Schriftelijke vragen : Het bericht dat nieuwe daglichteisen de bouw onbetaalbaar maken
Vragen van het lid Geurts (CDA) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht dat nieuwe daglichteisen de bouw onbetaalbaar maken: (ingezonden 12 januari 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat nieuwe daglichteisen de bouw onbetaalbaar maken?1
Vraag 2
Klopt het dat per 1 januari 2023 de daglichttoetredingsberekeningsmethodiek NEN 2057
is afgeschaft en is vervangen door de NEN-EN 17037?
Vraag 3
Waarom volstond de NEN 2057 methode niet meer?
Vraag 4
Hoe bent u tot het besluit gekomen om nieuwe daglichteisen in het Besluit bouwwerken
leefomgeving (Bbl) op te nemen?
Vraag 5
Heeft u voorafgaand aan dit besluit contact gehad met de bedrijven uit de sector die
daglichtberekeningen maken? Zo ja, wat was hun oordeel over de nieuwe daglichteisen
en de berekeningsmethodiek?
Vraag 6
Deelt u de zorg van de indiener dat de nieuwe methodiek ertoe leidt dat het maken
van een daglichtberekening veel langer duurt en een bewoner niet langer zelf een berekening
kan maken, waardoor de nieuwe methodiek kostenverhogend werkt?
Vraag 7
Wat vindt u van de constatering dat er bij de bepalingsmethode aspecten een rol spelen
die in de bouwregelgeving geen rol zouden mogen spelen, zoals de kleurstelling van
de wanden en de reflectie van vloeren, wanden en het plafond?
Vraag 8
Wat vindt u van de stelling dat de NEN-EN 17037 strijdig is met het beginsel van vrije
indeelbaarheid, een van de uitgangspunten die ten grondslag ligt aan de Nederlandse
bouwregelgeving?
Vraag 9
Deelt u de zorg van de indiener dat de nieuwe berekeningsmethodiek toezicht en handhaving
door de gemeente op daglichteisen bij bestaande bouw ingewikkeld, zo niet onmogelijk
maakt?
Vraag 10
Op 16 februari 2022 is er een Besluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving
in verband met de brandveiligheid van parkeergarages en normen voor daglicht (Kamerstuk
33 118, nr. 218) voorgehangen, waar in de Nota van Toelichting werd gesteld «De toekomstige eisen over daglicht in gebouwen zijn vergelijkbaar met de huidige eisen».Verder werd gesteld onder 5.2.2: "Ook de kosten voor het berekenen van het daglicht in gebouwen blijven gelijk. In het
algemeen zullen voor deze berekeningen computerprogramma’s worden gebruikt. De lastenverzwaring
van het aanschaffen van een computerprogramma is ongeveer gelijk aan de lastenverlichting
die ontstaat doordat berekeningen voor daglicht relatief sneller worden gemaakt.»
De indiener heeft begrepen dat een daglichtberekening per woning gemiddeld 1 uur bedroeg
en met 3D tekenen via een softwarepakket nu zo’n 3–4 uur: bent u nog van mening dat
hetgeen gesteld wordt in de toelichting correct is?
Vraag 11
Op welke wijze kan de daglichtberekeningsmethodiek worden vereenvoudigd?
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Indiener
J.L. Geurts, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.