Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen die zijn gesteld door het lid Kops over het bericht dat Utrecht bewoners dwingt van het gas af te gaan
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht dat Utrecht bewoners dwingt van het gas af te gaan (ingezonden 2 december 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
16 januari 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Utrecht doorbreekt impasse: bewoners gedwongen van
gas af»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de uitspraak van de Utrechtse GroenLinks-wethouder Lot van Hooijdonk:
«Dit is het einde aan de vrijblijvendheid [van gasvrij wonen] en het voorland van
hoe we het in Nederland gaan doen»?
Antwoord 2
In mijn ogen is dit het begin van het einde aan de vrijblijvendheid. Het is namelijk
echt niet zo dat we per direct bij iedereen de gaskraan dichtdraaien. Op termijn zal
iedereen wel over moeten stappen van aardgas naar een alternatief. In 2050 moeten
namelijk alle woningen en gebouwen in Nederland goed geïsoleerd zijn en met duurzame
energiebronnen worden verwarmd. Het gaat hier om aanpassing van circa 7,5 miljoen
woningen en 1 miljoen andere bestaande gebouwen. Deze opgave verloopt zowel via de
wijkgerichte aanpak als via een individueel spoor – deze zijn complementair en versterken
elkaar. De wijkgerichte aanpak is de aanpak waarmee – onder de regie van de gemeente
– wijk voor wijk aan de slag wordt gegaan met de overstap van aardgas naar een duurzaam
alternatief. Ik vind het – net zoals Lot van Hooijdonk – onwenselijk om in die wijkaanpak
voor een paar bewoners in de wijk het aardgasnet in stand te houden, gezien de onevenredig
hoge kosten die dit met zich meebrengt. Ik vind overigens keuzevrijheid – wat betreft
de duurzame alternatieven – van groot belang en zal dat ook borgen in de wettelijke
kaders.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de klimaat- en duurzaamheidsgekte dictatoriale trekken begint
te vertonen? Deelt u de conclusie dat dat volledig in lijn is met uw eigen uitspraak
dat «dwang uiteindelijk onvermijdelijk is»?2
Antwoord 3
Ik deel uw mening niet. Het Klimaatakkoord is destijds tot stand gekomen met – en
ondertekend door – heel veel verschillende stakeholders waaronder medeoverheden, maatschappelijke
organisaties, werknemer- en werkgeversorganisaties en instellingen. De afspraken uit
het akkoord en de visie die daarin geschetst wordt voor 2050 worden dus breed gedragen.
Daarbij wordt de wijkgerichte aanpak van de gemeente vormgegeven door middel van instrumenten
uit de Omgevingswet. De Omgevingswet borgt het belang van goede participatie en een
helder democratisch proces. De transitie naar duurzame warmte of andere alternatieven
zal worden gerealiseerd met betrokkenheid van bewoners (waaronder huurders), gebouweigenaren
en andere partijen in de omgeving waar deze overstap aan de orde is. Een aanwijsbevoegdheid
is uiteindelijk wel de nodige stok achter de deur zodat de transitie niet onnodig
wordt gefrustreerd ten koste van de andere bewoners en gebouweigenaren in de wijk
en de totale kosten niet onnodig oplopen.
Vraag 4
Waarop is de aanname gebaseerd dat de betreffende huurders €150 tot €200 goedkoper
af zouden zijn? Wat zijn de kosten per woning van deze verduurzamingsoperatie en hoe
wegen die op tegen de baten?
Antwoord 4
De gemeente heeft mij verteld dat de voordelen voor de bewoners met name zitten in
het vervallen van het vastrecht op aardgas, aangezien zij ook al vastrecht betaalden
voor elektriciteit en het warmtenet. Wat de exacte kosten en baten per woning of bewoner
zijn in de Utrechtse wijk Overvecht-Noord en waar zij deze berekeningen op hebben
gebaseerd kunt u het beste vragen aan de gemeente zelf. Dit zal namelijk per geval
wat af kunnen wijken, afhankelijk van de hoeveelheid energie die men gebruikt bij
het koken.
De gemeente Utrecht heeft vooruitlopend op de aanwijsbevoegdheid experimenteerruimte
gekregen onder de Crisis- en herstelwet (Chw). Met dit experiment grijpt de gemeente
Utrecht een natuurlijk moment aan om in Overvecht-Noord huishoudens over te laten
gaan op elektrisch koken. Een aantal gasleidingen in de wijk moet om veiligheidsredenen
worden vervangen; doordat nu de bewoners kunnen overstappen op elektrisch koken wordt
een deel van die vervanging, en dus een desinvestering, voorkomen. Utrecht heeft mij
verzekerd dat bewoners geen kosten hebben als gevolg van deze overstap, wat ook een voorwaarde was voor het toekennen
van de experimenteerruimte in de Chw.
Vraag 5
Erkent de Minister dat deze huishoudens, als zij van het gas af zijn, juist veel méér
elektriciteit gaan gebruiken? Hoeveel precies, en wat doet dat met hun energierekening?
Antwoord 5
Milieu Centraal heeft berekend er voor koken op aardgas gemiddeld 37 m3 gas per jaar wordt verbruikt en bij koken op inductie 175 kWh3. Omgerekend betekent dit dat bij koken op aardgas zo’n 370 kWh aan energie wordt
verbruikt, wat veel meer is dan bij koken met inductie. De energieprijzen, zowel voor
aardgas als voor elektriciteit zijn op dit moment erg volatiel. Het variabele leveringstarief
bij nieuwe contracten voor aardgas lag in november 2022 op €1,82 per m3, voor elektriciteit bedroeg dit €0,5266 per kWh4. Onder die prijzen, met het gemiddelde energieverbruik voor koken, zijn de variabele
kosten voor koken op inductie €92,16 per jaar en voor koken op aardgas €67,34 per
jaar. Doordat de woningen helemaal geen aardgas meer verbruiken vervalt ook het vastrecht
op aardgas met bijbehorende kosten (vast leveringstarief en transsporttarief) van
€237,88 per jaar. In totaal is de besparing op aardgas dus ongeveer €300,– en zijn
de extra kosten voor elektriciteit ongeveer €100,–; dat leidt tot een totale besparing
van ongeveer €200,–.
Vraag 6
Waar moet deze elektriciteit volgens u vandaan komen? Uit kolencentrales die het kabinet
sluiten? Of uit gascentrales die door de klimaatgekte juist harder zijn gaan draaien – met een hoger nationaal gasverbruik tot gevolg?
Antwoord 6
Door de verwachte elektrificatie van de industrie, de transportsector en ook de gebouwde
omgeving/huishoudens zal in Nederland in de toekomst meer elektriciteit verbruikt
worden. Het kabinet zet zich in voor forse uitbreiding van elektriciteitsproductie
elektriciteit, zoals wind op land, wind op zee, zonne-energie en de ontwikkeling van
groene waterstof. Daarnaast wordt gewerkt aan de ontwikkeling van meer flexibiliteit
in het energiesysteem door bijvoorbeeld uitbreiding van opslagmogelijkheden, vraagrespons,
en interconnectiecapaciteit om elektriciteit in te voeren.
Vraag 7
Deelt u de conclusie dat dwang aantoont dat huishoudens niet op deze klimaatdictaten
zitten te wachten? Deelt u de mening dat verduurzaming altijd vrijwillig moet zijn
én blijven?
Antwoord 7
Zoals ook in de casus in Utrecht te zien is, zien veel bewoners het nut en de noodzaak
in van de transitie naar een aardgasvrije gebouwde omgeving. Het stemt mij positief
dat 92% van de bewoners in Utrecht heeft ingestemd met het voorstel van de gemeente.
Ook bij andere proeftuinen is veel enthousiasme te zien. Ik deel de conclusie dat
dwang aantoont dat huishoudens niet op deze klimaatdictaten zitten te wachten dus
niet. Echter zie ik ook dat er bewoners en gebruikers zijn die vanuit principiële
overwegingen zich (blijven) verzetten tegen de energietransitie. Als we voor deze
bewoners en gebouweigenaren een dubbele infrastructuur in stand moeten houden met
alle kosten voor de samenleving van doen of het gehele proces van de wijkgerichte
aanpak voor iedereen frustreren en vertragen terwijl de aardgasprijzen oplopen, vind
ik het een gerechtvaardigd en noodzakelijk sluitstuk.
Vraag 8
Waarom wilt u eigenlijk van het gas af, aangezien zelfs de EU – met klimaatpaus Timmermans
voorop – gas als «duurzaam» en «groen» heeft bestempeld?5
Antwoord 8
Deze schriftelijke vraag is door uw fractie tweemaal eerder gesteld. Ik verwijs gemakshalve
naar de antwoorden van Minister van ’t Wout van 19 april 20216 en van Minister Jetten van 17 mei 20227.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het tegengaan van de enorme woningnood veel urgenter is dan
dit klimaatgeneuzel? Immers, wat heb je aan een gasvrije woning als je onder de brug
leeft? Dus wanneer gaat u doen waarvoor u in de eerste plaats bent aangesteld, namelijk
zorgen voor voldoende betaalbare woningen, waar momenteel weinig tot niets van terecht
komt?
Antwoord 9
Nee. De heer Kops verbindt hier twee zaken aan elkaar waarvan ik vind dat we die beter
uit elkaar kunnen houden. Ik doe zowel mijn uiterste best om zoveel mogelijk woningen
te realiseren als tempo te maken met de verduurzaming van alle woningen die er al
staan. Het dient uiteindelijk wel hetzelfde doel: dat iedereen in Nederland in een
comfortabel en duurzaam huis woont.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.