Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bushoff over het mijden van (mond)zorg als gevolg van gebrekkige financiële middelen
Vragen van het lid Bushoff (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het mijden van (mond)zorg als gevolg van gebrekkige financiële middelen (ingezonden 28 november 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 januari
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1059.
Vraag 1
Bent u bekend met de signalen dat steeds meer mensen kiezen voor het mijden van (mond)zorg
als gevolg van te weinig financiële middelen en specifiek het niet afsluiten van een
aanvullende tandartsverzekering en het niet laten behandelen van tandproblemen?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het onwenselijk is dat mensen door gebrek aan financiële
middelen zorg mijden of noodgedwongen gokken met hun mondgezondheid, in plaats van
zorg te krijgen wanneer dat nodig is? Zo ja, welke stappen gaat u zetten om (mond)zorgmijding
te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, ik deel die opvatting. Ik vind het van groot belang dat iedereen in Nederland
toegang heeft tot goede mondzorg. Helaas kan het voorkomen dat mensen in een situatie
verkeren dat dit niet het geval is. Vanwege de beperkte beschikbaarheid van betrouwbare
data is het moeilijk om een precieze uitspraak te doen over de hoeveelheid mensen
in Nederland die puur vanwege financiën mondzorg mijden. De verschillende bronnen
geven geen eenduidig beeld.
De rijksoverheid (de Ministeries VWS en SZW), gemeenten (VNG), zorgverzekeraars (ZN)
en de mondzorgverleners (Mondzorgalliantie) hebben afgesproken om gezamenlijk
1. een probleemanalyse uit te voeren
2. mogelijke oplossingen te verkennen.
De probleemanalyse wordt uitgevoerd door de ACTA in opdracht van het Ministerie van
VWS in samenwerking met Radboud UMC en de HvA. In dit onderzoek wordt onderzocht wanneer
gesproken kan worden van «ongewenste mijding van mondzorg», hoeveel volwassenen de
mondzorg mijden om financiële redenen en welke deelgroepen te onderscheiden zijn.
Ik verwacht de uitkomsten van dit onderzoek in het voorjaar van 2023.
Vraag 3
Bent u – nu minder mensen in staat zijn een aanvullende tandverzekering af te sluiten
en mondzorg niet in het basispakket zit – bereid de regels voor bijzondere bijstand
op te rekken zodat ook reguliere mondzorgkosten vergoed kunnen worden uit de bijzondere
bijstand voor mensen met weinig geld? Zo nee, waarom niet en wat zijn concrete acute
andere maatregelen die u treft om het toenemende mijden van mondzorg tegen te gaan?3
Antwoord 3
Nee, daar ben ik niet toe bereid. Bijzondere bijstand is bedoeld voor bijzondere noodzakelijke
kosten die niet via andere regelingen vergoed worden. Het is onwenselijk om vanuit
de bijzondere bijstand structureel reguliere mondzorgkosten te vergoeden. Gemeentelijke
regelingen kunnen wel een instrument zijn voor de bovengenoemde partijen om gezamenlijk
bij te dragen aan het verminderen van de mijding van mondzorg om financiële redenen.
U kunt dan denken aan de gemeentepolis of lokale maatwerkbudgetten. In mijn brief
van 10 november 20224 heb ik aangegeven deze maatregelen te verkennen.
Evenals een Richtlijn minimaal noodzakelijke mondzorg financieel kwetsbaren en een
onderzoek naar de financiële ruimte voor tandartskosten voor mensen met schuldenproblematiek
en te nemen maatregelen.
Vraag 4
Indien u bereid bent de regels voor de bijzondere bijstand op te rekken, bent u dan
tevens bereid daarvoor extra financiële middelen beschikbaar te stellen voor gemeenten
ten behoeve van bijzondere bijstand om mensen met weinig financiële middelen te helpen
bij reguliere mondzorgkosten? Bent u in dat geval ook bereid om in samenwerking met
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) grootschalige campagnes op te zetten
om mensen te informeren dat via de bijzondere bijstand mondzorgkosten worden vergoed?
Zo ja, hoeveel en op welke termijn?
Antwoord 4
In mijn antwoord op vraag 3 heb ik aangegeven dat een aantal maatregelen reeds wordt
verkend door de genoemde partijen, waaronder de eventuele inzet van gemeentelijke
regelingen als instrument om in samen te werken. Dit aantal is niet uitputtend, maar
een startpunt. Er zal niet één maatregel zijn die alle problemen op zal lossen. Een
eerste stap is een nadere analyse van het onderliggende probleem. Het gaat daarbij
niet alleen om de omvang van het probleem, maar ook om zicht op de te onderscheiden
deelgroepen en de samenhang met andere redenen voor het mijden van mondzorg, zoals
angst.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u, in het licht van uw brief waarin wordt gesteld dat het zeer lastig
blijkt om op basis van gegevens die nu beschikbaar zijn bij het CBS en verzekeraars
zicht te krijgen op de grootte van de problematiek rond ongewenste mondzorg mijding,
de nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over mondgezondheid?
Geven deze cijfers niet al voldoende weer dat de problematiek heel serieus is? Zo
nee, waarom niet?5, 6
Antwoord 5
Ik deel de veronderstelling dat het verkrijgen van zicht op de grootte van de problematiek
ingewikkeld is. Het komen tot een definitie van ongewenste mijding van mondzorg en
het verkrijgen van de benodigde data is ingewikkeld. Tegelijkertijd is het noodzakelijk
om hier meer zicht op te krijgen voor het uitwerken van de te nemen maatregelen. Het
gaat daarbij met name ook om de vragen: wanneer spreken we van ongewenste mijding
van mondzorg? Welke deelgroepen kunnen worden onderscheiden? Welke zorg dient minimaal
geregeld te worden? Welke redenen spelen nog meer een rol? Zonder dit inzicht zouden
te nemen maatregelen mogelijk hun doel voorbijschieten.
Vraag 6
Bent u bereid om verder te onderzoeken of mondzorg in het basispakket besparing op
andere medische kosten kan opleveren en wat de omvang van deze besparing is? Zo, ja
op welke termijn verwacht u de Kamer hierover te informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nee, ik ben hiertoe niet bereid. Het is niet mogelijk om op basis van een theoretisch
onderzoek vast te stellen welke effecten het onderbrengen van alle mondzorg in het
basispakket (inclusief het eigen risico) heeft op het mijden van mondzorg om financiële
redenen (gezien alle onzekere variabelen zoals samenhang met andere redenen), en vervolgens
vast te stellen welke medische kosten worden bespaard gegeven de samenhang die de
mondgezondheid kent met bepaalde aandoeningen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.