Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over de motie Koerhuis/Van der Molen om de ratificatie van het luchtvaartverdrag Qatar op te schorten
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de motie Koerhuis/Van der Molen om de ratificatie van het luchtvaartverdrag Qatar op te schorten (ingezonden 21 december 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 16 januari
2023).
Vraag 1
Herinnert u zich de motie Koerhuis/Van der Molen om de ratificatie van het luchtvaartverdrag
Qatar op te schorten?1
Antwoord 1
Ja2
Vraag 2
Wat betekent het in de praktijk dat de ratificatie is opgeschort?
Antwoord 2
Het EU-Qatar luchtvaartverdrag is op 27 oktober 2022 stilzwijgend goedgekeurd. De
volgende stap in het ratificatietraject is dat Nederland het secretariaat-generaal
van de Raad van de Europese Unie in kennis stelt van de voltooiing van deze goedkeuringsprocedure.
Als invulling van de motie zal deze stap niet genomen worden in afwachting van het
corruptieonderzoek. Als blijkt dat er niet langer reden is om de ratificatie aan te
houden, wordt de Kamer hierover geïnformeerd.
Vraag 3
Klopt het dat, ondanks het opschorten van de ratificatie, het luchtvaartverdrag Qatar
al tijdelijk in werking is getreden op grond van het EU-verdrag?
Antwoord 3
Ja, het aanhouden van de ratificatie staat los van de voorlopige toepassing van het
EU-Qatar luchtvaartverdrag. Die voorlopige toepassing is overeengekomen tussen de
partijen en vastgelegd in het derde lid van artikel 29 van het verdrag. Zoals ook
in de toelichtende nota3 bij het EU-Qatar luchtvaartverdrag aangegeven, wordt het verdrag vanaf de datum ondertekening,
18 oktober 2021, voorlopig toegepast. Dit betekent dat de Europese Unie en de staat
Qatar het verdrag vanaf die datum voorlopig toepassen, en verder die lidstaten van
de Europese Unie die een voorlopige toepassing kennen, waaronder Nederland.
Overeenkomstig artikel 15 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen (Rgbv)
heeft de Minister van Buitenlandse Zaken de voorlopige toepassing bij brief van 8 november
2021 aan de Eerste en Tweede Kamer medegedeeld.4 In de Kamerbrief van 31 oktober jl. over luchtvaartverdragen5 is het principe van de voorlopige toepassing van EU-luchtvaartverdragen nader toegelicht.
Vraag 4
Wat betekent het in de praktijk dat het luchtvaartverdrag Qatar al tijdelijk in werking
is getreden?
Antwoord 4
Dit betekent onder meer dat het gemengd comité, waar vertegenwoordigers van de verdragspartijen
de uitvoering van het verdrag afstemmen, ingesteld is. Op 22 juni 2022 is dit comité
voor de eerste keer bijeengekomen. Binnen het comité is onder andere gesproken over
financiering van Qatar Airways en de initiatieven die Qatar en Qatar Airways hebben
ondernomen om de luchtvaart te verduurzamen. Een volgende bijeenkomst van het gemengd
comité is voorzien voor de zomer van 2023. Zoals aangegeven in het Commissiedebat
Luchtvaartveiligheid van 15 september 2022 zal Nederland de Europese Commissie verzoeken
om in dit gemengd comité de zorgen over de toepassing van de Qatarese wetgeving op
het gebied van werk- en rusttijden onder de aandacht te brengen.
Zoals vermeld in de toelichtende nota bij het EU-Qatar luchtvaartverdrag is de voorlopige
toepassing in het economische belang van Nederland. Dit in verband met de verruiming
van de luchtvaartbetrekkingen met Qatar, maar vooral met het oog op de bepalingen
met betrekking tot eerlijke concurrentie en de instrumenten die het EU-Qatar luchtvaartverdrag
biedt om gelijke concurrentievoorwaarden te handhaven en sancties in te kunnen stellen
wanneer er sprake is van schending van die bepalingen. Verder is het in het belang
van Nederland dat de bepalingen inzake de veiligheid en beveiliging van de luchtvaart,
sociale aspecten en milieubescherming voorlopig worden toegepast.
De voorlopige toepassing betekent ook dat aangewezen luchtvaartmaatschappijen op basis
van het EU-Qatar luchtvaartverdrag vluchten uit mogen voeren. Zoals uiteengezet in
de beantwoording van het Schriftelijk Overleg Luchtvaartverdragen op 21 december jl.
is voor een 5-tal lidstaten van de Europese Unie, waaronder Nederland, een 5-stappenplan
onder de punten 2 en 7 e van bijlage 1 bij het EU-Qatar luchtvaartverdrag vastgelegd
over markttoegang om plotselinge en/of ingrijpende markteffecten te voorkomen. Op
routes tussen Qatar en de overige lidstaten van de Europese Unie geldt vanaf de «baseline» een ongelimiteerd aantal vluchten per week.
Voor Nederland betekent dit dat luchtvaartmaatschappijen op dit moment, tot het IATA
winterseizoen 2023/2024:
– 14 passagiersvluchten per week tussen Qatar en Amsterdam mogen uitvoeren;
– 17 passagiersvluchten per week tussen Qatar en overige punten in Nederland mogen uitvoeren;
– 17 vrachtvluchten per week tussen Qatar en Nederland mogen uitvoeren.
Om deze toegestane frequenties uit te kunnen voeren, moeten luchtvaartmaatschappijen
ook over de benodigde slots beschikken. Luchtvaartmaatschappijen kunnen geen slots
opeisen bij de slotcoördinator op basis van de frequenties zoals overeengekomen in
het EU-Qatar luchtvaartverdrag.
Vraag 5
Hoeveel extra vluchten voert Qatar uit sinds het luchtvaartverdrag Qatar tijdelijk
in werking is getreden? En vanaf welke luchthavens? Kunt u een overzicht sturen van
de vluchten vanaf Schiphol en de regionale luchthavens?
Antwoord 5
Routes
Routes
Baseline
Per 7 juni 2019
Stap 1
Per IATA winter 2020/2021
Stap 2
Per IATA winter 2021/2022
Stap 3
Per IATA winter 2022/2023
Stap 4
Per IATA winter 2023/2024
Stap 5
Per IATA winter 2024/2025
Passagiers
Passagiers
Toegestaan
Naar/van punten in Qatar en Amsterdam
10
12
14
14
17
ongelimiteerd
Uitgevoerd
Naar/van punten in Qatar en Amsterdam
7
7
7
10
Toegestaan
Naar/van alle andere punten tussen NL en Qatar
7
7
14
17
21
ongelimiteerd
Uitgevoerd
Naar/van alle andere punten tussen NL en Qatar
–
–
–
–
Vracht
Vracht
Toegstaan
Naar/van alle punten tussen NL en Qatar
10
14
14
17
21
ongelimiteerd
Uitgevoerd
Naar/van alle punten tussen NL en Qatar
7 (AMS)
7 (AMS)
1 (MAA)
8 (AMS)
6 (MAA)
11 (AMS)
4 (MAA)
Daarnaast heeft Qatar Airways sinds de voorlopige toepassing van het EU luchtvaartverdrag
met Qatar op ad hoc basis toestemming verkregen om in het winterseizoen 2021/2022
6 additionele wekelijkse vrachtvluchten uit te voeren vanaf Maastricht Aachen Airport.
Deze toestemming is gebaseerd op het vigerende liberale beleid ten aanzien van Maastricht
Aachen Airport dat in meer ruimte voorziet bij het verkrijgen van verkeersrechten
en het aantrekken van buitenlandse luchtvaartmaatschappijen ter versterking van zowel
de regionale economie als het verbindingennetwerk van Nederland.
Vraag 6
In hoeverre kan Qatar al aanspraak maken op extra historische slotrechten, op basis
van het luchtvaartverdrag Qatar dat al tijdelijk in werking is getreden?
Antwoord 6
Op grond van de EU slotverordening kan door luchtvaartmaatschappijen op gecoördineerde
luchthavens binnen de Europese Unie historische aanspraak gemaakt worden op slots
als ze in een serie (van tenminste vijf) voor 80% of meer zijn gevlogen in een bepaald
IATA zomer- of winterseizoen. Dan is er een historische reeks voor het volgende vergelijkbare
seizoen ontstaan.
Als Qatar Airways op een gecoördineerde luchthaven binnen de Europese Unie slots toegewezen
heeft gekregen en deze volgens de slotcoördinator naar behoren heeft gebruikt dan
kan Qatar Airways het eerstvolgende vergelijkbare seizoen aanspraak maken op dezelfde
slotreeks(en). De specifieke capaciteitsdeclaratie van de desbetreffende gecoördineerde
luchthaven binnen de Europese Unie is daarbij wel randvoorwaardelijk. Deze capaciteitsdeclaratie
is een weergave van alle beschikbare capaciteit rekening houdend met operationele,
technische en milieubeperkingen. Uit de capaciteitsdeclaratie blijkt hoeveel slots
er beschikbaar zijn voor het betreffende seizoen. Er kunnen niet meer slots toegewezen
worden door de onafhankelijke slotcoördinator dan de beschikbare capaciteit toelaat,
ook niet als luchtvaartmaatschappijen zich beroepen op een historische aanspraak.
Vraag 7
In hoeverre kan Nederland voorkomen dat Qatar al aanspraak kan maken op extra historische
slotrechten, gezien het huidige en toekomstige slotbesluit voor Schiphol?
Antwoord 7
De onafhankelijke slotcoördinator beoordeelt (per seizoen) of een luchtvaartmaatschappij
wel of niet historische aanspraak kan maken op slotreeksen (voor het eerstvolgende
vergelijkbare seizoen). De overheid heeft daar geen invloed op. De slotcoördinator
moet slots verdelen op basis van de verdeelregels en basisbeginselen (neutraal, transparant
en non-discriminatoir) van de EU slotverordening. Aan deze basisbeginselen kan Nederland
op grond van het kabinetsbesluit Schiphol geen afbreuk doen door bijvoorbeeld Qatar
Airways historische rechten te ontzeggen. De slotcoördinator ontwikkelt op dit moment
– in lijn met de basisbeginselen van de slotverordening – een reductiemethodiek ter
voorbereiding op de inwerkingtreding van het kabinetsbesluit om het aantal vliegtuigbewegingen
op Schiphol te reduceren.
Vraag 8
Hoe lang kan het maximaal duren voordat het luchtvaartverdrag Qatar tijdelijk in werking
kan treden?
Antwoord 8
Het verdrag treedt in werking nadat de Europese Unie en haar individuele lidstaten
alsmede Qatar het verdrag hebben geratificeerd. Daarbij dienen alle benodigde parlementaire
goedkeuringsprocedures doorlopen te worden en die nemen, net als in Nederland, geruime
tijd in beslag. Op het moment dat alle partijen elkaar in kennis hebben gesteld van
de voltooiing van hun nationale goedkeuringsprocedures treedt het verdrag in werking
op de eerste dag van de tweede maand van de daaropvolgende maand. Voor het doorlopen
van alle procedures valt geen termijn te geven. In het algemeen kan het bij een EU-luchtvaartverdrag
jaren duren voordat er sprake is van inwerkingtreding. Zo is het luchtvaartverdrag
tussen de Europese Unie en haar lidstaten en Israël op 10 juni 2013 ondertekend en
vanaf die datum voorlopig toegepast, en is het verdrag op 2 augustus 2020 in werking
getreden.
Vraag 9
Welke juridische mogelijkheden heeft Nederland om, naast de ratificatie, ook de tijdelijke
inwerkingtreding van het luchtvaartverdrag Qatar en de extra vluchten van Qatar op
te schorten?
Antwoord 9
Artikel 29 van het EU-Qatar luchtvaartverdrag geeft partijen de ruimte om het verdrag
voor wat betreft de bepalingen die tot de nationale bevoegdheid behoren voorlopig
toe te passen als hun interne procedures daarin voorzien. Als er geen voorlopige toepassing
zou worden overeengekomen in het verdrag zouden de bepalingen met betrekking tot bijvoorbeeld
eerlijke concurrentie en de
instrumenten die het EU-Qatar luchtvaartverdrag biedt om gelijke concurrentievoorwaarden
te handhaven en sancties in te kunnen stellen, pas bij inwerkingtreding van het verdrag
van kracht worden.
Zowel de Europese Unie als Nederland zijn overgegaan tot voorlopige toepassing van
het verdrag. Eenzijdige opschorting van de voorlopige toepassing door Nederland zou
er voor Nederland toe leiden dat het verlenen van markttoegang tot het luchtruim van
Nederland aan de hand van het uitwisselen van verkeersrechten op basis van het EU-Qatar
luchtvaartverdrag wordt stilgelegd.
Het kabinet is van mening dat in het licht van rechtszekerheid een onderzoek van het
Europees Parlement naar corruptie geen reden is voor opschorting van de voorlopige
toepassing van het verdrag. Het opschorten van de voorlopige toepassing van de bepalingen
in het EU-Qatar luchtvaartverdrag is namelijk een zeer verregaande maatregel. Er moet
daarbij ook rekening worden gehouden met verplichtingen ten opzichte van derden die
zijn ontstaan als gevolg van de voorlopige toepassing. Derden zouden daar nadeel van
kunnen ondervinden.
Zoals ook blijkt uit de toelichtende nota bij het verdrag is de regering van oordeel
dat in het EU-Qatar luchtvaartverdrag rechtstreeks rechten worden toegekend aan de
door Qatar aangewezen luchtvaartmaatschappijen, in onder meer artikel 2, eerste lid,
onder a) (verlening van rechten) en artikel 3, eerste lid, onder a) en d) (exploitatievergunning),
en het overgangsrecht vastgelegd in punt 7 van Bijlage 1 van het verdrag.
Na het opschorten van de voorlopige toepassing van het EU-Qatar luchtvaartverdrag
door Nederland zou een Qatarese luchtvaartmaatschappij een gerechtelijke procedure
kunnen instellen tegen de Nederlandse staat met een beroep op deze bepalingen.
Het corruptieonderzoek binnen het Europees Parlement loopt nog. Dat wil de regering
afwachten voordat er andere stappen worden overwogen.
Ook van belang om te vermelden is dat het EU-Qatar luchtvaartverdrag Nederland een
aantal belangrijke extra waarborgen biedt ten opzichte van het bilaterale luchtvaartverdrag
met Qatar, onder andere op het gebied van eerlijke concurrentie en financiële transparantie,
maar ook door de instelling van het gemengd comité waar in de beantwoording op vraag
4 aan wordt gerefereerd. Opschorting van de voorlopige toepassing kan daarmee in het
nadeel van Nederland werken.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat Luchtvaart op 25 januari 2023?
Antwoord 10
Ja
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.