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Hoeveel miljoen euro bedraagt dit per jaar? Wat is de exacte einddatum?
De Minister stelt dat deelname van de Staat in Intravacc B.V. niet nodig is, omdat
het de pandemische paraatheid onvoldoende versterkt. Genoemde leden vragen of de Minister
niet vindt dat als men zelf iets als een bedrijf als Intravacc B.V. bezit, men een
betere onderhandelingspositie heeft in het geval van een pandemie.
De Minister heeft bij zijn besluit tot het herstarten van het verkoopproces getoetst
aan het nieuwe Beleidskader Deelnemingenbeleid 2022. Daarin staat onder andere op
de zevende pagina: «Een deelneming vertegenwoordigt daarnaast financiële waarde die
de Nederlandse samenleving ten goede komt en die ook voor toekomstige generaties behouden
dient te blijven.»1 Genoemde leden merken op dat farmaceutische bedrijven die het COVID-vaccin hebben
ontwikkeld enorme winst hebben gemaakt.2 Dat betekent toch dat het prijsmechanisme niet goed werkt en er bij een deelneming
een financiële waarde is die de Nederlandse samenleving juist ten goede komt?
De Minister schrijft: «Bij de beoordeling van de potentiële kopers zal ik criteria
als reputatie, financiële stabiliteit van de potentiële kopers en het continueren
van huidige contractuele afspraken laten meewegen. Tevens zullen de strategische en
inhoudelijke plannen die het bedrijf heeft t.a.v. Intravacc B.V. worden meegewogen
maar ook in juridische zin kan ik op voorhand geen partijen uitsluiten». De leden
van de CDA- en ChristenUnie-fractie merken hierover ten eerste op dat onder Europese
regelgeving met betrekking tot aanbesteding uitzonderingen mogelijk zijn.3 Waarom kan de verkoop van Intravacc B.V. niet onder de uitzonderingen vallen? Ten
tweede merken deze leden op dat de Minister niet duidelijk maakt hoe de criteria worden
uitgewerkt. Wordt bijvoorbeeld verkoop verboden aan een bedrijf dat geen eigenaars
heeft binnen de EU?
Genoemde leden vragen hoe de Minister de verkoop van Intravacc B.V. ziet tegen het
licht van de Kamerbreed aangenomen motie van de leden Marijnissen en Pieter Heerma
van 16 april 20204 en de aangenomen motie van de leden Van Gerven en Hijink van 14 januari 2021.5
De Minister wijst in zijn beantwoording naar het rapport «Vaccins van productie tot
preparedness».6 De leden van de genoemde fracties vragen in hoeverre de aanbevelingen uit dat rapport
met betrekking tot Intravacc B.V. zijn opgevolgd. Zij vragen ten slotte of een nadere
publiek-private samenwerking is overwogen, en om nader toe te lichten welke afweging
hieromtrent is gemaakt.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie hebben nog een enkele vraag over het heilloze
plan om niet te investeren in Intravacc B.V., maar in de plaats daarvan Intravacc
B.V. van de hand te doen aan de hoogste bieder. De Minister schrijft dat één argument
doorslaggevend is geweest in het besluit Intravacc B.V. van de hand te doen, wetende:
«Doorslaggevend bij mijn besluit het verkoopproces van Intravacc B.V. te herstarten,
is dat voor het borgen van de publieke belangen in het kader van pandemische paraatheid
een deelname van de Staat in één klein bedrijf de pandemische paraatheid niet effectief
versterkt.» Voornoemde leden vragen waar de Minister dit op baseert.
Zij wijzen de Minister erop dat gedurende de coronapandemie een speciale vaccingezant
is aangesteld, die de opdracht meekreeg om te onderzoeken hoe Europese productie van
vaccins kan worden aangejaagd. Eén van zijn hoofdaanbevelingen luidt als volgt: «Een
mogelijke invulling op Nederlandse bodem voor het EU FAB-project is het voorstel van
onder andere Intravacc en Bilthoven Biologicals (BBio) om een multi-purpose vaccinproductiefaciliteit
te realiseren. In geval van een pandemie zou Nederland daarmee over voldoende vaccinproductie
kunnen beschikken. Onder normale omstandigheden zou deze faciliteit inzetbaar zijn
voor vaccins die Intravacc B.V. ontwikkelt en voor productie door samenwerkingspartners
of derden. Het is aan te bevelen om dit initiatief te versterken met aanvullende partners.
Daardoor kan een zo solide mogelijk syndicaat ontstaan, wat de afhankelijkheid van
Nederland en Europa van productie buiten de landsgrenzen vermindert.» Waarom neemt
de Minister een ander besluit dan een hier speciaal voor aangestelde gezant toe adviseert?
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie lezen dat de Minister ruimte ziet voor
verbetering in het farmaceutisch systeem. Zo schrijft de Minister dat hij ruimte ziet
om een duidelijk signaal af te geven over wat we bereid zijn te betalen voor welk
type geneesmiddelen. Wat dit betekent, vraagt om een brede discussie ook met de Kamer,
zo laat de Minister optekenen. Toch geeft de Minister zelf al een schot voor de boeg,
namelijk anders dan aangenomen moties en advies van derden zet de Minister de verkoop
van Intravacc B.V. door en geeft daarbij aan dat hij het produceren en/of een bedrijfsmatige
rol in de ontwikkeling van vaccins niet als overheidstaak ziet. Waarom voert de Minister
niet eerst het door hemzelf gewenste brede debat met de Kamer alvorens onomkeerbare
privatiseringen in te zetten en beslissingen tegen de wil van de kamer te nemen?
Genoemde leden krijgen sterk de indruk dat het besluit om Intravacc B.V. te verkopen
niet is ingegeven door inhoudelijke gronden, maar door de wijze waarop de begrotingscyclus
werkt. Zo benadrukt de Minister: «Ter illustratie: de cumulatieve kosten voor het
onderzoeks- en ontwikkelingsproces voor één vaccin tot de fase dat deze op grote groepen
getest kan worden, worden in de Lancet in 2016 op minimaal 319–469 miljoen dollar
geschat.» De Minister lijkt vaccinontwikkeling – en productie – voornamelijk als een
kostenpost te zien. Maar erkent de Minister dat op termijn investeringen in vaccinontwikkeling
– en productie – ook geld opleveren, aldus genoemde leden? Ziet de Minister in dat
dit korte termijnbeleid een typisch voorbeeld is van «penny wise, pound foolish» waarbij de politiek complete zeggenschap inlevert over de ontwikkeling van toekomstige
vaccins?
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie merken op dat het splitsen van het Nederlands
Vaccin Instituut – en het verkopen van de productietak – destijds werd ingegeven door
financiële redenen. Kan de Minister met de Kamer delen hoeveel miljoen het Nederlands
Vaccin Instituut in 2010 en 2011 verlies maakte? Kan de Minister met de Kamer delen
hoeveel winst de nieuwe eigenaar van de productietak (Bilthoven Biologicals) van het
Nederlands Vaccin Instituut – Serum Institute of India (onderdeel van Poonawalla Investments
& Industries Pvt. Ltd.) – nu maakt?
Deze leden merken op dat in de beslisnota wordt benadrukt dat in de Kabinetscommunicatie
wordt geadviseerd om te benadrukken dat Intravacc B.V. een «klein bedrijf» betreft.
In de antwoorden van het schriftelijk overleg komt het woord «klein bedrijf» acht
keer terug. Wat is de definitie van een «klein bedrijf» volgens de Minister? Acht
de Minister een samenstelling van ongeveer 140 werknemers een «klein bedrijf»?
Tot slot wijzen de voornoemde leden erop dat zij het compleet onbegrijpelijk vinden
dat de Minister niet eens als verkoopeis contractueel wil opnemen dat Intravacc B.V.
de intentie nakomt om het patent op het nasaal COVID-19-vaccin (Avacc 10) op te nemen
in COVID-19 Technology Access Pool (C-TAP) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Er resteert voor genoemde leden slechts één vraag: waarom?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van een schriftelijk
overleg over de herstart van het verkoopproces van Intravacc B.V. Zij blijven van
mening dat het een foute beslissing is om Intravacc B.V. te privatiseren en hebben
daarom nog een aantal kritische vragen en opmerkingen. Zij constateren dat de Minister
nog steeds geen overtuigende argumenten heeft gegeven waarom Intravacc B.V. per se
zou moeten worden geprivatiseerd. De Minister noemt in zijn eerdere beantwoording
dat hij een ecosysteem rondom vaccinontwikkeling wil stimuleren. De leden van de SP-fractie
vragen de Minister hoe het privatiseren van Intravacc B.V. dit ecosysteem verbetert
en of Intravacc B.V. niet net zo goed een waardevol onderdeel van dit ecosysteem kan
zijn als het in publieke handen blijft.
Daarnaast lezen de leden van de SP-fractie in de beantwoording van de Minister dat
Intravacc B.V. na verkoop «effectiever samenwerkingen [kan] aangaan en de benodigde
investeringen [kan] aantrekken om een bijdrage te kunnen leveren aan vaccin procestechnologie
ontwikkeling». Zij vragen de Minister waarom deze samenwerkingen niet zouden kunnen
plaatsvinden als Intravacc B.V. in publieke handen blijft. Daarnaast vragen deze leden
waarom Intravacc B.V. niet de benodigde investeringen zou kunnen aantrekken als het
in publieke handen blijft. Komt dit doordat het dat lastiger zou worden voor externe
investeerders om winst te maken op deze investeringen? Zo ja, kunnen deze investeringen
dan niet via publieke middelen en fondsen gefinancierd worden, aangezien het kennelijk
gaat om investeringen die zichzelf terug kunnen verdienen?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of er een ideologische insteek zit achter
de plannen om Intravacc B.V. te privatiseren. Zij zien namelijk geen sterke inhoudelijke
onderbouwing van dit besluit. Is de Minister ervan overtuigd dat vaccinontwikkeling
erop vooruit gaat als deze plaatsvindt in de context van de vrije markt? Genoemde
leden constateren dat de Minister eerder dit jaar nog zelf de conclusie trok uit het
onderzoek dat hij had laten doen naar de financiering van geneesmiddelenontwikkeling
dat hierbij «Het financiële rendement [...] leidend [is] en niet het maatschappelijke
rendement.» Deze leden vragen de Minister of er een reden is om aan te nemen dat dit
anders werkt bij de ontwikkeling van vaccins en of het financiële rendement na privatisering
niet een grotere rol gaat spelen bij Intravacc B.V.
Genoemde leden constateren dat de Minister niet bereid is om harde garanties te geven
over het delen van kennis met C-TAP na privatisering. Hierdoor lijkt het nakomen van
de toezegging aan C-TAP door Intravacc B.V. na de verkoop afhankelijk te zijn van
de welwillendheid van een (waarschijnlijk op winst gerichte) nieuwe eigenaar. Daarmee
lijkt ook de kans dat mensen in lage- en middeninkomenslanden zo breed mogelijk toegang
zullen krijgen tot het nasale COVID-vaccin dat door Intravacc B.V. ontwikkeld wordt,
af te nemen. Op welke manier heeft de Minister dit feit meegewogen in zijn besluitvorming
en welke factoren vond de Minister belangrijker dan de samenwerking tussen Intravacc
B.V. en C-TAP?
De leden van de SP-fractie blijven ervan overtuigd dat de Minister met deze privatisering
een fout begaat. Zij vragen de Minister dan ook om alsnog terug te komen op dit besluit.
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de reactie van de Minister op de
gestelde vragen in het schriftelijk overleg inzake de herstart van het verkoopproces
van Intravacc B.V. Genoemd lid heeft hierover nog wat vragen en opmerkingen. Zij verschilt
van mening met de Minister over het nut en de noodzaak van de verkoop van Intravacc
B.V. Genoemd lid vindt dat de Minister Nederland afhankelijk maakt van andere landen
als het gaat om vaccinontwikkeling. De Minister heeft alle vertrouwen in internationale
samenwerking en onderzoeksprojecten. Ook ziet hij geen gevaren in verregaande privatisering.
Daar waar juist nu de zure vruchten worden geplukt van de privatisering in de zorg,
gaat de Minister daar mee verder door Intravacc B.V. te verkopen. De Minister zet
in op «het stimuleren van een ecosysteem rond vaccinontwikkeling». De Minister geeft
aan dat dit ecosysteem zich op Europees niveau bevindt.
Het lid van de BBB-fractie vindt dat pandemische paraatheid iets anders is dan alle
hoop vestigen op Europese structuren. Het vraagt ook een bepaald «ecosysteem» binnen
Nederland. Uit de beantwoording van de vragen uit het schriftelijk overleg is het
voor het lid van de BBB-fractie onvoldoende duidelijk of het Nederlandse ecosysteem
wel voldoende robuust is. Weliswaar schrijft de Minister dat «met de deelname van
de Staat in één klein bedrijf dat specifieke vaccinontwikkeling uitvoert de publieke
belangen in het kader van pandemische paraatheid niet kunnen worden geborgd.» Maar
dat beantwoordt niet de vraag in hoeverre dit dan wel geborgd kan worden. Genoemd
lid is van mening dat ervoor moet worden gezorgd dat dit belang ook binnen Nederland
geborgd is, waarbij afhankelijkheid van het buitenland en van de toch veelal machtige
farmaceutische industrie voorkomen moet worden. Waarom heeft de Minister er niet voor
gekozen om Intravacc B.V. juist te versterken door bijvoorbeeld naast vaccinatie-
ontwikkeling ook in te zetten op de daadwerkelijke productie van vaccins, al dan niet
in samenwerking met andere Nederlandse bedrijven?
II. Reactie van de Minister
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de beantwoording van vragen van
de commissie omtrent het verkoopproces Intravacc. B.V. Deze leden hebben hierbij nog
enkele vragen. Zij zijn blij te lezen dat de Minister met gerichte programma’s de
samenwerking tussen onderzoeksinstellingen en in de industrie bevordert. Kan de Minister
een nadere toelichting geven op deze gerichte programma’s? Ook zijn deze leden benieuwd
op welke manier de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen gestimuleerd
wordt in het kader van de deelname aan Important Project of Common European Interest
(IPCEI Health). Kan de Minister voorbeelden geven van deelnemende bedrijven en onderzoeksinstellingen?
In de brief aan de Tweede Kamer over het Beleidsprogramma pandemische paraatheid7 heb ik aangegeven dat ik op de lange termijn een innovatieagenda start. Hieruit zullen
gerichte programma’s gaan volgen. Vooruitlopend hierop heb ik de Thematische Technology
Transfer regeling8 via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland geopend en mede vormgegeven op advies
van het expertisecentrum FAST (Centre for Future Affordable and Sustainable Therapy
development).
In 2022 is de eerste ronde IPCEI Health gericht op geneesmiddelen gestart waaraan
Nederland deelneemt met vier projecten. IPCEI is een publiek-private samenwerking
tussen lidstaten en verschillende bedrijven en onderzoeksinstellingen uit de EU. Hiermee
wordt samenwerking op grote schaal gestimuleerd; in totaal nemen nu acht EU-landen
deel aan deze IPCEI Health, met in totaal 40 projecten. Met steun aan de vier projecten
van Nederlandse bedrijven beoog ik onder meer productieprocessen van geneesmiddelen
te innoveren en te verduurzamen. De IPCEI Health projecten zijn onlangs aangemeld
bij de Europese Commissie en worden momenteel getoetst door de Europese Commissie
aan de hand van de IPCEI-criteria. Op dit moment kan ik nog geen namen van de deelnemende
bedrijven en onderzoeksinstellingen delen.
Genoemde leden lezen dat de door Intravacc B.V. verkregen opdracht voor de ontwikkeling
van een COVID-19-vaccin eind 2021 is beëindigd. Zij zijn benieuwd wat nu gebeurt met
de door Intravacc B.V. ontvangen financiële middelen voor deze ontwikkeling. Worden
deze middelen nu ingezet voor het onderzoek naar de werking van het Outer Membrane
Vesicles (OMV)-platform? Wanneer worden de eerste resultaten van dit onderzoek verwacht?
Intravacc B.V. heeft een basis gelegd met de eerder gegeven opdracht voor de ontwikkeling
van een intranasaal COVID-19 vaccin. Daarvoor zijn de financiële middelen uit 2021
gebruikt. Wanneer daar behoefte aan is en Intravacc B.V. daar opdracht/financiering
voor krijgt, kan Intravacc B.V. het COVID-19 vaccin verder doorontwikkelen. Vanuit
het Ministerie van VWS is die behoefte er niet, omdat er voldoende COVID vaccins beschikbaar
zijn. Daarom is hier geen vervolgopdracht voor gegeven9.
In de opdracht van het Ministerie van VWS gebruikt Intravacc B.V. COVID-19 nu wel
als testmodel om de werking van het OMV vaccin platform verder te testen en te onderzoeken
of het veilig is voor intranasale toediening bij de mens. Intravacc B.V. heeft daarnaast
een opdracht van een andere partij voor het maken van een intranasaal Outer Membrane Vesicles (OMV)-platform gebaseerd humaan Gonorrhea vaccin. Hiervan kunnen de resultaten eind
2028 bekend zijn.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie danken de Minister voor de beantwoording en hebben deze
met interesse gelezen. Deze leden hebben op dit moment geen resterende vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA- en ChristenUnie-fractie
De leden van de CDA- en ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de antwoorden
van de Minister op de eerder gestelde vragen over de herstart van het verkoopproces
van Intravacc B.V. Deze leden hebben hier enkele vragen bij. De Minister schrijft
in zijn beantwoording dat zijn strategie voor de beschikbaarheid van vaccins zich
richt zich op het systeem als geheel en niet op één bedrijf in het bijzonder, of specifieke
vaccins of technologieën. Genoemde leden vragen in dit verband of de Minister nu alleen
inzet op leveringszekerheid of ook op het zelfvoorzienend zijn binnen Nederland en
de EU. Als ook op zelfvoorzienendheid wordt ingezet, hoe wordt dit dan bereikt binnen
de door de Minister geschetste strategie?
Ik zet vooral in op leveringszekerheid en het verminderen van ongewenste afhankelijkheden,
omdat we als Nederland en de Europese Unie niet volledig zelfvoorzienend kunnen worden
voor de ontwikkeling, productie en levering van medische producten. We hebben de samenwerking
binnen en buiten Europa nodig om te voorzien in de beschikbaarheid van medische producten
voor de patiënt en de zorg. Daarbij zijn de meeste productie- en toeleveringsketens
van medische producten internationaal van aard en hebben we in Nederland ook niet
altijd de schaalgrootte om zelfvoorzienend te zijn. Ik zet daarom op EU-niveau in
op het investeren in de open strategische autonomie (OSA) van de EU. OSA bestaat uit drie pijlers; versterking
van politiek-economische fundament van de EU, risico’s van specifieke strategische
afhankelijkheden mitigeren en vergroting geopolitiek handelingsvermogen van de EU.
Hierdoor kan de ongewenste afhankelijkheid van de EU verminderen, maar blijft de handel
wel open naar de rest van de wereld. In mijn brief van 13 december ga ik in op de
vertaling van de beleidsagenda leveringszekerheid medische producten voor 202310.
De Minister geeft aan dat er nu een vijfjarenprogramma loopt van het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport en dat de verwachting voor dit jaar en komende jaren
is dat Intravacc B.V. meer commerciële opdrachten gaat aantrekken. Daarnaast wordt
gesproken over een opdracht van de Amerikaanse National Institute of Allergy and Infectious
Diseases voor verdere ontwikkeling van een gonorroevaccin. Intravacc B.V. heeft ook
een contract gesloten met de Coalition for Epidemic Preparedness and Response (CEPI)
voor een verdere ontwikkeling van het COVID-19-kandidaat-vaccin. De leden van de CDA-
en ChristenUnie-fractie vragen voor welk percentage Intravacc B.V. afhankelijk is
van het vijfjarenprogramma van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Hoeveel miljoen euro bedraagt dit per jaar? Wat is de exacte einddatum?
De inhoud van het vijfjarenprogramma is bedrijfsvertrouwelijk en kan daarom niet openbaar
worden gemaakt. Uit het jaarverslag van Intravacc B.V. blijkt dat de omzet van het
bedrijf in 2021 79% afkomstig was vanuit door de Staat verstrekte opdrachten en 21%
uit commerciële opdrachten. Dit was echter het jaar waar Intravacc B.V. zich ook richtte
op ontwikkeling van een COVID-19 vaccin en daarvoor een extra opdracht had vanuit
het Ministerie van VWS. De komende jaren zal het omzetpercentage met betrekking tot
opdrachten vanuit de Staat dan ook afnemen, gezien de verwachting en noodzaak dat
Intravacc B.V. zich meer commercieel gaat ontwikkelen.
Zoals aangegeven in de recente Kamerbrief herstart verkoopproces11 is bij de oprichting van de beleidsdeelneming overeengekomen dat Intravacc B.V. vanaf
2021 over een periode van vijf jaar € 64,4 miljoen ontvangt voor het uitvoeren van
deze opdrachten in het kader van het vijfjarenprogramma. In 2023 is € 11,0 miljoen
op de begroting van het Ministerie van VWS gereserveerd voor vaccinonderzoek door
Intravacc B.V. Het vijfjarenprogramma dat het Ministerie van VWS met Intravacc B.V.
is overeengekomen loopt van 31 december 2020 tot en met 31 december 2025.
De Minister stelt dat deelname van de Staat in Intravacc B.V. niet nodig is, omdat
het de pandemische paraatheid onvoldoende versterkt. Genoemde leden vragen of de Minister
niet vindt dat als men zelf iets als een bedrijf als Intravacc B.V. bezit, men een
betere onderhandelingspositie heeft in het geval van een pandemie.
Nee, dat vind ik niet. De deelname van de Staat in Intravacc B.V. leidt niet tot een
betere onderhandelingspositie in het geval van een pandemie, omdat op voorhand niet
te voorspellen is welke remedies nodig zijn in een mogelijke volgende pandemie. Een
groot aantal bedrijven in Nederland en daarbuiten is actief om vaccin- en therapieconcepten
te testen en gereed te maken voor grootschalige eindproductie. Intravacc B.V. speelt
hierin een bescheiden rol. Intravacc B.V. produceert zelf geen vaccins en heeft geen
rol bij productie, (ver)koop of distributie van de vaccins.
De Minister heeft bij zijn besluit tot het herstarten van het verkoopproces getoetst
aan het nieuwe Beleidskader Deelnemingenbeleid 2022. Daarin staat onder andere op
de zevende pagina: «Een deelneming vertegenwoordigt daarnaast financiële waarde die
de Nederlandse samenleving ten goede komt en die ook voor toekomstige generaties behouden
dient te blijven.»12 Genoemde leden merken op dat farmaceutische bedrijven die het COVID-vaccin hebben
ontwikkeld enorme winst hebben gemaakt.13 Dat betekent toch dat het prijsmechanisme niet goed werkt en er bij een deelneming
een financiële waarde is die de Nederlandse samenleving juist ten goede komt?
De door u genoemde winsten zijn gemaakt door grote vaccin producerende, internationale
farmaceutische bedrijven in een marksituatie waarin aanbieders door de schaarste aan
COVID-19 vaccins hoge volumes en hoge rendementen konden realiseren. Intravacc B.V.
heeft een ander bedrijfsprofiel. Intravacc B.V. produceert zelf geen vaccins en heeft
daarom ook geen rol bij de productie, (ver)koop of distributie van vaccins. Intravacc
B.V. ontwikkelt zich als een CDMO (Contract Development and Manufacturing Organization).
Dat houdt in dat Intravacc B.V. onderzoek en ontwikkeling doet in opdracht van derden.
Intravacc B.V. brengt geen producten op de markt en een deelneming in Intravacc B.V.
heeft geen invloed op de prijzen die betaald worden voor uiteindelijke vaccins.
De Minister schrijft: «Bij de beoordeling van de potentiële kopers zal ik criteria
als reputatie, financiële stabiliteit van de potentiële kopers en het continueren
van huidige contractuele afspraken laten meewegen. Tevens zullen de strategische en
inhoudelijke plannen die het bedrijf heeft t.a.v. Intravacc B.V. worden meegewogen
maar ook in juridische zin kan ik op voorhand geen partijen uitsluiten». De leden
van de CDA- en ChristenUnie-fractie merken hierover ten eerste op dat onder Europese
regelgeving met betrekking tot aanbesteding uitzonderingen mogelijk zijn.14 Waarom kan de verkoop van Intravacc B.V. niet onder de uitzonderingen vallen? Ten
tweede merken deze leden op dat de Minister niet duidelijk maakt hoe de criteria worden
uitgewerkt. Wordt bijvoorbeeld verkoop verboden aan een bedrijf dat geen eigenaars
heeft binnen de EU?
Er is bij de verkoop van de aandelen in Intravacc B.V. waar de Staat de enige aandeelhouder
van is, geen sprake van een aanbesteding. Het aanbestedingsrecht en de uitzonderingen
waarnaar wordt verwezen, zijn van toepassing op inkopen door de overheid, niet bij de verkoop van aandelen, zoals in casu het geval is.
In juridische zin kan ik op voorhand geen partijen uit specifieke landen uitsluiten.
Er zal een verkoopstrategie worden gehanteerd waarbij partijen die zijn onderworpen
aan sanctiemaatregelen van de VN of EU, van deelname worden uitgesloten.
Genoemde leden vragen hoe de Minister de verkoop van Intravacc B.V. ziet tegen het
licht van de Kamerbreed aangenomen motie van de leden Marijnissen en Pieter Heerma
van 16 april 202015 en de aangenomen motie van de leden Van Gerven en Hijink van 14 januari 2021.16
De vraag is in essentie hoe de verkoop van Intravacc B.V. past in mijn beleid om de
leveringszekerheid van medische producten te versterken. Het beleid ter versterking
van de leveringszekerheid is gericht op alle spelers in de sector en ik kijk hierbij
naar de gehele productie- en toeleveringsketen: van grondstoffen, werkzame stoffen,
halffabricaten tot aan het eindproduct. Ik richt mijn beleid dus niet op slechts één
bedrijf. De voormalig Minister voor MZS heeft uw Kamer destijds geïnformeerd over
de uitvoering van de motie Marijnissen/Heerma17. En recent heb ik uw Kamer geïnformeerd over de trajecten voor 2023 op dit terrein18. In deze laatste brief benoem ik dat de rol van de overheid gaat over het versterken
van een gezond ontwikkelings- en investeringsklimaat. Het is verder aan private spelers
in de sector om medische product te ontwikkelen, produceren en te leveren. In mijn
brief onderschrijf ik ook het belang van het stimuleren van de ontwikkeling van vaccins
evenals internationale samenwerking op dat vlak. De verkoop van Intravacc B.V. past
hier in. Immers kan Intravacc B.V. als bedrijf in private handen bijdragen aan vaccinontwikkeling
in samenwerking met andere partijen zoals beoogd met de beleidsagenda pandemische
paraatheid en eerder is toegelicht in de brief van 6 juli j.l.19
Ten aanzien van de motie van de leden Van Gerven en Hijink is, nadat het verkoopproces
door mijn voorganger in april 2020 tijdelijk on hold is gezet, besloten dat Intravacc
B.V. als tijdelijke beleidsdeelneming voor een periode van maximaal 2 jaar verder
zou gaan. De definitieve verkoop werd daarmee uitgesteld en de aandelen in de B.V.
bleven tijdelijk in handen van de Staat, vanwege de extra noodzaak van het borgen
van publieke belangen rond vaccinontwikkeling in de coronapandemie. Daarmee heeft
mijn voorganger aan de motie van de leden Van Gerven en Hijink voldaan. Het nieuwe
kabinet zou hierin een nadere afweging maken. Dit voorjaar heb ik daarom opnieuw de
afweging gemaakt over een passend vervolg met als uitkomst het herstarten van het
verkoopproces.
De Minister wijst in zijn beantwoording naar het rapport «Vaccins van productie tot
preparedness».20 De leden van de genoemde fracties vragen in hoeverre de aanbevelingen uit dat rapport
met betrekking tot Intravacc B.V. zijn opgevolgd. Zij vragen ten slotte of een nadere
publiek-private samenwerking is overwogen, en om nader toe te lichten welke afweging
hieromtrent is gemaakt.
De aanbevelingen uit het rapport zijn opgevolgd. Zie hiervoor ook mijn recente brieven21. Het advies omvatte meerdere punten die destijds geïdentificeerd werden. Bij het
opvolgen van de adviezen wordt ook gekeken naar de nu beschikbare EU-samenwerking,
met name de EU-autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied
(Health Emergency Preparedness and Response Authority; HERA). De rol van HERA was
destijds nog niet zover ingevuld. Op basis van dit advies is daarnaast gewerkt met
de betrokken bedrijven aan een NEN-spec (een zogenaamde snelle vorm van normontwikkeling).
Ook investeer ik in trainingen voor personeel dat ingezet kan worden bij vaccinproductieprocessen,
inclusief de daarbij benodigde capaciteit voor de kwaliteitsbewaking. Het hebben van
voldoende technisch opgeleid personeel is een cruciale voorwaarde voor het kunnen
opschalen in tijden van crisis. Voor het borgen van voldoende vaccinproductie bij
een volgende (gezondheids)crisis zet Nederland in op Europese samenwerking. De HERA
investeert op dit moment in het beschikbaar hebben van voldoende productiecapaciteit
voor vaccins via EU FAB. Dit betreft een publiek (EU) private samenwerking. Consortia
van Nederlandse en Europese bedrijven kunnen hierop inschrijven. Het Ministerie van
VWS en het Ministerie van EZK informeren bedrijven over dit traject. Hierbij wordt
productiecapaciteit gereserveerd voor productie ten tijde van een volgende (gezondheids)crisis.
HERA zorgt ook voor een eerlijke verdeling onder lidstaten van de via deze weg geproduceerde
vaccins. Intravacc B.V. is geen vaccin productiebedrijf en voldoet ook niet aan de
daarvoor geldende regelgeving.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie hebben nog een enkele vraag over het heilloze
plan om niet te investeren in Intravacc B.V., maar in de plaats daarvan Intravacc
B.V. van de hand te doen aan de hoogste bieder. De Minister schrijft dat één argument
doorslaggevend is geweest in het besluit Intravacc B.V. van de hand te doen, wetende:
«Doorslaggevend bij mijn besluit het verkoopproces van Intravacc B.V. te herstarten,
is dat voor het borgen van de publieke belangen in het kader van pandemische paraatheid
een deelname van de Staat in één klein bedrijf de pandemische paraatheid niet effectief
versterkt.» Voornoemde leden vragen waar de Minister dit op baseert.
Op voorhand is onbekend welke remedies nodig zijn in een volgende pandemie. De deelname
van de Staat in één bedrijf dat specifieke vaccinontwikkeling uitvoert, kan niet de
publieke belangen in het hebben van voldoende vaccins in het kader van pandemische
paraatheid borgen. Een groot aantal bedrijven in Nederland en daarbuiten is actief
om vaccin- en therapieconcepten te testen en gereed te maken voor grootschalige eindproductie.
Intravacc B.V. speelt hierin een bescheiden rol. Intravacc B.V. produceert zelf geen
vaccins en heeft daarom ook geen rol bij productie, koop of distributie van de vaccins.
Mijn strategie voor het borgen van voldoende beschikbaarheid van vaccins en andere
therapieën richt zich daarom op het systeem als geheel en niet op één bedrijf of een
specifiek vaccin of technologie.22
Het is van belang om te benadrukken dat aan de hand van de te hanteren verkoopstrategie
potentiële bieders en biedingen worden beoordeeld, waarbij de hoogte van de bieding
respectievelijk koopprijs tevens wordt betrokken.
Zij wijzen de Minister erop dat gedurende de coronapandemie een speciale vaccingezant
is aangesteld, die de opdracht meekreeg om te onderzoeken hoe Europese productie van
vaccins kan worden aangejaagd. Eén van zijn hoofdaanbevelingen luidt als volgt: «Een
mogelijke invulling op Nederlandse bodem voor het EU FAB-project is het voorstel van
onder andere Intravacc en Bilthoven Biologicals (BBio) om een multi-purpose vaccinproductiefaciliteit
te realiseren. In geval van een pandemie zou Nederland daarmee over voldoende vaccinproductie
kunnen beschikken. Onder normale omstandigheden zou deze faciliteit inzetbaar zijn
voor vaccins die Intravacc B.V. ontwikkelt en voor productie door samenwerkingspartners
of derden. Het is aan te bevelen om dit initiatief te versterken met aanvullende partners.
Daardoor kan een zo solide mogelijk syndicaat ontstaan, wat de afhankelijkheid van
Nederland en Europa van productie buiten de landsgrenzen vermindert.» Waarom neemt
de Minister een ander besluit dan een hier speciaal voor aangestelde gezant toe adviseert?
De speciaal aangestelde Vaccin Gezant heeft dit voorstel destijds voor Nederland onderzocht
in een taskforce waarin Intravacc B.V. heeft meegedacht. De Vaccin Gezant noemde in
het rapport de Multi Purpose Vaccin Production Plant in Nederland als onderdeel van
een nog te vormen consortium. Vanuit Nederland wordt inmiddels in EU-verband samengewerkt
binnen de Health Emergency Preparedness and Response Authority (HERA) aan voldoende
opschaalbare productiecapaciteit, onder meer door EU FAB.23 Door deze samenwerking kan bestaande (warme) vaccin productiecapaciteit tijdens pandemieën
ingezet worden voor de productie van pandemische vaccins voor de EU. Nederlandse bedrijven
kunnen zich inschrijven voor de EU-tender voor het borgen van deze stand by productie. Hiermee geef ik op een andere wijze opvolging aan de aanbeveling van de
Vaccin Gezant om voldoende stand by productie te borgen. Nederland werkt op deze thema’s doelbewust samen, omdat we dit
als klein land niet efficiënt alleen kunnen.
Bovendien produceert Intravacc B.V. geen vaccins en heeft daarmee geen «warme» productie.
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie lezen dat de Minister ruimte ziet voor
verbetering in het farmaceutisch systeem. Zo schrijft de Minister dat hij ruimte ziet
om een duidelijk signaal af te geven over wat we bereid zijn te betalen voor welk
type geneesmiddelen. Wat dit betekent, vraagt om een brede discussie ook met de Kamer,
zo laat de Minister optekenen. Toch geeft de Minister zelf al een schot voor de boeg,
namelijk anders dan aangenomen moties en advies van derden zet de Minister de verkoop
van Intravacc B.V. door en geeft daarbij aan dat hij het produceren en/of een bedrijfsmatige
rol in de ontwikkeling van vaccins niet als overheidstaak ziet. Waarom voert de Minister
niet eerst het door hemzelf gewenste brede debat met de Kamer alvorens onomkeerbare
privatiseringen in te zetten en beslissingen tegen de wil van de kamer te nemen?
Genoemde leden krijgen sterk de indruk dat het besluit om Intravacc B.V. te verkopen
niet is ingegeven door inhoudelijke gronden, maar door de wijze waarop de begrotingscyclus
werkt. Zo benadrukt de Minister: «Ter illustratie: de cumulatieve kosten voor het
onderzoeks- en ontwikkelingsproces voor één vaccin tot de fase dat deze op grote groepen
getest kan worden, worden in de Lancet in 2016 op minimaal 319–469 miljoen dollar
geschat.» De Minister lijkt vaccinontwikkeling – en productie – voornamelijk als een
kostenpost te zien. Maar erkent de Minister dat op termijn investeringen in vaccinontwikkeling
– en productie – ook geld opleveren, aldus genoemde leden? Ziet de Minister in dat
dit korte termijnbeleid een typisch voorbeeld is van «penny wise, pound foolish» waarbij
de politiek complete zeggenschap inlevert over de ontwikkeling van toekomstige vaccins?
Ik ga graag met u in gesprek over het geneesmiddelenbeleid, de geneesmiddelen waar
de grootste maatschappelijk behoefte aan is, en wat een redelijke prijs is om hiervoor
te betalen. Deze discussie staat verder los van de casus die hier nu voorligt. Ik
heb een zorgvuldig afgewogen beslissing tot verkoop genomen ten aanzien van de rol
van het bedrijf in het publieke belang. Intravacc B.V. produceert immers zelf geen
vaccins en heeft daarom ook geen rol bij de productie, (ver)koop of distributie van
vaccins. Het ligt daarom niet voor de hand deze casus als onderwerp in een breed debat
over geneesmiddelenbeleid op te nemen. Daarnaast wil ik nogmaals benadrukken dat voor
het bedrijf Intravacc B.V. en de mensen die daar werken het belangrijk is dat er duidelijkheid
komt en men zich op de toekomst kan richten met een eigenaar die daarin investeert.
Ik zie geen reden om als overheid zelf vaccins te produceren of een eigenstandige,
bedrijfsmatige rol te hebben in vaccinontwikkeling. Het zou zeer hoge investeringen
en zeer hoge risico’s met zich meebrengen en onduidelijkheid over wat dan de bijdrage
is in termen van gezondheidswinst.
Ik deel uw mening over korte termijnbeleid niet. Ook onderschrijf ik uw opmerking
niet dat één bedrijf, Intravacc B.V., de volledige Nederlandse bijdrage aan vaccinontwikkeling
vertegenwoordigt. Ik merk op dat zeggenschap over de ontwikkeling van vaccins wordt
verkregen door overheidsopdrachten voor onderzoek en ontwikkeling van vaccins, door
specifiek onderzoek te stimuleren en door duidelijk te communiceren wat wij voor vaccins
bereid zijn te betalen. Deze instrumenten zijn allemaal onderdeel van mijn beleid
op pandemische paraatheid, waaronder ook het brede Europese beleid op geneesmiddelen-
en vaccin ontwikkeling, waar ik actief aan deelneem.
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie merken op dat het splitsen van het Nederlands
Vaccin Instituut – en het verkopen van de productietak – destijds werd ingegeven door
financiële redenen. Kan de Minister met de Kamer delen hoeveel miljoen het Nederlands
Vaccin Instituut in 2010 en 2011 verlies maakte?
De productiediensten en faciliteiten van het NVI zijn destijds verkocht, omdat het
voor een kleine producent als NVI steeds moelijker werd om tegen acceptabele kosten
te voldoen aan de steeds strenger wordende kwaliteitseisen. Voor een rendabele vaccinproductie
is schaalgrootte van essentieel belang: grotere volumes geven een lagere prijs. Deze
schaalgrootte kan in een publieke setting niet bereikt worden, maar in een private,
meer internationaal georiënteerde, setting wel.
In het jaar 2010 had het NVI een negatief saldo van baten en lasten van 10,8 miljoen,
in 2011 was dit een negatief saldo van 34,1 miljoen. In het jaarverslag van de begroting
van het Ministerie van VWS over de jaren 201024 en 201125 wordt de opbouw van het saldo van baten en lasten nader toegelicht.
Kan de Minister met de Kamer delen hoeveel winst de nieuwe eigenaar van de productietak
(Bilthoven Biologicals) van het Nederlands Vaccin Instituut – Serum Institute of India
(onderdeel van Poonawalla Investments & Industries Pvt. Ltd.) – nu maakt?
Nee, deze gegevens zijn niet openbaar.
Deze leden merken op dat in de beslisnota wordt benadrukt dat in de Kabinetscommunicatie
wordt geadviseerd om te benadrukken dat Intravacc B.V. een «klein bedrijf» betreft.
In de antwoorden van het schriftelijk overleg komt het woord «klein bedrijf» acht
keer terug. Wat is de definitie van een «klein bedrijf» volgens de Minister? Acht
de Minister een samenstelling van ongeveer 140 werknemers een «klein bedrijf»?
Intravacc B.V. is een bedrijf met ongeveer 100 medewerkers. De bewoording klein is
in de beslisnota opgenomen om de rol van het bedrijf in de keten van vaccinontwikkeling
en productie te duiden, deze is zeer beperkt. Er is geen definitie aangehaald. De
conclusie in de nota is dat de deelname van de Staat in één klein bedrijf dat specifieke
vaccinontwikkeling uitvoert niet de publieke belangen in het kader van pandemische
paraatheid kan borgen. Mijn strategie voor de beschikbaarheid van vaccins richt zich
daarom op het systeem als geheel en niet op één bedrijf of specifieke vaccins of technologieën.
Daarvoor is een goed functionerend ecosysteem in Europees verband nodig.
Tot slot wijzen de voornoemde leden erop dat zij het compleet onbegrijpelijk vinden
dat de Minister niet eens als verkoopeis contractueel wil opnemen dat Intravacc B.V.
de intentie nakomt om het patent op het nasaal COVID-19-vaccin (Avacc 10) op te nemen
in COVID-19 Technology Access Pool (C-TAP) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Er resteert voor genoemde leden slechts één vraag: waarom?
Er is door Intravacc B.V. tijdens de COVID-19 pandemie de intentie uitgesproken tot
opname van een COVID-19 vaccintechnologie in C-TAP. Er is op dit moment geen product
patent op het nasaal COVID-10-vaccin (Avacc 10), omdat dit kandidaat-product nog in
ontwikkeling is en pas in het najaar van 2022 een fase 1, pre klinische onderzoeksfase,
is ingegaan. Om die reden is niet te voorzien of dit leidt tot opname in C-TAP. Ik
zal om die reden deze eis contractueel niet van te voren aan geïnteresseerde partijen
stellen, maar zoals eerder beschreven worden de inhoudelijke plannen van de geïnteresseerde
partijen wel getoetst op hun visie om deze intentie tot opname in C-TAP te continueren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van een schriftelijk
overleg over de herstart van het verkoopproces van Intravacc B.V. Zij blijven van
mening dat het een foute beslissing is om Intravacc B.V. te privatiseren en hebben
daarom nog een aantal kritische vragen en opmerkingen. Zij constateren dat de Minister
nog steeds geen overtuigende argumenten heeft gegeven waarom Intravacc B.V. per se
zou moeten worden geprivatiseerd. De Minister noemt in zijn eerdere beantwoording
dat hij een ecosysteem rondom vaccinontwikkeling wil stimuleren. De leden van de SP-fractie
vragen de Minister hoe het privatiseren van Intravacc B.V. dit ecosysteem verbetert
en of Intravacc B.V. niet net zo goed een waardevol onderdeel van dit ecosysteem kan
zijn als het in publieke handen blijft.
Door het stimuleren van een ecosysteem kunnen meerdere bedrijven toegang krijgen tot
subsidies of andere overheidsbijdragen. Binnen dit systeem kan gezamenlijk tot innovatieve
oplossingen gekomen worden. Belangrijk daarbij is, dat dit meer kansen tot oplossingen
geeft. Aangezien onbekend is welke remedies nodig zijn voor een volgende pandemie,
leidt dat tot een betere pandemische paraatheid. Het is doelmatiger om publieke middelen
op deze manier in te zetten. Ik heb u reeds geïnformeerd dat Intravacc B.V. als zelfstandig
bedrijf betere mogelijkheden heeft om de benodigde investeringen aan te trekken om
duurzaam een rol te spelen in vaccinonderzoek en -ontwikkeling. In die hoedanigheid
zal ook de rol van Intravacc B.V. binnen het bredere innovatiesysteem prominenter
kunnen worden.
Daarnaast lezen de leden van de SP-fractie in de beantwoording van de Minister dat
Intravacc B.V. na verkoop «effectiever samenwerkingen [kan] aangaan en de benodigde
investeringen [kan] aantrekken om een bijdrage te kunnen leveren aan vaccin procestechnologie
ontwikkeling». Zij vragen de Minister waarom deze samenwerkingen niet zouden kunnen
plaatsvinden als Intravacc B.V. in publieke handen blijft. Daarnaast vragen deze leden
waarom Intravacc B.V. niet de benodigde investeringen zou kunnen aantrekken als het
in publieke handen blijft. Komt dit doordat het dat lastiger zou worden voor externe
investeerders om winst te maken op deze investeringen? Zo ja, kunnen deze investeringen
dan niet via publieke middelen en fondsen gefinancierd worden, aangezien het kennelijk
gaat om investeringen die zichzelf terug kunnen verdienen?
Ik zet vanuit het publieke belang in op het functioneren van het gehele ecosysteem
waaronder de ontwikkeling en productie van vaccins, in EU-verband en internationaal.
Ik zet in op het stimuleren van samenwerking onderzoeksinstellingen en industrie.
In de brief aan de Tweede Kamer over het Beleidsprogramma pandemische paraatheid26 heb ik aangegeven dat ik op de lange termijn een innovatieagenda start. Hieruit zullen
gerichte programma’s gaan volgen. Vooruitlopend hierop heb ik de Thematische Technology
Transfer regeling27 via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland geopend en mede vormgegeven op advies
van het expertisecentrum FAST Centre for Future Affordable and Sustainable Therapy
development. Ook is in 2022 is de eerste ronde IPCEI Health gericht op geneesmiddelen
gestart waaraan Nederland deelneemt met vier projecten. Vanuit Nederland wordt ook
in EU-verband samengewerkt binnen de Health Emergency Preparedness and Response Authority
(HERA) aan voldoende opschaalbare productiecapaciteit, onder meer door EU FAB.28
Ik zie daarnaast geen reden om als overheid zelf vaccins te produceren of een eigenstandige,
bedrijfsmatige rol te hebben in vaccinontwikkeling. Dit zie ik niet als overheidstaak.
Het zou zeer hoge investeringen en zeer hoge financiële risico’s met zich meebrengen.
De markt in samenwerking met onderzoeksinstellingen ontwikkelt nieuwe vaccins. Nieuwe
investeerders en partners vinden een samenwerking met een overheidsdeelneming in de
markt van biotech niet altijd wenselijk, omdat de Staat andere belangen kan hebben
dan private investeerders.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of er een ideologische insteek zit achter
de plannen om Intravacc B.V. te privatiseren. Zij zien namelijk geen sterke inhoudelijke
onderbouwing van dit besluit. Is de Minister ervan overtuigd dat vaccinontwikkeling
erop vooruit gaat als deze plaatsvindt in de context van de vrije markt? Genoemde
leden constateren dat de Minister eerder dit jaar nog zelf de conclusie trok uit het
onderzoek dat hij had laten doen naar de financiering van geneesmiddelenontwikkeling
dat hierbij «Het financiële rendement [...] leidend [is] en niet het maatschappelijke
rendement.» Deze leden vragen de Minister of er een reden is om aan te nemen dat dit
anders werkt bij de ontwikkeling van vaccins en of het financiële rendement na privatisering
niet een grotere rol gaat spelen bij Intravacc B.V.
Het besluit is ingegeven op basis van inhoudelijke argumenten.
Daarbij zie ik het produceren van vaccins of het hebben van een eigenstandige, bedrijfsmatige
rol in vaccinontwikkeling niet als overheidstaak. Echter het besluit dat nu voorligt,
betreft niet de volledige publiek dan wel private inrichting van de vaccinontwikkelingsmarkt,
maar het eigenaarschap van de onderneming Intravacc B.V.
De opmerkingen waaraan u refereert waren gebaseerd op de conclusies van een onderzoek
naar de financiering van geneesmiddelenonderzoek. De ontwikkeling van vaccins was
niet meegenomen binnen de scope van dit onderzoek; daar kan ik dan ook geen uitspraak
over doen. Ik wil wel opmerken dat vaccins een wezenlijk ander product zijn dan geneesmiddelen.
Aangezien vaccins veelal preventief worden ingezet is aannemelijk dat de markt op
onderdelen anders zal functioneren.
Het is duidelijk dat Intravacc B.V. aanvullende investeringen behoeft. Ik acht het
niet onwaarschijnlijk dat mogelijke investeerders bij hun keuzes zullen nadenken over
het mogelijke rendement op hun investering, hetgeen niet ongebruikelijk is bij het
doen van investeringen door private partijen.
Genoemde leden constateren dat de Minister niet bereid is om harde garanties te geven
over het delen van kennis met C-TAP na privatisering. Hierdoor lijkt het nakomen van
de toezegging aan C-TAP door Intravacc B.V. na de verkoop afhankelijk te zijn van
de welwillendheid van een (waarschijnlijk op winst gerichte) nieuwe eigenaar. Daarmee
lijkt ook de kans dat mensen in lage- en middeninkomenslanden zo breed mogelijk toegang
zullen krijgen tot het nasale COVID-vaccin dat door Intravacc B.V. ontwikkeld wordt,
af te nemen. Op welke manier heeft de Minister dit feit meegewogen in zijn besluitvorming
en welke factoren vond de Minister belangrijker dan de samenwerking tussen Intravacc
B.V. en C-TAP?
Er is door Intravacc B.V. tijdens de COVID-19 pandemie de intentie uitgesproken tot
opname van een COVID-19 vaccintechnologie in C-TAP. Er is op dit moment geen product
patent op het nasaal COVID-10-vaccin (Avacc 10), omdat dit kandidaat-product nog in
ontwikkeling is en pas in het najaar van 2022 een fase 1, pre klinische onderzoeksfase
is ingegaan. Om die reden is ook niet te voorzien of dit leidt tot opname in C-TAP.
Ik zal om die reden deze eis contractueel niet van te voren aan partijen stellen,
maar zoals eerder beschreven worden de inhoudelijke plannen van partijen wel beoordeeld
op hun visie om deze intentie tot opname in C-TAP te continueren.
De leden van de SP-fractie blijven ervan overtuigd dat de Minister met deze privatisering
een fout begaat. Zij vragen de Minister dan ook om alsnog terug te komen op dit besluit.
Nee, ik wil verder gaan met de privatisering. Zoals aangegeven is het duidelijk dat
Intravacc B.V. aanvullende investeringen behoeft door een private partner om als bedrijf
zich verder te kunnen ontwikkelen. Als de staat aandeelhouder blijft komen deze risico-investeringen
er niet. Voor het bedrijf Intravacc B.V. en de mensen die daar werken is het belangrijk
dat er snel duidelijkheid komt en men zich op de toekomst kan richten met een private
eigenaar die daarin investeert.
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de reactie van de Minister op de
gestelde vragen in het schriftelijk overleg inzake de herstart van het verkoopproces
van Intravacc B.V. Genoemd lid heeft hierover nog wat vragen en opmerkingen. Zij verschilt
van mening met de Minister over het nut en de noodzaak van de verkoop van Intravacc
B.V. Genoemd lid vindt dat de Minister Nederland afhankelijk maakt van andere landen
als het gaat om vaccinontwikkeling. De Minister heeft alle vertrouwen in internationale
samenwerking en onderzoeksprojecten. Ook ziet hij geen gevaren in verregaande privatisering.
Daar waar juist nu de zure vruchten worden geplukt van de privatisering in de zorg,
gaat de Minister daar mee verder door Intravacc B.V. te verkopen. De Minister zet
in op «het stimuleren van een ecosysteem rond vaccinontwikkeling». De Minister geeft
aan dat dit ecosysteem zich op Europees niveau bevindt.
Het lid van de BBB-fractie vindt dat pandemische paraatheid iets anders is dan alle
hoop vestigen op Europese structuren. Het vraagt ook een bepaald «ecosysteem» binnen
Nederland. Uit de beantwoording van de vragen uit het schriftelijk overleg is het
voor het lid van de BBB-fractie onvoldoende duidelijk of het Nederlandse ecosysteem
wel voldoende robuust is. Weliswaar schrijft de Minister dat «met de deelname van
de Staat in één klein bedrijf dat specifieke vaccinontwikkeling uitvoert de publieke
belangen in het kader van pandemische paraatheid niet kunnen worden geborgd.» Maar
dat beantwoordt niet de vraag in hoeverre dit dan wel geborgd kan worden. Genoemd
lid is van mening dat ervoor moet worden gezorgd dat dit belang ook binnen Nederland
geborgd is, waarbij afhankelijkheid van het buitenland en van de toch veelal machtige
farmaceutische industrie voorkomen moet worden. Waarom heeft de Minister er niet voor
gekozen om Intravacc B.V. juist te versterken door bijvoorbeeld naast vaccinatie-
ontwikkeling ook in te zetten op de daadwerkelijke productie van vaccins, al dan niet
in samenwerking met andere Nederlandse bedrijven?
Omdat onbekend is welke pandemie op ons afkomt en welke remedies daarvoor nodig zijn
heb ik meerdere oplossingen nodig; de kans daarop is hoger met een ecosysteem van
meerdere bedrijven en onderzoeksinstellingen. Hierbij zie ik de rol van de overheid
daarom om voorwaarden te scheppen, zodat de sector kan groeien, innoveren en zich
ontwikkelen. Ik wil daarnaast benadrukken dat Nederland moet samenwerken met haar
Europese partnerlanden om gezamenlijk strategische leveringszekerheid van dit type
producten te kunnen borgen. Dat kunnen we als klein land niet alleen. De farmaceutische
industrie speelt hierbij een belangrijke rol. Ik zet in op het stimuleren van samenwerking
onderzoeksinstellingen en industrie. In de brief aan de Tweede Kamer over het Beleidsprogramma
pandemische paraatheid29
heb ik aangegeven dat ik op de lange termijn een innovatieagenda start. Hieruit zullen
gerichte programma’s gaan volgen. Vooruitlopend hierop heb ik de Thematische Technology
Transfer regeling30 via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland geopend en mede vormgegeven op advies
van het expertisecentrum FAST (Centre for Future Affordable and Sustainable Therapy
development). Ook is in 2022 de eerste ronde IPCEI Health gericht op geneesmiddelen
gestart waaraan Nederland deelneemt met vier projecten. Vanuit Nederland wordt ook
in EU-verband samengewerkt binnen de Health Emergency Preparedness and Response Authority
(HERA) aan voldoende opschaalbare productiecapaciteit, onder meer door EU FAB.31
Ik acht het niet doelmatig om Intravacc B.V. in te laten zetten op de daadwerkelijke
productie van vaccins. De vraag die nu voorligt is hoe Intravacc B.V. als zelfstandig
bedrijf in een betere positie kan komen om de benodigde investeringen aan te trekken
om duurzaam een rol te spelen in vaccinonderzoek en ontwikkeling. Hiertoe heb ik besloten
dat Intravacc B.V. het beste verkocht kan worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
J. Bakker, adjunct-griffier