Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Akerboom over Iraanse demonstranten die de doodstraf opgelegd hebben gekregen
Vragen van het lid Akerboom (PvdD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over Iraanse demonstranten die de doodstraf opgelegd hebben gekregen: (ingezonden 25 november 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 23 december 2022)
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat afgelopen week vijf mensen die deelnamen aan protesten
in Iran de doodstraf opgelegd hebben gekregen en er momenteel minstens 21 schijnprocessen
lopen met de doodstraf als eis?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat eerder deze maand 227 van de 290 Iraanse parlementariërs
de rechterlijke macht hebben opgeroepen hard op te treden tegen demonstranten en hen
eventueel de doodstraf op te leggen?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van de vele oproepen aan de internationale gemeenschap om nu actie
te ondernemen, gezien er 15.000 demonstranten gearresteerd zijn en velen van hen het
risico lopen lange gevangenisstraffen of de doodstraf opgelegd te krijgen?2
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Hoe oordeelt u over deze berichten? Kunt u in uw analyse meenemen dat het Iraanse
regime in het verleden massaexecuties heeft uitgevoerd, waaronder in 1988 waarbij
duizenden politieke gevangen in een tijdspanne van 3 maanden geëxecuteerd zijn, en
dat de huidige president van Iran, Ebrahim Raisi, daar een grote rol in speelde?3
Antwoord 4
De berichten zijn zeer zorgelijk, temeer gezien het grote aantal executies dat Iran
in het verleden ten uitvoer heeft gebracht. Nederland heeft het geweld tegen vreedzame
demonstranten van meet af aan veroordeeld en blijft alle mensenrechtenschendingen
in Iran ten sterkste veroordelen. Voorts is Nederland onder alle omstandigheden tegen
de toepassing van de doodstraf. Nederland heeft Iran herhaaldelijk opgeroepen om een
moratorium ten aanzien van de doodstraf in te voeren, onder andere in de VN Mensenrechtenraad.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat de persoonlijke sancties die de Europese Unie (EU) tot nu
toe heeft opgelegd veel te zwak zijn om de druk op de Iraanse overheid op te voeren?
Antwoord 5
Mede op initiatief van Nederland zijn in EU-verband op 17 oktober, 14 november en
12 december jl. inmiddels drie pakketten mensenrechtensancties aangenomen. Vooralsnog
lijken de Iraanse autoriteiten inderdaad niet van koers te veranderen voor wat betreft
de gewelddadige repressie van vreedzame protesten in Iran. Tegelijkertijd zijn de
EU-mensenrechtensancties ook een belangrijk signaal naar zowel demonstranten in Iran,
als ook naar derde landen, dat mensenrechtenschendingen niet zonder gevolgen blijven.
Naast het opleggen van mensenrechtensancties heeft Nederland de recente Mensenrechtenraadresolutie
voor het opzetten van een VN-onderzoeksmechanisme gesteund. Dit is een signaal aan
Iran dat mensenrechtenschendingen niet zonder gevolgen blijven en dat de Internationale
Gemeenschap mensenrechtenschenders verantwoordelijk houdt.
Vraag 6
Waarom zijn er nog steeds geen sancties afgekondigd tegen de hoogste leiders van het
land?
Antwoord 6
Zie ook de beantwoording op vraag 5. Er zijn inmiddels drie EU-sanctiepakketten afgekondigd
in respons op de ernstige mensenrechtenschendingen in Iran waaronder politici en hoge
functionarissen in de juridische en veiligheidssectoren. Over concrete (en al dan
niet toekomstige) doelwitten van EU-sancties kan het kabinet geen uitspraken doen,
omdat dit de effectiviteit en het verassingseffect van sancties zou ondermijnen.
Vraag 7
Waarom zijn er nog geen handelssancties opgelegd om een sterk signaal te zenden?
Antwoord 7
Onder het nucleaire akkoord (JCPOA) is een groot deel van de brede economische sancties
(sectorale maatregelen) tegen Iran opgeschort. Het herinvoeren van thans opgeschorte
(sectorale) maatregelen is niet mogelijk onder de huidige afspraken van het nucleaire
akkoord. Daarbij moet worden benadrukt dat de handelsstroom tussen de EU en Iran reeds
beperkt is, dus dat het effect van eventuele herinvoering van dergelijke sectorale
maatregelen ook beperkt zou zijn. Ten slotte treffen sectorale sancties de gehele
bevolking van een land, terwijl gerichte sancties enkel de mensenrechtenschenders
treffen.
Vraag 8
Bent u bereid hier wel voor te pleiten?
Antwoord 8
Zie ook het antwoord op vraag 7. Het herinvoeren van handelssancties zou vanwege de
zeer beperkte handelsstroom tussen de EU en Iran in de praktijk een weinig effectief
drukmiddel zijn, maar mogelijk wel grote gevolgen hebben voor de Iraanse bevolking
en de nucleaire onderhandelingen met Iran. Nederland beschouwt diplomatieke onderhandelingen
nog steeds als de meest effectieve manier om een Iraanse nucleair wapen te voorkomen.
Nederland staat wel in voortdurend contact met EU- en andere gelijkgezinde partners
over mogelijke aanvullende maatregelen, waaronder sancties, om de druk op de Iraanse
autoriteiten op te (blijven) voeren in respons op de ernstige mensenrechtenschendingen
in Iran.
Vraag 9
Waarom heeft Nederland nog geen eigenstandige actie genomen om de druk op de Iraanse
overheid op te voeren?
Antwoord 9
Nederland ziet grotere meerwaarde in het instellen van EU sancties vanwege de grotere
effectiviteit dan unilaterale sanctiemaatregelen. Daarnaast heeft Nederland zich actief
uitgesproken in EU- en VN-verband en was Nederland mede-initiatiefnemer van de inmiddels
drie aangenomen mensenrechtensanctiepakketten. Ook is met Nederlandse steun de onafhankelijke
onderzoeksmissie van de VN Mensenrechtenraad naar mensenrechtenschendingen in Iran
tot stand gekomen. Bilateraal heeft Nederland herhaaldelijk in gesprekken met Iraanse
autoriteiten het geweld tegen vreedzame demonstranten veroordeeld en Iran opgeroepen
om de gewelddadige repressie te staken.
Vraag 10
Bent u het ermee eens dat alleen een veroordeling en een oproep tot een «onpartijdig»
onderzoeken naar de dood van Mahsa Amini niet veel indruk maakt op Teheran?
Antwoord 10
Met Nederlandse steun is op 24 november 2022 met ruime meerderheid een resolutie aangenomen
in de VN Mensenrechtenraad, waarmee een onafhankelijke VN onderzoeksmissie is ingesteld
naar alle mensenrechtenschendingen in Iran sinds de dood van Mahsa Amini op 13 september
2022. Deze zogeheten «fact finding mission» van de VN Mensenrechtenraad is belangrijk om ernstige mensenrechtenschendingen in
Iran onafhankelijk te monitoren en te onderzoeken. Dat is essentieel om straffeloosheid
tegen te gaan en Iran verantwoordelijk te blijven houden.
Vraag 11
Bent u het ermee eens dat een response in EU-verband op grootschalige mensenrechtenschendingen
vaak moeizaam en laat tot stand komt omdat lidstaten van de EU verschillende belangenafwegingen
maken, zoals het geval was na de Russische inval in Oekraïne?
Antwoord 11
Nee. Ik zie grote eenheid binnen de EU voor wat betreft de sterke veroordeling van
mensenrechtenschendingen in Iran. De Hoge Vertegenwoordiger kwam al op 25 september
2022 – een week na de start van demonstraties in Iran – met een sterke gezamenlijke
verklaring namens de 27 EU Lidstaten. De EU lidstaten waren het daarnaast snel eens
over het niet alleen in woorden veroordelen van mensenrechtenschendingen in Iran,
maar ook het concreet instellen van nieuwe EU mensenrechtensancties. Tijdens de eerstvolgende
Raad Buitenlandse Zaken sinds de dood van Mahsa Amini werd een eerste mensenrechtensanctiepakket
aangenomen. Sindsdien zijn bij de daaropvolgende Raden Buitenlandse Zaken in november
en december 2022 nog twee pakketten EU mensenrechtensancties aangenomen alsmede buitengewoon
kritische raadsconclusies.
Vraag 12
Bent u het ermee eens dat Nederland zich daarom wel moet inzetten voor een harde reactie
in EU-verband, maar zich hier niet van afhankelijk zou moeten maken, en bij grootschalige
mensenrechtenschendingen parallel aan een EU-reactie ook unilaterale stappen zou moeten
nemen? Zo ja, hoe gaat u dit doen?
Antwoord 12
Nee. Nederland heeft de mensenrechtenschendingen in Iran direct sterk veroordeeld,
zowel bilateraal (publiek en achter de schermen), als ook in multilateraal verband.
Zie ook het antwoord op vraag 9. Tegelijkertijd heeft een gezamenlijke EU reactie
en/of (sanctie)maatregelen wel degelijk meer impact dan een nationale verklaring van
Nederland alleen. Dat is juist de kracht van het blok van 27 EU lidstaten.
Vraag 13
Kunt u een beeld schetsen van de huidige handelsstromen tussen Nederland en Iran?
Antwoord 13
Ja. Zie beantwoording vraag 14 en 15.
Vraag 14 en 15
Welke producten/grondstoffen worden er momenteel geëxporteerd naar en geïmporteerd
uit Iran?
Welke bedragen zijn hierbij gemoeid?
Antwoord 14 en 15
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is in 2021 voor 16 miljoen euro geïmporteerd
uit Iran. Dit betrof voornamelijk voeding (groenten en fruit), grondstoffen zoals
metaalertsen en metaalafvallen, dierlijke en plantaardige oliën en chemische producten.
In dat zelfde jaar is voor 434 miljoen euro geëxporteerd naar Iran. Dit betroffen
voornamelijk medicinale en farmaceutische producten, machines en vervoersmaterieel,
diverse gefabriceerde goederen en voeding.
Vraag 16
Waarom heeft u naar aanleiding van de grootschalige mensenrechtenschendingen bovenstaande
handelsstromen niet stopgezet?
Antwoord 16
Zie beantwoording van vraag 8.
Vraag 17
Welke afhankelijkheden hebben Nederland en andere Europese landen van Iran?
Antwoord 17
Nederland is niet afhankelijk van Iran. Hetzelfde geldt, voor zover bij Nederland
bekend, voor andere Europese landen.
Vraag 18
Bent u al begonnen met deze afhankelijkheden af te bouwen zodat ze geen rol kunnen
spelen in besluitvorming over sancties jegens het Iraanse regime? Zo ja, op welke
manier en doet de Europese Commissie dit ook? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 18
Zoals gesteld onder 17 spelen afhankelijkheden geen rol in de besluitvorming jegens
Iran.
Vraag 19
Kunt u naar aanleiding van de Tweet van de premier van 21 november waarin hij zegt
dat de acties van het Iraanse regime niet onbestraft mogen blijven, toelichten welke
vervolgstappen het kabinet van plan is te zetten om te laten zien dat het grove geweld
en de mensenrechtenschendingen ontoelaatbaar zijn en om de demonstranten te steunen?
Antwoord 19
Zie het antwoord op vraag 9 en 10. Nederland staat daarnaast in voortdurend contact
met EU- en andere gelijkgezinde partners over mogelijke aanvullende maatregelen, waaronder
sancties, om de druk op de Iraanse autoriteiten op te (blijven) voeren in respons
op de ernstige mensenrechtenschendingen in Iran.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.