Schriftelijke vragen : De rol van notarissen bij dubieuze grondhandel
Vragen van het lid Boulakjar (D66) aan de Ministers voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Veiligheid en Justitie over de rol van notarissen bij dubieuze grondhandel (ingezonden 18 januari 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Tienduizenden Nederlanders slachtoffer van dubieuze
grondhandel»?1
Vraag 2
Herkent u de geschetste problematiek waarbij dubieuze grondhandelaren stukken grond
opknippen en deze verkopen met de belofte dat hier spoedig gebouwd mag worden?
Vraag 3
Het opknippen van deze percelen is een uitwas van grondspeculatie. Wat gaat u doen
om grondspeculatie verder tegen te gaan?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de rol van notarissen en de zorgplicht die bij hun beroep hoort in
het licht van deze grondhandel?
Vraag 5
Over dubieuze grondhandel en de rol die notarissen hierbij spelen zijn eerder vragen
gesteld door het lid Van Eijs («Particuliere beleggers slepen notarissen voor de rechter
vanwege rol in dubieuze grondhandel», 10 februari 2021). Toen gaf het kabinet aan
zich niet te herkennen in de signalen dat notarissen particulieren onvoldoende beschermen
tegen de risico’s bij grondinvesteringen. Hoe kijkt u hier nu naar?
Vraag 6
In de eerdere beantwoording kwam naar voren dat om aan de zorgplicht te voldoen‘actieve
wilscontrole, kritische beoordeling van de onderliggende transacties, doorvragen,
onafhankelijke advisering en alertheid op onverklaarbare prijsstijgingen» hierbij
van belang zijn. In de praktijk wordt bij de levering van de grond vaak gebruik gemaakt
van een volmacht. Hoe beoordeelt u de mogelijkheden van notarissen om te voldoen aan
deze zorgplicht bij een (schriftelijke) volmacht? Zou een verplichte voorlichting
van de kopers door de notaris bij dit soort zaken wenselijk zijn?
Vraag 7
In het recente verleden werden al een aantal keren tuchtzaken aanhangig gemaakt tegen
notarissen met betrekking tot (speculatieve) grondhandel. De tuchtrechters oordeelden
in vergelijkbare zaken zeer verschillend. Hoe beziet u het feit dat tuchtrechters
hierin niet uniform oordelen? Is een aanscherping van de wet noodzakelijk om meer
uniformiteit in de beoordeling door tuchtrechters te bewerkstelligen?
Vraag 8
Uit de beantwoording van de eerdere vragen bleek verder dat de ACM en de AFM toezicht
houden op de naleving van de regels omtrent het beschermen van particulieren tegen
misleidende informatie bij verkoop, waaronder de verkoop van grond. Toen waren er
nauwelijks meldingen bij de ACM en AFM bekend over dit onderwerp. Wat is de huidige
stand van zaken wat betreft meldingen bij ACM en AFM hieromtrent? Mochten er wederom
weinig meldingen bekend zijn, hoe kunnen ACM en AFM proactief particulieren beschermen
bij de verkoop van grond?
Vraag 9
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Gericht aan
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Indiener
F. Boulakjar, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.