Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het bericht ‘Vraagtekens over brandveiligheid Riekerhaven: ‘Als dit ’s nachts was gebeurd, was de ellende niet te overzien’
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Vraagtekens over brandveiligheid Riekerhaven: «Als dit ’s nachts was gebeurd, was de ellende niet te overzien» (ingezonden 7 december 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
9 januari 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Vraagtekens over brandveiligheid Riekerhaven: «Als
dit ’s nachts was gebeurd, was de ellende niet te overzien»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat vindt u van dit bericht?
Antwoord 2
Over de inhoud van dit bericht heeft u hieronder diverse vragen gesteld. Met de beantwoording
van deze vragen reageer ik op dit bericht.
Vraag 3
Bent u enorm geschrokken van de volgende uitspraak; «Wat dat betreft is het een geluk
bij een ongeluk dat de brand in de ochtend plaatsvond, meent Vos. «Als dit ’s nachts
was gebeurd, was de ellende niet te overzien geweest.»?
Antwoord 3
Ik vind de brandveiligheid van woningen belangrijk. De betreffende brand heeft ook
op mij indruk gemaakt qua omvang en gevolgen. Gelukkig zijn bij deze brand geen slachtoffers
gevallen. Het klopt dat in een nachtelijke situatie de brand mogelijk grotere gevolgen
kunnen hebben.
Vraag 4
Deelt u de mening van deze brandexperts dat de brandveiligheid van deze containerwoningen
in het geding is? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 4
Ik ben van mening dat met unitbouw (waaronder met containers) brandveilige woningen
kunnen worden gebouwd. Aan de betreffende woningen worden in het Bouwbesluit 2012
ook brandveiligheidseisen gesteld. Ik begrijp wel dat de betreffende brand vragen
oproept over de brandveiligheid van unitbouw. Van belang daarbij zijn de bevindingen
van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland over deze brand (4) en het verdere onderzoek
in Amsterdam bij 24 unitbouwcomplexen (2). Ik wil de uitkomsten van de Amsterdamse
onderzoeken bestuderen en aansluitend in samenspraak met brandveiligheidsdeskundigen,
de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland en Brandweer Nederland bezien of nadere
(landelijke) acties nodig zijn.
Vraag 5
Vindt u dat er per direct een onafhankelijk onderzoek moet komen naar de rol van de
gemeente Amsterdam en de woningcorporatie Lieven de Key? Zo ja, wanneer kunt u de
Kamer hierover informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee. De zorg voor de brandveiligheid van een gebouw is aan de gebouweigenaar. Toezicht
en handhaving is belegd bij de gemeente (bevoegd gezag). De gemeenteraad kan burgemeester
en Wethouders aanspreken op de uitvoering hiervan. Uit de raadsbrief van 18 november2 bij het onderzoeksmemo van de Veiligheidsregio (4) blijkt dat de gemeente hieraan
invulling geeft richting de woningcorporatie. Ik heb hierbij geen rol.
Vraag 6, 7 en 8
Deelt u de mening dat er per direct een onafhankelijk onderzoek moet komen naar de
(brand)veiligheid van (deze) containerwoningen in Nederland, zoals door de brandweer
is geadviseerd, mede gezien het feit dat de gemeente Amsterdam nu besloten heeft om
onderzoek te doen naar 24 complexen, die bekendstaan als «tijdelijke unitbouw met
woonfunctie»?3
Indien u niet bereid bent om onderzoek te doen naar alle containerwoningen, bent u
dan wel bereid, zoals door de brandweer is geadviseerd, om containerwoningen die vóór
2007 met schildakconstructies gebouwd zijn met spoed te onderzoeken op brand- en veiligheidsrisico’s?4
Bent u het met de brandweercommandant eens dat er een aanpassing van de wetgeving
moet komen en dat de brandweer, totdat er een aanpassing van wet- en regelgeving komt,
bij nieuwe situaties van (tijdelijke) unitbouw betrokken zou moeten worden, zodat
zij een risicogerichte advies met aanbevelingen kunnen uitbrengen? Zo ja, per wanneer
komt u met deze aanpassing van wet- en regelgeving naar de Kamer? Zo nee, waarom niet?5
Antwoord 6, 7 en 8
De Veiligheidsregio heeft het onderzoek naar andere unitgebouwen alleen geadviseerd
voor de gemeente Amsterdam en niet voor heel Nederland. Ik wil de uitkomsten van de
Amsterdamse onderzoeken bestuderen en aansluitend in samenspraak met brandveiligheidsdeskundigen,
de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland en Brandweer Nederland bezien of nadere
(landelijke) acties nodig zijn, waaronder eventuele verduidelijking of aanpassing
van de wetgeving. Het betrekken van de brandweer bij de beoordeling van nieuwe unitbouw,
is in algemene zin aan de gemeente als bevoegd gezag.
Vraag 9
Herkent u dat ik eerder Kamervragen stelde over de veiligheid van deze containerwoningen
in de Riekerhaven? Staat u nog achter uw antwoorden?6
Antwoord 9
Bij deze Kamervragen heeft u in relatie tot de Riekerhaven alleen vragen gesteld over
de schade aan het dak door de storm Eunice. Ik sta nog achter deze antwoorden.
Vraag 10
Waarom heeft u toen niet ingegrepen?
Antwoord 10
Het is aan gebouweigenaren te zorgen dat hun gebouwen veilig zijn en ten minste voldoen
aan het Bouwbesluit. Het is aan de gemeente om als bevoegd gezag hierop toezicht te
houden.
Vraag 11
Welke lessen trekt u uit de brand in de containerwoningen in de Riekerhaven?
Antwoord 11
Ik verwijs hierbij naar mijn antwoord op de vragen 6, 7 en 8.
Vraag 12
Herkent u dat ik eerder Kamervragen stelde over de (brand)veiligheidseisen van flexwoningen?
Staat u nog achter uw antwoorden?7
Antwoord 12
Ja, ik sta nog achter deze antwoorden.
Vraag 13
Moeten flexwoningen aan dezelfde (brand)veiligheidseisen voldoen als permanente woningen?
Antwoord 13
Voor flexwoningen gelden ten minste de Bouwbesluiteisen voor tijdelijke bouw. Als
basis betreft dit de eisen voor bestaande bouw maar voor (brand-)veiligheid, gezondheid
en energiezuinigheid geldt een hoger niveau.
De Woonstandaard (van het netwerk conceptueel bouwen en Aedes) kent ook flexwoningen
met het niveau permanente bouw. Deze moeten voldoen aan de (brand)veiligheidseisen
van het Bouwbesluit voor (permanente) nieuwbouw. We zien dat – afhankelijk van locatie
en andere overwegingen – steeds meer wordt gekozen voor flexwoningen met deze kwaliteit.
Vraag 14
Hoeveel flexwoningen voldoen nu nog steeds niet aan het Bouwbesluit voor nieuwbouw?
Antwoord 14
Ik heb hierover geen informatie.
Vraag 15
Bent u nu wel bereid om een APK-keuring in te stellen voor flexwoningen? Kunt u uw
antwoord nader toelichten?
Antwoord 15
Nee. Bij de bouw van flexwoningen zal steeds een omgevingsvergunning moeten worden
aangevraagd. De gemeente als bevoegd moet daarbij het bouwplan toetsen en kan vervolgens
toezicht houden op de bouw. Ik vind het niet proportioneel om aanvullend een wettelijke
periodieke beoordeling voor flexwoningen in te stellen. De bouw van grondgebonden
flexwoningen gaat straks ook vallen onder de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen
(Wkb) waarmee een verbetering van de bouwkwaliteit wordt beoogd.
Vraag 16
Bent u bereid om na alle ellende met containerwoningen af te zien van de bouw van
nog meer containerwoningen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 16
Nee. Ik ben van mening dat met unitbouw ook (brand)veilige woningen kunnen worden
gebouwd. Zie verder mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 17
Bent u bekend met het bericht; «Extra veiligheidsmaatregelen wooncomplex Riekerhaven
na advies brandweer»?8
Antwoord 17
Ja.
Vraag 18
Wat vindt u van de uitspraak; «Het complex voldoet aan de wet- en regelgeving, zo
blijkt uit de behorende vergunning. Toch stelt de brandweer dat er sprake is van een
brandonveilige situatie»?9
Antwoord 18
De Veiligheidsregio spreekt in haar onderzoeksmemo (4) uit dat «uit documenten behorende
bij de vergunning blijkt dat er sprake is van een brandveiligheidsniveau dat voldoet
aan wet- en regelgeving». Daarmee is nog niet gezegd dat het gebouw ook daadwerkelijk
is gebouwd volgens de vergunning. De Veiligheidsregio heeft na de brand ter plaatse
een visuele inspectie uitgevoerd en daarbij enkele gebreken geconstateerd. Ook is
de Veiligheidsregio van oordeel dat de schilconstructie in het dak tot een brandonveilige
situatie leidt. Ik snap de uitspraak van de Veiligheidsregio, maar ook hierbij verwijs
ik naar mijn antwoord op de vragen 6, 7 en 8.
Vraag 19
Bent u het met de brandweer eens? Zo ja, wat gaat u vervolgens hieraan doen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 19
Ik verwijs hiervoor naar mijn vorige antwoord.
Vraag 20
Hoeveel containerwoningen zijn er landelijk vóór 2007 met schildakconstructies gebouwd?
Antwoord 20
Ik heb hierover geen landelijke informatie. In de Amsterdamse raadsbrief van 18 november
2022 staat dat onderzoek tot nu erop lijkt te duiden dat Riekershaven het enige complex
in Amsterdam van vóór 2007 met een schildakconstructie.
Vraag 21
Waarom zijn er geen aanvullende maatregelen getroffen zoals verwoord in de «Wegwijzer
brandveiligheid Unitbouw» (2007, VROM) waarin de aanbevelingen uit deze publicatie
van belang zijn om een veiliger situatie te verkrijgen?
Antwoord 21
Deze wegwijzer, een publicatie van de toenmalige VROM-inspectie, geeft voor unitbouw
aanwijzingen in relatie tot het voldoen aan het Bouwbesluit en voor het nemen van
verdere brandveiligheidsmaatregelen.
Unitbouw moet ten minste voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit en de wegwijzer
kan hierbij worden gebruik. Toepassing van de wegwijzer is echter niet verplicht.
Uit het onderzoeksmemo van de veiligheidsregio (4) maak ik op dat volgens de veiligheidsregio
bij Riekershaven deze wegwijzer niet is gevolgd.
Vraag 22
Kunt u bij de brandveiligheidseisen bij containerwoningen en andere tijdelijke bouwwerken
ingaan op de volgende aspecten:
1. brandveilige afdichting van kabel- en leidingdoorvoeringen;
2. aanwezigheid van brandkleppen in ventilatiekanalen;
3. compartimentering of opvulling met onbrandbaar materiaal van de holle (loze) ruimten
tussen de gestapelde units en tussen de units en de schilconstructie?
Antwoord 22
Unitbouw (waaronder containerwoningen) en andere tijdelijke bouwwerken moeten ten
minste voldoen aan de brandveiligheidseisen van het Bouwbesluit. Een belangrijke eis
in het Bouwbesluit daarbij is de brandcompartimentering van een bouwwerk.
De in vraag 21 genoemde «Wegwijzer brandveiligheid Unitbouw» geeft aanwijzingen voor
een goede brandcompartimentering bij unitbouw. De genoemde drie aspecten komen uit
deze wegwijzer en spelen een belangrijke rol bij het volden aan de Bouwbesluiteisen.
Bij woningbouw is in het algemeen iedere unit een afzonderlijke woning en geldt er
tussen de units (woningen) een brandwerendheidseis in het Bouwbesluit. Om te voldoen
aan deze eis zullen kabel- en leidingdoorvoeringen moeten zijn afgedicht. Ook moeten
bij ventilatiekanalen brandkleppen zijn aangebracht. Verder moet de uitbreiding van
brand naar andere units via holle (loze) ruimten worden beperkt. Compartimentering
van deze holle ruimten of opvulling met onbrandbaar materiaal is daarbij een oplossing.
Bij het bezien van verdere acties in relatie tot de brandveiligheid van unitbouw zoals
genoemd in mijn antwoord op de vragen 6, 7 en 8 betrek ik ook deze wegwijzer.
Vraag 23
Moeten de containerwoningen aan de Riekerhaven die in z’n totaliteit langer dan 15
jaar bestaan aan het Bouwbesluit nieuwbouw voldoen? Zo ja, kunnen we dan concluderen
dat de containerwoningen aan de Riekerhaven niet of onvoldoende (brand)veilig waren?
Zo nee, is het verplaatsen van containerwoningen binnen 15 jaar dan niet gewoon een
middel om aan de strengere eisen van (brand)veiligheid te ontkomen en zo ja, vindt
u dat hierdoor mensenlevens op het spel staan zoals nu gebleken is?
Antwoord 23
Deze woningen hoeven niet te voldoen aan het Bouwbesluit 2012 nieuwbouwniveau. Uit
het onderzoeksmemo (4) van de Veiligheidsregio blijkt dat het betreffende woonblok
eerder in 2004 op een andere locatie was geplaatst en in 2015 is verplaatst naar de
Riekerhaven. Bij verplaatsing kan volgens het Bouwbesluit 2012 worden volstaan met
het (brand)veiligheidsniveau van het oorspronkelijke woonblok (het zogenaamde rechtensverkregen
niveau). Bij de bouw van het oorspronkelijk woonblok in 2004 moest worden voldaan
aan het niveau voor tijdelijke bouw in het Bouwbesluit 2003.
Het veiligheidsniveau voor tijdelijke bouw in het Bouwbesluit ligt tussen het veiligheidsniveau
voor bestaande bouw en nieuwbouw in. Vanwege de financiële haalbaarheid van tijdelijke
bouw is gekozen voor dit veiligheidsniveau. Bij tijdelijke bouw (tot 15 jaar) is sprake
van een kortere afschrijvingstermijn en bij het verplaatsen ervan zijn er kosten.
Ik heb geen aanwijzingen dat er voor tijdelijke bouw wordt gekozen om onder de hogere
eisen voor nieuwbouw uit te komen.
Vraag 24
Welke conclusies trekt u uit het feit dat de containerwoningen aan de Riekerhaven
die in 2015 geplaatst zijn slechts hoeven te voldoen aan het Bouwbesluit uit 2003
en niet aan het nieuwste bouwbesluit?
Antwoord 24
In mijn antwoord op vraag 23 heb ik de achtergrond bij de Bouwbesluit-eisen gegeven.
Ik kan nog geen conclusies trekken en verwijs daarvoor naar mijn antwoord op de vragen
6,7 en 8.
Vraag 25
Klopt het dat de rookmelders niet op elkaar waren aangesloten en/of niet goed functioneerden?
Antwoord 25
De informatie die ik hierover heb staat in het onderzoeksmemo van de Veiligheidsregio
(4). Daarin wordt gemeld dat «alle woningen zijn voorzien van een rookmelder aangesloten
op het lichtnet, maar sommigen zijn onklaar gemaakt».
Vraag 26
Hoeveel containerwoningen hebben landelijk nog geen rookmelder?
Antwoord 26
Ik heb hierover geen informatie.
Vraag 27
Kan de gemeente Amsterdam handhavend optreden als deze containerwoningen niet voldoen
aan het Bouwbesluit? Zo ja, waarom heeft de gemeente Amsterdam niet handhavend opgetreden?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 27
Ja, de gemeente Amsterdam kan handhavend optreden als niet wordt voldaan aan het Bouwbesluit.
Uit de raadsbrief van 18 november volgt dat de gemeente Amsterdam richting de corporatie
optreedt.
Vraag 28
Wat vindt u van de volgende uitspraak; ««Die containers zijn gemaakt van staal,» zegt
voormalig brandweerman Fred Vos. «Eigenlijk zijn het dus gestapelde metalen blokkendoosjes.
Als bouwmateriaal is dat zeer warmteleidend.»»?10
Antwoord 28
Allereerst merk ik op dat uit het onderzoeksmemo van de Veiligheidsregio (4) volgt
dat het woningblok dat getroffen is door brand niet bestond uit stalen containers
maar uit houtskeletbouwunits.
Er bestaat ook unitbouw met stalen containers en deze moet eveneens voldoen aan de
brandveiligheidseisen van het Bouwbesluit.
Vraag 29
Wat vindt u van de volgende uitspraken; ««Omdat het staal zo veel hitte doorgeeft,
is het van cruciaal belang dat de containers goed worden geïsoleerd en gecompartimenteerd.
Vos: «Dat houdt in dat de brandwerendheid van alle wanden ervoor zorgt dat een brand
beperkt blijft tot een bepaalde afmeting van het vloeroppervlak. Die containers zijn
met elkaar verbonden via verbindingsruimten en gangen. Omdat de stalen wanden zo geleidend
zijn, is het bijna onmogelijk om in de gangen een toereikende isolatie te hebben.
Ook de dakruimte vormt een gevaar, aldus Suurenbroek. «Het gevaar zit »m in de verloren
ruimtes boven en rondom de containers»»?11
Antwoord 29
Zoals ik in mijn eerdere antwoord heb gemeld moet ook unitbouw met stalen containers
voldoen de brandveiligheidseisen van het Bouwbesluit. Bij de nadere beschouwing van
de brandveiligheid van unitbouw (zie mijn antwoord op de vragen 6, 7 en 8) zal ook
unitbouw met stalen containers worden betrokken.
Vraag 30
Wat vindt u van de volgende uitspraak; «Bovendien ziet Suurenbroek dat woningen in
dit soort complexen vaak aangesloten zijn op hetzelfde ventilatiesysteem dat de af-
en aanvoer van lucht regelt. «Zo verspreidt de rook zich snel naar andere containers.
En rook wordt vaak gevolgd door brand.»»?12
Antwoord 30
Het Bouwbesluit 2012 stelt eisen aan de brandcompartimentering tussen woningen. Dit
geldt ook voor unitbouw. Bij deze compartimentering moet ook de branduitbreiding via
het ventilatiesysteem worden voorkomen.
Vraag 31
Vindt u dat om het zekere voor het onzekere te nemen alle bewoners in de Riekerhaven
zo spoedig mogelijk allemaal een vervangende woonruimte moeten krijgen, aangezien
in de memo door de brandweercommandant geconcludeerd wordt dat er sprake is van een
brandonveilige situatie die in de nacht met beperkt zicht en waakzaamheid een negatief
effect kan hebben op het verloop van de brand? Zo ja, hoe gaat u er zorg voor dragen
dat dit op een goede manier gebeurt waarin de bewoners maximaal tegemoet wordt gekomen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 31
Uit de raadsbrief van 18 november volgt dat de Veiligheidsregio aanvullend heeft geconcludeerd
dat met het nemen van (tijdelijke) maatregelen, de woningen in Riekerhaven veilig
kunnen worden bewoond. Het is aan de gemeente en gebouweigenaar om hier verder invulling
aan te geven, zoals beschreven in de raadsbrief.
Vraag 32
Wat kunt u richting de gemeente Amsterdam en woningcorporatie Lieven de Key voor mensen
betekenen die niet naar die containerwoningen willen terugkeren?
Antwoord 32
Ik begrijp dat er bewoners zijn die na de brand liever niet willen terugkeren naar
de woningen, ondanks dat er volgens de gemeente met tijdelijke maatregelen sprake
is van een veilige situatie. Ik zie voor mij geen rol hierbij.
Vraag 33
Waarom is er een lange huurstaking nodig voordat Lieven de Key overstag gaat bij een
simpele eis als het wegwerken van achterstallig onderhoud?
Antwoord 33
Ik vind dat woningcorporaties moeten zorgen voor goede en veilige woningen. Onderhoud
en de kwaliteit van woningen komen nadrukkelijk aan bod in de Nationale prestatieafspraken
die in juni 2022 zijn ondertekend door IPO, Aedes, Woonbond en de VNG13. Ik ga er vanuit dat iedere corporatie hier goede invulling aangeeft, zo ook Lieven
de Key.
Vraag 34
Wat vindt u van de volgende uitspraak; «Ja, het startcomplex heeft inmiddels een geschiedenis
van ellende en klachten over de slechte staat van de containerwoningen. In februari
blies storm Eunice tot twee keer toe grote delen van het dak van het complex. Eén
woning werd doorboord met een dakplaat.»?14
Antwoord 34
In mijn antwoorden op uw eerdere vragen (9) ben ik ingegaan op de stormschade. Bij
de storm Eunice was sprake van een heftige storm die in heel het land schade heeft
veroorzaakt.
Vraag 35
Hoe kan het gezien bovenstaande uitspraak en volgens bewoners iedereen allang wist
dat het complex niet brandveilig was en ook brandexperts hun vraagtekens zetten, dat
woonstichting Lieven de Key de signalen over onveiligheid niet kent?
Antwoord 35
Dat weet ik niet, het bevoegd gezag ligt bij gemeente. Uit de raadsbrief van 18 november
constateer ik dat zowel de gemeente als de woonstichting nu actie onderneemt om te
komen tot een brandveilige woonsituatie voor de bewoners.
Vraag 36
Bent u bereid om met studentenvakbond ASVA in gesprek te gaan over de veiligheid van
containerwoningen en studentenhuisvesting in zijn algemeenheid? Zo ja, kunt u de Kamer
informeren over de uitkomsten van dit gesprek? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 36
Ik vind dat studentenhuisvesting veilig moet zijn. In het Landelijk actieplan studentenhuisvesting
2022–2030 dat ik 7 september 2022 aan uw Kamer zond (TK 33 194, nr. 30), wordt hieraan ook aandacht besteed. Een gesprek met ASVA ligt wat mij betreft nu
niet in de rede.
Vraag 37
Begrijpt u nu aan de hand van de volgende uitspraak; ««Dit is een plek voor skere
(arme) mensen,» zegt voornoemde overbuurvrouw»15, wat ik bedoel met tweederangsburgers als gevolg van de flexibilisering van de volkshuisvesting
zoals ik dat ook eerder aangekaart heb in mijn eerder gestelde Kamervragen16?
Antwoord 37
In mijn antwoorden op uw eerdere Kamervragen (9) ben ik hierop eerder ingegaan. Flexwoningen
dragen bij aan het vergroten van de toegankelijkheid van de woningmarkt voor veel
mensen.
Vraag 38
Begrijpt u dat mensen met een lager inkomen aangeven dat zij niet hetzelfde recht
op een veilige woning hebben als mensen met een hoger inkomen, aangezien containerwoningen
(vooral) bedoeld zijn voor mensen met een lager inkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
is dit voor u een reden om af te zien van de bouw van flexwoningen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 38
Ik benadruk graag dat tijdelijke unitbouw en flexwoningen moet voldoen aan de eisen
van het Bouwbesluit. Flexwoningen dragen bij aan het vergroten van de toegankelijkheid
van de woningmarkt voor veel mensen.
Vraag 39
Neemt Lieven de Key signalen wel serieus genoeg gezien ook de verschillende uitspraken
in het artikel van AT5 d.d. 17 november jongstleden?17
Antwoord 39
Ik beschik over onvoldoende informatie om hierover een uitspraak te doen. Uit de raadsbrief
van 18 november constateer ik dat zowel de gemeente als de woonstichting nu actie
onderneemt om te komen tot een brandveilige woonsituatie voor de bewoners.
Vraag 40
Kan woningcorporatie Lieven de Key nalatigheid worden verweten, nu zij zelfs trots
was op de (brand)veiligheid van deze containerwoningen?
Antwoord 40
Ik beschik over onvoldoende informatie om hierover een uitspraak te doen. Uit de raadsbrief
van 18 november constateer ik dat zoveel de gemeente als de woonstichting nu actie
onderneemt om te komen tot een brandveilige woonsituatie voor de bewoners.
Vraag 41
Wat vindt u van de uitspraak; «Dit is een wijzende vinger naar de organisatie waarmee
ik drie jaar lang heb samengewerkt op het gebied van brandveiligheid. Drie jaar lang
heb ik als een alarmklok gefunctioneerd bij een organisatie die in coma ligt. Want
hoe je het ook wendt of keert, Lieven de Key doet er gewoon niets mee»?18
Antwoord 41
Ik beschik over onvoldoende informatie om hierover een uitspraak te doen.
Vraag 42
Kan woningcorporatie Lieven de Key gezien hetgeen nu en eerder gebeurd is, bestempeld
worden als een malafide verhuurder of is deze titel alleen voorbehouden aan particuliere
verhuurders? Kunt u uw antwoord nader toelichten en kunt u daarin betrekken wanneer
een woningcorporatie als malafide verhuurder aangemerkt kan worden? Als het negeren
van signalen over (brand)onveiligheid niet tot malafide verhuurpraktijken gerekend
kan worden, wat dan wel?
Antwoord 42
Ik beschik over onvoldoende informatie om een uitspraak te doen over het handelen
van deze woningcorporatie in relatie tot deze gebouwen.
Vraag 43
Wat vindt u van de uitspraak; «Hoewel het nieuwe brandmeldsysteem is geïnstalleerd,
leidt het wekelijks tot valse brandalarmen met lakse reactietijd onder bewoners tot
gevolg. Het verzuim van Lieven de Key na tal van mailwisselingen, belletjes, talloze
valse brandalarmen en bezoekjes van de brandweer maakt dat de mantra over Lieven de
Key zo collectief geaccepteerd is»?19
Antwoord 43
Ik beschik over onvoldoende informatie om hierover een uitspraak te doen.
Vraag 44
Wat vindt u ervan dat de brandweercommandant (Tijs van Lieshout) in zijn definitieve
memo constateert dat er ook geen verzoeken bekend zijn van het bevoegd gezag om op
locatie te komen controleren, terwijl er wel degelijk voldoende signalen door de bewoners
geuit waren (zeker na het wegwaaien van het dak) en, wat uit bovengenoemde uitspraak
blijkt, waren deze signalen er ook niet veel eerder?20
Antwoord 44
Het is aan de gemeente Amsterdam (bevoegd gezag) om de brandweer al dan niet te betrekken
bij de beoordeling van de brandveiligheid van een gebouw. In relatie tot de Riekerhaven
zijn er door de gemeente blijkbaar geen verzoeken gedaan aan de brandweer om op locatie
controles uit te voeren.
Vraag 45
Herkent u dat ik eerder Kamervragen stelde over brandgevaarlijke containerwoningen
in het studentencomplex aan de Vrydemalaan in Groningen waar in de winter het water
door de meterkast stroomt en in de zomer Saharatemperaturen voor ondraaglijke omstandigheden
zorgen, wetende dat twee maanden later op 25 augustus ook daar brand is uitgebroken?
Staat u nog achter uw antwoorden?21
22
Antwoord 45
Uw eerdere vragen over dit studentencomplex en mijn antwoorden daarop hadden betrekking
op de brandveiligheid in relatie tot de waterschade in de meterkast. Ik sta nog steeds
achter deze antwoorden. Wel ga ik de brandveiligheid van unitbouw nader bezien zoals
gemeld in mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 46
Hoe kijkt u mijn eerder gestelde Kamervragen over bijvoorbeeld de veiligheid van containerwoningen
aan nu ook uit de definitieve memo van de brandweercommandant blijkt dat enkele bouwkundige
gebreken zijn geconstateerd en deze brandweercommandant aangeeft dat de brandwerende
scheiding niet overal voldoende is zoals bijvoorbeeld bij sommige schachten die tevens
uitkomen op het dak?23
Antwoord 46
Zoals gemeld in mijn antwoord op vraag 4 ga ik de brandveiligheid van unitbouw nader
bezien.
Vraag 47
Indien u niet bereid bent om af te zien van de bouw van nog meer containerwoningen,
bent u dan wel bereid om de (brand)veiligheidsvoorschriften van containerwoningen
gelijk te stellen aan de (brand)veiligheidsvoorschriften voor permanente woningen?
Antwoord 47
Zoals gemeld in mijn antwoord op vraag 4 ga ik de brandveiligheid van unitbouw nader
bezien.
Vraag 48
Kunt u de vragen apart beantwoorden en gelieve niet te clusteren?
Antwoord 48
Dit is zoveel mogelijk gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.