Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over de dreigende sluiting van de huisartsenpost in Oss
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de dreigende sluiting van de huisartsenpost in Oss (ingezonden 7 december 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 16 januari
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1136.
Vraag 1
Vindt u het een begrijpelijke gang van zaken dat een definitieve sluiting dreigt voor
de huisartsenpost in Oss, een gemeente met 23 kernen en groeiend naar 100.000 inwoners?1
Antwoord 1
Huisartsen ervaren in het hele land een hoge werkdruk en het is voor praktijkhoudende
huisartsen een grote uitdaging om naast de drukke dagzorg ook alle avond-, nacht-
en weekenddiensten (ANW-diensten) in te vullen. Ook de capaciteit aan de telefoon
om de urgentie van de zorgvraag te bepalen (triagisten) is heel beperkt vanwege de
krappe arbeidsmarkt. Het goed organiseren van acute (huisartsen)zorg is dan ook essentieel
om de kwaliteit en toegankelijkheid van huisartsenzorg overdag en acute huisartsenzorg
in ANW-uren voor iedereen te kunnen borgen, ook in de toekomst.
Het is gezien deze omstandigheden begrijpelijk dat ook de Huisartsenposten Oost-Brabant
kritisch kijkt naar haar de (on)mogelijkheden van haar inzet nu en in de toekomst.
Een sluiting van in dit geval de huisartsenpost (HAP) in Oss is daarbij een van de
overwegingen. Wanneer zij over zou gaan tot een besluitvormingsproces over het al
dan niet sluiten van de HAP in Oss, dan zullen de stappen in de AMvB en regeling Acute
Zorg2 gevolgd dienen te worden. In het continuïteitsplan dient dan bijvoorbeeld aandacht
te zijn voor de gevolgen van de patiënten in de regio en hoe de continuïteit wordt
geborgd.
Het RIVM heeft hiertoe onlangs een bereikbaarheidsanalyse3 uitgevoerd. Het RIVM concludeert dat met een eventuele sluiting van de HAP in Oss
de bereikbaarheidsnorm niet wordt overschreden. Namelijk 100% van de inwoners in het
betreffende gebied zal, net als in de huidige situatie, binnen 25 minuten rijtijd
van de dichtstbijzijnde huisartsenpost verwijderd zijn (daar waar de norm zegt: tenminste
90% van de inwoners binnen 30 minuten rijtijd met de auto).
Hoewel de toegankelijkheid van acute (huisartsen) zorg dus niet in gevaar komt, begrijp
ik uiteraard dat het voor de mensen in de nabije omgeving van Oss vervelend kan zijn
wanneer de vertrouwde HAP «om de hoek» zou kunnen sluiten.
Vraag 2
Onderschrijft u de mening van een gemeenteraadslid dat «met het oog op mantelzorgers
en ouders met jonge kinderen we dit [sluiting] niet moeten willen, ’s nachts is een
ritje naar Uden voor die groepen veel te ver?»4
Antwoord 2
Ik vind het belangrijk dat acute zorg van goede kwaliteit is en voor iedereen goed
toegankelijk. Er is daartoe een landelijke bereikbaarheidsnorm vastgesteld die zegt
dat 90% van de inwoners een HAP moet kunnen bereiken binnen 30 minuten reistijd met
de auto.
Ik heb in mijn vorige antwoord aangegeven dat het RIVM onlangs een bereikbaarheidsanalyse
heeft uitgevoerd en geconcludeerd dat met een eventuele sluiting van de HAP in Oss
deze norm niet wordt overschreden.
Huisartsenposten Oost-Brabant heeft mij overigens verzekerd dat de aanrijtijden voor
de ambulance ongewijzigd blijft bij een eventuele sluiting van de HAP in Oss. Ook
de inzet van het aantal huisartsen die in de ANW-uren visites aan huis afleggen zal
bij een eventuele sluiting van de HAP in Oss niet wijzigen.
Vraag 3
Is het niet wenselijk om huisartsenposten zoals in Oss volwaardig overeind te houden
om medicalisering en een onnodige gang naar de tweedelijnszorg in het ziekenhuis tegen
te gaan?
Antwoord 3
Ik heb van Huisartsenposten Oost-Brabant begrepen dat ook de HAP bij het ziekenhuis
in Uden een zelfstandig werkende eerstelijnsvoorziening is. Doorverwijzing naar de
tweede lijn vindt ook op de HAP in Uden alleen plaats als dit door de huisarts in
het belang van de zorg voor de patiënt noodzakelijk wordt geacht. Daarnaast hebben
de huisartsen op de HAP bij het ziekenhuis in Uden makkelijker toegang tot eerstelijns
diagnostiek zoals bloedonderzoek en röntgendiagnostiek. Dit voorkomt juist onnodige
doorverwijzing naar de tweede lijn.
Vraag 4
Is dit ook niet wenselijk gezien de toenemende vergrijzing en de problemen die met
name ook ouderen hebben om een huisartsenpost te kunnen bereiken, in de wetenschap
dat niet iedereen een auto ter beschikking heeft?
Antwoord 4
Graag verwijs ik naar mijn eerdere antwoord op vraag 2, waarin ik aangeef het belangrijk
te vinden dat acute zorg van goede kwaliteit is en voor iedereen goed toegankelijk,
ook in de toekomst.
Daarnaast vraagt een sterke toename van de vergrijzing om goede beschikbaarheid van
een vaste huisarts overdag. Een huisarts die werkzaam is in de nachtdienst kan de
daaropvolgende dag niet zijn/haar praktijk openen in de dag situatie waardoor de druk
op de eigen praktijk en de omliggende waarnemende praktijken toeneemt. Ouderen met
complexe zorgvragen waar vaak meerdere zorgverleners bij betrokken zijn, vragen om
een goede coördinatie en daar is de beschikbaarheid van een vaste huisarts die de
patiënt en zijn/haar (zorg)systeem goed kent essentieel. Ik heb van Huisartsenposten
Oost-Brabant begrepen dat de huisartsen in deze regio juist hierop inzetten, waardoor
zij veel spoedvragen in de avond/nacht kunnen voorkomen.
Vraag 5
Is het niet een vreemde zaak dat personeel aangeeft dat er geen personele problemen
zijn en de dienstenroosters goed kunnen worden ingevuld en toch een sluiting wordt
aangekondigd? Kunt u aangeven hoe dit zit?5
Antwoord 5
Huisartsenposten Oost-Brabant heeft kenbaar gemaakt dat na een onderbezetting in de
Covid-periode en met name afgelopen zomer, de functiegroep met diverse zorgprofessionals
momenteel weer op formatie is. Met de toenemende arbeidskrapte en toenemende druk
op de (spoed)zorg vind ik het echter ook verstandig dat verantwoordelijke partijen
in de regio’s, waaronder Huisartsenposten Oost-Brabant, kritisch naar de bezetting
en de inzet van personeel op langere termijn kijken. Daarnaast speelt ook de beschikbaarheid
van huisartsen voor de dagzorg en de diensten in de ANW-uren een rol. Er is landelijk
en volgens Huisartsenposten Oost-Brabant ook in de regio Oss een tekort aan praktijkhoudende
huisartsen. Een huisarts die werkzaam is in de nachtdienst kan de daaropvolgende dag
niet zijn/haar praktijk openen in de dagsituatie waardoor de druk op de eigen praktijk
en de omliggende waarnemende praktijken toeneemt. Het eventueel sluiten van een HAP
geeft voor de huisartsen minder dienstbelasting waardoor inwoners bij hun vaste huisarts
overdag terecht kunnen.
Vraag 6
Wat gaat u doen om sluiting van de huisartsenpost in Oss te voorkomen? Bent u bereid
om met de huisartsenpost in gesprek te gaan om sluiting te voorkomen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 6
Hoe het zorgaanbod in de avond-, nacht-, en weekenduren wordt ingericht, is de gezamenlijke
verantwoordelijkheid van de huisartsen en de huisartsenposten in de regio in samenwerking
met de zorgverzekeraar.
Voor mij staat de toegankelijkheid van acute zorg voor elke Nederlander voorop. Dit
is onder meer geborgd via de AMvB en ministeriële regeling Acute Zorg en de zorgplicht
van de verzekeraar. Wanneer Huisartsenposten Oost-Brabant voornemens zijn de post
in Oss te sluiten dan dient het besluitvormingsproces van de AMvB en ministeriële
regeling Acute Zorg zorgvuldig gevolgd te worden in afstemming met alle betrokkenen
waaronder zorgverzekeraars, toezichthouders, andere zorgaanbieders, inwoners en lokale
besturen. Het doel hiervan is om te bevorderen dat de beschikbaarheid en de bereikbaarheid
van de acute zorg zo goed mogelijk geborgd zijn, ook bij een eventuele opschorting
of beëindiging van de zorg op een bepaalde locatie. De bereikbaarheid van acute zorg
heeft betrekking op de rijtijd en de locatie waarop de acute zorg wordt aangeboden,
beschikbaarheid heeft betrekking op het aanwezig zijn van (voldoende) gekwalificeerde
medewerkers om de betreffende zorg te kunnen aanbieden.6
Vraag 7
Vindt u het democratisch dat de bereikbaarheid van de huisartsenzorg wordt bepaald
door particuliere instellingen waarbij factoren zoals bezuinigingsoverwegingen doorslaggevend
zijn, boven de wensen van de bevolking?
Antwoord 7
De norm voor bereikbaarheid is landelijk vastgesteld in de AMvB en ministeriële regeling
Acute Zorg. Bij de overweging tot het sluiten van een HAP dienen de verantwoordelijke
partijen in de betreffende regio deze norm in acht te nemen om zodoende te voldoen
aan een goede toegankelijkheid van (acute) zorg. Zoals aangegeven in de eerdere antwoorden
op vraag 1 en 2, wordt volgens het RIVM bij een eventuele sluiting van de HAP in Oss
de norm niet overschreden.
Huisartsenposten Oost-Brabant geeft aan dat bezuinigingsmaatregelen niet onderliggend
zijn aan de voorgenomen sluiting. Ten behoeve van het toekomstbestendig inrichten
van de huisartsenzorg dient de acute huisartsenzorg in ANW-uren zo ingericht te zijn
dat deze kwalitatief goed en toegankelijk is, waarbij de beschikbare (toekomstige)
menskracht optimaal wordt ingezet.
Vraag 8
Wat gaat u doen om de alsmaar toenemende schaalvergroting en de ontpersoonlijking
van de huisartsenzorg en de afnemende bereikbaarheid van de spoedhuisartsenzorg tijdens
de avond, nacht en weekenden tegen te gaan? Dient er niet een landelijke stop te komen
op het opheffen van huisartsenposten?
Antwoord 8
Het uitgangspunt van mijn beleid is dat de patiënt de juiste, passende zorg krijgt,
op het juiste moment en van de zorgprofessional die daarvoor het meest geëigend is.
Juist omdat dit onder druk komt te staan, heb ik afspraken gemaakt en tref ik maatregelen.
Zo heb ik met partijen in het Integraal Zorgakkoord (IZA) stevige afspraken gemaakt
om de druk op de huisartsenspoedzorg in de ANW-uren te verlagen. Dit zijn onder andere
afspraken over een sluitende dekking voor alle benodigde diensten, een eerlijke verdeling
van de diensten over de binnen de regio werkzame huisartsen (zowel praktijkhouders
als waarnemers) en gelijke toepassing van de tarieven voor alle dienstdoende huisartsen.
Deze afspraken zijn gebaseerd op een actieplan dat is opgesteld door de Landelijke
Huisartsen Vereniging (LHV), Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH), InEen en
het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), met als doel het verminderen van de werkdruk
op alle huisartsen. Tegelijkertijd heb ik de Nederlandse Zorgautoriteit gevraagd om
de ANW-tarieven te verhogen en deze beschikbaar te stellen vanaf 1 januari 2023.
Daarnaast heb ik onlangs de Beleidsagenda toekomstbestendige acute zorg7 naar de Tweede Kamer gestuurd. Die bevat acties op drie kernpunten (kwaliteit en
toegankelijkheid van de acute zorg, zorgcoördinatie en samenwerking in de regio) die
ervoor moeten gaan zorgen dat iedereen die dat nodig heeft tijdig goede acute zorg
kan ontvangen op de juiste plek: van de huisarts, huisartsenpost, ggz, wijkverpleging,
ambulance, spoedeisende hulp, verloskundige, apotheek of één van de andere partijen
in de brede keten van acute zorg.
Uitgangspunt in zowel de beleidsagenda als in het IZA is dat zorgpartijen de opdracht
hebben om, ondanks de toenemende krapte op de arbeidsmarkt, de spoedzorg voor alle
inwoners ook in de toekomst overeind te houden.
Vraag 9
Is het niet wenselijk om deze trend te keren door zo snel mogelijk meer huisartsen
op te leiden zodat ook de persoonlijke belasting van huisartsen kan worden teruggedrongen?
Antwoord 9
In het coalitieakkoord is afgesproken om het aantal opleidingsplaatsen voor huisartsen
te verhogen. Primair doel hiervan is het verminderen van de werkdruk van huisartsen.
Na de raming van het Capaciteitsorgaan (CO) in 2019 is het aantal opleidingsplaatsen
uitgebreid van 750 naar 813 in 2021. Voor 2023 is het aantal plekken verder verhoogd
tot 870 opleidingsplaatsen. Naar verwachting komt het CO in januari met een nieuw
advies. Ik ben al in gesprek met betrokken partijen om het aantal opleidingsplaatsen
te verhogen. Ook zet ik in op het opleiden van extra physician assistants en verpleegkundig
specialisten (PA/VS) in de huisartsenpraktijk en op de huisartsenpost. In het coalitieakkoord
zijn financiële middelen beschikbaar gesteld voor zowel het opleiden van extra huisartsen
en de stimulering van de inzet van PA/VS.
Het verhogen van het aantal opleidingsplekken voor huisartsen alleen is niet genoeg
om de druk op de huisartsenzorg te verlichten; de zorgvraag zal de komende jaren verder
stijgen en we hebben niet genoeg mensen op de arbeidsmarkt om deze vraag te beantwoorden
met uitsluitend extra personeel. Daarom zet ik eveneens in op andere sporen om de
huisartsenzorg – waaronder de ANW-zorg – toegankelijk te houden. In het IZA heb ik
met partijen afspraken gemaakt over het versterken van de eerstelijnszorg en over
het verbeteren van de acute zorgketen, waaronder afspraken over een betere organisatie
van de ANW-zorg door huisartsen.
Vraag 10
Wilt u deze vragen ieder afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord vraag 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.