Schriftelijke vragen : De Ranglijst Christenvervolging 2023
Vragen van de leden Peters (CDA), Pouw-Verweij (JA21), Ceder (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de Ranglijst Christenvervolging 2023 (ingezonden 19 januari 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de Ranglijst Christenvervolging 2023?1
Vraag 2
Herkent u de omvang van vervolging van christenen vanwege hun geloofsovertuiging,
zoals geconstateerd door de organisatie Open Doors, die stelt dat het aantal christenen
dat vervolgd wordt op een alarmerend hoog niveau blijft, waarbij meer dan 360 miljoen
christenen te maken hebben met een hoog niveau van vervolging en in de 50 landen van
de Ranglijst Christenvervolging het 312 miljoen mensen betreft die te maken hebben
met «zeer zware of extreme vervolging»?
Vraag 3
Komen de gegevens van Open Doors, die in de rapportageperiode (1 oktober 2021 tot
30 september 2022) melding maakt van conservatieve tellingen van 5.621 vermoorde christenen
vanwege hun geloof, 2.126 gevallen van verkrachting of seksueel geweld, 5.259 ontvoeringen,
2.100 kerken die aangevallen werden en meer dan 4.500 woningen verwoest uitkomen,
overeen met uw eigen bevindingen?
Vraag 4
Ziet u het effect van de Nederlandse initiatieven om geweld en straffeloosheid tegen
te gaan en mensenrechten te respecteren, zoals Team Europe Initiative Security and
Governance en de Regional Stability Strategy van het United Nations Development Programme
(UNDP)? Ziet u mogelijkheden om de betrokkenheid bij deze initiatieven te intensiveren?
Vraag 5
Welke mogelijkheden ziet u om de invloed van huurlingenlegers in te perken of aan
de kaak te stellen in verband met de situatie in de landen ten zuiden van de Sahara,
die verder te lijkt te escaleren, als gevolg van diverse coups die plaatsvonden in
zowel Mali als Burkina Faso, mede gelet op het feit dat instabiliteit ruimte biedt
aan jihadistische groepen, die naast en soms gezamenlijk optrekken met georganiseerde
misdaad en huurlingen van bijvoorbeeld Wagner?
Vraag 6
Onderschrijft u dat, naast factoren als klimaatverandering, tribale kwesties en criminele
motieven, religie en dan met name extreem geweld van diverse jihadistische groepen,
een belangrijke oorzaak is van het ontwrichtende geweld in Nigeria?
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u om opvolging te geven aan de bilaterale gesprekken tussen
de Nederlandse overheid en de Nigeriaanse overheid in 2021? Kunnen de nieuwe ranglijstresultaten
resulteren in hernieuwde initiatieven?
Vraag 8
Welke ontwikkelingen zijn er ten aanzien van een mogelijk onderzoek door het internationaal
Strafhof naar misdaden tegen de menselijkheid in Nigeria? Zal dit onderzoek eerder
op nationaal of internationaal niveau plaatsvinden?
Vraag 9
Welke mogelijkheden ziet u om landen aan te spreken, die zowel bij de International
Religious Freedom or Belief Alliance (IRFBA) zijn aangesloten als op de Ranglijst
Christenvervolging 2023 staan, zoals de Democratische Republiek Congo, Colombia en
Kameroen?
Vraag 10
Welke kansen ziet u om bijvoorbeeld in internationaal verband toenadering tot Noord-Korea
te zoeken, aangezien dit land op plek 1 van de ranglijst staat met het hoogste aantal
punten ooit en meer geweldsincidenten kende vorig jaar onder de noemer van de «wet
op antireactionair gedachtegoed», die alle niet Noord-Koreaanse publicaties van de
Bijbel tot Zuid-Koreaanse tv-series criminaliseert? Welke mogelijkheden ziet u om
anderszins actie te ondernemen?
Vraag 11
Welke mogelijkheden zijn er om de Chinese regering aan te spreken op de toenemende
controle van China op zijn eigen bevolking in het algemeen en in het bijzonder op
inwoners die afwijken van de partijlijn? Kunt u de Chinese regering aanspreken op
de behandeling van minderheidsgroepen als de Oeigoerse gemeenschap en ook Christenen,
aangezien dissidente stemmen uit die groepen als probleemveroorzakers en zelfs terroristen
worden weggezet, zoals al een paar jaar blijkt uit de ranglijst?
Vraag 12
Heeft u de indruk dat de nationale en Europese regelgeving omtrent de export van technologie
naar China voor dual-use afdoende is? Of kleven er nog concrete risico’s aan de leveringen
van dual-use producten aan China?
Vraag 13
Herkent u de ontwikkeling dat de Chinese regering bezig lijkt te zijn met een «verchinezing»
van bijvoorbeeld internationaal erkende mensenrechten, met als gevolg dat universele
mensenrechten worden uitgehold of aan de kant worden geschoven en plaats maken voor
«eigen» rechten van landen, zoals het recht op «stabiliteit en veiligheid»? Wat zijn
de mogelijkheden voor Nederland om binnen bijvoorbeeld de VN of de EU hier tegenwicht
aan te bieden?
Vraag 14
Deelt u de zienswijze dat het Chinese model van intense overheidscontrole en -bemoeienis
een populair exportproduct naar autoritaire landen in Azië kan worden? Erkent u dat
dit potentieel bedreigend is voor Christenen en andere minderheden en dat deze ontwikkeling
om die reden onderwerp van regulering en monitoring moet blijven?
Indieners
-
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Don Ceder, Kamerlid -
Medeindiener
N.J.F. Pouw-Verweij, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.