Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Ginneken en Sjoerdsma over een kadaster voor journalisten
Vragen van de leden Van Ginneken en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over een kadaster voor journalisten (ingezonden 5 december 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), mede namens
de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 17 januari 2023). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1142.
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat mensen die worden bedreigd of een persoonlijk risico
lopen hun gegevens op verzoek kunnen laten afschermen in het kadaster op grond van
artikel 37a van het Kadasterbesluit, maar dat journalisten geen beroep kunnen doen
op afscherming van hun adresgegevens op grond van deze bepaling?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de motie-Verhoeven over het mogelijk te maken dat onder andere het
Kadaster geen privéadressen meer verstrekt van ingeschrevenen die aangeven dat niet
te willen (Kamerstuk 25 421, nr. 15)?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Hoe kan het dat u nog geen uitvoering heeft gegeven aan de heldere wens van de Kamer
dat het Kadaster voortaan geen privéadressen meer verstrekt van ingeschrevenen die
aangeven dat niet te willen, twee jaar na aannemen van de motie?
Antwoord 3
De motie-Verhoeven gaat over het vindbaar zijn van privéadressen in de registers van
de Kamer van Koophandel en het Kadaster. De wens van de Tweede Kamer is deze niet
langer te verstrekken, in geval ingeschrevenen dat niet meer willen. Dit met het oog
op het voorkomen van intimidatie van of geweld tegen personen behorend tot beroepsgroepen
als de journalistiek of de advocatuur.
Ik begrijp goed wat intimidatie of geweld met mensen doet en deel de zorg van de Kamer
hieromtrent. De oplossing van het probleem schuilt in mijn ogen echter niet in het
afschermen van privéadressen, maar in het strafbaar stellen van doxing en het verantwoord
omgaan met gegevens. Aan het eerste wordt, zoals u bekend, gewerkt door de Minister
van Justitie en Veiligheid. Over het tweede het volgende.
Nederland kent sinds 1832 een Kadaster: een openbaar register met een wettelijke grondslag
met informatie over onroerende zaken en daarop gevestigde rechten. Het belang van
dit openbare register is groot. Dankzij het Kadaster is sprake van een gelijke informatiepositie,
kan iedereen onderzoeken wie eigenaar is van een registergoed en welke rechten daarop
zijn gevestigd en geldt derdenbescherming, zoals door de wetgever bepaald en vastgelegd
in het Burgerlijk Wetboek. Hierdoor is in Nederland sprake van een transparante en
goed functionerende vastgoedmarkt. Om dit alles te kunnen bewerkstelligen, is het
van belang dat gebruikers van het register een relatie kunnen leggen tussen registergoed
(object) en belanghebbende(n). Cruciaal element bij het leggen van die relatie is
het objectadres. Zonder inzage in dit objectadres wordt de essentie van de registratie
in het Kadaster aangetast.
Door de Kamer wordt niet gevraagd om afschermen van objectadressen, maar om afscherming
van privéadressen. Woonadressen, in termen van de Basisregistratie Kadaster. Dat kan,
maar biedt weinig soelaas: in 6,5 van de in totaal 8 miljoen gevallen, is het woonadres
gelijk aan het objectadres. En omdat afscherming van objectadressen, gezien het voorgaande,
niet in de rede ligt, is de afgelopen jaren stevig ingezet op het voorkomen misbruik
van objectadressen. De situatie is daardoor nu, dat alleen professionele gebruikers
van de Basisregistratie Kadaster op naam kunnen zoeken. Dit kan via Kadaster OnLine
(KOL). Daarvoor is een abonnement nodig. Dit kan alleen worden verkregen door partijen
die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Mijn beeld is dat dit systeem
helpt om misbruik te voorkomen.
Vraag 4
Hoe gaat u zo snel mogelijk concreet voorkomen dat journalisten ingeschreven in het
Kadaster gevaar lopen doordat hun privégegevens door iedereen kunnen worden opgevraagd?
Op welk termijn kan verwacht worden dat kwaadwillenden niet meer het huisadres van
iemand kunnen achterhalen via de registers van het Kadaster?
Antwoord 4
Zoals uit het antwoord op vraag 3 mag blijken, kan niet iedereen privéadressen (woonadressen)
van bijvoorbeeld journalisten verkrijgen door te zoeken op naam binnen de BRK. Alleen
professionele gebruikers kunnen dat. In 2022 waren er ruim 30.700 professionele gebruikers
met een KOL abonnement. Daarvan bestond het grootste deel uit notarissen, makelaars,
banken en bevoegde gezagen. Gebruikers waarvan duidelijk is dat zij uit hoofde van
hun functie op naam moeten kunnen zoeken in de BRK. In geval van andere gebruikers
is dat wellicht niet noodzakelijk. Kadaster heeft daarom voorgesteld om zoeken op
naam te beperken tot professionele gebruikers waarvan redelijkerwijs mag worden verondersteld
dat zoeken op naam nodig is uit hoofde van hun functie. Dat voorstel heb ik overgenomen.
Daarnaast heb ik het Kadaster gevraagd privéadressen (woonadressen) af te schermen.
Vraag 5
Bent u bereid om, in afwachting van de een wijziging van het Kadasterbesluit, ook
nu al aan de slag te gaan met het mogelijk maken van het afschermen van het adres
van journalisten? Zo niet, waar wacht u nog op tot u de duidelijk uitgesproken wens
van de Kamer wil uitvoeren?
Antwoord 5
Een wijziging van het Kadasterbesluit in de zin van het mogelijk maken van het afschermen
van objectadressen van mensen behorend tot bepaalde beroepsgroepen, zoals bijvoorbeeld
de journalistiek, is niet in voorbereiding. Ik ben mij bewust van het feit dat ik
daarmee afwijk van de lijn die wordt ingezet bij het Handelsregister. Dat heeft echter
een reden.
In mijn ogen bestaan tussen Handelsregister en Basisregistratie Kadaster overeenkomsten,
maar ook verschillen. Belangrijke overeenkomst in dit verband is dat in beide registraties
twee typen adresgegevens worden vastgelegd. Woonadres en vestigingsadres respectievelijk
woonadres en objectadres. Belangrijke overeenkomst is ook dat bij beide registraties
in veel gevallen woonadres gelijk is aan vestigingsadres/objectadres. Vanuit die overeenkomst
tussen Handelsregister en Basisregistratie Kadaster kan ik begrijpen dat u aandringt
op vergelijkbare stappen. Belangrijk verschil tussen Handelsregister en Basisregistratie
Kadaster is echter, dat het HR zijn functie kan vervullen zonder openbaar vestigingsadres
maar met een openbaar postadres als contactgegeven. Voor het functioneren van de Basisregistratie
Kadaster is het objectadres echter essentieel. Dankzij het objectadres kunnen gebruikers
van het register een relatie leggen tussen registergoed (object) en belanghebbende(n),
is dus sprake van een gelijke informatiepositie, kan iedereen onderzoeken wie eigenaar
is van een registergoed en welke rechten daarop zijn gevestigd en geldt derdenbescherming,
zoals door de wetgever bepaald en vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Bijgevolg
van dit alles is in Nederland sprake van een transparante en goed functionerende vastgoedmarkt.
Gelet op het voorgaande acht ik het zetten van vergelijkbare stappen niet gewenst.
Vraag 6
In welke mate ondermijnt het niet kunnen afschermen van privé adressen volgens u de
aanpak van doxing, ook met het oog op het wetsvoorstel om het delen van privégegevens
om iemand te intimideren strafbaar te stellen?
Antwoord 6
Het wetsvoorstel strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden
(Kamerstukken II 2021/22, 36 171, nr. 2) stelt strafbaar het zich verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking
stellen van persoonsgegevens met het oogmerk vrees aan te (laten) jagen, ernstige
overlast aan te (laten) doen of de ander in de uitoefening van zijn ambt of beroep
ernstig te (laten) hinderen (voorgesteld artikel 285d Sr). Voor strafbaarheid is de
wijze van verkrijging van deze gegevens niet relevant, het oogmerk waarmee de dader
zich persoonsgegevens verschaft is bepalend. Dat neemt niet weg dat het beperken van
de toegang tot andermans persoonsgegevens het begaan van de strafbaar gestelde gedraging
kan bemoeilijken. Uit mijn antwoorden op de vragen 3 en 4 kunt u opmaken dat ik het
nodige in het werk heb gesteld om toegang tot persoonsgegevens te beperken. Dat laatste,
in mijn ogen, om duidelijke redenen: het belang van openbaarheid van objectgegevens
voor gebruikers met oog op het functioneren van een transparante vastgoedmarkt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.