Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de herkomst van het SARS-COV-2 virus en het onderdrukken van de 'lableak-theorie' door een OMT-lid
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de herkomst van het SARS-COV-2 virus en het onderdrukken van de «lableak-theorie» door een OMT-lid (ingezonden 5 december 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 18 januari
2023).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de berichtgeving rondom de betrokkenheid van onder andere
het lid van het Outbreak Management Team (OMT) Koopmans bij het actief onderdrukken
van de zogenaamde «lableak-theorie», met betrekking tot de potentiele herkomst van
het SARS-COV-2 virus?1, 2, 3, 4
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van de door u aangegeven berichten.
Vraag 2
Was het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op enig moment tijdens de
coronacrisis op de hoogte van de betrokkenheid van het OMT-lid Koopmans en haar collega
Ron Fouchier bij de teleconferentie op 1 februari 2020 tussen verschillende internationale
kopstukken uit het epidemiologische veld aangaande de herkomst van het SARS-COV-2
virus en de hypothese dat dit virus mogelijk, al dan niet opzettelijk, was gelekt
uit het Wuhan Institute of Virology? Zo ja, op welk moment is het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport hiervan op de hoogte gebracht? Waarom is de Tweede Kamer hierover
niet geïnformeerd? Heeft mevrouw Koopmans het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, het OMT, en/of het kabinet vooraf op de hoogte gesteld van haar deelname
aan deze bijeenkomst en haar inbreng hierin? Is deze afgestemd met bovengenoemde partijen?
Antwoord 2
Het ministerie was niet op de hoogte van dit gesprek. Er is ook geen enkele rol voor
het ministerie bij een wetenschappelijke gedachtenwisseling.
Vraag 3
Is er naar aanleiding van de betrokkenheid van het OMT-lid Koopmans bij deze teleconferentie
door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met haar gesproken over
deze kwestie en heeft het ministerie gevraagd om verslaglegging van hetgeen in deze
bijeenkomst is besproken, bijvoorbeeld in de vorm van notulen? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, waarom is deze informatie niet gedeeld met de Tweede Kamer?
Vraag 3
Is er naar aanleiding van de betrokkenheid van het OMT-lid Koopmans bij deze teleconferentie
door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met haar gesproken over
deze kwestie en heeft het ministerie gevraagd om verslaglegging van hetgeen in deze
bijeenkomst is besproken, bijvoorbeeld in de vorm van notulen? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, waarom is deze informatie niet gedeeld met de Tweede Kamer?
Antwoord 4
Ik vind het logisch dat wetenschappers deelnemen aan een wetenschappelijke gedachtewisseling.
Ik heb geen mening over de inhoud van de bijeenkomst en de standpunten die door de
deelnemers zijn ingenomen, temeer omdat deelname van het Ministerie van VWS hieraan
niet aan de orde was.
Vraag 5
Hebben het OMT-lid Koopmans en de heer Fouchier hierbij naar uw mening gehandeld volgens
de algemeen geaccepteerde wetenschappelijke standaarden? Zo ja, kunt u dit uiteenzetten?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Hoe reflecteert u op de verscheidene uiteenzettingen van verschillende professionals
gedurende de coronacrisis, die aangeven dat tot op heden de mogelijkheid van een «lableak»
niet uitgesloten kan/zou mogen worden, aangezien er nog te veel hiaten zitten in de
kennis van het virus en de herkomst, om bepaalde hypotheses te verwerpen?
Antwoord 6
Dit is een interessante wetenschappelijke discussie.
Vraag 7
Kunt u aangeven waarom u het OMT-lid Koopmans nooit heeft teruggefloten in haar herhaaldelijke
stellige uitspraken met betrekking tot het actief publiekelijk verwerpen van de lableak-theorie,
terwijl daar tot op heden nooit wetenschappelijk uitsluitsel over gegeven heeft kunnen
worden?
Vraag 7
Kunt u aangeven waarom u het OMT-lid Koopmans nooit heeft teruggefloten in haar herhaaldelijke
stellige uitspraken met betrekking tot het actief publiekelijk verwerpen van de lableak-theorie,
terwijl daar tot op heden nooit wetenschappelijk uitsluitsel over gegeven heeft kunnen
worden?
Antwoord 8
Er is geen bevoegdheid nodig om deel te nemen aan een wetenschappelijke discussie.
Vraag 9, 10 en 11
Hoe reflecteert u op het feit dat het OMT-lid Koopmans zelf betrokken is bij een medisch
instituut in Nederland waar zogenaamd «gain of function» onderzoek werd/wordt gedaan,
waarbij virussen in laboratoria kunstmatig worden gemanipuleerd om ze gevaarlijker
te maken, met alle risico’s van dien en dat bovendien al lange tijd geleden als omstreden
is aangemerkt en waartegen uw departement onder leiding van voormalig Minister Schippers
wetgeving zou ontwikkelen? Bent u niet van mening dat het OMT-lid Koopmans persoonlijke
belangen heeft bij het ontkrachten van de mogelijkheid van een lableak, gezien haar
eigen werkzaamheden op het gebied van gain of function onderzoek?
Kunt u aangeven of in het Viroscience lab in Rotterdam nog steeds gain-of-function-onderzoek
plaatsvindt? Zo ja, met welke virussen wordt geëxperimenteerd?
Is dergelijk onderzoek verantwoord, gezien de risico’s die ermee zijn gemoeid? Wat
zijn de baten van het gain-of-function onderzoek en hoe staan die in verhouding tot
de risico’s en mogelijke kosten, nu blijkt dat er geen pandemie door werd voorkomen,
maar er mogelijk wel door is veroorzaakt?
Antwoord 9, 10 en 11
Voor het antwoord op de vragen 9 t/m 11 wil ik u graag verwijzen naar de antwoorden
op de vragen over hoog-risico biolaboratoria en gain-of-function onderzoek (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 566) die ik u op 22 november jl. heb doen toekomen.
Vraag 12
Kunt u uitleggen hoe het mogelijk is dat het OMT-lid Koopmans vanuit dat licht bezien
toegestaan is om überhaupt uitspraken te doen over de mogelijkheid van een lableak,
aangezien de wetenschappelijke onafhankelijkheid en de onafhankelijkheid van het OMT
daarmee in het geding is gekomen?
Antwoord 12
Ik zie niet in hoe de deelname aan een wetenschappelijke discussie de wetenschappelijke
onafhankelijkheid in het geding kan brengen.
Vraag 13
Kunt u uitleggen waarom de mogelijkheid van een lableak in vele andere landen inmiddels
wel wordt geaccepteerd en daarover publiekelijk wordt gesproken, maar in Nederland
niet? Waarom volgt u de mondiale wetenschappelijke lijn plotseling niet meer, terwijl
dat de gehele coronacrisis lang wel het credo van het kabinet was?
Antwoord 13
Er is geen enkele reden waarom in Nederland niet over een lableak gesproken zou kunnen
worden.
Vraag 14
Gaat u, met de kennis die u inmiddels heeft, actief werk maken van het opnieuw onderzoeken
van de mogelijkheid dat de SARS-COV-2 uitbraak zijn oorsprong heeft in een lableak?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Het onderzoek naar de herkomst van het SARS-COV-2 wordt onder leiding van de WHO uitgevoerd.
Vraag 15
Gaat u het OMT-lid Koopmans vragen haar stellige uitspraken tegen de mogelijkheid
van een lableak te rectificeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Nee, dat ga ik zeker niet doen. Integendeel, ik steun mw. Koopmans en andere wetenschappers
van harte om te blijven deelnemen aan het wetenschappelijke en publieke debat. Gelukkig
worden wetenschappers in Nederland niet door de overheid opgeroepen uitspraken op
hun vakgebied te rectificeren, als er al iets te rectificeren zou zijn.
Vraag 16
Mocht de oorsprong van het SARS-COV-2 virus wel liggen bij een lableak, heeft dat
dan consequenties voor het OMT-lid Koopmans en de evaluatie en voortzetting van het
coronabeleid en het toekomstige beleid op het gebied van «pandemische paraatheid»?
Zo ja, op welke manier?
Antwoord 16
Nee, of de oorsprong van het SARS-COV-2 virus nu wel of niet in een laboratorium ligt
doet er voor het beleid t.a.v. corona niet toe en voor pandemische paraatheid geldt
dat altijd met de mogelijkheid van een pathogeen dat uit een laboratorium ontsnapt
rekening moet worden gehouden.
Vraag 17
Waarom heeft u er nooit voor gekozen de mogelijkheid van een lableak in ieder geval
als optie te behouden in de coronacommunicatie, teneinde zo transparant mogelijk te
zijn richting de burger en de (wetenschappelijke) dialoog open te houden, om de coronacrisis
zo goed mogelijk te bestrijden?
Antwoord 17
Het is niet aan de Nederlandse overheid om te speculeren over de herkomst van het
SARS-COV-2 virus. Dit wordt door wetenschappers onderzocht onder leiding van de WHO.
Vraag 18
Wat vindt u ervan dat het OMT-lid Koopmans de afgelopen jaren nooit heeft gerept over
haar deelname aan de eerder genoemde teleconferentie en haar invloed op de publieke
beeldvorming met betrekking tot de herkomst van het SARS-COV-2 virus, ook niet nadat
er nieuwe inzichten, hypotheses en data beschikbaar kwamen die op zijn minst hadden
moeten leiden tot het steeds opnieuw her-evalueren van de tot dan toe getrokken conclusies
over deze vraag? Zal mevrouw Koopmans hierover verantwoording moeten afleggen aan
het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het kabinet en het OMT?
Antwoord 18
Nee, het is volstrekt niet aan de orde dat een wetenschapper verantwoording aan de
overheid zou moeten afleggen over deelname aan wetenschappelijke discussies.
Vraag 19
Acht u het zelf mogelijk, gezien het vele bewijs dat in de afgelopen 2,5 jaar is aangevoerd,
dat het SARS-COV-2 virus geen natuurlijke oorsprong heeft, maar door mensen is gemaakt
en afkomstig is uit het Wuhan-lab? Zo ja, kunt u aangeven hoe waarschijnlijk dit volgens
u is? Zo nee, kunt u aangeven waarom niet?
Antwoord 19
Ik verwijs hiervoor graag naar de WHO.
Vraag 20
Bent u het ermee eens dat, gezien het enorme belang van deze kwestie, en de onduidelijkheid
die nog altijd bestaat op dit gebied, in Nederland een onafhankelijke commissie zou
moeten worden ingesteld om onderzoek te doen naar de herkomst van het SARS-CoV-2-virus,
de rol hierin van het Viroscience lab van het Erasmus MC en de kosten/risico’s, versus
de baten van het gain-of-function onderzoek dat in Nederland plaatsvindt? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 20
Nee, de WHO is het best geëquipeerd om onderzoek te doen naar de herkomst van het
SARS-CoV-2-virus.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.