Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Raan over de uitwerking van de COP26-verklaring over het beëindigen van overheidssteun voor fossiele projecten in het buitenland
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de uitwerking van de COP26-verklaring over het beëindigen van overheidssteun voor fossiele projecten in het buitenland (ingezonden 21 december 2022).
Mededeling van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
            (ontvangen 17 januari 2023).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel in Het Financieele Dagblad van 21 november 2022, geschreven
               door MVO Nederland, FNV, hoogleraren, banken en vele maatschappelijke organisaties?1
Vraag 2
            
Kunt u toelichten hoe de transitieperiode van een jaar verenigbaar is met het doel
               om onder de 1.5 °C opwarming te blijven, wat vereist dat er in plaats van een uitbreiding
               van de fossiele infrastructuur juist een snelle afbouw plaatsvindt?
            
Vraag 3
            
Klopt het dat er nog minstens 10 fossiele projecten in de pijplijn voor de exportkredietverzekering
               (ekv) zitten – zowel aanvragen als projecten die al een dekkingstoezegging hebben?
               Kunt u, rekening houdend met bedrijfsgevoelige informatie zoals bedrijfsnamen, een
               lijst met de Kamer delen met informatie als projectnaam, land, of het een up-/mid-/downstream
               project betreft, een korte beschrijving van het project, de levensduur van het project,
               de aangevraagde maximaal te verzekeren waarde en de door het project veroorzaakte
               uitstoot?
            
Vraag 4
            
Erkent u dat het Internationaal Energie Agenschap in het World Energy Outlook 2022
               concludeert dat er geen investeringen in nieuwe olie- en gaswinning of LNG-infrastructuur
               kunnen worden gedaan in een scenario dat een kans bewaart om de opwarming tot 1.5
               °C te beperken? Erkent u dat de ekv niet geschikt is om kortetermijnprojecten te verzekeren
               om acute leveringsproblemen op te lossen vanwege de lange constructietijd van dit
               soort projecten en de daarmee gepaarde fossiele lock-in-risico’s? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 5
            
Wat verstaat u onder een «bestaand project», zoals beschreven in de uitwerking van
               de COP26-verklaring? Welke definitie en criteria (bijv. jaartal) hanteert u hiervoor?
            
Vraag 6
            
Hoeveel exportkredietsteun wordt er nu jaarlijks verleend voor bestaande fossiele
               projecten? Hoeveel steun schat u in dat er de komende jaren op basis van het huidige
               portfolio van de ekv naar bestaande fossiele projecten in deze sector zal blijven
               gaan? Kunt u bevestigen dat dit vooral scheepsbouwers en baggeraars betreft die diensten
               verlenen aan de offshore-industrie?
            
Vraag 7
            
Bent u bekend met onderzoek dat uitwijst dat 40% van de bestaande olie- en gasvelden
               en de gerelateerde infrastructuur vroegtijdig zal moeten sluiten om een 50% kans te
               bewaren om onder de anderhalve graad opwarming te blijven?2 Hoe ziet u het huidige beleid met betrekking tot bestaande projecten in het licht
               van deze wetenschappelijke conclusie? Op basis waarvan acht u het noodzakelijk om
               bestaande fossiele projecten te blijven ondersteunen wanneer deze eigenlijk afgebouwd
               moeten worden?
            
Vraag 8
            
Kunt u een analyse of lijst met voorbeelden van specifieke fossiele projecten in het
               verleden delen die onder het nieuwe beleid geen ekv-steun meer zullen ontvangen en
               voorbeelden van fossiele projecten die onder een van de uitzonderingen wel nog steun
               kunnen krijgen?
            
Vraag 9
            
Klopt het dat er voor nieuwe multipurpose schepen wordt getoetst of het eerste project
               waar ze aan deelnemen een fossiel project is? En klopt het dat als dit het geval is
               het nieuwe multipurpose schip geen exportkredietverzekering kan krijgen?
            
Vraag 10
            
Klopt het dat projecten waarbij nieuwe multipurpose havens worden aangelegd of gefaciliteerd,
               dus inclusief nieuwe fossiele infrastructuur, middels de exportkredietverzekering
               steun kunnen blijven ontvangen? Hoe ziet u dit in het licht van de wetenschap dat
               nieuwe fossiele infrastructuur niet past binnen 1.5 °C? Bent u er voorstander van
               om aan de voorwaarden hiervoor toe te voegen dat projecten niet mogen leiden tot capaciteitsuitbreiding,
               of dit nou gaat om olie- en gasvelden of havens? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 11
            
Hoe wordt geanalyseerd of er geen haalbaar duurzaam alternatief is voor elektriciteitsproductie
               op basis van fossiele brandstoffen in arme landen? Zullen deze analyses worden gepubliceerd?
               Wat betekent dit bijvoorbeeld in een arm land met veel potentieel aan hernieuwbare
               energie, dat echter lang te maken heeft gehad met fossiele afhankelijkheid, wat de
               mogelijkheden om te investeren in hernieuwbare energie heeft beperkt? Hoe wordt «het
               betreffende land investeert in hernieuwbare energie» als criterium geïnterpreteerd,
               tegen deze achtergrond?
            
Vraag 12
            
Bent u het ermee eens dat het belangrijk is om te voorkomen dat arme landen in een
               fossiele lock-in terecht komen, met alle gevolgen van dien? Bent u ermee bekend dat
               het Verenigd Koninkrijk alleen uitzonderingen rondom elektriciteitsproductie maakt
               als een aanvrager bewijst dat bepaalde fossiele elektriciteitsproductie de transitie
               naar duurzame energie niet vertraagt of in de weg zit? Bent u er voorstander van om
               deze voorwaarde ook in het beleid op te nemen voor arme landen? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 13
            
Waarom is het belangrijke onderdeel van de COP26-verklaring over de eerlijke energietransitie
               (just energy transition) niet meegenomen in de uitwerking van het beleid?
            
Vraag 14
            
Wat verstaat u onder de eerlijke energietransitie? Hoe gaat u borgen dat de ondersteuning
               van groene projecten door het Nederlandse bedrijfsleven bijdraagt aan de eerlijke
               energietransitie in het land waar het project wordt uitgevoerd, wat tevens belangrijk
               is voor het behalen van de SDG’s? Bent u bereid om dit toe te voegen aan het beleid?
               Hoe gaat u hierop monitoren?3
Vraag 15
            
Wat is uw inzet om de COP26-verklaring te promoten bij andere landen die de verklaring
               nog niet hebben ondertekend en op multilateraal niveau zoals bij de Organisatie voor
               Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), het Klimaatverdrag (UNFCCC) en de
               Multilateral Development Banks (MDB’s)?
            
Vraag 16
            
Hoe borgt u de transparante implementatie van het beleid? Kunt u toezeggen dat voor
               elke toegekende verzekering publiek toegankelijke informatie beschikbaar is die onderbouwt
               waarom dit project past binnen de gestelde uitzonderingen? Kunt u toezeggen dat voor
               categorie A-projecten deze informatie publiekelijk beschikbaar is voordat een dekkingstoezegging
               wordt gegeven?
            
Vraag 17
            
Bent u van plan om ekv-steun voor andere sectoren met hoge emissies zoals cement,
               staal, plastics, vliegen, landbouw e.d. op den duur ook uit te faseren? Wanneer verwacht
               u hiermee te starten? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 18
            
Kunt u deze vragen ruimschoots voor het commissiedebat Exportkredietverzekeringen/Handelsinstrumentarium
               beantwoorden?
            
Mededeling
            
Hierbij informeer ik u dat de door het lid Van Raan (PvdD) gestelde schriftelijke
               vragen over de uitwerking van de COP26-verklaring over het beëindigen van overheidssteun
               voor fossiele projecten in het buitenland (2022Z25913) niet binnen de gestelde termijn van 3 weken kunnen worden beantwoord. De reden van
               het uitstel is dat de benodigde afstemming voor beantwoording meer tijd vergt. Ik
               zal de antwoorden ruimschoots voor het commissiedebat Exportkredietverzekeringen/Handelsinstrumentarium
               versturen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.