Schriftelijke vragen : Het onderzoek naar Uber, waarbij de Belastingdienst zelf de eigen vragen formuleerde
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Staatssecretaris van Financiën over het onderzoek naar Uber, waarbij de Belastingdienst zelf de eigen vragen formuleerde (ingezonden 30 december 2022).
Vraag 1
Deelt u de mening dat de belangrijkste vragen die naar aanleiding van de berichtgeving
over de Uber-files dienen te worden beantwoord, als volgt luiden:
– Heeft de Belastingdienst zijn eigen fiscale geheimhoudingsplicht geschonden ten opzichte
van Uber door informeel en vertrouwelijk informatie te delen met Uber over de (voortgang
van de) multilaterale belastingcontrole, de onderhandelingspositie van Frankrijk en
over de fiscale handhavings- en controlestrategie van andere EU-lidstaten met betrekking
tot taxichauffeurs?
– Heeft de Belastingdienst door het informeel en vertrouwelijk delen van informatie
met Uber bovendien in strijd gehandeld met de interstatelijke geheimhoudingsverplichtingen,
zoals verankerd in Europese richtlijnen en belastingverdragen?
– Heeft de Belastingdienst het verbod op détournement de pouvoir (misbruik van bevoegdheid)
geschonden door zijn fiscale bevoegdheden te misbruiken ten faveure van de bedrijfsbelangen
van Uber in Europa, waaronder in het bijzonder het uitrollen van de illegale taxidienst
UberPop in Europa?
Vraag 2
Kunt u, voor zover nodig met gebruikmaking van de ontheffingsmogelijkheid van lid
3 van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, het interne onderzoeksrapport
van de Belastingdienst openbaar maken, waarbij persoonlijke gegevens van Belastingdienstmedewerkers,
medewerkers van Uber alsmede concurrentiegevoelige bedrijfsgegevens van Uber worden
gelakt?
Vraag 3
Klopt het dat de aanwezigheid van een groot maatschappelijk belang bij uitstek een
reden kan zijn om van de ontheffing gebruik te maken?1
Vraag 4
Deelt u de mening dat het maatschappelijke belang van openbaarmaking van het interne
onderzoeksrapport in dit geval opweegt tegen de eerbiediging van de fiscale geheimhoudingsplicht?
Vraag 5
Kunt u een overzicht geven van alle stellingen die door de Belastingdienst zijn onderzocht
in het interne onderzoek alsmede, per stelling, de daarbij gebruikte bronnen voor
het onderzoek naar die stellingen?
Vraag 6
Klopt het dat de externe deskundigen niet alle stellingen hebben getoetst, en zo ja,
waarom niet?
Vraag 7
Kunt u per stelling aangeven wat de uitkomst is van de validatie is door de externe
deskundigen?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het interne onderzoek van de Belastingdienst naar zijn aard
onmogelijk objectief kan zijn, nu de Belastingdienst zélf de onderzoeksvragen heeft
opgesteld, zélf de onderzoeksmethoden heeft gekozen en zélf het onderzoek heeft uitgevoerd?
Vraag 9
Erkent u dat de Toeslagenaffaire heeft geleerd dat interne reflecties van de Belastingdienst
misstanden juist kunnen verhullen, zoals bijvoorbeeld het memo-Palmen dat in alle
onderzoeken niet naar boven kwam?2
Vraag 10
Is de Belastingdienst niet in een onmogelijke positie gebracht door het onderzoek
naar zijn eigen handelen zelf te laten uitvoeren, terwijl er disciplinaire maatregelen
en mogelijk zelfs strafrechtelijke vervolging boven het hoofd hangen van de direct
betrokken Belastingdienstmedewerkers als zou komen vast te staan dat de fiscale geheimhoudingsplicht
en/of het verbod op détournement de pouvoir is geschonden?
Vraag 11
Is de werkelijke reden van het niet gebruikmaken van de herinneringen van de direct
betrokken Belastingdienstmedewerkers niet dat het ophalen van die herinneringen kan
leiden tot zelfincriminatie? Zo nee, wat is dan de reden dat deze cruciale bron niet
gebruikt is?
12.
Kan naar uw mening de validatie door de twee externe deskundigen de (schijn van) vooringenomenheid
van de Belastingdienst bij het onderzoek naar het eigen handelen wel wegnemen, nu
die validatie louter is gebaseerd op de bevindingen van de Belastingdienst zelf en,
zo lijkt, géén eigen toetsingskader en methodologie heeft?
Vraag 13
Bent u bereid om het onderzoek naar de behandeling van Uber door de Belastingdienst
opnieuw, maar nu extern, te laten uitvoeren? Zo ja, kan de Kamer deze keer (wel) vóóraf
worden betrokken bij de opstelling van de onderzoeksvragen, het toetsingskader en
de onderzoeksmethode, zoals u ook expliciet aan de Kamer heeft toegezegd?
Vraag 14
Waarom heeft de validatie door de externe deskundigen een beperkte focus, te weten
de beantwoording van de vraag of de bevindingen van de onderzoeksgroep van de Belastingdienst
de door de Belastingdienst in de interne rapportage getrokken conclusies kunnen rechtvaardigen?
Vraag 15
Kunt u als opdrachtgever aan de deskundigen vragen waarom zij geen gebruik hebben
maakt van de mogelijkheid om ook zelf bevindingen te doen, bijvoorbeeld door het afnemen
van interviews met de direct betrokken Belastingdienstmedewerkers?
Vraag 16
Waarom is het verslag van de externe deskundigen zo summier (tweeëneenhalf A4) en
bestaat de conclusie slechts uit één zin, te weten: «Wij komen tot de conclusie dat,
voor zover in alle redelijkheid te beoordelen, het interne onderzoek naar Uber juist
en gedegen is geweest, en dat de conclusies worden gedragen door de bevindingen»?
Vraag 17
Waarom refereren de externe deskundigen in deze conclusie aan «het interne onderzoek
naar Uber», terwijl het om een intern onderzoek naar de Belastingdienst zélf gaat
(of zou moeten gaan)?
Vraag 18
Kun u als opdrachtgever de externe deskundigen verzoeken om meer uitgebreide conclusies
te verstrekken en deze te onderbouwen?
Vraag 19
Kunt u als opdrachtgever de externe deskundigen in elk geval verzoeken om in een nader
stuk een uiteenzetting te geven over (a) de precisie waarmee het interne onderzoek
door de Belastingdienst is uitgevoerd, (b) de grondigheid van de methodologische aanpak
door de Belastingdienst en (c) de kritische confrontatie van de conclusies van het
interne onderzoek en de feitelijke bevindingen enerzijds en de berichtgeving in de
media anderzijds? En kunt u de antwoorden terugkoppelen aan de Kamer?
Vraag 20
Kunt u de externe deskundigen voorts specifiek verzoeken nader uiteen te zetten waarop
hun validatie van de conclusie van de Belastingdienst dat de Belastingdienst «hoogst
waarschijnlijk» de fiscale geheimhoudingsplicht niet heeft geschonden, is gebaseerd?
Is dat – in de woorden van de externe deskundigen – enkel het gebrek aan een «smoking
gun»?
Vraag 21
Kunt u aan de externe deskundigen vragen nader in te gaan op de weging van de volgende
elementen:
– de Uber Files wijzen erop dat de Belastingdienst informeel en vertrouwelijk informatie
heeft gedeeld met Uber (per telefoon en tijdens fysieke ontmoetingen);
– uit het interne onderzoek van de Belastingdienst blijkt dat van telefonisch contact
met Uber slechts de datum en de duur worden vastgelegd, maar géén samenvatting van
de inhoud van het gesprek;
– uit het interne onderzoek van de Belastingdienst blijkt dat «in enkele gevallen zouden
wél beschikbare e-mails de indruk kunnen wekken van een bevoordelende behandeling»?
Vraag 22
Deelt u de mening van de externe deskundigen dat de mogelijkheid dat de uitwisseling
door Nederland van chauffeursinformatie met andere EU-lidstaten met enige maanden
is vertraagd, is te beschouwen als «onbelangrijk»?
Vraag 23
Hoe rijmt u een dergelijke vertraging met de verplichting op grond van Richtlijn 2011/16/EU
en/of Verordening (EU) 904/2010 om de gevraagde chauffeursinformatie zo snel mogelijk
uit te wisselen?
Vraag 24
Deelt u de mening dat voor een succesvolle uitrol van de illegale taxidienst UberPop
in Europa voor Uber het van cruciaal belang was dat de gevraagde chauffeursinformatie
zo laat mogelijk met andere EU-lidstaten werd uitgewisseld?
Vraag 25
Heeft de door de externe deskundigen ingeschakelde expert op het gebied van internationaal
formeel belastingrecht naar de mening van de Staatssecretaris voldoende expertise
op het terrein van de fiscale geheimhoudingsplicht?
Vraag 26
Is de Staatssecretaris het eens met de opmerking van de ingeschakelde expert op het
gebied van internationaal formeel belastingrecht dat «door de Belastingdienst mag/moet
aan de belastingplichtige in beginsel volledige openheid van zaken worden gegeven
over informatie als deze hun fiscale positie raakt (equality of arms)»?
Vraag 27
Ziet de ingeschakelde expert niet over het hoofd dat de fiscale geheimhoudingsplicht
ook geldt ten opzichte van de belastingplichtige zelf?3
Vraag 28
Weet u wat het door de ingeschakelde expert genoemde verband is tussen het beginsel
van de «equality of arms», dat een rol speelt bij strafrechtelijke vervolging, en
de fiscale geheimhoudingsplicht?
Vraag 29
Welke kwalificatie zou u geven aan een schending van de vertrouwelijkheid van een
multilaterale belastingcontrole door de Nederlandse Belastingdienst?
Vraag 30
Is de Staatssecretaris het eens met de door de externe deskundigen ingeschakelde expert
op het gebied van internationaal formeel belastingrecht dat een dergelijke schending
(slechts) iets is dat «niet wordt gewaardeerd» en «contraproductief werkt»?
Vraag 31
Kunt u bevestigen dat de interstatelijke vertrouwelijkheid niet in de weg staat aan
het in het openbaar met de Tweede Kamer spreken over de vraag of, en zo ja in hoeverre,
de interstatelijk geheimhouding is geschonden in het verleden?
Vraag 32
Zo kan toch bijvoorbeeld nu worden besproken of de fiscale controlestrategie van Zweden
of het Verenigd Koninkrijk in 2015 is gedeeld met Uber zonder dat die bespreking sec
een schending van de interstatelijke vertrouwelijkheid oplevert? Wilt u dus vertellen
of de fiscale controlestrategie van Zweden en/of het VK in 2015 met Uber gedeeld is
of wilt u expliciet bevestigen dat dat niet gebeurd is?
Vraag 33
Waarom wordt in de beslisnota van 2 december 2022 (notanummer 2022–0000296070) gesuggereerd
dat dit wel het geval zou zijn?4
Vraag 34
Herinnert u zich de antwoorden op eerdere Kamervragen?5
Vraag 35
Kunt u, nu er maanden de tijd voor geweest is en er een heel onderzoek over Uber is
afgerond, de gevraagde overzichten aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 36
Kunt u deze vragen afzonderlijk en ten minste drie dagen voor de technische briefing
van 18 januari 2023 beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
Pieter Omtzigt, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.