Antwoord schriftelijke vragen : Antwoorden op vragen van het lid Kops (PVV) over het bericht ‘Woede over WOZ gluurders- Gemeente wil interieurfoto’s”.
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over WOZ-gegluur (ingezonden 25 oktober 2022).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 23 december 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 834.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Woede over WOZ-gluurders – gemeente wil foto’s interieur»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom hebben gemeenten, naar eigen zeggen, plotseling foto’s van het interieur van
hun inwoners nodig voor het vaststellen van de WOZ-waarde? Waar komt deze gekkigheid
vandaan?
Antwoord 2
De WOZ-ambtenaar van de gemeente heeft onder meer als taak een juiste WOZ-waarde te
bepalen. Voor de waardebepaling wordt gebruikt gemaakt van gegevens en informatie
uit verschillende bronnen, zoals informatie uit basisregistraties. Informatie over
de inpandige staat van een woning zoals de kwaliteit en het onderhoudsniveau van de
binnenkant van een woning (waaronder de staat van keuken, badkamer of toilet), is
alleen bij de woningeigenaar beschikbaar. Hierover kan de WOZ-ambtenaar dan ook informatie
opvragen bij de woningeigenaar. Een bestaand middel is de woningeigenaar te vragen
een inlichtingenformulier in te vullen. Een andere mogelijkheid om deze informatie
te verkrijgen is bijvoorbeeld door een inpandige opname van de woning door een gemeentelijk
taxateur.Een aantal gemeenten heeft daarnaast de optie geboden om zelf foto’s aan
te leveren.De optie van zelfgemaakte foto’s is ontstaan in coronatijd als alternatief
voor een inpandige opname door de gemeentelijk taxateur.
De Waarderingskamer ziet toe op een zorgvuldige benadering van de belanghebbende en
ziet er in het bijzonder op toe dat gemeenten in hun brieven aan woningeigenaren geen
verplichtingen opleggen die niet passen binnen de wet en dat gemeenten woningeigenaren
informeren over het feit dat er meerdere opties zijn om de gevraagde informatie aan
te leveren.
Voor de uitvoering van de gemeentelijke WOZ-taak is de geheimhoudingsplicht van toepassing
zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht artikel 2:5. Dit betekent dat iedereen
betrokken bij de uitvoering van deze gemeentelijke taak geheimhouding geboden is.
Daarnaast geldt ook de privacywetgeving (AVG) ter bescherming van de persoonlijke
levenssfeer. Toezicht hierop vindt plaats door de Autoriteit Persoonsgegevens.
Dit toezicht van de Waarderingskamer en de Autoriteit Persoonsgegevens acht ik van
belang, ook vanwege het respecteren van het grondrecht van eerbiediging van de persoonlijke
levenssfeer en andere privacyaspecten.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het interieur van een woning – zoals keuken, badkamer en toilet
– gemeenten helemaal niets aangaat?
Antwoord 3
Zoals bij vraag 2 aangegeven heeft de WOZ-ambtenaar van de gemeente onder meer als
taak een juiste WOZ-waarde te bepalen. De WOZ-waarde van een woning wordt bepaald
door op systematische manier de te taxeren woning te vergelijken met verkoopcijfers
van vergelijkbare woningen. Om woningen goed te vergelijken wordt gekeken naar overeenkomsten
en verschillen wat betreft type woning, ligging, grootte, bouwjaar, aangeduid als
primaire objectkenmerken en verschillen wat betreft secundaire objectkenmerken zoals
de kwaliteit en het onderhoudsniveau van de woning en de ligging (ten opzichte van
zon, water, etc.). Twee woningen die aan de buitenkant vergelijkbaar zijn kunnen een
verschillende waarde hebben doordat inpandige secundaire objectkenmerken verschillen.
Daarom is het voor een goede WOZ-taxatie nodig dat gemeenten ook gegevens verzamelen
over de kwaliteit van de voorzieningen en het onderhoud binnen de woning.
Bij het verzamelen van deze gegevens hebben gemeenten vaak ook op één of andere wijze
de hulp van bewoners van die woning nodig, bijvoorbeeld voor het invullen van een
vragenlijst of voor het toestaan van een inpandige opname. Gemeenten maken daarbij
steeds de afweging tussen de noodzaak van de gegevens en het minimaliseren van de
inspanningen voor de bewoners. Het aanbieden van de mogelijkheid om informatie te
verstrekken in de vorm van zelfgemaakte foto’s wordt daarbij door gemeenten ervaren
als een nieuwe mogelijkheid om met beperkte «overlast» voor de bewoner zeer bruikbare
informatie te verkrijgen over de kwaliteit van de voorzieningen en het inpandige onderhoud.
Zelfgemaakte foto’s zijn een optie en geen verplichting. Zoals bij vraag 2 toegelicht
is deze optie met de nodige waarborgen omkleed, zoals de privacyregelgeving volgens
de AVG en meer specifiek de geheimhoudingsplicht zoals bedoeld in de Algemene wet
bestuursrecht, het toezicht van de Autoriteit Persoonsgegevens en het toezicht van
de Waarderingskamer.
Vraag 4
Als gemeenten aangeven dat zij met deze foto’s de WOZ-waarde «nauwkeuriger» kunnen
vaststellen, bedoelen zij dan een hogere of lagere WOZ-waarde dan normaal?
Antwoord 4
De WOZ-waarde van een woning wordt bepaald door op systematische manier de te taxeren
woning te vergelijken met verkoopcijfers van vergelijkbare woningen. Om woningen goed
te vergelijken wordt gekeken naar overeenkomsten en verschillen wat betreft type woning,
ligging, grootte, bouwjaar, aangeduid als primaire objectkenmerken, en verschillen
wat betreft secundaire objectkenmerken zoals de kwaliteit en het onderhoudsniveau
van de woning en de ligging (ten opzichte van zon, water, etc.). Afhankelijk van de
zogenaamde secundaire objectkenmerken van een specifieke woning ten opzichte van de
verkochte woningen zal de WOZ-waarde van een woning hoger, lager of gelijk aan de
WOZ-waarde van de verkochte woningen worden vastgesteld.
Vraag 5
Waar in de «Wet waardering onroerende zaken» wordt gesproken over foto’s van het interieur?
Bent u ervan op de hoogte dat de Waarderingskamer (art. 4–11 Wet WOZ) het heeft over
het analyseren van vraag- en verkoopprijzen, internetadvertenties etc. – oftewel openbare
informatie – maar niet over foto’s van het interieur?
Antwoord 5
In de Wet WOZ wordt niet gesproken over foto’s en/of andere informatiebronnen. In
het kader van de bepaling van de WOZ-waarde verklaart de Wet WOZ artikel 47 van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen van overeenkomstige toepassing. Dit artikel verplicht
een ieder om gegevens en inlichtingen te verstrekken die van belang kunnen zijn voor
de belastingheffing. Deze verplichting geldt ook voor de verstrekking van informatie
voor de bepaling van de WOZ-waarde. Voor de WOZ gaat het om het kunnen vaststellen
van feiten die van invloed kunnen zijn op de bepaling en de vaststelling van de waarde.
Een mogelijkheid om deze informatie te verkrijgen is bijvoorbeeld door de woningeigenaar
te vragen een inlichtingenformulier in te vullen en/of door een inpandige opname van
de woning door een gemeentelijk taxateur. In de gemeenten waarop deze vragen betrekking
hebben is gekozen om daarnaast de optie te bieden om zelf foto’s aan te leveren. De
optie van zelfgemaakte foto’s is ontstaan in coronatijd als alternatief voor een inpandige
opname door de gemeentelijk taxateur.
Zoals bij vraag 2 toegelicht is deze optie met de nodige waarborgen omkleed, zoals
de privacyregelgeving volgens de AVG en meer specifiek de geheimhoudingsplicht zoals
bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht, het toezicht van de Autoriteit Persoonsgegevens
en het toezicht van de Waarderingskamer.
Vraag 6
Wie heeft er bij de gemeenten toegang tot de foto’s? Wat gebeurt er met de foto’s
nadat die zijn gebruikt?
Antwoord 6
Voor de uitvoering van de gemeentelijke WOZ-taak is de geheimhoudingsplicht van toepassing
zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht artikel 2:5. Dit betekent dat bij de
uitvoering van deze gemeentelijke taak geheimhouding geboden is en dat alleen de personen
die belast zijn met deze taak toegang tot de foto’s hebben.
De bewaartermijnen van bescheiden zijn geregeld in de archiefwet en kunnen variëren
indien er bijvoorbeeld bezwaar of beroep wordt ingesteld tegen een beschikking, de
termijn vangt dan aan nadat de rechtelijke uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
In het algemeen worden gegevens voor de waardebepaling gedurende zeven jaar bewaard
met het oog op bijvoorbeeld bezwaar en beroepsprocedures. Daarna worden de gegevens,
inclusief de genoemde foto's vernietigd. Hoe vaak de gemeente behoefte heeft aan informatie
over bijvoorbeeld de woonvoorzieningen en kwaliteit is afhankelijk van de marktontwikkelingen
op de woningmarkt en de frequentie waarvoor in een bepaald marktsegment sprake is
van significante wijzigingen in het voorzieningenniveau, kwaliteit en onderhoud.
Vraag 7
Wat gebeurt er als bewoners geen foto’s aanleveren? Wordt de WOZ-waarde dan op de
normale manier (of niet) vastgesteld?
Antwoord 7
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 5 verplicht artikel 47 van de Algemene
Wet inzake Rijksbelastingen een ieder om gegevens en inlichtingen te verstrekken die
van belang kunnen zijn voor de belastingheffing. Deze verplichting geldt ook voor
de verstrekking van informatie voor de bepaling van de WOZ-waarde.
Het aanbieden van de mogelijkheid om informatie te verstrekken in de vorm van zelfgemaakte
foto’s wordt daarbij door gemeenten ervaren als een nieuwe mogelijkheid om met beperkte
«overlast» voor de bewoner zeer bruikbare informatie te verkrijgen over de kwaliteit
van de voorzieningen en het inpandige onderhoud. Zoals bij vraag 2 aangegeven zijn
zelfgemaakte foto’s een optie en geen verplichting. Uit oogpunt van eerbiediging van
de persoonlijke levenssfeer en van andere privacyaspecten is het daarom van belang
dat gemeenten ook aangeven dat er alternatieven bestaan voor het indienen van zelfgemaakte
foto’s. De Waarderingskamer houdt er, zoals bij vraag 2 aangegeven, toezicht op dat
gemeenten woningeigenaren actief informeren over het feit dat er meerdere opties zijn
om de gevraagde informatie aan te leveren.
Vraag 8
Klopt het dat dit WOZ-gegluur een pilot is? Bent u ertoe bereid een streep door deze
pilot te zetten en ervoor te zorgen dat gemeenten de WOZ-waarde op de normale manier
– dus zonder foto’s van toiletten en badkamers – vaststellen?
Antwoord 8
Er is sprake van twee pilots die los van elkaar geïnitieerd zijn door twee belastingssamenwerkingsverbanden,
namelijk GBTwente en Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB). GBTwente heeft, op
verzoek van de gemeente Enschede, de pilot inmiddels stopgezet. In de pilots is naast
bestaande opties als een inlichtingenformulier en een gemeentelijk taxateur gekozen
voor aanbieden van de optie van zelfgemaakte foto’s. Deze keuze is mede ingegeven
door het feit dat deze werkwijze voor belanghebbenden minder belastend kan zijn dan
een «taxateur over de vloer» of het «invullen van een vragenlijst».
Zoals bij vraag 2 aangegeven zijn zelfgemaakte foto’s een optie en geen verplichting.
Uit oogpunt van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en van andere privacyaspecten
is het daarom van belang dat gemeenten ook aangeven dat er alternatieven bestaan voor
het indienen van zelfgemaakte foto’s. De Waarderingskamer houdt er, zoals bij vraag
2 aangegeven, toezicht op dat gemeenten woningeigenaren actief informeren over het
feit dat er meerdere opties zijn om de gevraagde informatie aan te leveren.
Vraag 9
Deelt u de conclusie dat huiseigenaren met een gemiddelde WOZ-stijging van 8,6% in
2022 sowieso veel te veel betalen?2
Antwoord 9
Nee. Een WOZ-waarde stijging leidt niet automatisch tot een evenredige stijging van
de aanslag van bijvoorbeeld de OZB. (Mede)overheden hebben een autonome bevoegdheid
om de tarieven van heffingen die gebaseerd zijn op de WOZ-waarde vast te stellen.
Deze keuzes komen tot stand met inachtneming van de lokale wensen en opgaven. De gemeenteraden
leggen over de keuzen verantwoording af gedurende het democratische proces.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.