Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Tielen en Rudmer Heerema over het bericht ‘Nederlanders hebben minder vertrouwen in vaccinaties’
Vragen van de leden Tielen en Rudmer Heerema (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Nederlanders hebben minder vertrouwen in vaccinaties» (ingezonden 1 december 2022).
Mededeling van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
23 december 2022)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederlanders hebben minder vertrouwen in vaccinaties»
en het onderliggende onderzoek van de Europese Commissie «State of Vaccine Confidence
in the European Union 2022»?1, 2
Vraag 2
Bent u het eens dat het zorgwekkend is dat het vertrouwen in de noodzaak, de effectiviteit
en de veiligheid van vaccins onder de Nederlandse bevolking significant is gedaald?
Trekt u bij de aanpak «Vol vertrouwen in vaccinaties» ook op met Europese collega’s?
Vraag 3
Waarom is niet gekozen voor een maatschappelijke dialoog breder dan COVID-19-vaccinaties,
gezien aangaande de vaccinatie tegen COVID-19 besloten is een maatschappelijke dialoog
te organiseren over bijdragen die geleverd kunnen worden aan de vaccinatiebereidheid?
Hoe wordt voorkomen dat verschillende trajecten rondom het verhogen van de vaccinatiebereidheid
naast elkaar gaan lopen en integraliteit ontbreekt?
Vraag 4
Kunt u een overzicht geven van de gerealiseerde vaccinatiegraden onder de bevolking,
uitgesplitst naar leeftijdsgroepen voor onder andere het Rijksvaccinatieprogramma
voor baby’s en dreumesen, de HPV-vaccinaties uitgesplitst onder meisjes en jongens,
en voor de seizoensprikken griep voor de jaren 2018, 2020 en 2022? Komen de trends
hierbij overeen met de gedaalde vertrouwenscijfers?
Vraag 5
Hoe verklaart u de grote verschillen tussen leeftijdsgroepen met betrekking tot het
vertrouwen in vaccins, waarbij Nederland het grootste verschil tussen jongeren en
ouderen laat zien in de Europese Unie? Wat is het verwachte effect van het afgenomen
vertrouwen onder jonge leeftijdsgroepen op de verwachte vaccinatiegraad van het Rijksvaccinatieprogramma
voor baby’s en dreumesen? En op de HPV-vaccinatiegraad?
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de risico’s van dit dalende vertrouwen op de bevolkingsimmuniteit
van ernstige en potentieel dodelijke infectieziekten? Welke stappen worden er gezet
om eventuele uitbraken op bijvoorbeeld de kinderopvang te voorkomen, gezien daar ook
kinderen aanwezig zijn die vanwege leeftijd nog niet gevaccineerd kúnnen worden?
Vraag 7
Hoe verklaart u het grote verschil tussen professionals en andere bevolkingsgroepen
als het gaat om vertrouwen in de vaccins? Wat kunt u doen met deze inzichten om in
alle groepen het vertrouwen in vaccins te helpen vergroten?
Vraag 8
Welke leerpunten heeft u uit voorgaande campagnes over vaccinaties, bijvoorbeeld HPV
en COVID-19, gehaald? Bent u het eens dat naast publiekscampagnes over de COVID-19-vaccinaties
ook algemene vaccinatiecampagnes (zowel publieks- als doelgroepgericht) nodig zijn
om Nederlanders te helpen begrijpen waarom álle aangeboden vaccins belangrijk, effectief
en veilig zijn?
Mededeling
De vragen van de leden Tielen en Heerema (beiden VVD) over het bericht «Nederlanders
hebben minder vertrouwen in vaccinaties» (2022Z23730) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd
vergt.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.